Manipulatie: Ronquières

Ronquières: het enige geboekte resultaat

Nu is ook de Bende van Nijvel communautair

Het enige geboekte resultaat in het onderzoek naar de Bende van Nijvel was de vondst van de wapens in 1986, in het kanaal Brussel-Charleroi door de speurders van Freddy Troch. Franstalige speurders leggen nu hun Vlaamse oud-collega’s op de rooster: “Jullie hebben die zakken zelf in het water gegooid!” De nieuwe politieoorlog is een communautaire, en één onder heren op leeftijd.

Belgischer dan dat van Olivier F. kan een beroep niet zijn. Hij baat een frituur uit aan het hellend vlak van Ronquières. F. heeft er ook een kleine scheepswerf, en daar is in 1982 een bootje gepikt. Hij heeft toen gezworen dat zoiets hem geen tweede keer zou overkomen. Slapen doet hij sindsdien in een caravan naast de frituur met een karabijn .22 onder zijn bed. Hij legt zijn eerste verklaring af bij de rijkswacht van Soignies op 12 november 1985.

Het proces-verbaal van adjudant Jacques Lebacq en collega Thierry Gondry maakt melding van “bizarre feiten in de nacht van 10 op 11 november aan het kanaal Brussel-Charleroi”. F. zegt dat hij om 00.20 uur werd gewekt door het geluid van een automotor. Wat hij zag, was een donkere Golf GTI, een tweede auto en “twee mannen in militaire jassen”. Eerder die avond had F. op de RTBF de beelden gezien: een nieuw bloedbad van de Bende van Nijvel op de Delhaize in Aalst, zaterdag 9 november. Acht doden. Er was sprake van een ‘reus’ die vanop de achterklep van een zwarte Golf GTI schoot op al wie bewoog. Wat hij nu kon zien, deed F. besluiten om vooral niet te bewegen.

De Bende van Nijvel pleegde tussen 1982 en 1985 een reeks overvallen met in totaal 28 doden. De laatste acht vielen in Aalst. Eerst werden een vader en zijn negenjarige dochtertje geliquideerd. Daarna volgden Gilbert Van de Steen (43), zijn echtgenote Thérèse Van Den Abiel (39) en dochter Rebecca (14). Zoon David Van de Steen (9) wist met zijn snelle beentjes de supermarkt binnen te rennen en zich te verstoppen, maar hij werd achtervolgd door de ‘reus’. “Ik heb in zijn ogen gekeken”, zegt David Van de Steen. “Net voor hij schoot.” Als de Golf GTI wegrijdt richting Ninove, is er één Aalsterse agent die nog wat onderneemt. Eddy Nevens is de beste schutter van zijn korps. Zijn gevoel zegt hem dat hij raak heeft geschoten.

Op zondagochtend zal een uitgebrande Golf GTI worden teruggevonden in een bos in Ronquières. Naast de auto ligt verbrand papier en een huls van een 9mm-kogel. De huls gaat naar het labo. Er is een match. De met dit wapen afgevuurde huls is gebruikt bij de roofmoord op een wapenwinkel in Waver, 30 september 1982. De Golf moet rond half twee ’s ochtends in de fik zijn gestoken. De plek in het bos ligt op twee kilometer van de caravan van F. Als de rijkswachters van Soignies daar in de buurt mensen aanspreken stoten ze op een tweede getuige.

Rijkswachter Gondry, deze keer vergezeld door collega Louis Dulieu, noteert: “Het moet rond 00.20 uur of 00.30 uur zijn op 11 november 1985. Ik hoor het geluid van het dichtslaan van een voertuig. Ik zie twee voertuigen. ze staan stil met gedoofde lichten. Er lopen drie personen rond. Eén persoon zie ik aan de waterkant ter hoogte van de betonnen trap. Kort nadien zie ik in het licht een donkere zak drijven, ter grootte van een vuilniszak”.

Smoking gun

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel zit eind 1985 verspreid onder meerdere rechtsgebieden. In Nijvel heeft procureur Jean Deprêtre zich vastgebeten in het spoor van de Borains, een gangsterbende rond ex-politieman Michel Cocu, Jean-Caude Estiévenart, Adriano Vittorio en Michel Baudet. Geboefte van het zevende knoopsgat. De smoking gun is een Rüger P338-pistool dat door de echtgenote van een bendelid is afgeleverd bij de politie. Volgens een eerste ballistische analyse is het ”voor 99 procent zeker” dat dit wapen is gebruikt bij twee overvallen van de Bende in 1983.

Het zijn de jaren van CCC, van terreurgroepen die overal in Europa angst zaaien. In de ogen van velen lijkt ook de Bende in dit plaatje te passen. Bij gewone criminelen dient geweld een doel: een zo groot mogelijke buit. De Bende van Nijvel lijkt eerder uit op bloed, ze zal bij één overval drie mensen vermoorden voor een paar blikken olie, wat pralines en whisky. In een memorabel tv-moment reageert procureur Deprêtre ziedend op de speculaties: “Het zijn rovers! Men moet niet verder zoeken. Ik sta niet aan het hoofd van het parket van Nijvel om sciencefiction romans te schrijven.”

Ook in Dendermonde loopt een onderzoek naar de Bende. In Temse zijn op 10 september 1983 gangsters een plaats binnen gedrongen waar nieuwe up-to-date kogelvrije vesten worden ontwikkeld voor de rijkswacht. De Bende liquideert nachtwaker Jos Broeders en gaat aan de haal met zeven prototypes. Het onderzoek is in handen van onderzoeksrechter Freddy Troch. Ook Aalst behoort tot het rechtsgebied Dendermonde, dus is het opnieuw Troch die op 9 november1985 op de parking van de Delhaize aan de slag moet.

Hij weet van de getuigenissen in Ronquières, maar er is hem verzekerd dat het parket van Nijvel een duiker heeft laten zoeken in het kanaal en dat die niks heeft gevonden. Begin 1986 arresteert Troch leden van de bende van gangster Philippe De Staerke. Die heeft in die jaren een hele reeks overvallen op warenhuizen op zijn actief en gebruikte dezelfde soort wagens en wapens als de Bende. De Staerke is verlinkt door zijn eigen vriendin en haar veertienjarige dochter. Zij getuigen hoe hij in de namiddag van 9 november 1985 hen opeens holderdebolder vanuit Brussel naar Aalst meenam, om er met z’n drieën achter een winkelkar in de lokale Delhaize rond te lopen, iets wat ze anders nooit deden.

Troch werkte met een gemengd, zij het hoofdzakelijk Vlaams, speurdersteam: de zogenoemde cel-Delta. Ex-speurder: “De Bende van Nijvel ging te werk als een goochelaar. Eén hand leidde de aandacht af, de andere pleegde de overval. Bij de eerste golf van aanslagen in 1982 en ’83 legde men valse sporen naar de bende-Cocu, in 1985 deed men dat met De Staerke. Als De Staerke ooit had verteld wie hem naar Aalst heeft gestuurd – want lange tijd dacht iedereen dat hij er het terrein was komen verkennen – zouden we een stap dichter hebben gestaan.”

In het najaar van 1986 trekt adjudant Luc Boeve van de cel-Delta met zijn collega Danny Collewaert terug naar Ronquières. Samen met de rijkswachters van Soignies gaan ze nog eens praten met frituuruitbater en de tweede getuige. De speurders hebben het gevoel dat de duiker niet het hele gebied heeft doorzocht.

En bingo

Op 6 november 1986 komt in het kanaal Brussel-Charleroi een duiker boven water met opgeheven duim. Danny Collewaert zal later op de dag in proces-verbaal 2266 een inventaris opstellen van de vangst: “Eén grijze plastic zak. In deze zak worden aangetroffen: patronen, muntstukken, twee spuitbussen, papieren – waaronder cheques duidelijk afkomstig van het grootwarenhuis Delhaize – een groen metalen koffertje, zakken met vermelding Kassa 12.”

De buit van Aalst is boven water. En er wordt nog een zak opgevist: “Twee delen van kogelvrije vesten.” En nog een zak: “15 pakjes munten van 50 centimes, elk 50 stuks, waarde elk 25 frank. Munten 20 frank: 18 stuks. 5 frank: 15 stuks.” Er volgen nog zakken. Met daarin de wapens van de Bende, nog meer kogelvrije vesten, verscheurde stukken militaire kledij. Het is deze vondst die toelaat om via ballistische sporen een verband te leggen tussen de lange reeks misdaden en de 28 doden. In combinatie met de uitgebrande Golf GTI wettigt de vondst de hypothese dat Eddy Nevens raak heeft geschoten, dat de Bende zich in de nacht na Aalst heeft ontbonden en bewijsmateriaal heeft trachten te vernietigen. De vondst van Troch is niet alleen een kleine blamage voor de speurders in Nijvel, het is ook een streep door de rekening van procureur Deprêtre.

Het feit dat hij met Cocu en co de Bende al heeft gepakt, valt moeilijk te rijmen met het feit dat ze daarna opnieuw aanslagen pleegt, maar de procureur is een koppige man. In april 1988 start in Bergen het assisenproces tegen Cocu en de rest van zijn marginale bende. Nog voor het goed en wel is begonnen, is het proces voorbij. Er is een rapport opgedoken dat laat zien dat het parket in Nijvel de Rüger van Cocu in 1986 heeft opgestuurd naar het labo van het Bundeskriminalamt (BKA) in Wiesbaden, de wereldautoriteit inzake wapenexpertise. Het BKa heeft besloten dat het wapen “onmogelijk” kan gebruikt zijn door de Bende. Liever dan de realiteit onder ogen te zien hebben de magistraten het rapport weggemoffeld. De blamage is nu totaal. De vijf verdachten gaan vrijuit.

Speurders staan intussen op verschillende fronten met getrokken messen tegenover elkaar, zo wordt duidelijk als in 1988 in de Kamer een eerste parlementaire onderzoekscommissie aan de slag gaat. Twee speurders die het hadden aangedurfd twijfels te hebben bij de schuld van Cocu, zijn weggepest. Troch en de speurders van zijn cel-Delta klagen over tegenwerking van hun collega’s in Charleroi (dat Nijvel is komen vervangen). De slachtoffers van Aalst reageren emotioneel als Troch in 1991 na een tussenkomst van justitieminister Melchior Wathelet wordt verplicht zijn dossier af te staan aan Charleroi.

Nabestaanden betichten in 1996 bij monde van advocaat Michel Graindorge twintig rijkswachters ervan het onderzoek naar de Bende van binnenuit te saboteren via contacten met de corrupte extreem rechtse oud-rijkswachters Robert Beijer en Madani Bouhouche. Het enige wat in deze zaak ooit goed is gegaan, zo is langzamerhand de conclusie, is de vondst van de wapens. Het is het enige succesje dat in dertig jaar onderzoek naar de Bende van Nijvel is geboekt. Dacht men.

“Gij waart het zelf!”

Dinsdag 15 mei 2012. Een drukke dag ten huize Danny Collewaert. De man heeft een verhuizing gepland. ’s Ochtends is er telefoon. Hij wordt geconvoceerd in Charleroi. Daar is de zestien jaar lang door commissaris Eddy Vos geleide Cel Waals Brabant (CWB) in 2012 vervangen door een nieuw team, dat met een frissere kijk aan de slag moet gaan. Met Martine Michel is er een nieuwe onderzoeksrechter. Als Collewaert laat weten dat het “nu echt niet past”, krijgt hij collega-speurders uit Charleroi aan de deur met een “bevel tot medebrenging”. Er staat dat er “ernstige aanwijzingen van schuld” bestaan tegen hem voor “feiten van diefstal met geweld en moord”. De man die de wapens ontdekte, kreeg nu te horen: “Gij waart het zelf!”

Collewaert is niet de enige ex-speurders die die dag op de rooster is gelegd. “Onze Franstalige vrienden zijn ervan overtuigd dat wij die wapens zelf in het kanaal hebben gegooid”, zegt een ex-lid van de cel-Delta. “Het nieuwe CWB doet weinig moeite om oude processen-verbaal te begrijpen. Ze weigeren te aanvaarden dat de ene duiker vond wat de andere niet vond. Dus bedachten ze een complot. Een groot complot wel, met ook de rijkswachters van Soignies.”

Begin dit jaar pakte het Franstalige weekblad Télé-Moustique uit met een exclusief verhaal. Het onderzoek naar de Bende, stond er, is dertig jaar lang op een verkeerd been gezet. Dat moest blijken uit testen bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). Men ging er na hoe papier en metaal reageren op water: “Het kan niet dat de in november 1986 opgeviste bewijsstukken een jaar in het kanaal hebben gelegen. Het metaal van wapens en muntstukken zou sterker zijn aangetast door oxidatie.” De website van de CWB zegt: ”Volgens een rapport van NICC konden deze stukken niet langer dan één à twee maanden in het water gelegen hebben.”

Martine Michel ontving op 22 mei 2013 een groep nabestaanden. Ze legde hen uit dat het voor haar vaststaat dat “iemand” de cel-Delta in 1986 op een dwaalspoor bracht. Maar: “Wij willen geen oorlog tussen oude en nieuwe speurders. Wij zeggen ook niet dat de vroegere onderzoekers oneerlijk of incompetent zijn.” Zo voelen twee Eddy’s en één Freddy het anders wel aan. Eddy Vos stelde op 19 april 2012 een proces-verbaal op waarin hij de getuigenissen uit Ronquières oplijste, de speurders adviseerde de dossiers te lezen en te begrijpen hoe de cel-Delta tot zijn ontdekking kwam.

Hij beklaagde zich ook over hoe het nieuwe CWB niet enkel speurders met zestien jaar dossierkennis bij het afval zet, maar ook het dossier zelf: “Het valt te betreuren dat de archieven van de onderzoekscel, met daarin werkmappen van tientallen onderzoekers, resultaten van geomatisch onderzoek, listings en kopieën van processen-verbaal van toen het voorwerp uitmaken van een ‘opruiming’ door de nieuwe onderzoekers. Een groot deel van deze archieven is sindsdien verbrand.”

PV vernietigd

Sven Mary is de advocaat van de sinds enige tijd onbereikbare Eddy Vos. “Het pv is op last van het parket in Charleroi vernietigd. Mijnheer Vos wordt verweten dat hij zijn functie heeft misbruikt om een ‘persoonlijk commentaar’ neer te schrijven. Als dank voor zestien jaar keihard werken heeft hij van de federale politie een ‘lichte’ tuchtstraf gekregen.” De CWB wordt nu geleid door Gilles Quinet. Hij was in de jaren tachtig aan de zijde van Deprêtre een van de aanhangers van het geloof in de piste-Cocu.

Eén lid van het vandaag nog tienkoppige team is een ex-rijkswachter die goed bevriend was met Bouhouche en wiens naam in 1996 op de lijst van advocaat Graindorge prijkte. Sven Mary: “De mensen die destijds met het wapen van Cocu de zaak hebben gemanipuleerd, staan weer aan het roer en zijn oude rekeningen aan het vereffenen. Wat hier bezig is, is een communautaire politieoorlog. Men zoekt niet langer de waarheid, men zoekt een manier om de schuld voor het falen van dit onderzoek over de taalgrens te verschuiven.” Maar wat met dat NICC-onderzoek? Ex-speurder: “De watertest is uitgevoerd met euro’s. Misschien moet iemand hen erop wijzen dat we in 1985 betaalden met franken. Dat die misschien sneller roesten.”

Het negenjarige patiëntje dat David Van de Steen ooit was, is nu een dertiger. Ook hij werd bij de CWB geconvoceerd. “Ze hebben een hele namiddag op mij ingepraat, met verhalen over wat voor slechte mensen Eddy Vos en alle Vlaamse speurders zijn. Ze haalden er foto’s bij van dossierkasten: ‘Zie hoe slordig zij hun dossiers bewaren.’ Ik ben het beu, allemaal. Het hoeft niet meer. Ik ga niet meer naar hun vergaderingen. Wie mijn vader, moeder en Rebecca vermoordde, dat zal ik nooit weten. Het zij zo. Dat de speurders het verder onder elkaar uitzoeken.”


Bron » De Morgen | Douglas De Coninck | 15 Juni 2013