“Staatsveiligheid en politie werken wél samen”, zegt Geens

Dat er geen samenwerkingsakkoord gesloten is tussen de Staatsveiligheid en de politie, wil volgens minister van Justitie Koen Geens (CD&V) niet zeggen dat beide diensten niet met elkaar samenwerken.

In zijn nieuw jaarverslag waarschuwt het Comité I, het controleorgaan voor de inlichtingendiensten, dat zowel de Staatsveiligheid als de militaire inlichtingendienst nog altijd geen samenwerkingsakkoord met de politie heeft gesloten en dat een en ander ‘een grote tekortkoming in ons veiligheidssysteem is’. Dat meldt de krant De Tijd.

In een reactie wijst minister van Justitie Koen Geens (CD&V) erop dat de samenwerking tussen de politie en de Staatsveiligheid (de VSSE) in diverse rechtsnormen geregeld wordt.

Hij verwijst naar het Plan Radicalisme van de Nationale Veiligheidsraad, naar de omzendbrief die hij samen met minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) opstelde betreffende de informatie-uitwisseling rond en de opvolging van de foreign terrorist fighters afkomstig uit België, de creatie van een gemeenschappelijke databank foreign terrorist fighters en zijn eigen Actieplan Radicalisering in gevangenissen. ‘Al deze akten bepalen hoe de politie en de VSSE samenwerken en binnen welke domeinen’, luidt het op het kabinet-Geens.

De minister maakte naar eigen zeggen ook al heel wat werk van de vele aanbevelingen die het Comité I de voorbije jaren deed. Zo werd de samenwerking tussen de inlichtingendiensten en de buitenlandse zusterdiensten dit jaar nog via een richtlijn van de Nationale Veiligheidsraad geregeld.

Bovendien zitten in het BIM-wetsontwerp (bijzondere inlichtingenmethoden) heel wat zaken vervat die rekening houden met de aanbevelingen van het Comité I, aldus Geens. Hij somt onder meer de herinvoering van de notificatieplicht op – die personen informeert die het voorwerp hebben uitgemaakt van een BIM -, de verbetering van de regels voor observatie en doorzoeking, het invoeren van de procedure voor hoogdringendheid om bepaalde strafbare feiten toe te laten in het kader van BIM’s en het mogelijk maken van bepaalde BIM-methoden in het buitenland. Dat laatste geldt enkel voor de militaire inlichtingendienst ADIV.

Bron » Knack

Voorontwerp Geens ‘vermindert bescherming journalisten en is heel gevaarlijk’

Het voorontwerp van de wet op de inlichtingendiensten, waarbij de erkenning van beroepsjournalisten kan ingetrokken worden, is een serieuze vermindering van de bescherming van beroepsjournalisten. Pol Deltour, nationaal secretaris VVJ/AVVB, vindt het voorstel heel gevaarlijk omdat het bronnengeheim bedreigd wordt.

Als justitie huiszoekingen bij journalisten willen uitvoeren, of bijvoorbeeld telefoons- of e-mails wil onderscheppen, dan voorziet de huidige wet op de inlichtingendiensten een toestemming van de BIM-commissie (BIM staat voor Bijzondere Inlichtingenmethoden).

“Wat men nu van plan is in dat ontwerp, is dat inlichtingendiensten zelf zouden kunnen beoordelen wanneer ze die waarborgen ten aanzien van journalisten kunnen overslaan, wanneer ze zelf vinden dat het niet om een echte beroepsjournalist zou gaan”, verduidelijkt nationaal-secretaris Pol Deltour.

“Daar hebben wij toch serieuze bedenkingen bij. Met dit voorstel beoordelen inlichtingendiensten soeverein op wie de journalistieke bescherming van toepassing is. Dit is een serieuze vermindering van de bescherming van journalisten. We vrezen voor willekeur, bij mijn weten wordt ook geen onderscheid gemaakt tussen Belgische en buitenlandse journalisten.”

‘Geen inzage, geen ernstig overleg’

Dat er een controle achteraf wordt ingebouwd, is voor Deltour geen oplossing. “Ondertussen hebben ze journalisten kunnen screenen, afluisteren en hun bronnen in kaart brengen. Dat is heel gevaarlijk.” Pol Deltour merkt op dat het voorontwerp in dezelfde sfeer baadt als het voorstel van afgelopen weekend om lekken zwaarder te bestraffen.

“Dat baadt in dezelfde sfeer van informatie willen controleren, dat is heel verontrustend.” De nationaal-secretaris merkt op dat hij de allerlaatste versie van de tekst nog niet te zien kreeg, en dat blijkt ook symptomatisch, want het voorontwerp is zonder ernstig overleg met de journalistenvereniging tot stand gekomen.

Hij verduidelijkt dat zowel politie als justitie en inlichtingendiensten de afgelopen jaren lieten weten dat het bronnengeheim van journalisten te ver gaat. “Dat weten we, in die zin komen we niet uit de lucht gevallen. Wat wel verontrustend is, is dat de politieke verantwoordelijken dat overnemen en aan die onvrede nu een wettelijk gevolg gaan geven. Van politici zou je kunnen verwachten dat ze een evenwicht zoeken tussen staatsbelangen van politie en justitie enerzijds en de persvrijheid anderzijds. Ik heb de indruk dat het evenwicht zoek is en zwaar begint door te hellen in de richting van het veiligheidsdiscours van politie, justitie en inlichtingendiensten.”

Deltour merkt op dat ook in de buurlanden, zelfs Frankrijk, een eenzelfde beweging merkbaar is.

Bron » Knack

Geens wil mogelijkheid om erkenning beroepsjournalist in te trekken

Een voorontwerp van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdienst van minister van Justitie Koen Geens en minister van Defensie Steven Vandeput voorziet de mogelijkheid om de erkenning van een beroepsjournalist in te trekken, indien de inlichtingendienst oordeelt dat zijn activiteiten verband houden met de dreigingen voorzien in de wet. Dat blijkt uit een advies van de Privacycommissie, die het voorstel ongunstig adviseerde.

Het gaat om het “voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst”. Geens en Vandeput willen daarmee de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de zogenaamde BIM-wet, actualiseren.

“Het beoogt de correctie van procedureproblemen die soms een snel en doeltreffend gebruik van de methoden in de weg staan, het verduidelijken van bepalingen die niet helemaal duidelijk zijn, het regelen van sommige situaties die buiten beschouwing zijn gelaten en wil rekening houden met de technologische evoluties en mogelijkheden”, zegt de Privacycommissie, die op 18 mei een gunstig advies uitbracht over de meeste punten van het voorontwerp.

Het voorontwerp besteedt ook aandacht aan “de beoordeling door de inlichtingendiensten van de hoedanigheid van journalist”, zo blijkt uit het advies. “Zo wordt voorzien dat het diensthoofd van de inlichtingendienst aan de BIM-commissie (Bijzondere Inlichtingenmethoden, nvdr) kan voorstellen om deze bijzondere bescherming in te trekken indien hij ernstige aanwijzingen kan aangeven die rechtvaardigen dat het doelwit deze niet verdient gezien zijn activiteiten die verband houden met de dreigingen bedoeld in de WIV (wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, nvdr).”

“Dekmantel”

In de memorie van toelichting wordt gemeld dat “sommige personen de titel van journalist gewoonweg als dekmantel gebruiken voor hun spionage- of inmengingsactiviteiten op ons grondgebied, zonder dat zij werkelijk de functie van journalist uitoefenen en zonder ook maar één nieuw artikel te publiceren”. De bescherming die ze dan krijgen, is niet of niet meer te rechtvaardigen, vinden Geens en Vandeput.

Ongunstig advies van Privacycommissie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gaf echter een ongunstig advies over dat punt van het voorontwerp. “De Commissie stelt zich fundamentele vragen bij de verenigbaarheid van de maatregel met de bepalingen van de wet van 30 december 1963 betreffende de erkenning en de bescherming van de titel van beroepsjournalist en de democratische bescherming die voortvloeit uit dit statuut”, stelt de Privacycommissie.

Het voorontwerp dateert van maart en staat los van het voornemen van minister Geens om de straffen op het lekken van geheime informatie te verdubbelen tot maximum een jaar.

Bron » Het Nieuwsblad

Deze technieken mag de Belgische Inlichtingendienst voortaan gebruiken voor uw veiligheid

De technieken die de Belgische staatsveiligheid mag gebruiken in de strijd tegen criminaliteit, worden uitgebreid. Vandaag keurde het parlement een wetsvoorstel goed over de herziening van de wet op de Bijzondere Inlichtingenmethoden. De meest opmerkelijke veranderingen uit dat pakket? Een speciaal interventieteam, een hoogdringendheidsprocedure en de mogelijkheid voor agenten om een valse identiteit aan te nemen.

De methodes die agenten van de Belgische inlichtingendiensten mogen aanwenden om terrorisme en andere vormen van criminaliteit te bestrijden, zijn sinds 2010 best uitgebreid: zo mogen ze onder meer e-mails en briefverkeer onderscheppen, afluisterapparatuur plaatsen, telefoons aftappen en zelf valse bedrijven oprichten. Met de het wetsvoorstel dat vandaag in het parlement werd goedgekeurd, komen daar nog een heel aantal bijzondere inlichtingsmethoden bij.

De opmerkelijkste vernieuwing is dat Belgische inlichtingenofficieren in de toekomst gebruik mogen maken van een valse naam en een fictieve identiteit. Die identiteitsvervalsing moet wel heel doelgericht gebeuren, en mag slechts een beperkte tijd lopen. Om de fictieve identiteit zo waterdicht mogelijk te maken, mogen de officieren er ook valse documenten voor laten aanmaken.

Dankzij de uitbreiding van de BIM-wet kan de inlichtingendienst ook vervoers- en reisgegevens vorderen van privébedrijven die dat soort diensten aanbieden. Bedrijven die hun medewerking weigeren, riskeren een boete tot 20.000 euro. Er komt voorts een wettelijke bevestiging van de mogelijkheid om een beroep op derden te doen, zoals een slotenmaker of een beheerder van een informaticanetwerk.

Over de grens

Verder worden ook de toepassingsmogelijkheden van een aantal reeds bestaande technieken verruimd. Zo mag de staatsveiligheid voortaan uitzonderlijke methoden – zoals telefoontap en hacking – aanwenden om extremistische groeperingen en personen op te volgen en inmengingsactiviteiten door buitenlandse mogendheden te bestrijden.

Om de betrokkenheid van verdachten bij terroristische aanslagen grondig te onderzoeken, zal de ADIV haar methodes – indien nodig en binnen bepaalde grenzen – bovendien ook mogen inzetten in het buitenland. Als er bijvoorbeeld een telefoon wordt gepleegd vanuit België naar het buitenland, dan is de elektronische communicatie over de grens ook gedekt.

Kort op de bal

Daarnaast wordt er ook een hoogdringendheidsprocedure voor methodes als observatie en doorzoeking ingevoerd. Die moet veiligheidsagenten toelaten veel korter op de bal te spelen bij binnenlopende tips (bijvoorbeeld over acties van verdachte personen of mogelijke aanslagen). Ook de mogelijkheid van privépersonen en instanties om informatie mee te delen aan de inlichtingendiensten wordt uitgebreid.

Voor telefoontap en hacking wordt de hoogdringendheidsprocedure eveneens uitgebreid. Dit als antwoord op terroristen die voortdurend van gsm veranderen als contramaatregel tegen een telefoontap. Bovendien zal er een databank met ‘stemafdrukken’ worden uitgebouwd om stemmen sneller te herkennen en te linken aan geïdentificeerde personen.

Veiligheid en interventie

Om zijn personeelsleden en infrastructuur te beveiligen, richt de inlichtingendienst ook een speciaal interventieteam op. In extreme gevallen mag dat team daarvoor ook geweld gebruiken. De archieven van de inlichtingendiensten worden voortaan bewaard binnen een beveiligde ruimte van diensten zelf.

Tot slot krijgt de militaire inlichtingendienst bijkomende bevoegdheden op vlak van informatietechnologie. Zo wordt er een specifieke regime opgericht om interacties en infiltraties uit te voeren op internet en wordt de lijst van misdrijven waarbij men de telecommunicatie mag onderscheppen uitgebreid: ook seksuele uitbuiting van kinderen, mensensmokkel en valsmunterij vallen daar nu onder.

Ook mogen de cyberexperts van de ADIV voortaan informaticasystemen binnendringen die zich in het buitenland bevinden. Ook vaste of bewegende beelden maken in het buitenland behoort nu tot de mogelijkheden.

Bron » De Morgen

“Belgische Staatsveiligheid is zoals Jansen en Janssen”

“James Bond zou geen Belg kunnen zijn. Jansen en Janssen wel.” Alain Winants, de voormalige administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, heeft uitgehaald naar het volgens hem schrijnende gebrek aan belangstelling die de politieke overheden volgens hem sinds jaar en dag voor de dienst betonen.

Winants deed zijn uithaal vanochtend in de marge van een persconferentie waarop het boek ‘De Geheimen van de Staatsveiligheid’ van De Tijd-journalist Lars Bové werd voorgesteld. Ook de voorganger van Winants, Koen Dassen was aanwezig.

“In België is er een totaal gebrek aan inlichtingencultuur”, zei Winants. “James Bond zou geen Belg kunnen zijn. Jansen en Janssen wel.” Volgens Winants is de politiek grotendeels verantwoordelijk voor de verwaarlozing waar de Staatsveiligheid sinds vele jaren mee kampt.

In zijn boek hekelt Bové onder anderen de volgens hem “overdreven cultuur van geheimhouding” van de dienst. Maar volgens Winants zijn de echte of vermeende disfuncties van de dienst waarover het boek handelt, grotendeels aan dat gebrek aan belangstelling van de politiek toe te schrijven.

Bové beschrijft onder anderen hoe de Staatsveiligheid niet genoeg mensen en middelen heeft om de vele vips die ter gelegenheid van EU- en Navo-toppen naar ons land komen, adequaat te beschermen. Amateurisme bij de beveiliging is daarvan het gevolg. De dienst zou 750 personeelsleden moeten tellen als het kader volledig is maar tot op vandaag werken er slechts 600.

De dienst heeft – aldus het boek – ook niet genoeg budgetten om zijn informanten te betalen. De controle op het gebruik van die informanten zou bovendien mank lopen.

Als voorbeeld wordt in het boek geciteerd dat een aantal van de informanten van de Staatsveiligheid zou werken bij telecomoperatoren. Zij zouden hun beroepsgeheim geschonden hebben om illegaal telefoongegevens aan de Staatsveiligheid door te spelen als inspecteurs van de Staatsveiligheid daar om vragen. De bevoegde ministers en de regering zouden niets van die praktijken weten.

Het Comité I dat de inlichtingendiensten controleert, stelde in zijn jaarverslag van 2010 dergelijke feiten vast. Sindsdien niet meer. Daar is een reden voor. Sinds september 2010 is het verkrijgen van telefoongegevens door de Staatsveiligheid namelijk wettelijk geregeld in de zogenaamde BIM-wet, de wet op de Bijzondere Inlichtingenmethode.

De Staatsveiligheid heeft jarenlang naar een dergelijk wet gevraagd. Sinds de wet er in 2010 kwam, mag de Staatsveiligheid onder andere op wettelijke manier dergelijke telefoongegevens opvragen en heeft ze geen informanten meer nodig die in de grijze zone opereren.

Paul Van Santvliet, de voorzitter van de BIM-commissie, die de door de Staatsveiligheid gebruikte speciale technieken controleert, zegt wel in het boek dat er nog een strengere controle op de informanten moet komen.

Minister van Justitie Koen Geens, bevoegd voor de Staatsveiligheid, liet vanmiddag weten dat in het regeerakkoord al eerder beslist werd om de opdracht van persoonsbescherming van de Veiligheid van de Staat over te dragen aan de politie. Op die manier zou meer personeel vrij gemaakt worden voor bescherming van vips.

De regering besliste recent ook om 6 miljoen euro bijkomende personeelskredieten voor de Veiligheid van de Staat vrij te maken en 4 miljoen euro aan extra investeringen. Ook de BIM wet wordt nog verfijnd, aldus Geens.

Bron » De Standaard