Opinie: De niet zo witte ridders van justitie

Zelfs zonder rode toga’s en hermelijnen pels hebben hoge magistraten altijd wel iets theatraals. Nu vertonen ze zelfs gevoel voor timing. Net op het moment dat minister Geens (CD&V) geketend blijft aan de cipiersstaking, verscheurde Jean de Codt op de RTBF een papiertje ter illustratie van een verscheurde rechtsstaat. Niet gehinderd door intellectuele eerlijkheid over cijfers degradeerde de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie ons land tot een ‘schurkenstaat’: een veroordeling, rechtstreeks op televisie uitgezonden.

De man van adel was tot nu toe vooral een man van stilte. Wat is de agenda achter dit theater? Je zou het zijn voorganger Ghislain Londers kunnen vragen, die niet alleen struikelde over Fortisgate. Binnenskamers, bij een stemming binnen het hoge Hof, werd Londers al in juni 2011 buitenspel gezet. Cassatie koos er toen voor geen deel uit te maken van de nieuwe structuur voor het beheer van justitie. In zijn laatste rede waarschuwde hij zijn collega’s: “Splendid isolation is niet meer van deze tijd.” Londers wist tot wie hij zich richtte.

Achter de façade

Exit Londers, eerst opgevolgd door de overgangspaus van Opus Dei, Etienne Goethals, en daarna door ridder Jean de Codt: beiden archetypes van de archiconservatieve magistraat. In het voorzitterssyndroom dat de piramide van justitie kenmerkt, laat De Codt zich een titel welgevallen die juridisch niet eens bestaat: ‘eerste magistraat van het land’. Het was dan ook nauwelijks een verspreking toen De Codt in het RTBF-interview justitie roemde als “de meest archaïsche staatsfunctie” terwijl hij de historische kerntaak van het rechtspreken bedoelde.

Het lijkt nu wel een monsterverbond: de archaïsche ridder De Codt, hand in hand met kameraden als Brussels rechtbankvoorzitter Hennart. Sinds 2011 werd nochtans in geen enkele rechtbank de toegang van de burger tot justitie zo veel duurder en exclusiever gemaakt als in cassatie. Cassatie zorgde vooral goed voor zichzelf.

Maar zoals altijd wanneer justitie op een keerpunt staat: de magistratuur sluit even de rangen binnen de eigen slangenkuil. De hoogmis van het corporatisme is weer eens gezongen. Magistraten slaan geen meubilair kapot, het is een lobby die stil sloopt.

Het ware zo mooi als de rechten van gedetineerden, de wanhoop van rechtzoekenden, de efficiëntie en de rechtvaardigheid van het rechtspreken en de mensenrechten de fundamentele inzet van het debat zouden zijn.

Achter de façade van het Poelaertplein – hooghartig symbool van een angstaanjagende justitie – huist echter bij te velen slechts de zorg voor de kleine voorrechten – net zoals in juni 2011. Onder een koepel die groter is dan de roomse Sint-Pietersbasiliek woedt ook de strijd om de macht: De Codt smeedt met demagogische uitsmijters als op de RTBF de ‘coalition of the unwilling’, omdat hij maar al te graag tot officiële aanvoerder van het hele magistratenleger gekroond wil worden. Op een recent colloquium voelde hij zich best al “de piloot van het vliegtuig van justitie”. Bij gebrek aan een democratische dialoogcultuur binnen de magistratuur riskeert dat een vliegtuig met weinig zitplaatsen te worden.

Conflictdenken

Met Koen Geens (CD&V) kun je het op veel punten oneens zijn. De minister kent ook wel mijn lijstje. Maar de omslag moet nu eindelijk gebeuren. Het gaat overigens niet eens om punctuele punten van de PotPourri’s of het Justitieplan. Een significant aantal magistraten heeft geen nieuwe middelen nodig, maar een nieuwe mentaliteit. Magistraten moeten het machtsdenken afzweren en dienend denken. De derde staatsmacht is geen macht, maar een maatschappelijke opdracht.

Ook recente hervormingen bewijzen dat geen wet kan slagen waar magistraten achterblijven. Er zijn zelfs geen wetswijzigingen nodig om onschatbare efficiëntiewinsten te boeken.

Magistraten die oplossingsgericht werken en dialogeren kunnen een derde van onze procedures duurzaam overbodig maken. Het autoritaire conflictdenken blijft de magistratuur echter beheersen en verzieken. Archaïsche methodes zwengelen de input aan en vertragen de output.

Al jaren stellen ook prof. em. Marcel Storme en strafpleiter Walter Van Steenbrugge dat we zelfs geen magistraten te kort hebben, maar te veel. Dat zullen dan wel eindelijk ook allemaal fulltime rechters moeten zijn. Het zijn immers te vaak de parttimers en de bijklussers die niet eens de tijd nemen om een handtekening op een arrestatiebevel of een telefoontap te zetten.

Bron » Jan Nolf  | De Morgen