Assubel-kwelduivel verdwijnt van het toneel

Albert Mahieu, de Brusselse zakenman die jarenlang de verzekeraar Assubel het vuur aan de schenen legde, overleed maandag op 68-jarige leeftijd. Volgens de krant Le Soir vocht hij al drie jaar tegen kanker. Hij kon zich nog laten opereren, maar de interventie zou riskant geweest zijn. Hij trok de stekker er daarom eigenhandig uit om ‘waardig en recht te sterven’. De begrafenis heeft zaterdag plaats op het kerkhof van Wezembeek-Oppem.

Mahieu, houder van een MBA-diploma van de Franse businessschool Insead, werkte in het begin van zijn carrière – tot 1976 – voor de investeringsmaatschappij Cobepa. Maar hij zal vooral herinnerd worden als kwelduivel van de verzekeraar Assubel (nu Allianz België).

Assubel Leven saste tussen 1982 en 1987 – toen Cobepa daar een van de referentieaandeelhouders was – meer dan 125 miljoen euro over naar de noodlijdende zustermaatschappij Assubel Schade & Ongevallen. De verzekerden van Assubel Leven pikten dat niet. Ze meenden dat Assubel Leven opzettelijk kapitaal overhevelde om minder winst uit te moeten betalen aan zijn verzekerden. Die hadden immers recht op een winstparticipatie.

Mahieu verenigde meer dan 1.600 burgerlijke partijen rond zich in dit dossier en verdedigde jarenlang vurig en onvermoeid zijn standpunt. In 1998 haalden de Brusselaar en zijn medestanders een belangrijke overwinning: toen werden zes toenmalige Assubel-toplui tot voorwaardelijke gevangenisstraffen veroordeeld wegens schriftvervalsing, fiscale fraude, oplichting en misbruik van vertrouwen. Hun veroordeling werd in beroep bevestigd, maar deels verbroken in Cassatie. De burgerlijke partijen grepen uiteindelijke evenwel naast de schadevergoeding van 115 miljoen die ze eisten.

Menig journalist kreeg in de loop van de Assubel-zaak de man aan de lijn en wist dat hij/zij vertrokken was voor een telefoonconversatie van één uur – daarna kwam geregeld nog een lange fax van Mahieu binnen. Sommigen zagen in hem enkel een ‘proceduremaniak‘ zoals Georges Frisque en Benito Francesconi, het soort dat alle grote processen in de war kwam sturen.

Mahieu leek wel de controverse op te zoeken. Zo stelde hij eind jaren 90, tot groot ongenoegen van Delhaize, dat de aanslagen van de Bende van Nijvel het werk waren van huurmoordenaars die werkten in opdracht van de maffia en dat hun moorden volgden na chantage op enkele bestuurders van de distributiegroep die banden zouden gehad hebben met het prostitutiemilieu.

De maffia en het prostitutiemilieu: het zijn weerkerende thema’s bij Mahieu. Zo probeerde hij te bewijzen dat de voormalige procureur des Konings Benoît Dejemeppe banden had met de maffia en stelde hij dat Dejemeppe de belangen van het prostitutiemilieu ‘uitstekend verdedigde’. Terloops schreef hij ook brieven aan de koning om de Brusselse burgemeester Freddy Thielemans te betichten van pedofilie.

De ex-financier, ooit nog de enige verkozene van Vivant in het Brusselse parlement (hij verliet de partij kort daarna en zetelde als onafhankelijke), voerde ook nog een onderzoek naar vermeende fraude- en oplichtingspraktijken van Jean-Pierre Van Rossem. Die noemde hem een ‘ordinaire schattenjager’. ‘Bij alle grote financiële schandalen komt die fantast zich moeien’, klaagde de veelbesproken West-Vlaming.

De Brusselse ‘financier’ dook ook – hoe kan het anders? – op rond de zaak-Dutroux. Sommigen zagen zijn hand in de verzending van het dossier over de pedofiliezaak naar het aartsbisdom Mechelen-Brussel. Hij weerlegde dat met klem. ‘Waarom zou ik cd’s met het Dutroux-dossier naar kardinaal Danneels of aartsbisschop Léonard sturen? Ik heb niets naar het aartsbisdom gestuurd. Dat men het bewijst, voor men zoiets verkondigt!’, verklaarde hij aan De Morgen. Volgens hem had Danneels trouwens helemaal geen nood aan beeldopnamen van de autopsies van Julie en Mélissa. ‘Hij was er namelijk zelf bij aanwezig.’

Bron » De Tijd

Bende-speurders vonden in VS-documenten (nog) geen spoor van afpersingshypothese

De Brusselse zakenman en kandidaat-politicus Albert Mahieu gaf donderdag tijdens een massaal bijgewoonde persconferentie zijn visie op de motieven achter de moorddadige reeks overvallen van de Bende van Nijvel in de jaren tachtig. Afpersing van bestuurders van Delhaize door de Amerikaanse maffia was de rode draad in zijn verhaal.

Al sinds de jaren tachtig duikt de hypothese op dat Delhaize het slachtoffer is geweest van een afrekening en/of afpersing door de Amerikaanse maffia. Delhaize zou via zijn filiaal Food Lion de georganiseerde misdaad in de VS op één of andere manier voor de voeten hebben gelopen. Het gevolg was een bloedbad dat, alleen al in 1985, het leven kostte aan 16 Delhaize-klanten.

Albert Mahieu pikte de draad donderdag weer op. Hij noemde een Amerikaans distributeur met wie Delhaize in de jaren tachtig in zee ging en die volgens Mahieu door Delhaize voor een bedrag van 17 miljoen dollar werd bedrogen. Zeventien is precies het aantal Bende-slachtoffers dat ooit bij Delhaize viel. Eén dode per miljoen dollar schade, dat was volgens Mahieu het gebruikelijke tarief van de maffia. De zeventiende dode viel in 1983. Die moord schrijft Mahieu toe aan de privé-investering die twee Delhaize-bestuurders ooit deden in de aankoop van huizen in de Brusselse bordelenbuurt aan de Aarschotstraat. Dat zinde de maffia niet, aldus Mahieu.

Als de hypothese van afpersing klopt, dan was een aantal mensen bij Delhaize daarvan op de hoogte en hebben ze dat aan het gerecht verzwegen. Mahieu gaat dan ook tegen onbekenden klacht indienen. Hij doet dat in het Nederlands. De Franstalige justitie vertrouwt hij niet meer.

Behalve mechanische en historische verbanden bracht Mahieu geen enkel tastbaar element aan. De suggestie dat de speurders de hypothese van de afpersing niet goed uitspitten, klopte evenmin. De cel-Jumet onderzoekt het spoor al jaren. Een tijdje geleden kregen de financiële topspeurders van het CDGEFID (Centrale Dienst ter Bestrijding van de Georganiseerde Economische en Financiële Delinquentie) die de Bende-speurders ondersteunen, vanwege de speurders van het Amerikaanse FINCEN (Financial Crime Enforcement Network) een stapel documenten overhandigd die te maken hebben met de Amerikaanse activiteiten van Delhaize.

Nadat het gerecht in 1995 een speciale steundienst oprichtte om de cel-Jumet bij te staan, werd het spoor van de afpersing opnieuw tegen het licht gehouden. Jean-Pierre Doraene en zijn mannen van de CDGEFID, namen contact op met FINCEN. Enige tijd geleden kregen zij vanuit de VS een hele papierberg overhandigd. Het doorsnuffelen ervan leverde nog niets op.

‘Wij sluiten niet uit dat dit motief ons naar het antwoord op de Bende-moorden kan leiden, maar wij hebben vooralsnog geen tastbaar element dat deze hypothese kan bevestigen. Dit geldt evenzeer voor de andere onderzoekpistes die we bewandelen’, heette het gisteren bij de cel-Jumet.

Op de vraag of eventuele bewijzen van een mogelijke betaling aan afpersers ooit achterhaald kan worden, werd in gerechtelijke kringen zeer pessimistisch gereageerd. ‘Bij dit soort bedrijven is het onbegonnen werk via de boekhoudingen een spoor van een vermeende betaling van afpersingsgeld terug te vinden’, werd ons in gerechtelijke kringen gezegd. Onderzoeksrechter Raynal bevestigde dat het spoor van een afpersing nog niet is afgesloten.

Bij Delhaize ‘De Leeuw’ besliste men inmiddels klacht neer te leggen tegen Mahieu. ‘Delhaize ‘De Leeuw’ kan niet dulden dat leugenachtige uitlatingen en kwaadwillige beweringen het bedrijf, waarvan meerdere klanten en medewerkers onherstelbare schade leden, in diskrediet brengen’, aldus de mededeling van het bedrijf.

Bron » De Tijd