Brand NICC leidt naar zware gangsters

Het gerecht zoekt de daders van de aanslag op het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) in het zware gangstermilieu. En meer bepaald bij de (huur)moordenaars die de beruchte gangsterbroers Claude (50) en Frédéric (52) Hilger op 8 maart om het leven hebben gebracht.

Het lijkt er sterk op dat de daders van de brandaanslag op het NICC in de nacht van 28 op 29 augustus het bewijsmateriaal in een dubbele moord hebben willen vernielen. Dat bevestigen bronnen aan De Standaard. Het spoor loopt naar het hart van het zwaar banditismemilieu in ons land.

De laatste slag van de Hilgers

Op 10 maart van dit jaar vonden speurders in het kanaal Brussel-Charleroi in Seneffe een gestolen witte bestelwagen met daarin de restanten van beenderen. Die beenderen bleken na DNA-onderzoek van de beruchte ex-gangsters Claude en Frédéric Hilger te zijn. De rest van hun lichamen bleek helemaal opgelost te zijn in zuur. Het DNA bevestigde alleen maar de vermoedens die er al eerder waren. In de bestelwagen lag namelijk de identiteitskaart van één van de Hilgers.

De broers Hilger waren op 8 maart vanuit hun woonplaats in Wilrijk met hun Audi A6 vertrokken naar de pizzeria van hun vriend Luigi M. in Brussel. Maar daar kwamen ze nooit aan. Een groot mysterie, zo leek het. Tot twee dagen later de bestelwagen in Seneffe opdook met daarin de beenderen van de Hilgers. De Audi A6 is nog altijd spoorloos.

In het milieu gonst het van de geruchten dat de Hilgers nog één laatste grote slag wilden slaan. Maar blijkbaar zijn de zaken niet verlopen zoals de broers dat wilden.

In de bestelwagen lagen naast de beenderen volgens onze bronnen onder anderen ook nog een voet, een verbrande zool, een aantal kledingstukken en een reeks schroefdoppen die hoorden bij de flessen met zuur waarin de gangsters opgelost werden. Al die bewijsstukken werden overgedragen aan het NICC.

Een opvallend telefoontje

Daar, in het NICC, zou een werkneemster een paar dagen voor de brandaanslag een telefoontje hebben gekregen van een (nep)-politieman die vroeg in welk labo de bewijsstukken in de zaak Hilger zich bevonden. Het nietsvermoedende personeelslid gaf een antwoord aan de politieman die haar belde. Twee dagen later ging het bewuste labo in vlammen op.

Toeval of niet? Het parket van Brussel wil geen commentaar kwijt maar officieuze bronnen bevestigen dat de speurders de brandstichters inderdaad in de eerste plaatsten zoeken in de Hilger-zaak.

Professionele moord

De moord op de Hilgers gebeurde heel professioneel. De brandstichting in het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) was dat in elk geval ook. De vier brandstichters ramden eerst het hek van het NICC met een gestolen auto. Een van de daders klom daarna op het dak van de wagen en sloeg met een hamer de ramen van het laboratorium stuk. Daarna gooide hij ook nog drie gasflessen naar binnen.

Zijn kompaan plaatste daarna voorzichtig een emmer binnen waarin een wit poeder of vloeistof zat. Allicht ging het om TATP, de springstof die de terroristen van Parijs en Brussel gebruikten. Vervolgens brachten de gemaskerde criminelen hun explosieve lading vanuit hun wagen tot ontploffing.

Ze gebruikten daarvoor een elektrische lont die ze vanuit het betrokken laboratorium tientallen meters hadden uitgerold tot achter de hoek van een gebouw. Of ze geslaagd zijn in hun opzet om het bewijsmateriaal in de zaak-Hilger te vernielen, blijft voorlopig een mysterie.

De Hilgers, anciens van het zwaar banditisme

Frédéric ‘Tic Tac’ Hilger (52) en zijn broer Claude (50) zijn – of beter gezegd waren – anciens van het zwaar banditisme. Ze werden allebei verschillende keren veroordeeld voor overvallen op geldtransporten en bankkantoren. Allebei zaten ze meer dan tien jaar in de cel. Ze werden zelf ook ooit verdacht van drie moorden in het gangstermilieu. Maar daar werden ze nooit voor veroordeeld.

Vijftien jaar geleden stopten de broers officieel met hun gangstercarrière. Ze schoolden zich om tot monteurs van stellingen. Maar allicht was dat ook maar schijn en hebben de broers hun oude leven nooit echt vaarwel kunnen zeggen.

Intussen bij het NICC

Het NICC krijgt sinds de brandstichting permanente bewaking van een privébewakingsfirma. Het NICC betaalt dat zelf van het budget dat eigenlijk bedoeld is om te betalen om wat het NICC geacht wordt te doen, namelijk sporenonderzoek. Het hekwerk wordt versterkt en er komen extra camera’s en bewegingsdetectoren.

Bron » De Standaard

“Brandstichting NICC diende om bewijsmateriaal van dubbele moord te vernietigen”

Bij de aanslag op het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) wilden de daders mogelijk bewijsmateriaal vernietigen in de moordzaak op de Waalse gangsterbroers Hilger. Iemand die zich voordeed als politieagent belde op voorhand naar het NICC en vroeg de locatie van een bewijsstuk uit dat dossier.

Een hevige brand beschadigde in de nacht van 28 op 29 mei grote stukken van het NICC. Onder meer laboratoria waar kruitsporen, brandversnellers en kledingvezels werden onderzocht, liepen zware averij op. Meteen bleek dat de brand het werk was van criminelen.

Op camerabeelden was duidelijk te zien hoe de daders met een lichte bestelwagen door de toegangspoorten reden. Vervolgens parkeerden ze hun auto aan de vleugel met labo’s. Ze gooiden bidons met gas of benzine in het gebouw en verbonden een lont aan hun auto. Ze staken het vuur aan en verdwenen daarna met de noorderzon. Volgens de krant La Dernière Heure hadden de daders een duidelijk motief: bewijsstukken vernietigen in de mysterieuze moordzaak op de broers Hilger.

Opgelost in zuur

Even terug naar 8 maart van dit jaar. Die dag vertrokken Claude (50) en Frédéric (52) Hilger met hun Audi A6 bij hen thuis in Wilrijk. Daarna verdwenen ze plots spoorloos. Meteen verstuurde de politie een opsporingsbericht.

Pas dagen later vonden speurders de lichamen van de broers terug in het Henegouwse Seneffe. Speurders visten daar een gestolen bestelwagen uit het kanaal en vonden in de laadbak de resten van de Hilgers. De moordenaars hadden hun lichamen opgelost in zuur. Alles wees op een afrekening binnen het crimineel milieu.

De twee slachtoffers waren zelf geen doetjes. Ze pleegden in de jaren 90 verschillende overvallen op geldtransporten in de regio Charleroi en ontsnapten na hun arrestatie zelfs eens uit de gevangenis. Bovendien werd in 1987 in het huis van Frédéric Hilger ook het wapen gevonden van een politieman die gegijzeld was door de bekende gangster Patrick Haemers. De broers kregen destijds tot 10 jaar gevangenisstraf.

Na de moord op de beruchte gangsterbroers hadden de speurders één mogelijk spoor naar hun moordenaars. In de bestelwagen vonden ze immers ook een achtergelaten schoen. Volgens bronnen die La Dernière Heure contacteerde, wilden de NICC-brandstichters net dát bewijsstuk vernietigen omdat het mogelijk naar de daders zou leiden. Zo belde iemand kort voor de brand naar het instituut met een buitenlands nummer terwijl hij zich voordeed als een politieman uit Charleroi. Hij zou toen specifiek gevraagd hebben naar de locatie van de schoen.

Het NICC wou niks kwijt over de mogelijke piste. “Dit is een gerechtelijk dossier en we doen hier dus geen uitspraken over”, klonk het.

Bron » De Morgen

In zuur gedrenkte resten verdwenen gangsterbroers Hilger geïdentificeerd in Seneffe

Op 10 maart is uit het kanaal van Seneffe in Henegouwen een bestelwagen gevist waarin resten van menselijke beenderen gevonden werden die waarschijnlijk in zuur waren gedrenkt. Uit DNA-analyse is gebleken dat het gaat om Claude en Frédéric Hilger, twee broers met een zwaar gerechtelijk verleden. Dat meldt La Dernière Heure op basis van een gerechtelijk bron.

De twee broers waren sinds 8 maart vermist nadat ze thuis in Wilrijk vertrokken om in de regio Brussel/Zaventem op restaurant te gaan.

De twee vijftigers zijn geen onbekenden voor het gerecht: ze pleegden in de jaren 1990 verschillende overvallen in de regio Charleroi, ontsnapten na hun arrestatie zelfs eens uit de gevangenis van Jamioulx en werden voor hun misdaden destijds tot 8 en 10 jaar gevangenis veroordeeld.

In een huis van Frédéric Hilger werd in 1987 ook het wapen gevonden van een politieman die gegijzeld was door de bekende gangster Patrick Haemers.

Bron » Het Laatste Nieuws

Twee broers met zwaar gerechtelijk verleden verdwenen in Antwerpen

De afdeling Charleroi van het parket van Henegouwen is op zoek naar twee broers, Claude en Frédéric Hilger, die sinds 8 maart vermist zijn. Het duo vertrok thuis in Antwerpen om er in het Brusselse op restaurant te gaan.

De twee vijftigers zijn geen onbekenden voor het gerecht: ze pleegden in de jaren 1990 verschillende overvallen in de regio Charleroi, ontsnapten na hun arrestatie zelfs eens uit de gevangenis van Jamioulx en werden voor hun misdaden destijds tot 8 en 10 jaar gevangenis veroordeeld.

In een huis van Frédéric Hilger werd in 1987 ook het wapen gevonden van een politieman die gegijzeld was door de bekende gangster Patrick Haemers. Of het criminele verleden van de broers Hilger mogelijk iets te maken heeft met hun verdwijning, is echter niet bekend. Het parket geeft voorlopig geen commentaar.

De broers vertrokken op dinsdag 8 maart in de namiddag in een donkergrijze Audi A6 met kenteken 1-JTU-799 naar een restaurant in de regio Brussel/Zaventem. Sindsdien gaven ze geen teken van leven meer.

Bron » Het Laatste Nieuws

Claude Silverans, de ‘luitenant’ van Haemers

Claude Silverans is geen kleine garnaal: hij zegt van zichzelf dat hij ooit deel heeft uitgemaakt van de bende-Haemers. De man belandde al op zijn zestiende voor het eerst in de cel. Hij zit er nu opnieuw, voor de zoveelste keer in zijn lange criminele carrière.

Silverans, een professioneel overvaller, werd half juni opgepakt door het Fugitive Active Search Team (FAST) van de federale politie toen hij op bezoek wilde gaan bij zijn ouders in Anderlecht. Op het moment van zijn arrestatie was de man al zes maanden voortvluchtig. Het was de Brusselse krant La Dernière Heure die het nieuws gisteren uitbracht.

Claude Silverans hoorde samen zijn broer Pascal en met de broers Hilger tot de grote namen van het Belgische banditisme in de jaren 90. Silverans en Hilger werden gezien als opvolgers van de bende-Haemers uit de jaren 80. Maar dan (nog) gewelddadiger en met een pak minder uitstraling. En er waren nog verschillen.

Silverans kwam uit het arme Anderlecht, Haemers hoorde bij de ‘jeunesse dorée’ uit het rijke Woluwe. Glenn Audenaert, de vroegere baas van de Brusselse federale politie, zei over Silverans steevast dat hij de gevaarlijkste gangster was die hij in zijn carrière ooit tegen het lijf was gelopen.

Eind december vorig jaar werd Silverans veroordeeld tot drie jaar cel wegens afpersing en poging tot brandstichting in een café aan het De Lindeplein in Anderlecht, waar de harde supporterskern van RSC Anderlecht bijeenkomt. Maar Silverans bleef spoorloos. Tot hij een paar weken geleden werd gepakt. Silverans zal nu zijn straf moeten uitzitten én wat hem nog rest van een eerdere veroordeling tot tien jaar cel uit 2005.

Het criminele curriculum vitae van Silverans is eindeloos. Van diefstallen over bankovervallen tot het kraken van geldtransporten. Zijn laatste zware overvallen pleegde hij in 2003 op de Delhaize Basilix in Koekelberg en op de Delhaize in Ukkel. Voor die feiten werd hij in 2005 tot tien jaar cel veroordeeld.

Claude Silverans vertelde ook graag over Patrick Haemers, de man die hij zijn voorbeeld en mentor noemde. In een interview dat de voormalige VRT-journalist Guy Bouten in zijn boek over de bende van Nijvel deed met Silverans, vertelde die laatste hoe hij in 1986 betrokken was bij de ontsnapping van Haemers tijdens een gevangenentransport vanuit Leuven-Centraal.

Maar volgens politiemensen en ex-criminelen die de bende-Haemers wel goed kennen, heeft Silverans nooit met de bende-Haemers gewerkt en is zijn verhaal over zijn betrokkenheid bij de ontsnapping van Haemers niks meer dan grootspraak. “Silverans en Haemers zullen elkaar ooit wel ooit gekruist hebben in de gevangenis”, luidt het. “Maar samengewerkt hebben ze nooit. Het klinkt nu eenmaal cool onder gangsters om te kunnen zeggen dat je met Haemers hebt gewerkt.”

Toen Silverans in 2010 vrijkwam, zwoer hij in La Dernière Heure een dure eed. “Mijn carrière als overvaller is voorbij. Ik heb een zoon en die wil ik zien opgroeien.”

Bron » De Standaard