BOB zoekt bij vzw Morkhoven naar Neufchâteau-diskettes

De Bijzondere Opsporingsbrigade (BOB) van de rijkswachtbrigades van Geel en Turnhout heeft vrijdagavond huiszoekingen verricht bij leden van de vzw Morkhoven in Herenthout en Morkhoven. De BOB’ers zochten naar de gegevens die zijn uitgelekt in Neufchâteau, zo heeft Marcel Vervloesem namens de vzw zelf gemeld.

De BOB onderzocht een tiental huizen van leden van de vzw en de kantoren van de werkgroep. De goederen die werden gezocht, konden niet worden gevonden. Het was volgens de BOB geen gerechtelijke actie tegen de werkgroep, maar wel tegen mensen die verantwoordelijk zijn voor de lekken bij het gerecht, aldus de vzw.

“De parketdiensten maakten wel gebruik van oude ledenlijsten van de werkgroep”, verklaarde Marcel Vervloesem aan De Morgen. “Zo namen zij de computer in beslag van een jongen die al tien jaar geen lid meer is van onze vzw.”

“Door deze pesterijen probeert men onze leden en ex-leden tegen elkaar op te zetten.” De rijkswacht van Turnhout kon gisteren enkel bevestigen dat er vrijdagavond inderdaad huiszoekingen bij de vzw Morkhoven werden verricht.

Diezelfde dag maakte de vzw Morkhoven al bekend dat de werkgroep wel de inhoud van de ‘Neufchâteau-diskettes’ gaat vrijgeven, maar niet de lijsten van pedofielen. Zondag verklaarde Vervloesem “dat het – na de huiszoekingen – lang niet zeker meer was dat hij de lijsten van pedofielen niet zou prijsgeven.”

Bron » De Morgen

Vervloesem publiceert dan toch geen ‘lijst’

Marcel Vervloesem gaat dan toch geen lijst van ‘pedofielen’ publiceren op het internet. In een mededeling kondigt zijn organisatie, de werkgroep Morkhoven, aan dat ze wel de zogeheten ‘Neufchâteau-diskettes’ gaat vrijgeven via het internet. Hoe dat in zijn werk moet gaan en waar Vervloesem een website denkt de vinden die dit geheel van megabestanden kan plaatsen, kon hij gisteren niet verduidelijken.

Vervloesem is verbolgen omdat justitie niet optreedt tegen een vrouw die een “vals vonnis” over hem verspreidde. In 1997 werd de kinderpornojager in Dendermonde veroordeeld na een klacht wegens afpersing. De drie zetelende rechters beoordeelden Vervloesem heel streng op grond van zijn strafregister. Achteraf bleek dat zij zich “per vergissing” hadden gebaseerd op het strafdossier van een naamgenoot. Het parket-generaal in Gent onderzocht de zaak destijds, maar oordeelde dat het hier ging om een vergissing, die inmiddels ook werd rechtgezet door het hof van beroep.

Vervloesem ging echter aan het procederen tegen enkele mensen die in 1998 kopieën van het valse vonnis verspreidden, onder meer een vrouw die er tijdens een vergadering met een groep mensen uit de witte beweging mee zwaaide. Deze week besliste de Antwerpse kamer van inbeschuldigingstelling haar niet te vervolgen. De dag daarvoor dreigde Vervloesem er in enkele media mee “een lijst van duizend pedofielen” publiek te maken via het internet. Om wat voor soort lijst het moest gaan, is niet bekend.

Deze week werd de Werkgroep Morkhoven bedolven onder de telefoontjes van welzijnswerkers en sympathisanten die zich tegen zo’n publicatie verzetten. In de gisteren verspreide mededeling heet het dat de vzw ingaat “op vragen van welzijnsdiensten om deze lijsten niet vrij te geven, gelet op het gevaar van repressie ten overstaan van de betrokkenen”. De Werkgroep zegt zich wel “het recht voor te behouden de lijsten ter beschikking te stellen aan verenigingen die zich bezighouden met (de strijd tegen) kinderporno”.

Vervloesem kondigt nu aan dat hij de zogeheten Neufchâteau-diskettes gaat publiceren. Het gaat hier om (kopieën van) een zestal diskettes waarop in 1997 de centrale computer van de antenne-Neufchâteau bij de Brusselse BOB werd afgetapt. De Morgen is al drie jaar in het bezit van deze diskettes. Er volgde later een tweede lek en nu lijkt het wel alsof half België een exemplaar in handen heeft.

Sinds maart van dit jaar publiceert het Luxemburgse weekblad l’Investigateur eens per week een pagina of vier computerprints. Daar lag niemand van wakker, tot uitgever Jean Nicolas onlangs ook een lijst van ‘vermeende pedofielen’ publiceerde. Het blad werd uit de handel genomen en inmiddels is ook de website afgesloten. l’Investigateur had anders nog een eind te gaan. De Neufchâteau-diskettes zijn samen goed voor meerdere duizenden pagina’s samenvattingen van processen-verbaal en transcrïpties van de verhoren van Regina Louf (X1).

De diskettes beschrijven ook het verloop van het na augustus 1996 gevoerde onderzoek tegen Marc Dutroux en consorten. Om die reden vrezen velen dat het op de een of andere manier publiceren ervan koren op de molen is van Julien Pierre, de advocaat van Dutroux. Men kan gerust spreken van een massieve schending van het onderzoeksgeheim.

Vervloesem zegt dat hij de diskettes wil openbaren “om aan te tonen hoe justitie slordig en beschamend omspringt met de meest vertrouwelijke informatie”. Daar is wat van. Op de diskettes staat onder meer beschreven hoe eind 1996 en begin 1997 telefoons van burgers werden afgetapt en hoe enkele verdachten, onder wie een Brussels advocaat, werden geschaduwd.

Verder bevatten de diskettes tientallen verklaringen van slachtoffers van pedofilie die om absolute discretie verzochten uit vrees voor represailles. De vraag is of deze mensen, van wie sommigen nog in de zeer directe omgeving van de daders wonen, de stunt van Vervloesem zullen appreciëren.

Bron » De Morgen

Bourlet wees een maand geleden al op publicaties in ‘L’investigateur’

Procureur Michel Bourlet van Neufchâteau meldde al op 10 juli in een brief aan het Luikse parket-generaal dat het Luxemburgse weekblad L’investigateur was begonnen met het publiceren van prints uit de werkdocumenten van speurders in het Dutroux-onderzoek. Bourlet omschreef die publicaties toen als mogelijk bedreigend voor het onderzoek tegen Marc Dutroux en consorten.

Een antwoord kreeg de procureur vorige week, op 8 augustus, daags voor de storm rond de zogeheten ‘pedo-lijst’ losbarstte. Het Luikse parket-generaal liet Bourlet toen weten dat het zijn brief “in goede orde ontvangen” had.

Volgens VTM, dat gisteren melding maakte van de brief, had Bourlet weet van het voornemen van hoofdredacteur Jean Nicolas om “een lijst van pedofielen” te gaan publiceren en probeerde hij dat te doen voorkomen. Zelf kon hij vanuit Neufchâteau hoe dan ook weinig tegen het blad beginnen, aangezien het wordt uitgegeven in het Groothertogdom Luxemburg. Nog steeds volgens VTM had de Luikse procureur-generaal Anne Thily de publicatie van de ‘pedo-lijst’ kunnen voorkomen maar ondernam zij niets.

Volgens onze informatie repte procureur Bourlet in zijn brief echter met geen woord over ‘een lijst van pedofielen’ die L’investigateur zou gaan publiceren. In zijn brief wees hij enkel op het feit dat het Luxemburgse blad al een tijdje (sinds 23 maart 2000) bijna wekelijks prints publiceerde, afkomstig van zes computerdiskettes van een exclusief met de zaak-Dutroux belaste speurderscel bij de BOB Brussel. Bourlet, die in Nicolas een mogelijke pion ontwaarde van Dutroux’ advocaat Julien Pierre, verwittigde Thily in de hoop zo de schade van het ‘lek’ te kunnen beperken.

De kans bestaat dat het gaat om een ‘getelefoneerd’ lek. Het werkelijke doel van Nicolas zou er mogelijk in kunnen bestaan Julien Pierre, die in 1997 nog voor hem optrad als advocaat, aan een procedureel wapen te helpen tijdens het proces-Dutroux. De zes diskettes bevatten in elk geval meer dan genoeg interne gegevens over het onderzoek om te vrezen voor een grove schending van het onderzoeksgeheim.

“Op 10 juli wist ik in elk geval absoluut niets van een lijst van pedofielen”, stelde Bourlet gisteren. “Volgens mij moest die hele heisa in Groot-Brittannië toen nog beginnen.” En dat klopt. Het Britse News of the World begon pas op 23 juli met zijn Name and Shame-campagne. De aanleiding daartoe, de ontdekking van het lijkje van de achtjarige Sarah Payne, deed zich voor op 18 juli. “Ik kon op 10 juli moeilijk weten dat al die vreselijke zaken zouden gebeuren”, aldus Bourlet.

De nationale coördinatie van witte comités laat intussen in een mededeling weten dat ze absoluut niets te maken heeft met de stunt van L’investigateur. Een van de redacteurs van het blad laat zich graag omschrijven als een militant van de witte beweging, tot grote woede van het nationale coördinatieorgaan: “Sommige met extreem-rechts gelieerde personen trachten blijkbaar de witte beweging te recupereren. Wij kunnen dat niet aanvaarden.”

Bron » De Morgen

‘L’investigateur’ was al sinds maart op zoek naar aandacht

Het Luxemburgse weekblad L’investigateur begon vijf maanden geleden al met het publiceren van prints uit zes computerdiskettes die uit de Neufchâteau-onderzoeken gelekt zijn. In een begeleidend artikel schreef Nicolas toen: “De lezer zal vanaf 23 maart parallel met de normale inhoud van ons blad minimum vier pagina’s kunnen terugvinden van processen-verbaal over de grote pedofiliezaken (…). Zo kan de lezer zich nu verplaatsen in de positie van een onderzoeksrechter.”

Als aanwijzing dat Nicolas’ ware motieven eerder moeten worden gezocht bij een poging tot sabotage van het Dutroux-onderzoek, kan dat tellen. L’investigateur publiceerde de afgelopen maanden effectief tal van prints uit de diskettes die in 1997 door onbekenden werden gekopieerd bij de BOB Brussel, waar toen de ‘antenne-Neufchâteau’ belast was met het onderzoek naar een aantal “connexe dossiers” van de zaak-Dutroux. Alleen, en zoals gisteren al gemeld, schonk niemand aandacht aan het “megalek” in Luxemburg.

Dat veranderde woensdag, doordat Nicolas erin slaagde heel België ervan te overtuigen dat hij naar Brits voorbeeld een “lijst van veroordeelde of vermeende pedofielen” zou publiceren. Vermoedelijk is het ware doel van Jean Nicolas bereikt. De hele wereld weet nu dat hij en anderen kopieën bezitten van de zes diskettes. Justitie kan nu niet anders dan verder onderzoek verrichten en dit vaststellen.

Sommigen vrezen dat Julien Pierre, de advocaat van Marc Dutroux, het uitlekken van de diskettes tijdens het assisenproces zal aanvoeren als een zware procedurefout. De “lijst”, genaamd pédos divers, mag in dat verband dan al totaal bijkomstig zijn, voor de diskettes AA.AA en AA.CC ligt dat totaal anders. Daarop staat het complete verloop van het tot medio 1997 gevoerde onderzoek tegen Dutroux en consorten beschreven.

De voorbije maanden publiceerde L’investigateur al tal van prints, afkomstig van deze diskettes. Of Pierre de openbaring van dit lek echt kan aangrijpen om de nietigheid van de hele procedure te bepleiten wegens een flagrante schending van het onderzoeksgeheim van het onderzoek, is niet zo zeker.

De diskettes, waarvan kopieën overigens al bijna drie jaar in het bezit zijn van De Morgen, maken als zodanig geen deel uit van het gerechtelijke dossier 86/96 (zaak-Dutroux) van Neufchâteau. Het gaat, strikt genomen, om een werkdocument van de Brusselse BOB. Maar, vermoedt men in gerechtelijke kringen in en rond Neufchâteau: “Pierre en Nicolas zullen vast denken dat het het proberen waard is.”

Het staat vast dat Julien Pierre en Jean Nicolas in het verleden al gezamenlijke strategieën ontwikkelden om het parket van Neufchâteau stokken in de wielen te steken. Dat gebeurde onder meer bij het proces rond Jean Nicolas’ boek Les pédophiles sont parmis nous. Pierre trad toen op als advocaat voor Nicolas’ uitgever.

Diverse media meldden gisteren dat de “lijst” van Nicolas “uit Neufchâteau” komt. Andere hielden het erop dat de lijst “niets met het Dutroux-onderzoek te maken heeft”. In een derde versie is sprake van het resultaat van de indertijd in Neufchâteau geopende groene lijn.

Voor al die versies is wel wat te zeggen. Sommige aangiftes kwamen via de groene lijn, andere kwamen van politiediensten die het parket in Neufchâteau wilden helpen. De enige ware oorsprong van “de lijst” is diskette AA.DD van de BOB Brussel, antenne-Neufchâteau.

Bron » De Morgen

De diskettes van Neufchâteau: niets is wat het lijkt

De lijst ‘pedos divers’ waarmee Jean Nicolas vandaag wil uitpakken, is niet zo geheim of wereldschokkend als ze lijkt. Op de redactie van deze krant ligt ze al bijna drie jaar onder een dikke laag stof. Het document is onttrokken aan zes computerdiskettes die medio 1997 door een door het verloop van het Neufchâteau-onderzoek verontruste speurder werden gekopieerd uit de centrale computer van de Brusselse BOB.

Justitie maakte twee jaar lang jacht op de zes diskettes, maar kwam tot het inzicht dat kopieën overal zijn gaan circuleren. Het was al die tijd alleen afwachten tot iemand er misbruik van zou maken. Nu het eindelijk zover is, lopen alle sporen in dezelfde richting: Julien Pierre, de advocaat van Marc Dutroux.

Het is 23 maart 1998, 20.20 uur. Bij de rijkswacht van Marche loopt een telefoontje binnen van een man die later in processen-verbaal zal worden omschreven als “une personne digne de foi”. Een anonieme mens met eerbare bedoelingen dus.

Zijn relaas doet in Neufchâteau oren flapperen, zo blijkt uit pv 100.281 van de lokale BOB: “Hij meldt ons dat een persoon met wie hij in het verleden al eens contact had, hem zes computerdiskettes heeft overhandigd. Na ze te hebben getest op zijn pc, bleek dat deze relevante gegevens bevatten over gerechtelijke onderzoeken in de zogeheten Neufchâteau-affaires.”

Dat is een understatement, zo blijkt. Vanuit Neufchâteau krijgt rijkswachtmajoor Guissard de anonieme getuige zo ver dat die de diskettes op 25 maart per koerier laat brengen. Wat dan op het computerscherm te voorschijn komt, doet de majoor purper uitslaan: het complete dossier-Dutroux. Met alles erop en eraan.

Syntheses van verhoren van Dutroux, Martin, Lelièvre en Nihoul. Vermogensonderzoeken, getuigenissen, verslagen van huiszoekingen… Haast alle in de marge van de zaak-Dutroux behandelde affaires worden punctueel beschreven. Van de zaak-Di Rupo, de zaak-Loubna en graafwerken in Jumet tot de X-getuigenissen.

De verklaringen van X1 en de daarrond heropende onderzoeken naar onopgehelderde kindermoorden zijn goed voor drie volle diskettes. Op schijf AA.AA wordt het leven van Michel Nihoul beschreven.

Ze bevat ook de namen van ‘prominenten’ die hij zegt te hebben ontmoet op seksfuiven en andere gelegenheden. Helemaal achteraan op de laatste diskette (AA.DD) is er nog een rubriekje dat zonder discussie kan worden gezien als het minst relevante deel. ‘Pedos divers’ heet het. Het is de vergaarbak van anonieme en niet zo interessante meldingen over zedendelinquentie.

Guissard kan snel achterhalen waar de diskettes vandaan komen. Bij de financiële sectie van de Brusselse BOB bestaat er in die tijd een onderzoeksteam, de ‘antenne-Neufchâteau’. Daar heeft een speurder de taak van alle pv’s dagelijks een samenvatting in te tikken op zijn pc. Na een jaar is dat zowat de ‘harde schijf’ geworden van het hele onderzoek naar banden tussen Dutroux en georganiseerde criminaliteit.

Iemand heeft kennelijk de kans gezien om alles te kopiëren. Samen is dat goed voor vele duizenden (in Word ’95) printbare pagina’s. De dader, die nooit zal worden gevonden, maakt het Guissard niet makkelijk. Hij heeft een paswoord ingevoerd dat zich overzet op alle kopieën. Er gaat een hele poos over voor Guissard het weet te omzeilen.

Journalisten van De Morgen en het weekblad Télémoustique hadden hem kunnen helpen (het paswoord was ‘bxl’). Beide bladen hebben gelijkaardige diskettes al sinds medio 1997 in hun bezit en gebruiken ze mee als basis voor de berichtgeving over de zaak-Dutroux en aanverwante zaken. Het gros van de rubriek ‘pedos divers’ wordt hier op de redactie echter gezien als vermakelijke kolder.

De diskettes zijn tweemaal gelekt. Na het lek naar de pers, medio 1997, volgt er in maart 1998 een tweede lek naar enkele lui die zich uitgeven voor ‘de witte beweging’. Een van hen is Marc Toussaint, een jonge en erg enthousiaste rijkswachter die in 1997 kortstondig in het Neufchâteau-onderzoek actief was, maar uit protest tegen enkele beslissingen van zijn oversten zijn dienstkaart heeft ingeleverd.

Zodra Toussaint ‘zijn’ diskettes in handen heeft, is het hek van de dam. Terwijl de journalisten hun exemplaren angstvallig verborgen op een schuiladres, gaat Toussaint ermee leuren. De anoniemeling die de rijkswacht inlichtte, was meer dan vermoedelijk een politieman die Toussaint dacht te kunnen vertrouwen.

Mensenkennis blijkt niet echt zijn sterkte kant te zijn. Een andere persoon die denkt te kunnen vertrouwen, is Georges Frisque, een man die zich al jaren opwerpt als aartsvijand van Nihoul en Neufchâteau vaak tipt over diens doen en laten. Wat doet Frisque na zijn ontmoeting met Toussaint? Hij stapt op 29 april naar Neufchâteau om Toussaint te verlinken. Begin juni doet ook een Franstalige journaliste dat.

Op 4 juni 1998 verricht de Brusselse onderzoeksrechter Pignolet een huiszoeking bij Marc Toussaint. Die werkt en woont bij de met de adellijke wereld in aanvaring gekomen graaf Louis de Jonghe d’Ardoye. Op zijn kasteel in Sint-Genesius-Rode hebben Toussaint en enkele vrienden een heus hoofdkwartier ingericht, waar ze “zaken zullen uitspitten”. Ook de computers staan in het kasteel en daarop worden sporen op aangetroffen van de diskettes. Pignolet ziet snel in dat hij slechts één arm van een grote octopus vasthoudt. Wanneer hij ook bij de Brusselse psychiater Marc Reisinger binnen valt, is het weer prijs.

Ook Reisinger heeft dus kopieën en volgens de anonieme informant van Guissard ook plannen om alles via een site in de VS op internet te publiceren. Dat blijkt achteraf niet zo te zijn, maar de damage control lijkt wel te werken. Justitie weet dat er nog meer mensen rondlopen met kopieën, maar hoopt dat geen van hen er misbruik van zal maken. Al te veel ijver bij het opsporen van dit megalek zou er immers toe kunnen leiden dat de advocaten van Dutroux tijdens diens proces de nietigheid van de hele procedure kunnen bepleiten.

Op 25 mei 2000 wordt het onderzoek afgerond. Het Brusselse parket vraagt alleen de doorverwijzing van Toussaint naar de rechtbank (‘schending van het beroepsgeheim’). Daarmee zou de uiterst delicate zaak van de baan zijn geweest, was het niet dat in Groot-Brittannië plots de heisa rond News of the World losbrak. Hoe Jean Nicolas de floppy’s in handen kreeg, lijkt alvast geen geheim te zijn.

Een van de figuren waarmee Toussaint zich in ’98 op het kasteel van de graaf omringde, was Frédérique Lavacherie, een door de witte comités uitgespuwde vrijwilliger. Vandaag vermeldt de colofon van L’investigateur zijn naam als lid van het redactiecomité. De ‘lijst’ die het weekblad nu publiceert, is niets anders dan de kleine file ‘pedos divers’ uit floppy AA.DD.

Deze gegevens zijn grotendeels achterhaald of waardeloos. Zo is het moeilijk voorstelbaar dat iemand brandbommen zal gooien naar de in een anonieme brief aangewezen “homoseksueel”, wonende in de Lesbroussartstraat in Brussel “tussen huisnummers 76 en 86”.

In gerechtelijke kringen in Neufchâteau werden Nicolas gisteren andere motieven toegedicht. Er wordt zelfs gesproken over een “duidelijke hidden agenda”. Tijdens de middageditie van VTM verklaarde Nicolas dat hij met zijn actie onderzoeksrechter Connerotte wou steunen, “omdat die werd gehinderd in zijn zoektocht naar pedo-netwerken”.

Wie het gerechtelijke wereldje in het zuiden van dit land een beetje kent, weet echter dat Nicolas al sinds jaar en dag de nagel aan de doodskist van Connerotte is. Dat is het geval sinds de onderzoeksrechter achter hem aanzat wegens bedrieglijk bankroet.

Nicolas’ in 1997 verschenen boek Les pédophiles sont parmis nous ging onder meer over Connerotte, die samen met twee in het Dutroux-onderzoek actieve BOB’ers uit Bastenaken zijn boekje te buiten zou zijn gegaan. Toen een dancinguitbater die in hetzelfde boek van banden met de maffia wordt beticht een publicatieverbod eiste, kreeg de zaak in de media slechts aandacht vanwege de naam van de advocaat die optrad namens de uitgever van Nicolas: Julien Pierre, de advocaat van Dutroux.

Nog een leuk weetje. Les pédophiles sont parmis nous had nog een coauteur: Georges Frisque, de man die justitie ging tippen over het “schandelijke” lek. Frisque trekt de laatste maanden opvallend veel op met Pierre en diens andere grote cliënt, baron Benoît de Bonvoisin.

Zou het kunnen dat het Nicolas er enkel om te doen is de aandacht te vestigen op de diskettes en zo Dutroux een procedureel-technische dienst (een openbaring van een manifeste schending van het geheim van het onderzoek) te bewijzen? Dat lijkt nu wel het gevolg te worden. Gisteren werd al een huiszoeking verricht ten huize Nicolas in Luxemburg. Het ministerie van Justitie kondigt nieuw onderzoek aan naar de herkomst van de gepubliceerde gegevens.

Zoveel eer viel L’investigateur niet te beurt toen het de voorbije weken al bij herhaling andere prints uit de diskettes afdrukte, zoals in de editie van 3 augustus nog gebeurde met een print uit het dossier rond pedofiel Lucien V. Toen schonk niemand daar aandacht aan. De heisa in Groot-Brittannië had voor de verdediging van Dutroux echt op geen beter moment kunnen losbarsten.

Bron » De Morgen