Monument voor slachtoffers van Bende van Nijvel: ‘Ik voel de destructie in Aalst nog dagelijks’

Aalst herdenkt de slachtoffers van de Bende van Nijvel met een nieuw monument, 38 jaar na de dodelijke overval. Nabestaanden, zoals Kristoff Palsterman en David Van de Steen, zien het monument als een plaats voor rouw en herinnering, ondanks de verlate oprichting.

In deze tijd van het jaar zijn de dagen in Aalst, de stad van bruisend carnaval, altijd iets donkerder dan elders in het land. Elk jaar wordt op 9 november een officiële herdenking gehouden voor de acht slachtoffers van de laatste en meest bloedige aanslag van de Bende van Nijvel in 1985.

Verleden jaar gebeurde dat voor het laatst op het kerkhof. Na 38 jaar is er nu eindelijk een gedenkmonument opgericht voor de slachtoffers en hun nabestaanden op de plek des onheils: de parking van de Delhaize naast de groene long die het Stadspark en natuurgebied Osbroek samen vormen.

“Nogal laat, maar blijkbaar was Delhaize er nu pas klaar voor”, reageert nabestaande Kristoff Palsterman (56) bij de achthoekige gedenksteen. Zijn stem is kalm, maar praten over die fatale zaterdagavond in november 1985 lukt niet. Zijn vader Jan kreeg vijf kogels in het hoofd en was het laatste van de 28 officiële slachtoffers van de Bende van Nijvel. Jarenlang heeft Kristoff deze plek gemeden. Hij is van plan vanaf nu regelmatig langs te komen “om te zien hoe de kleuren van de seizoenen veranderen”.

“Beter laat dan nooit”, zegt lotgenoot David Van de Steen over de vreemde timing voor het monument. De bekendste van alle Bende-slachtoffers werd als negenjarige neergeschoten door de gangsters. In tegenstelling tot zijn ouders en zus overleefde hij de gruwelijke aanslag. Ook Van de Steen was hier al jaren niet meer geweest. “Het is een rustige plek. Wanneer alles eromheen begroeid is en het monument nog geïsoleerder is, overweeg ik zeker terug te komen op die momenten waarop ik alleen wil zijn met mijn verdriet.”

Goudgele kleur

Voor de begroeiing rond de gedenksteen moeten aangeplante populieren zorgen. Het monument staat aan de rand van de parking van de helemaal vernieuwde Delhaize, op een verbindingsweg naar het Osbroekpark. Elke zijde staat symbool voor één van de acht slachtoffers. Opmerkelijk is de afwezigheid van een namenlijst. Architect Bas Smets deed hetzelfde met het monument voor de aanslagen in Zaventem en Maalbeek in het Zoniënwoud in Brussel. Rouw krijgt een universeel karakter door de slachtoffers te anonimiseren. De tekst op de gedenkplaat noemt de meest beruchte gangsterbende in de Belgische geschiedenis ook bewust niet bij naam. ‘Ter herinnering aan de slachtoffers van de aanslagen tussen 1981 en 1985’, staat er nuchter en sereen.

In het monument staan acht exemplaren van de ginkgo biloba. Deze Japanse notenbomen worden levende fossielen genoemd omdat ze meer dan duizend jaar kunnen worden. De ginkgo was de enige boom die de atoombom op Hiroshima overleefde. De symboliek erachter: onze doden leven altijd voort. Bovendien krijgen de bladeren van de ginkgo een goudgele kleur in de herfst. Bas Smets: “Bij de herdenking op 9 november krijg je hier elk jaar een tapijt van gele blaadjes. Geel is ook de kleur van de hoop.”

David Van de Steen steekt zijn hand uit naar het monument, met zijn steentjes die beneden rood zijn en van oranje in het midden naar geel bovenaan gaan. “Dit is het enige wat zal overblijven van de Bende van Nijvel”, alludeert hij cynisch naar de verjaringstermijn van het onderzoek.

Carnvaval en destructie

2025 is heel dichtbij, en nog altijd kennen we de daders niet van de raids van de Bende van Nijvel in de turbulente jaren 80. De verjaringstermijn werd al twee keer verlengd. Aalsters burgemeester Christoph D’Haese pleit voor een aanpassing van de wet. “Ernstige misdrijven als doodslag en moord mogen nooit verjaren. In landen als Duitsland, Italië en Zweden bestaat dat niet. Verjaring wil zeggen dat justitie achterblijft met schaamrood op de wangen. Ik zal er alles aan doen om dit soort dingen finaal te veranderen”, aldus de N-VA’er die ook in de federale Kamer zetelt.

“We zijn een stad waar het heel plezierig kan zijn met carnaval, maar waar ik de destructie nog dagelijks voel. De strijd mag niet gestaakt worden zolang de feiten niet opgehelderd zijn. Onze Aalsterse verontwaardiging moet de brandstof vormen voor een echte ommekeer. Het dossier van de Bende van Nijvel is de grootste schandvlek in de Belgische justitie.”

Bron » De Morgen

Slachtoffers Bende van Nijvel herdacht met nieuw monument aan Delhaize: “Het dossier verdwijnt misschien ooit, maar dit hier blijft altijd staan”

De jaarlijkse herdenking van de slachtoffers van de Bende van Nijvel, die te betreuren vielen bij de bloederige overval op de Aalsterse Delhaize-vestiging op 9 november 1985, vond woensdag plaats aan het nieuwe herdenkingsmonument dat voor de gelegenheid werd onthuld. Het is al 38 jaar geleden dat de laatste en dodelijkste aanval van de beruchte bende acht levens eiste. De nieuwe gedenksteen heeft dan ook acht zijden, eentje voor elk slachtoffer dat viel in Aalst, en acht bomen.

“Het herdenkingsmonument mocht er wel komen, na al die jaren”, zegt Kristoff Palsterman die tijdens de overval zijn vader verloor. “Er is duidelijk veel werk ingestoken, het is mooi en sereen. Ik zal hier nog geregeld komen.”

Delhaize en de stad werkten samen om een herdenkingsmonument op te richten voor de slachtoffers van een van de bloederigste overvallen uit de recente geschiedenis van ons land. “Toen de oude Delhaize-vestiging plaats moest ruimen voor een gloednieuw gebouw, waren wij en het stadsbestuur het onmiddellijk eens om een herdenkingsmonument op te richten voor alle slachtoffers van de terreurdaden”, vertelt Illya Van den Borre van de supermarktketen.

“Het is een blijvende herinnering aan wat zich hier heeft afgespeeld. Wij zagen het als onze morele plicht om hieraan mee te werken.”

“We hebben besloten om het monument niet op de parking van Delhaize te zetten, maar in de tussenzone tussen de artificiële wereld van de parking en de natuurlijke zone van het aangrenzende stadspark”, vertelt architect Bas Smets.

Tapijt van gele blaadjes

Het monument is opgetrokken uit acht panelen. “Dat aantal verwijst ook naar de acht slachtoffers die hier vielen”, aldus nog Smets. “Daarin staan acht ginkgo’, ook wel Japanse notenbomen genoemd. Dat zijn de oudste bomen op onze planeet. Die bomen kleuren mooi geel in de herfst, dus bij de herdenking op 9 november krijg je hier elk jaar een tapijt van die gele blaadjes. Geel is ook de kleur van de hoop.“

Het monument bestaat onderaan uit donkere steentjes, die gaan van rood en oranje naar geel bovenaan. Alle steentjes zijn handmatig geplaatst. “We hebben dit opgevat als een plek van troost, maar ook als een plek van hoop”, zo geeft de architect nog mee.

Ook Bende-slachtoffer David Van de Steen, die beide ouders en zus verloor bij de overval in 1985, was woensdag aanwezig op de plechtigheid. “Ik vind het heel mooi gemaakt”, zegt hij. “De acht bomen die in het monument staan, kunnen 1.400 jaar worden. Het was ook de enige boom die de atoombom op Hiroshima overleefde. Door de symboliek daarachter vind ik het een heel goede keuze, ze hebben er duidelijk over nagedacht.”

“Het monument is iets dat zal overblijven”, aldus nog Van de Steen. “Als in de loop der jaren het dossier van de Bende van Nijvel of het onderzoek ernaar zal verdwijnen, zal deze gedenksteen blijven staan. Het zal de mensen herinneren aan wat zich hier ooit heeft afgespeeld.”

“Niet onder juridische mat vegen”

“Het dossier van de Bende van Nijvel is de grootste schandvlek in de Belgische justitie”, stelt burgemeester Christoph D’Haese (N-VA). “Dat kan men zomaar niet onder de juridische mat vegen. De verjaringstermijn van het Bende-dossier werd al tot tweemaal toe verlengd, in 2002 en 2015.”

“Bij een strafrechtelijke verjaring in België zijn er spreekwoordelijke gangen vol met kasten die op slot zijn en waarvan men de sleutel niet meer vindt. Men weet niet wat er in de dossiers zit of waar die dossiers liggen. Dat is niet ernstig. Daarom pleit ik, in tegenstelling tot wat de nieuwe minister van Justitie voorlegt, voor een betere wettekst”, aldus nog de burgervader die ook federaal Kamerlid is.

“Ernstige misdrijven als doodslag en moord mogen nooit verjaren. Ik zal er alles aan doen, overmorgen in de Kamercommissie Justitie al en de dag erna in het Parlement, om dit soort dingen finaal te veranderen.”

Bron » Het Nieuwsblad

Aalst onthult herdenkingsmonument voor slachtoffers Bende van Nijvel

38 jaar na de dodelijke overval is aan de Delhaize-supermarkt in Aalst een herdenkingsmonument onthuld voor de slachtoffers van de Bende van Nijvel. Het is een achthoekig monument waarbij elke zijde symbool staat voor één van de acht slachtoffers.

Op 9 november 1985 overviel de Bende van Nijvel de Delhaize-supermarkt in Aalst. Acht mensen werden daarbij vermoord. Het was de laatste en bloedigste overval van de Bende van Nijvel. Bij de misdaden van de Bende van Nijvel vielen in de jaren tachtig 28 doden, vooral bij overvallen op supermarkten.

Aan de Delhaize-supermarkt in Aalst is nu een herdenkingsmonument onthuld voor de slachtoffers van de Bende van Nijvel. Het is een achthoekig monument. Dat verwijst naar de 8 dodelijke slachtoffers van de overval in Aalst. Het monument is gemaakt door Bas Smets, de kunstenaar die eerder ook het herdenkingsmonument na de aanslagen in Zaventem en Maalbeek maakte.

David Van de Steen verloor zijn ouders en zijn zus bij de overval op de supermarkt in Aalst. Hij is blij dat er nu een herdenkingsmonument is: “Het is echt geslaagd. Ook hoe ze het gemaakt hebben, met de hand al die steentjes erin gezet, van donker naar licht. Vroeger was er hier niks. Je kwam hier naartoe als kind, en er was enkel de supermarkt, en niets anders. Nu is er een monument dat zal blijven.”

Bron » VRT Nieuws

Flamboyante ondernemer Aldo Vastapane overleden

De Brusselse zakenman Aldo Vastapane was decennialang een vast waarde in het Belgische bedrijfsleven. Hij overleed op 97-jarige leeftijd.

‘Ik heb veel geluk gehad in het leven’, zei Aldo Vastapane in 2004. ‘Ik ben net op het juiste moment geboren. Ik heb tijdens mijn leven veertig jaar economische euforie gekend. Alles wat je aanraakte, werd goud. Nu is zakendoen veel moeilijker.’

Vastapane is dinsdag op 97-jarige leeftijd overleden, meldde de krant La Libre. De laatste jaren liet hij weinig meer van zich horen, maar dat neemt niet weg dat Vastapane jarenlang een vaste waarde was in de economische actualiteit. Bovenstaande ontboezeming deed hij ter gelegenheid van de financiële ondergang van Sobelair. De luchtvaartmaatschappij was maar een van de vele zakelijke ondernemingen die Vastapane in het naoorlogse België op stapel zette.

Ketje met een Italiaanse naam

Vastapane omschreef zichzelf graag als een ‘ketje met een Italiaanse naam’. Hij was de zoon van een Italiaanse immigrant die rond 1900 neerstreek in Brussel, en naam maakte met de import van Martini-Rossi-aperitieven. Zoon Aldo ging in vastgoed speculeren, terwijl zijn broer Dino de drankenimport voortzette. Aldo Vastapane kocht en verkocht tientallen appartementen in Knokke en Brussel en werd eigenaar van verschillende ondergrondse parkeergarages in de hoofdstad. Maar het meeste naam maakte hij met de nu afgebroken Martini-toren bij het Noordstation, waar wereldsterren kwamen optreden en waar ook de nodige contacten werden gelegd. Het adresboekje van Vastapane puilde dan ook uit van de grote namen.

Zo heeft zijn vriendschap met de Brusselse CVP-politicus Paul Van Den Boeynants hem geen windeieren gelegd. Die leverde hem een insteek in de lucratieve vastgoedprojecten van Charly De Pauw, Ado Blaton en Jean-Marie Josi. In de jaren 50 mochten deze Brusselse betonbaronnen van VDB de Noordwijk omtoveren in een Brussels Manhattan, inclusief WTC-toren en enkele andere wolkenkrabbers.

Vastapane kreeg van VDB in 1958 ook het monopolie van taksvrije winkels op de nieuwe luchthaven van Zaventem, die naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling de deuren opende. Zakelijk kruiste hij daarbij het pad van Albert Frère, een generatiegenoot. De twee zouden jarenlang uitstekende banden onderhouden. Ook met George Forrest, nog zo’n kleurrijke ondernemer, kon hij het prima vinden. Met hem kocht hij een gigantische ranch in Congo. De verkoper was Groep Brussel Lambert (GBL), de holding van Albert Frère.

Zakenman van de oude stempel

Later opende Vastapane ook winkels op de luchthaven van Johannesburg in Zuid-Afrika. Dat land kende hij als liefhebber van de jacht op groot wild. Tot zijn vele zakelijke exploten behoorde verder nog het restaurant Le Cygne op de Brusselse Grote Markt, de import van de automerken Simca en Mercedes, vastgoedprojecten in de Verenigde Staten en Roemenië, en dus ook chartermaatschappij Sobelair. Dat laatste avontuur mislukte, en kostte hem 9,5 miljoen euro. De maatschappij ging ten onder in een kluwen van juridische betwistingen.

Vastapane was een zakenman van de oude stempel, die veel waarde hechtte aan het opbouwen van relaties met zakenpartners, investeerders en politici. Een bon-vivant ook, die van lekker eten hield en het geld graag liet rollen. Toen zijn kleindochter Larissa enkele jaren geleden kandidaat-Miss België was, vertelde ze dat ze van haar grootvader een BMW cadeau had gekregen.

Vastapanes carrière kreeg in 2006 een mooie bekroning: hij werd tot baron benoemd. Zijn goede relaties met het koningshuis zullen daar ongetwijfeld toe bijgedragen hebben. Eind jaren 60 zou hij zelfs een romance hebben beleefd met de toenmalige prinses Paola. De laatste jaren was het stil geworden rond Vastapane. Zijn zoon Philippe is nu voorzitter van de familieholding Alva.

Bron » De Standaard

Falend IT-systeem en sociale onrust saboteren Staatsveiligheid

Medewerkers van de Staatsveiligheid trekken aan de alarmbel. Het nieuwe IT-systeem is niet betrouwbaar en dat komt boven op de sociale onrust door een reorganisatie en uitbreiding. Politievakbond Sypol twijfelt aan de slagkracht van de dienst.

Met het nieuwe centrale computersysteem Atlas zou de Staatsveiligheid een nieuw tijdperk ingaan. Gedaan met gegevens bijeenzoeken in databanken her en der. Eén keer een naam intikken en je zou meteen alle mogelijke info te zien krijgen: uit het rijksregister, de kruispuntbank ondernemingen, nummerplaten, de vorige database van de Staatsveiligheid, enzovoort.

Maar vier maanden na de introductie blijkt het systeem van de inlichtingendienst bijna onwerkbaar. Van verschillende bronnen binnen de Staatsveiligheid vernam De Standaard dat Atlas regelmatig foutieve info weergeeft. In de plaats van iemands overlijdensdatum produceert het systeem volgens onze informatie soms de dag waarop de identiteitskaart van die persoon verloopt, waardoor het overlijden plots in de toekomst ligt. ‘Je kunt de gegevens niet vertrouwen, dus moet je voor de zekerheid apart gaan kijken naar de databanken van vroeger’, zegt een medewerker. Net zoals onze andere bronnen wil hij niet met zijn naam in de krant omdat het niet de bedoeling is dat er publiekelijk wordt gesproken over de dienst. Het is ook hoogst ongebruikelijk dat er vanuit de inlichtingendienst klachten naar buiten komen, wat er op wijst dat de ontevredenheid diep zit.

Motivatie op dieptepunt

Documenten worden zeer moeilijk vindbaar en het systeem crasht geregeld door bugs. Door de omslachtige procedures zakt de motivatie om alles netjes in te geven tot een dieptepunt. ‘Het duurt minstens drie keer langer dan vroeger als je veel linken moet leggen’, zegt een andere bron. ‘Een lijvig rapport schrijven duurde vroeger een paar uur, nu gaat het over dagen werk.’

‘Voor dit systeem werd de mosterd bij de Britse collega’s gehaald, maar die dienst is zoveel groter’, zegt een afgevaardigde van de politievakbond Sypol. ‘Je kunt dat niet zomaar kopiëren. We steken hier zo veel energie in dat de aanwezigheid op het terrein te beperkt is geworden.’

De IT-problemen zouden ook vertraging veroorzaken in het beantwoorden van informatievragen van buitenlandse inlichtingendiensten.

‘Zoiets kan een serieuze impact hebben op de mate waarin de Staatsveiligheid nog iets kan betekenen voor buitenlandse partners’, zegt Kenneth Lasoen, docent inlichtingenstudies aan de UAntwerpen. ‘Als zij niets van ons mogen verwachten, waarom zouden ze dan informatie in ruil geven?’

Francisca Bostyn, de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, ontkent met klem dat buitenlandse diensten bedenkingen hebben bij de Belgische werking. ‘Maar het klopt wel dat sommige vragen uit het buitenland niet altijd bij de juiste persoon terechtkwamen. In het begin kwamen daar extra vragen over. We pakken dat telkens aan.’

Satirisch filmpje

Sommige IT-problemen kwamen in juli al aan bod in Het Nieuwsblad. Drie maanden later lijkt er geen beterschap in zicht. Ze zijn ook niet de enige problemen waarover klachten binnenkomen. Op dezelfde dag als het nieuwe IT-systeem werd een grote reorganisatie doorgevoerd. ‘Veel mensen moeten zich nu over andere materies buigen en moeten van nul kennis opbouwen’, zegt een van onze bronnen. ‘We kunnen ook veel minder op lange termijn werken. Ik denk dat dit door driekwart van het personeel niet wordt gedragen.’

Dat het diep zit, blijkt ook uit een satirisch filmpje dat circuleert onder het personeel en waarin stevig kritiek wordt geuit op de kaduuk draaiende IT en de reorganisatie.

Wat betekenen die problemen voor de werking van de Staatsveiligheid, net nu ons land een nieuwe terreuraanslag verwerkt? Bij Sypol wordt getwijfeld aan de slagkracht van de dienst. ‘Ik had permanentie tijdens de aanslag deze week. Als zoiets gebeurt, rinkelt de telefoon normaal gezien binnen de twintig minuten. Nu heb ik zelf moeten bellen.’

Ook Lasoen is niet hoopvol. ‘Is de dienst klaar om veiligheidsuitdagingen aan te pakken? Ik heb de indruk van niet, en dat valt niet meer te rechtvaardigen. Al jaren pleit ik voor meer middelen. Nu zijn die er en staan we voor een kritieke omslag, maar zien we dat de investeringen niet het gewenste resultaat opleveren.’

Veel ‘werven’ tegelijk

Bostyn vindt dat ronduit ‘foute conclusies’. ‘Onze dienst werkt op volle capaciteit’, reageert ze in een gesprek met De Standaard. Niettemin erkent de administrateur-generaal dat de Staatsveiligheid zich op een kruispunt bevindt doordat er niet minder dan acht verschillende ‘werven’ lopen. Het nieuwe IT-systeem – dat intussen 31 miljoen euro heeft gekost – en de reorganisatie zijn er twee van, de verhuizing naar een andere locatie en uitbreiding van de dienst zijn andere voorbeelden.

‘Waarschijnlijk is dit de grootste hervorming ooit. Dat vraagt veel van het personeel en ik heb veel respect voor hun weerbaarheid. Een aantal bemerkingen is terecht, maar de conclusies zijn te kort door de bocht. Er zitten bepaalde foutieve gegevens in Atlas en dat is frustrerend, maar we werken daar volop aan. De foutieve gegevens moeten tegen mei volgend jaar weggewerkt zijn. Informatie invoeren kost extra tijd, maar uiteindelijk gaan we veel efficiënter kunnen zoeken. Dat er nu tijdelijk opzoekingen in oudere databanken moeten gebeuren, is niet de bedoeling, maar het is eigenlijk de situatie zoals voorheen.’

Klopt het dan niet dat er minder info wordt ingevoerd? ‘Voor sommige types documenten zal het in het slechtste geval een kwart minder zijn, maar bij andere types merken we net een stijging met 10 procent.’

Bostyn is zich ook goed bewust van de weerstand tegen de reorganisatie, maar zegt dat meer specialisatie nodig is. ‘Vroeger waren onze mensen als een Zwitsers zakmes: ’s ochtends ontmoetten ze een bron, ’s middags deden ze telefonieonderzoek, enzovoort. Met meer specialisatie, bijvoorbeeld data-analyse binnen een bepaald thema, kunnen we sneller schakelen als het brandt. Voor sommige collega’s betekent dat inderdaad wel dat ze voortaan continu op kantoor zitten. Maar als we niet veranderen, riskeren we niet futureproof te zijn.’

De groei van het personeel van 570 naar 890 mensen in twee jaar tijd was broodnodig, maar leidt er ook toe dat rekruten lange opleidingen krijgen van anciens. Dat heeft opnieuw zijn weerslag op de dagelijkse werking.

Over het satirische filmpje is Bostyn niet te spreken. ‘Zoiets doe je niet. Er zijn voldoende manieren intern om problemen aan te klagen. Volgende maand organiseren we overigens een “town hall meeting” waarbij iedereen alle vragen kan stellen.’

‘Kraken we in onze voegen? Dat is een foute karakterisering. We werken niet minder dan vorig jaar. De output die we leveren zal soms lager en soms hoger zijn.’

Bron » De Standaard | Christoph Meeussen en Nikolas Vanhecke