Staatsveiligheid vraagt beter beveiligd communicatienetwerk

Naar aanleiding van de grote CryptoLeaks-spionagezaak doet de Staatsveiligheid een oproep om de Belgische inlichtingen- en veiligheidsdiensten eindelijk een goed, beveiligd communicatienetwerk te geven.

Begin vorige maand maakte De Tijd samen met het Nederlandse onderzoeksplatform Argos bekend dat ook België het doelwit was van een jarenlange spionageoperatie van 1970 tot 1993 door de Amerikaanse inlichtingendienst CIA en de Duitse BND. In een zeer geheim evaluatierapport van 96 pagina’s dat de CIA in 2004 opstelde over de spionageoperatie Rubicon stond volgende passage over België: ‘Verschillende klanten, in het bijzonder Brazilië, België en Italië, waren waardevol voor de verheldering die hun rapporten boden over diplomatieke gebeurtenissen wereldwijd.’

De spionage gebeurde via codeermachines die landen aankochten bij de Zwitserse firma Crypto AG, die stiekem in handen was van de CIA en de BND. In ons land gebruikte het leger de toestellen van Crypto AG alleen maar van de jaren 50 tot het midden van de jaren 60. Maar onze diplomatie heeft de toestellen van Crypto AG wel lang gebruikt, van 1952 tot ongeveer 1980.

De Staatsveiligheid kan uitsluiten dat de dienst de afgelopen tien jaar machines van Crypto AG heeft gebruikt. Maar wat met de jaren ervoor? Ingrid Van Daele, de woordvoerster van de Staatsveiligheid: ‘We nemen de zaak ernstig en onderzoeken de details van de toestellen die in het verleden zijn gebruikt. Omdat het gaat om aankopen van meer dan 20 jaar geleden, die toen via de federale overheidsdienst Justitie gebeurden, hebben we hen gevraagd de zaak verder te bekijken.’

Beveiligd

‘Voor de toekomst vraagt de Staatsveiligheid dat de nodige aandacht wordt besteed aan het ontwikkelen van een adequaat beveiligd netwerk, waarmee de veiligheids- en inlichtingendiensten versleutelde berichten kunnen uitwisselen’, zegt de woordvoerster van de Staatsveiligheid aan het adres van de politieke partijen.

De Staatsveiligheid geeft liever geen details over de communicatienetwerken die ze gebruikt. Maar het is geen geheim dat voor de communicatie met andere Belgische veiligheidsdiensten het zogeheten BINII-netwerk wordt gebruikt. Dat is ontwikkeld door Defensie. Minister van Defensie Philippe Goffin (MR) garandeerde onlangs nog in de Kamer dat het BINII-netwerk goed beveiligd is en dat er geen klachten zijn. Maar het systeem is log en moeilijk te gebruiken. En wat met de communicatie met andere diensten die niet zijn aangesloten op het BINII-netwerk en met wie de Staatsveiligheid ook gevoelige dossiers moet uitwisselen, zoals de parketten?

Philips

Daar komt nog bij dat na het CryptoLeaks-schandaal bekendraakte dat ook de Nederlandse fabrikant Philips in de jaren 70 een chip ontwikkelde om codeermachines van landen te bespioneren. Philips bouwde eind jaren 70 samen met Siemens een versleutelingsmachine, de Aroflex, die ook door verschillende Belgische diensten werd gebruikt.

Onder andere de federale overheidsdienst Justitie, waaronder de Staatsveiligheid valt, kocht meerdere Aroflex-toestellen, blijkt uit documenten die Argos in handen kreeg en die De Tijd kon inkijken. Buitenlandse Zaken en Defensie zouden er zelfs ettelijke tientallen hebben gekocht. Het is de vraag of die allemaal waterdicht waren. Het staat in elk geval buiten kijf dat andere landen en inlichtingendiensten onze communicatie blijven viseren.

Bron » De Tijd | Lars Bové

Jacques Monsieur: geheim agent, ordinair crimineel of een combinatie van beide?

Jacques Monsieur, zoon van een notaris en zelf ook doctor in de rechten, groeide op in het Witse-dorp Halle en werd een van de meest beruchte wapenhandelaars van ons land. De man heeft al een groot stuk van de wereld gezien en zo ook nogal wat gevangenissen. Vandaag staat hij in Brussel opnieuw terecht, de aanklager vraagt een gevangenisstraf van twee jaar. Het verhaal van een man met een onwaarschijnlijk parcours dat, zo ziet het er naar uit, nog niet ten einde is gekomen.

In Brussel is vandaag het proces begonnen tegen Jacques Monsieur, een van de meest beruchte wapenhandelaars van België. De 64-jarige man staat terecht voor illegale wapenleveringen. Het federaal parket beschouwt hem als de leider van een criminele organisatie, maar zelf ontkent Monsieur alles. Hij verklaarde in de rechtszaal dat de wapenhandel een dekmantel en dat hij in opdracht van verschillende inlichtingendiensten informatie vergaarde bij verschillende regeringen. Zo zegt hij zelf dat hij 15 jaar voor de CIA gewerkt heeft.

Het Openbaar Ministerie vordert twee jaar cel voor Monsieur.

De “carrière” van le maréchal

Jacques Monsieur geniet de twijfelachtige eer op te duiken in verschillende dossiers van wapenhandel. Monsieur is een zoon van een notaris uit Halle, maar woont sinds begin jaren 90 officieel in Frankrijk. Zelf startte hij zijn loopbaan bij het Belgisch leger, vandaar zijn bijnaam le maréchal, maar echt “carrière” maakte hij pas nadat hij daar ontslag nam en begon te werken als wapenhandelaar. De man liet zich niet bepaald hinderen door internationale embargo’s en leverde o.a. aan Iran, Ecuador, Kroatië, Bosnië, Congo-Brazzaville, Tsjaad, India… en dan vergeten we wellicht nog een paar conflicthaarden.

Vooral de handel met Iran betekende voor Monsieur een zakelijke doorbraak. Onder het mom van “waterpompen voor de landbouw” leverde hij het Teheran van ayatollah Khomeini onder meer 6.000 TOW-raketten voor een totaalbedrag van 83.000.000 dollar.

Maar de ware politieke proporties van die deal werden pas helemaal duidelijk toen later het Iran-Contragate-schandaal losbarstte, waar bleek dat Amerika (onder het presidentschap van Ronald Reagan) de opbrengsten van de clandestiene wapenhandel gebruikte om de contrarevolutionairen die streden tegen het linkse regime in Nicaragua, te financieren.

“Niet de meest aangename periode uit mijn leven”

In 1996 deed het Belgische en Franse gerecht een inval in zijn toenmalige woning in Frankrijk, nabij Bourges, een stoeterij met de lieflijke benaming “Les Amourettes”. Monsieur werd dusdanig in het nauw gedreven dat hij de vlucht nam naar Teheran waar hij hoopte wegens bewezen diensten immuun te blijven voor vervolging. Helaas voor hem, de machtsverhoudingen lagen inmiddels anders in Teheran en de man werd er tot tien jaar veroordeeld wegens spionage. “Dat was niet de meest aangename periode uit mijn leven,” zo liet hij zich achteraf ontvallen.

Tijdens zijn Iraanse gevangenschap werd hij in België bij verstek veroordeeld tot vijf jaar cel door de correctionele rechtbank in Brussel, voor illegale wapenhandel naar onder meer Iran, China, Ecuador, Burundi en Kroatië, oplichting, misbruik van vertrouwen, valsheid in geschrifte en witwaspraktijken.

Monsieur kocht zich intussen in Teheran vrij voor welgeteld 437.573 euro, maar op weg naar België, bij een tussenlanding, werd hij in Turkije gearresteerd op basis van een internationaal arrestatiebevel. Na een paar maanden werd hij dan toch uitgeleverd aan ons land, ons land dat hem korte tijd later dan weer op haar beurt uitleverde aan Frankrijk.

Monsieur ging in België wel in verzet en zijn veroordeling werd eind 2002 afgezwakt tot een celstraf van 40 maanden met uitstel. Opmerkelijk, het proces vond op vraag van de verdediging gedeeltelijk achter gesloten deuren plaats met als motivatie “de goede diplomatieke relaties tussen meerdere landen niet in het gedrang te brengen”.

In Frankrijk speelde Monsieur een sleutelrol in het zogenoemde Elf-Aquitaineschandaal. Bleek dat “monsieur Monsieur” voor rekening van de Franse oliemaatschappij in 1997 massaal wapens had geleverd aan Pascal Lissouba, de toenmalige president van Congo-Brazzaville die in het nauw werd gedreven door de opstand rond huidig president Sassou Nguesso. In mei 2008 veroordeelde de rechtbank van de Franse stad Bourges hem onder meer voor zijn aandeel in het Elf-Aquitaineschandaal, tot 4 jaar cel met uitstel.

Een sluier van geheime diensten: voor welke rekening werkt Monsieur?

Een jaar later, in 2009, liep het voor Jacques Monsieur opnieuw grondig mis toen hij werd opgepakt op de luchthaven van New York. Via een Amerikaanse undercoveragent werd duidelijk dat Monsieur wapens leverde aan het Iran van ayatollah Khomeini. Monsieur werd in Amerika veroordeeld tot een straf van 23 maanden en die mag opvallend licht genoemd worden gegeven het feit dat hij 60 jaar cel riskeerde te krijgen. De straf was dan ook het resultaat van een schuldbekentenis én de informatie die Monsieur gaf aan de Amerikanen.

Rond de wapenhandelaar hangt een sluier van geheime diensten en het is niet altijd even duidelijk voor wiens rekening hij werkt. Zoals dat gaat met (zelfverklaarde?) geheime agenten schuwt hij de media. Maar in het enige interview dat hij gaf in 2004 aan de Franse radiozender RFI, verklaarde hij dat zijn criminele activiteiten eigenlijk slechts een dekmantel zijn voor zijn werk als spion voor de geheime diensten van België (militaire inlichtingendienst), Frankrijk (DGSE en DST), Amerika (CIA) en Israël (Mossad).

Maar of die uitlatingen daadwerkelijk kloppen dan wel een nieuw dwaalspoor zijn, is minder duidelijk. Al kan het ook zijn dat Monsieur een tijdlang voor inlichtingendiensten werkte om dan soloslim te beginnen, handig gebruikmakend van zijn vroegere dekmantel. Spionnen zijn soms moeilijk in de hand te houden en criminelen gebruiken niet zelden het argument dat ze als informant/infiltrant werken voor deze of gene politie- of inlichtingendienst. Het bewijs daarvoor is door de aard der dingen moeilijk te leveren en het tegenbewijs ook.

Het voorlopig einde van een merkwaardig parcours

In april 2011 kwam de man vrij uit zijn Amerikaanse gevangenis en sindsdien werd het ogenschijnlijk stil rond hem.

Maar in elk geval verloor het Belgisch federaal parket hem niet uit het oog want ze sleepten hem opnieuw voor de strafrechter. Vandaag staat hij dus terecht voor de correctionele rechtbank in Brussel op beschuldiging van illegale wapenhandel met Libië, Tsjaad, Pakistan en Iran in de periode tussen 2006 en 2009.

Het gaat onder andere om de levering van 100.000 automatische geweren aan Libië, 10 tanks en 5 helikopters aan Guinea-Bissau, 200.000 automatische geweren, de bijbehorende munitie, 4 gevechtshelikopters en 2 gevechtsvliegtuigen aan Tsjaad, raketlanceerders en mitrailleurs aan Pakistan en militair materiaal aan Iran.

Bron » VRT Nieuws

Zo steken CIA-spionnen de grens over

Spionnen die met een diplomatiek paspoort de grens willen oversteken, kunnen zich daar best ook naar kleden. Er niet al te onverzorgd uitzien is de boodschap. Ook contant betalen is uit den boze. Dat zijn enkele adviezen die geheime agenten meekrijgen van de CIA, zo blijkt uit documenten die zondag door Wikileaks werden gepubliceerd.

De twee gepubliceerde documenten dateren van 2011 en 2012. Ze zijn geklasseerd als geheim en ‘NOFORN’, wat zo veel wil zeggen als dat ze enkel gedeeld mogen worden met spionagediensten van bondgenoten. De teksten lijsten een reeks adviezen op over hoe spionnen een screening van de veiligheidsdiensten op de luchthaven kunnen vermijden en hoe ze best de grens oversteken. Naast een verzorgd voorkomen is het volgens de CIA ook zeer belangrijk om honderd procent achter de dekmantel te blijven staan.

“In het verleden werd een van onze CIA-agenten op een Europese luchthaven door de veiligheidsdiensten gescreend. Er werd geen reden opgegeven voor de diepgaande screening, maar waarschijnlijk werd de controle uitgelokt door de onverzorgde look van de agent, die niet overeenstemming was met het diplomatieke paspoort dat hij bezat. De bagage van de agent werd doorzocht op explosieven, en dat onderzoek testte positief. Ondanks een intensieve ondervraging, hield de agent zich aan zijn dekmantel en verklaarde hij dat zich met de strijd tegen het terrorisme bezighield. Hij kon uiteindelijk zijn reis voortzetten”, klinkt het.

Uit de documenten blijkt ook dat de CIA zich zorgen maakt over de introductie in Europa van biometrische controles voor bezoekers met een Amerikaans paspoort. Het maakt het moeilijker voor geheime agenten om met valse papieren te reizen, want het wordt makkelijker om hen te identificeren, stelt de CIA.

Bron » De Morgen

Belgische Staatsveiligheid: ‘Onze relatie met de CIA is uitstekend’

Alain Winants, de chef van de Staatsveiligheid, heeft een perscommuniqué verstuurd om duidelijk te maken dat de samenwerking tussen zijn dienst en de Amerikaanse geheime dienst CIA prima verloopt. Met die ongebruikelijke demarche reageert Winants op uitspraken van Claude Moniquet, directeur van het European Strategic Intelligence & Security Center (ESISC) in Brussel.

Moniquet gaf commentaar op de recente arrestatie van de Belgisch-Marokkaanse Abdellatif Benali, die ervan verdacht wordt de leider te zijn van een terreurnetwerk. Hij vond het niet toevallig dat Benali, net als eerder dit jaar de eveneens Belgisch-Marokkaanse Abdelkader Belliraj, die van gelijkaardige feiten wordt verdacht, in Marokko en niet in ons land werd gearresteerd.

“De CIA, die nauw samenwerkt met Marokko, beschouwt de Belgische veiligheidsdiensten als één groot blunderboek”, zei Moniquet. “De relatie tussen de CIA en haar dichtste bondgenoot Marokko enerzijds en de Belgische veiligheidsdiensten anderzijds, zit daardoor op een absoluut dieptepunt.”

De Staatsveiligheid reageert gepikeerd: “Deze zelf uitgeroepen terrorisme-expert beweert dat er een open oorlog heerst tussen de Staatsveiligheid en haar Amerikaanse collega’s van de CIA”, stelt het communiqué. “Eens te meer worden de Staatsveiligheid zware professionele blunders, manifest gebrek aan leiding en informatielekken verweten.”

Het persbericht benadrukt dat de inlichtingendienst perfect samenwerkt met zijn buitenlandse zusterdiensten. “Buitenlandse inlichtingendiensten, waaronder niet de kleinste, zullen toegeven dat inlichtingen die aangeleverd worden door de Staatsveiligheid in niet onaanzienlijke mate bijdragen tot de successen die zij op hun beurt boeken in de bestrijding van het terrorisme”, stelt Winants.

De volgens Winants “onbezonnen” uitspraken van Moniquet verschenen op 21 mei jongstleden in Het Laatste Nieuws. “Op het moment dat dit artikel verscheen, was er trouwens een werkvergadering aan de gang tussen de Staatsveiligheid en een delegatie van een buitenlandse dienst”, wordt fijntjes vermeld in het persbericht. “Het artikel heeft de verdienste gehad dat het deze vergadering met enige verrassing en onbegrip heeft kunnen opvrolijken.”

Bron » De Morgen

Tentoonstelling 175 jaar Veiligheid van de Staat

Maandag opent in het Algemeen Rijksarchief in Brussel de tentoonstelling Undercover. 175 jaar Veiligheid van de Staat voor het grote publiek. ‘Zelfs na 175 jaar blijft een waas van mysterie hangen over de Veiligheid van de Staat. De tentoonstelling wil die helpen te doorbreken’, klinkt het veelbelovend in de expobrochure. Maar wie geheime informatie of dossiers verwacht, komt – niet geheel onverwacht – niet aan zijn trekken.

“Er bestaan heel wat misverstanden over de Veiligheid van de Staat. Tijdens selectieproeven bijvoorbeeld geven sollicitanten aan dat ze onze dienst linken met afluisteren, huiszoekingen en arrestaties. Terwijl we daar niet bevoegd voor zijn. Sommige studenten van het tweede jaar interieurvormgeving van de Hogeschool Sint-Lukas in Gent, die hebben meegeholpen aan de opbouw van de tentoonstelling, dachten dat alle camera’s op kruispunten rechtstreeks verbonden zijn met onze dienst”, lacht curator Robin Libert, adviseur-generaal van de Staatsveiligheid. Met de tentoonstelling wil de inlichtingendienst een realistisch beeld schetsen van zijn werking en meer openheid creëren.

Een document uit 1896 over mensensmokkel, landkaarten uit de Tweede Wereldoorlog, de bruine aktetas waarmee de Belgische spion Eugène Michiels in de Koude Oorlog strategische informatie doorspeelde aan de Roemenen en Russen, een paraplu-geweer, een terroristenhandleiding uit Afghanistan, het ligt er allemaal op de expo. In een vitrinekast in de hoek prijkt de rode vlag van het Kosovaarse Bevrijdingsleger UCK. “Afkomstig uit hun stocks in België.”

Een van de recentste attributen op de expo is een gesmolten kast uit de WTC-torens, stille getuige van de terreuraanslagen van 11 september. “Die eyecatcher hebben we in bruikleen gekregen van de CIA”, zegt Libert niet zonder trots. “Het is een primeur dat de CIA meewerkt aan een tentoonstelling in het buitenland. Het is trouwens ook de eerste keer dat de Veiligheid van de Staat het grote publiek een blik gunt in documenten uit haar archieven.”

De tentoonstelling richt zich tot een groot publiek. Voor secundaire scholen is een pedagogische map samengesteld. “Analisten van de Veiligheid van de Staat kunnen zelfs ingeschakeld worden als gids.” Qué? “Wees gerust, we gaan geen foto’s nemen van iedereen die passeert.”

De leukste speeltjes van de tentoonstelling staan vlakbij de uitgang: afluisterapparatuur verwerkt in een asbak, boek of pakje sigaretten, een ‘sweepingapparaat’ om afluisterapparatuur in gebouwen op te sporen, een baksteen die ooit dienst heeft gedaan als ‘dode brievenbus’ en nostalgischer hightech die onmiddellijk doet denken aan James Bond. “Allemaal veroverd op landen uit het Warschaupact”, zegt Libert. “Grote diensten in het buitenland hebben een afdeling met technische snufjes. België helaas niet.”

Bron » De Morgen