Eén op de vijf Belgen in gegevensbank politie

De Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) van de politie bevat de gegevens van 2.221.442 Belgen, terwijl dat zeven jaar geleden maar voor 1.506.046 mensen het geval was. Dat schrijft La Dernière Heure op basis van cijfers van de federale politie, verstrekt door minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA).

Op basis van opgestelde en opgeslagen processen-verbaal staat dus één op de vijf Belgen geregistreerd in de ANG. Tussen 2010 en 2017 is er sprake van een stijging met 47,5 procent van het aantal geregistreerde personen. Vooral tussen 2015 en 2016 was er een forse stijging met 129.490 registraties.

Dat komt deels doordat het strafwetboek is uitgebreid maar ook doordat het wettelijk arsenaal in de strijd tegen terrorisme is versterkt.

Bron » De Morgen

Telecomoperatoren verplicht om klantengegevens jaar lang bij te houden

De plenaire Kamer heeft vandaag ingestemd met een wetsontwerp dat telecomoperatoren verplicht gegevens van hun klanten bij te houden. PS, Ecolo-Groen en PVDA stemden tegen de tekst, terwijl sp.a zich onthield.

Een vorige wettekst was door het Grondwettelijk Hof vernietigd. De rechters misten voldoende garanties voor de privacy. Experts waarschuwden echter meteen dat de vernietiging kwalijke gevolgen zou hebben voor de bestrijding van criminaliteit en terrorisme. Minister van Justitie Koen Geens liet meteen verstaan dat hij het principe van dataretentie niet overboord wou gooien.

Het wetsontwerp verplicht telecomoperatoren opnieuw gegevens over elektronische communicatie van klanten gedurende één jaar bij te houden. Het gaat daarbij niet om de inhoud van telefoontjes of sms’jes, wel om wie we bellen en mailen, wanneer en hoe lang.

De duur van de toegang tot de gegevens wordt afhankelijk gemaakt van de straf die op het misdrijf staat. Voor gemiddelde inbreuken geldt een toegang voor de laatste zes maanden. Voor de zwaarste inbreuken kunnen de data de hele bewaartermijn geraadpleegd worden, voor kleine inbreuken is er geen toegang mogelijk.

Er is ook extra bescherming ingebouwd voor artsen en advocaten in het kader van hun beroepsgeheim. Tenslotte versterkt de nieuwe tekst de beschermingsmaatregelen bij operatoren die moeten vermijden dat er illegaal toegang tot de gegevens wordt gegeven.

Bron » De Morgen

Geens wil jaar lang bijhouden met wie u belt en sms’t

De federale ministerraad heeft ingestemd met het aangepaste wetsontwerp dat telecomoperatoren verplicht om gegevens van hun klanten bij te houden.

Voor de zomer had het Grondwettelijk Hof de oude wet vernietigd. De rechters misten voldoende garanties voor de privacy. Experts waarschuwden echter meteen dat de vernietiging kwalijke gevolgen zou hebben voor de bestrijding van criminaliteit en terrorisme. Ook minister van Justitie Koen Geens liet meteen verstaan dat hij het principe van dataretentie niet overboord wou gooien.

Het nieuwe wetsontwerp, dat reeds een gunstig advies van de privacycommissie ontving, verplicht telecomoperatoren opnieuw gegevens over elektronische communicatie van klanten gedurende één jaar bij te houden. Het gaat daarbij niet om de inhoud van telefoontjes of sms’jes, wel om wie we bellen en mailen, wanneer en hoe lang.

Het nieuwe wetsontwerp versterkt de waarborgen, stelt Geens. Zo wordt de duur van de toegang tot de gegevens afhankelijk gemaakt van de straf die op het misdrijf staat. Voor gemiddelde inbreuken geldt een toegang voor de laatste zes maanden. Voor de zwaarste inbreuken kunnen de data de hele bewaartermijn geraadpleegd worden, voor kleine inbreuken is er geen toegang mogelijk.

Er is ook extra bescherming ingebouwd voor artsen en advocaten in het kader van hun beroepsgeheim. Tenslotte versterkt de nieuwe tekst de beschermingsmaatregelen bij operatoren die moeten vermijden dat er illegaal toegang tot de gegevens wordt gegeven.

Het wetsontwerp gaat nu naar de Raad van State. Nadien volgt een nieuwe lezing in de ministerraad.

Bron » De Morgen

De overheid blijft u volgen

De regering heeft een nieuw wetsvoorstel klaar dat bepaalt welke gegevens telecomoperatoren van klanten moeten bijhouden en wie er toegang toe krijgt. Een bijgewerkte versie van de oude dataretentiewet, die al meteen tegenwind krijgt.

Ophef bij politie en justitie, zowat anderhalve maand geleden. Het Grondwettelijk Hof vernietigde de wet die bepaalde dat telecomoperatoren in ons land één jaar lang gegevens moeten bijhouden over elektronische communicatie (e-mail en gsm). “Een te forse inbreuk op de privacy”, oordeelde het Hof, dat daarmee inging op de bezwaren van onder meer de Liga voor de Mensenrechten.

Het gaat daarbij om het bijhouden van metagegevens, zoals hoeveel keer iemand een bepaald nummer belt, hoelang de gesprekken duren… Een zware klap voor politie, gerechtelijke diensten en veiligheidsdiensten, die vaak van die gegevens gebruikmaken in het kader van de strijd tegen terrorisme en de aanpak van criminaliteit.

Omdat justitie, politie en telecomoperatoren nu in een juridisch vacuüm werken, wilden minister van Justitie Koen Geens (CD&V), minister van Digitale Agenda Alexander De Croo (Open Vld) en minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) zo snel mogelijk met een alternatief komen. Daarin zitten een aantal belangrijke wijzigingen.

Zo krijgt het gerecht maar toegang tot de data als het beoogde resultaat niet kan bereikt worden door een meer privacyvriendelijke manier van werken. Een tweede aanpassing bepaalt wie toegang heeft tot de gegevens. In de oude wet hadden gerechtelijke diensten, politie en veiligheidsdiensten onbeperkt toegang tot de data, op voorwaarde dat parket of onderzoeksrechter daarmee instemden. Een derde wijziging houdt in dat het nieuwe voorstel een onderscheid maakt tussen vier soorten van gegevens en daar een bewaartermijn aan koppelt.

Het voorstel linkt de opslagtermijn ook aan de ernst van het misdrijf. Voor misdrijven die leiden tot een celstraf van minder dan één jaar is de toegang tot gegevens niet toegestaan. Voor misdrijven gekoppeld aan celstraffen tussen één en vijf jaar of correctionele straffen onder één jaar is de toegang beperkt tot gegevens van de laatste zes maanden.

Voor zwaardere misdrijven blijft de bewaartermijn twaalf maanden. Daarbovenop komt een bescherming voor dokters, advocaten en journalisten, die beschermd zijn door het beroepsgeheim. Mocht blijken dat de dokter, advocaat of journalist in kwestie een bedreiging vormt, moet de beroepsfederatie in kwestie op de hoogte gebracht worden.

Daarnaast krijgen drie organisaties ook toegang tot de gegevens: de cel Vermiste Personen van de politie, de Ombudsdienst voor telecommunicatie en de spoeddiensten.

“Met dit voorstel komen we tegemoet aan de voornaamste bezwaren van het Grondwettelijk Hof”, zegt Tom Meulenbergs, woordvoerder van minister De Croo. Toch beantwoordt de tekst aan één eis niet van het Hof. Die benadrukte dat politie en justitie door klassieke politiemethodes vooraf een selectie moesten kunnen maken van wie de data zouden ingekeken worden.

Dat zou kunnen op basis van bepaalde criteria, zoals leeftijd, plaats, crimineel verleden. Net dat vormt een struikelsteen voor Jean-François Henrotte van de Frans- en Duitstalige Orde van Advocaten, die de oude wet aanvocht. “Als deze tekst goedgekeurd wordt, vechten we de wet opnieuw aan. Het is een stap voorwaarts, maar er zitten nog te veel lacunes in.”

De telecomoperatoren krijgen nu vier weken de tijd om te reageren op het voorstel. Daarna geeft de Privacycommissie haar advies.

Bewaartermijnen voor data in vier categorieën

  1. Identificatiegegevens: maximaal 12 maanden
    Wie zit achter een nummer of mail?
  2. Communicatiegegevens: maximaal 2 maanden
    Hoeveel data werden verstuurd?
  3. Gegevens over verbinding en plaats: 9 tot 12 maanden
    Hoeveel keer werd er gecommuniceerd en hoelang?
  4. Persoonlijke gegevens: 9 tot 12 maanden
    Wie heeft naar wie gebeld of gemaild?

Bron » De Morgen

Vernietigde dataretentiewet leidt niet tot vrijspraken

De beslissing van het Grondwettelijk Hof om de dataretentiewet te vernietigen, heeft vandaag niet tot vrijspraken geleid voor de correctionele rechtbank van Antwerpen. Het arrest werd door de verdediging in twee zaken aangevoerd, maar de rechters zagen er geen reden in om hun cliënten vrij te spreken.

In de ene zaak werden de broers Abdelkader en Aziz S. vervolgd, omdat ze een portier van de Antwerpse dancing Noxx op 26 november 2010 in elkaar hadden geslagen met een boksijzer. Hun advocaten hadden de vrijspraak gepleit, omdat het openbaar ministerie zijn bewijsvoering onder meer steunde op retroactieve telefoongegevens die bij de provider werden opgevraagd.

Volgens het Grondwettelijk Hof vormt het bewaren van die gegevens een inbreuk op de privacy en daarom werd de dataretentiewet uit 2013 vernietigd. De rechtbank oordeelde echter dat in deze zaak de onderzoeksrechter de telefoongegevens al had opgevraagd nog voor de vernietigde wet van kracht was geworden. Abdelkader werd bijgevolg veroordeeld tot 9 maanden cel en Aziz tot twaalf maanden. Die laatste kreeg meer, omdat hij ook nog bij een tweede vechtpartij betrokken was.

In de tweede zaak werden vijf beklaagden vervolgd voor het dealen van cocaïne. Samir E.J. had eveneens de vrijspraak gevraagd, omdat zijn telefoniegegevens werden opgevraagd. Daaruit was gebleken dat hij contacten onderhield met het drugsmilieu. De rechtbank oordeelde in deze zaak dat alleen het bewaren van de gegevens onwettig is, en dus niet het opvragen ervan.

Samir E.J. werd uiteindelijk wel vrijgesproken, omdat zijn telefonische contacten niet afdoende aantoonden dat hij ook zelf bij de drugshandel betrokken was. Drie medebeklaagden kregen achttien maanden cel, een vierde werd eveneens vrijgesproken.

Bron » De Morgen