Bendecommissie II

Gebreken van een commissie

“De speelbal van de media”

Dat parlementaire onderzoekscommissies talloze verdiensten hebben, hoeft nauwelijks betoog. Of het nu over de Bende van Nijvel gaat of over Marc Dutroux, over drugs of over sekten, de analyses en beleidsconclusies die telkens werden getrokken zinderen geheid nog een hele tijd na. Maar de hoge vlucht die het fenomeen de jongste jaren nam, heeft ook pijnpunten gereveleerd, risico’s die samenhangen met de techniek. Op dat laatste is gisteren gefocust aan de Leuvense universiteit, waar een studiemiddag over het onderwerp stond geprogrammeerd.

VUB-politicoloog Kris Deschouwer had het over de (partij)politieke context waarin parlementaire onderzoekscommissies functioneren, hoe grensoverschrijdend belangeloos hun opzet ook kan lijken. Dat brengt onvermijdelijk tegengestelde opinies en belangen mee, maar daar heeft Deschouwer niets op tegen. “Het is pas wanneer conclusies met algemene consensus aangenomen worden dat ik me zorgen begin te maken over het functioneren van de democratie.” Een duidelijke vingerwijzing aan het adres van de commissie-Dutroux.

De Leuvense strafrechtspecialist Raf Verstraeten, tevens expert bij de Bendecommissie-bis, had het over de risico’s die parlementaire onderzoekscommissies lopen voor de werking van het gerecht. Het lopen van een gerechtelijk onderzoek is op zich geen beletsel, maar de parlementsleden moeten wel onbevooroordeeld te werk gaan en zich zeker niet mengen in het eigenlijke onderzoek.

Het opvragen van interne parketdossiers behoort wel degelijk tot de prerogatieven, aldus Verstraeten, die daarmee ingaat tegen Cassatie-procureur Eliane Liekendael. Maar als van dergelijke informatie gebruik gemaakt wordt om aan stemmingmakerij te doen, worden wel grenzen overschreden. Raf Verstraeten: “Het Europese Mensenrechtenhof liet er in 1985 geen twijfel over bestaan dat een virulente perscampagne schade kan toebrengen aan de eerlijkheid van een proces, zeker wanneer die perscampagne is uitgelokt door een overheidsinstantie.”

Een opvallende stelling viel te rapen in de marge van de studiedag. De Gentse jurist Frank Meersschaut plaatst vraagtekens bij de mogelijkheid van de voogdijministers De Clerck (CVP) en Vande Lanotte (SP) om nog tuchtsancties te treffen tegen wie in het eindrapport-Verwilghen individuele verantwoordelijkheden aangesmeerd kreeg. Die voogdijministers moeten in principe onbevangen kunnen oordelen, maar staan wel onder de politieke controle van het parlement, dat ondertussen al zijn mening te kennen gaf. De Raad van State zal hoe dan ook een belangrijke kluif hebben aan tuchtstraffen die worden aangevochten, schreef Meersschaut in het jongste nummer van het politievakblad Vigiles.

Eerder vertolkte de Association Syndicale des Magistrats al een gelijklopende stelling. De Morgen-journalist Walter De Bock herinnerde aan de verscheidene keren dat de media een “deblokkerende” rol hebben gespeeld voor parlementaire onderzoekscommissies. Maar ook hij toonde zich niet blind voor bepaalde risico’s. “De commissie-Dutroux is op meer dan een moment een duidelijk voorbeeld geweest van een conceptloos onderzoek dat onvermijdelijk de speelbal werd van de media.” De verwarring had onder andere tot gevolg dat de onderzoekscommissie rond de moord op Cools er voorlopig niet komt, besloot De Bock.


Bron » De Morgen