Interview Hugo Lamon en Walter Van Steenbrugge: “Zeg wat je doet”

Hoe wint Justitie het vertrouwen van de burger terug? ‘Laat rechters voldoende tijd om te oordelen in een dossier’, vindt strafpleiter Walter Van Steenbrugge. En vooral: ze moeten communiceren over wat ze doen, zegt advocaat Hugo Lamon.

Zes op de tien Belgen vinden dat rechters mensen ongelijk behandelen. Is dat ook uw ervaring?

Van Steenbrugge: “Dit zijn verontrustende cijfers, maar ze verbazen me niet. De rechtspraak kan enorm verschillen van rechter tot rechter. Een rechter kan pas echt goed oordelen als hij voldoende informatie heeft over de persoon die voor hem staat. Wie is die mens? Waarom heeft hij iets gedaan? En in welke omstandigheden?”

“Rechters krijgen niet de middelen aangereikt om zich echt te kunnen inleven in een dossier, waardoor ze verzanden in eenheidsworst bij de beoordeling van migranten, recidivisten en mensen in sociaal zwakkere posities. Je kunt hen dat niet kwalijk nemen, want er is geen geld voor zo’n rechtssysteem. Je moet als beklaagde geluk hebben dat jouw zaak wordt behandeld door een rechter die de moeite doet om alles te weten te komen.”

Lamon: “Als zoveel burgers de indruk hebben dat de rechters niet onpartijdig zijn, is er een belangrijk perceptieprobleem. Dat zou de magistraten moeten aanzetten om beter over hun werk te communiceren. Proactief ook, zodat ze zelf een ander beeld kunnen schetsen van Justitie. Nu is dat beeld vaak negatief, want het gaat via journalisten – en die hebben meer interesse voor slecht nieuws dan voor goed nieuws.”

Herkent u de roep om repressie die uit de bevraging naar voren komt?

Van Steenbrugge: “Ongeveer één keer per week ga ik spreken voor verenigingen. Daar hoor ik dezelfde geluiden. Tot de uitleg komt over hoe je als maatschappij best omgaat met een delict. Het is toch beter om de oorzaak weg te nemen? Als ik dat bespreekbaar maak, veranderen de meningen.”

“Het riskante van dit soort cijfers is dat ze zo’n grote indruk maken op politici dat die ernaar beginnen te handelen en de wet op voorwaardelijke invrijheidstelling naar de vuilnisbak verwijzen. Dan zou het hek helemaal van de dam zijn.”

Lamon: “Het debat over de vervroegde invrijheidsstelling is verzuurd door populistische uitspraken. Dat zou de balie en de magistratuur ertoe moeten aanzetten om hierover meer en breed toegankelijk te communiceren.”

“Het is een permanente pedagogische taak van juristen om te wijzen op de verworvenheden van de beschaving en van de democratie. Overigens zijn diegenen die roepen voor een harde aanpak vaak de eersten die hun rechten opeisen wanneer ze zelf worden aangeklaagd.”

Geraakt u zelf nog uit aan het juridisch jargon?

Van Steenbrugge: “Dat is een kwestie die je niet zomaar kunt oplossen. Het recht is helaas vrij complex, je kunt er niet in kleutertaal over spreken.”

Lamon: “Er is niets mis met gespecialiseerde vaktaal. Het probleem is echter dat daarna te weinig inspanningen worden gedaan om die juridische handelingen op een begrijpelijke manier te communiceren met de bevolking. Vergelijk het met de geneeskunde. Artsen maken daar ook ingewikkelde diagnoses, die vaak niet begrepen worden door de patiënt.”

“Maar eens de ziekte is vastgesteld, doen zij veel moeite om uit te leggen wat het precies is en wat de gevolgen zijn. Artsen maken een duidelijk onderscheid tussen hoe ze onder elkaar communiceren en wat ze aan de patiënt familie melden. Dat gebeurt in de juridische wereld te weinig.”

Bron » De Standaard

Burger wantrouwt justitie

De meeste Belgen vinden dat rechters burgers ongelijk behandelen. Vier op de tien advocaten geven hen gelijk.

“We zijn ons bewust van het perceptieprobleem”, zegt Christian Denoyelle, die de Hoge Raad voor Justitie voorzit. “Net daarom is de Raad na de affaire-Dutroux opgericht: zodat burgers met problemen over Justitie ergens terechtkunnen. Die kaarten wij aan bij de politiek.”

Maar volstaat dat wel? De bevindingen in een nieuwe bevraging, uitgevoerd in opdracht van de KU Leuven en Wolters Kluwer, wijzen op een blijvende kloof tussen gerecht en burger. Meer dan tweeduizend Belgen, onder wie ook advocaten en magistraten, werden naar hun visie gevraagd over Justitie.

Proactief

Zes op de tien Belgen hebben het gevoel dat rechters niet altijd op dezelfde manier oordelen. “Zeer opvallend is dat ook veel juridische professionals die mening delen”, zegt Emilie Michaux van de KU Leuven. “Bij de advocaten, mensen die dag in dag uit betrokken zijn bij het gerecht, vinden vier op de tien dat de burgers op ongelijke wijze worden behandeld door het gerecht. Zelfs bijna één op de tien magistraten vindt dat.”

Advocaat Hugo Lamon vindt dat Justitie de communicatie over zichzelf veel meer in handen moet nemen. “Proactief, zodat ze zelf een ander beeld kunnen schetsen. Alleen zo verander je de perceptie.”

De jongste jaren worden wel inspanningen geleverd om meer te communiceren. “Die cultuur is aan het groeien”, vindt Denoyelle. “Niet evident, want je zit vaak met delicate dossiers. Maar de magistraten kunnen elkaar tonen hoe ze daarmee omgaan. Helaas komt Justitie ook vaak in beeld wanneer er wordt geklaagd over te weinig geld, of wanneer het op andere vlakken niet goed gaat. Het is aan ons om de cafépraat te overstijgen en mensen aan het denken te zetten.”

Het juridisch jargon dreigt daarbij een struikelblok te zijn. “Een oud zeer”, zegt Denoyelle. “De eerste stap om daar verbetering in te brengen, is de magistraten ervan bewust te maken dat ze anders moeten praten en schrijven – ook bij de selectieprocedure die de Hoge Raad hanteert. Maar dat geldt even goed voor de notarissen, gerechtsdeurwaarders en advocaten. Het begint al bij een dagvaarding: die is grotendeels onleesbaar. Er zijn initiatieven om dat te verbeteren. We moeten die groeperen.”

Te traag

De geringe aanvaarding van Justitie komt ook terug in de visie op ons gevangenissysteem. Eén van de basisprincipes daarin is dat gevangenen vervroegd vrij kunnen komen. Driekwart van de burgers vindt dat niet nodig: zij zouden liever hebben dat gevangenen tot het einde van hun straf in de gevangenis blijven.

Onderzoekster Michaux: “Meer kennis over de werking van straffen biedt mensen wel inzicht, waardoor we meer geneigd zijn om mensen een tweede kans te geven. Een straf werkt alleen wanneer die onvoorwaardelijk en proportioneel is en onmiddellijk wordt uitgevoerd. Helaas is Justitie niet in staat om dat zo toe te passen, waardoor de straf op zich haar effect kan missen.”

Bron » De Standaard

“De gewone burger blijft bij justitie steeds meer in de kou staan. De kleine consument al helemaal”

“Ook de gewone burger zal de dupe zijn van het hervormingsplan voor Justitie van minister Koen Geens”, schrijft het platform ‘Recht voor Iedereen’. Zij voeren vandaag actie tegen de voorstellen die de toegang tot het recht moeilijker maken. Minister Geens heeft een plan, een groots plan. Justitie moet hervormen, moderniseren, informatiseren, sneller werken, … Wie kan daar nu tegen zijn?

Tot nu toe hoorden we vooral de mening van advocaten, magistraten en griffiers. Maar wat betekent dit plan voor de gewone burger ? En vooral … heeft hij er baat bij? Justitieplannen zijn niet nieuw, menig minister van justitie heeft er zijn tanden op stuk gebeten.

De vorige minister van justitie, mevrouw Turtelboom, plande een hervorming voor mensen die een beroep doen op een pro deo advocaat. Na een actie en een petitie, gedragen door 80 middenveldorganisaties, werden deze plannen afgevoerd.

Het stof van onze actie was nog niet gaan liggen of de vorige regering kwam op de proppen met een BTW voor advocatendiensten. Vanaf 2012 betalen we al 21 % BTW op de prestaties van een deurwaarder. Sinds 1 januari 2014 moet de burger 21 % meer betalen voor juridische bijstand.

Wij merken bijna dagelijks dat deze maatregelen het voor veel mensen de facto onmogelijk maken om zich te laten bijstaan door een advocaat. Vooral mensen met een laag tot gemiddeld loon vallen uit de boot. Zij hebben immers meestal geen recht op een pro deo advocaat. Voor hen is de toegang tot een rechter zo goed als onmogelijk geworden. Voor de gemiddelde consument is de dienstverlening van de advocaat nog nauwelijks betaalbaar.

En de regering Michel wil nu nog bijkomende drempels opwerpen voor de toegang tot justitie. Zij plant een besparing van 10% op het justitiebudget. Wat betekent deze besparing voor u?

Haar eerste maatregel is de verhoging met 55% van de griffierechten. Dat zijn de kosten die een burger betaalt bij het indienen van een zaak voor een rechter. Test-Aankoop noemde dat voorstel “de genadeslag voor de toegang tot justitie”. De afdeling wetgeving van de Raad van State stelde in haar advies over het wetsvoorstel dat het “de toegang tot een rechter in gevaar zou kunnen brengen”.

De gewone burger blijft bij justitie steeds meer in de kou staan. De kleine consument al helemaal. Justitie is geen recht meer maar een product dat enkel nog toegankelijk is voor de happy few. Minister van justitie Geens geeft aan dat hij de “overconsumptie van justitie” wil tegengaan. In veel gevallen is nochtans juist onderconsumptie het probleem. Mensen die het niet zo breed hebben, laten hun rechten veel te weinig gelden. Als je zijn plannen naast de besparingen in de sociale sector plaatst, dan weet je gewoon dat steeds meer mensen letterlijk uit de boot gaan vallen.

Moeten wij nu echt geloven dat een besparing van 10 % bij justitie de juridische achterstand gaat oplossen, ware het niet dat het doel is dat gewoon steeds minder mensen de weg naar het recht vinden? Denkt men echt dat door vredegerechten te sluiten en griffies dicht te houden de kloof met de burger zal verkleinen?

Het plan Geens, dat er kwam zonder overleg met het middenveld, maakt de drempel tot justitie nog hoger dan hij al is. Nu al is justitie hopeloos onbereikbaar voor de meerderheid van de bevolking. Het is onaanvaardbaar dat de regering bespaart op het fundamenteel recht om een zaak voor een rechter te brengen of zijn of haar belangen te verdedigen.

Het plan Geens zou goed zijn voor de burger omdat justitie meer kwaliteit zou afleveren. Maar in de feiten zien we net een afbraak van de rechten van de verdediging met een beperking van het hoger beroep en meer macht voor het parket. Dat leidt allesbehalve tot meer kwaliteit.

We lezen in het plan niets over hoe de moeilijke en technische taal van justitie begrijpbaar kan gemaakt worden voor de gewone burger.

We lezen evenmin iets over initiatieven die de kloof tussen de leefwereld van justitie en die van de gewone man/vrouw kunnen dichten. Noch zal er iets gedaan worden aan de talloze nutteloze formaliteiten die er dikwijls toe leiden dat de burger afziet van zijn rechten of zijn verdediging slechts ten dele opneemt.

Een plan dat een kwaliteitsverbetering in die zin zou beogen, zou het vertrouwen van de burger in justitie kunnen herstellen. Maar de strijd van de minister tegen ‘misbruik’ en ‘overconsumptie’ van het justitieapparaat door die burger draagt daar zeker niet toe bij.

Wij vrezen dat de burger die niet meer naar een advocaat of rechter zal stappen, niet degene is die een ongegronde eis heeft, maar wel diegene die het zich niet meer kan permitteren.

De vele kritieken vallen echter in dovemansoren. De minister kondigde aan dat van zodra het advies van de Raad van State toekomt, de regering het 1ste wetsontwerp aan het parlement zal voorleggen. De kans bestaat dat het nog in juli gestemd wordt. Wij vragen respect voor het grondwettelijk recht van toegang tot een onafhankelijke rechter voor iedereen.

Alle voorstellen die de rechten van de burger beperken en die de toegang tot het recht nog moeilijker maken, moeten worden ingetrokken. De ingevoerde BTW op advocatendiensten dient opnieuw afgeschaft te worden en de wet die de griffierechten verhoogt, ingetrokken. Wij vragen voldoende middelen voor een toegankelijke justitie en meer bepaald een versterking en herfinanciering van het systeem van juridische bijstand.

Alternatieve procedures als bemiddeling kunnen niet blindelings naar voren worden geschoven zonder dat er voldoende middelen en ondersteuning zijn voorzien om deze procedures op een kwaliteitsvolle manier te kunnen uitvoeren. Er moet een grondig debat gevoerd worden over justitie waarbij een toegankelijke en democratische justitie met voldoende middelen het uitgangspunt moet zijn.

Laat u niet beetnemen. Een uitgeklede justitie zal de rechten van de burger niet beter beschermen. Ook de gewone burger zal de dupe zijn van het plan Geens.

Ondertekenaars vanuit het Platform Recht voor Iedereen – Justice pour Tous (een platform van 22 organisaties die ijveren voor een beter toegankelijke justitie voor iedereen, en in het bijzonder voor de meest kwetsbare groepen).

Frederic Vanhauwaert, Algemeen coördinator Netwerk tegen Armoede
Ivo Flachet, Progress Lawyers Network
Dirk Masquillier, Voorzitter Sector Samenlevingsopbouw
Magda De Meyer, Voorzitter Nederlandstalige Vrouwenraad
Manu Keirse, Gezinspolitiek secretaris Gezinsbond
Gino Hoppe, Algemeen secretaris ACOD/Amio
Vlaams Huurdersplatform, voorzitter Paul Pataer
ACV Openbare Diensten, Secetaris Filip Dudal

Bron » Knack

Justitie slaat alarm: “Wij kunnen dit niet langer tolereren”

In de inkomhal van het Brusselse justitiepaleis verzamelden honderden magistraten, griffiers en justitiemedewerkers om hun ongenoegen te uiten over de besparingen bij justitie. Volgens hen komt de rechtsgang in het gedrang, en daarmee een belangrijk aspect van onze democratie. Hieronder leest u de toespraak die Dominique Matthys gaf, voorzitter van de Orde van Nederlandstalige Balies.

Iedere burger heeft recht op een ongeremde toegang tot de rechter, op een transparante, professionele, rechtvaardige en snelle rechtsbedeling. Justitie is een openbare dienst en moet een efficiënt antwoord bieden op de aanspraken van de burger, particulier, ondernemer of andere.

Justitie is echter zoveel meer: de rechterlijke macht is één van de drie pijlers van onze grondwettelijke democratie, en het falen van justitie betekent meteen het deficit van onze rechtsstaat. Door de toegang tot de rechter – een verdragsrechtelijk en grondwettelijk verankerd grondrecht – te bemoeilijken, ja zelfs voor velen onmogelijk te maken, loopt onze individuele vrijheid gevaar.

En nochtans zouden we het moeten weten: de geschiedenis leert ons immers dat het niveau van de toegang tot justitie het beschavingsgehalte van de staat reflecteert. De teloorgang van justitie zet de deur open voor onvrijheid, rechteloosheid en discriminatie en verhoogt de verzuring in de samenleving.

De Justitiebarometer 2014 gaf duidelijk aan dat het geloof van de burger in justitie zoek is, en dat is voor onze democratie een verontrustende vaststelling. Slechts 61% van de bevolking heeft nog vertrouwen in justitie, en meer dan 90% van de bevraagden vindt dat een rechtszaak te lang duurt.

De burger heeft gelijk: onze justitie biedt helemaal geen antwoord meer op de terechte verzuchting van de rechtzoekende: die heeft recht op een modern, efficiënt functionerend gerechtelijk apparaat, dat zorgt voor een betaalbare, transparante, snelle en rechtvaardige oplossing van zijn geschillen.

Vandaag loopt de justitiewagen mank en de advocaten ervaren in hun dagelijkse praktijk tot welke frustratie en welk onrecht dat leidt. Zaken slepen veel te lang aan, justitie betaalt haar leveranciers niet of veel te laat, gerechtsgebouwen verkeren in een staat van bijna-verval, de juridische tweedelijnsbijstand snakt naar adem, de informatisering van de rechtsbedeling staat zo goed als nergens, griffies moeten op artisanale wijze hun administratieve taken vervullen en vacante plaatsen in de magistratuur en bij de griffies raken niet ingevuld.

Mede als gevolg van een jarenlange onverschilligheid van de zijde van de overheid, zijn de budgetten voor de rechtsbedeling langzaamaan opgedroogd. Nooit heeft de overheid prioritair de werkprocessen doorgelicht, de uitrusting gemoderniseerd, de omkadering van het gerechtelijk apparaat geprofessionaliseerd en de werklast verdeeld.

De aangekondigde budgettaire restricties stellen ons niet gerust: in de komende vier jaar moet het justitiebudget met 10% omlaag, in achtereenvolgende besparingen van 4% en vervolgens drie maal 2%. De regering wil kennelijk de begroting van justitie kortwieken: zij vermindert de omkadering, stelt benoemingen uit tot na de nochtans door de wet voorgeschreven termijn, en nog zoveel meer.

Dat kunnen wij niet langer tolereren: justitie moet over de middelen beschikken om op behoorlijke wijze te kunnen functioneren. De advocaten kunnen zich niet vinden in maatregelen die de overheid ondoordacht neemt op grond van blinde economische wetmatigheden. Op de vooravond van de begrotingsbesprekingen luiden wij, advocaten, de alarmbel. Wij doen dat samen met de actoren van justitie, in het uitsluitende belang van de rechtzoekende. Omdat een justitie die behoorlijk functioneert de enige waarborg vormt voor onze fundamentele waarden: vrijheid, gelijkheid, solidariteit, waardigheid en veiligheid.

Wij eisen een bewustwording en responsabilisering van onze politici om de prioriteiten van justitie onder ogen te zien en daartoe aan onze minister van Justitie alle steun en noodzakelijke middelen te geven.

Deze tekst wordt gedragen door de veertien Vlaamse stafhouders:

  • Kathleen Vercraeye, Stafhouder van Brussel-NL
  • Kati Verstrepen, Stafhouder van Antwerpen
  • Hans De Meyer, Stafhouder van Gent
  • Bart Staelens, Stafhouder van Brugge
  • Luc Truyens, Stafhouder van Dendermonde
  • Christian Vandenbogaerde, Stafhouder van Kortrijk
  • Eric Halsband, Stafhouder van Leuven
  • Dirk Van Coppenolle, Stafhouder van Hasselt
  • Eric Schellingen, Stafhouder van Tongeren
  • Eddy Van Daele, Stafhouder van Mechelen
  • Lieven De Moor, Stafhouder van Oudenaarde
  • Egied Wouters, Stafhouder van Turnhout
  • Francis Ver Elst, Stafhouder van Ieper
  • Joachim Van Speybrouck, Stafhouder van Veurne

Bron » De Wereld Morgen

Eurocommissaris “verbaasd” over gebrek aan Belgische cijfers over justitie

Ons land levert amper betrouwbaar en volledig cijfermateriaal aan de Europese instellingen over de werking van onze justitie. Daardoor kan de Europese Commissie ons land niet goed evalueren. De Europees Commissaris voor Justitie Vera Jourova zegt “verbaasd” te zijn en zal aan de Belgische overheid vragen om beter samen te werken.

Hoeveel zaken worden er ingeleid bij een rechter? Wat is de gemiddelde tijd voor de behandeling van een zaak in eerste aanleg? Allemaal vragen die de Europese Commissie graag beantwoord wil zien zodat de Commissie een betrouwbare vergelijking kan maken tussen de verschillende Europese lidstaten. Dat moet de lidstaten onder druk zetten om de efficiëntie, kwaliteit en onafhankelijkheid van hun gerechtelijk apparaat te verbeteren.

Maar ons land blijft in gebreke en levert maar geen cijfermateriaal. Niet uit principe – zoals het Verenigd Koninkrijk of Spanje -, maar wel omdat ons land kampt met een capaciteitsprobleem en ontoereikende informaticasystemen.

“Ik was zelf verbaasd om te ontdekken dat België één van de landen is die in gebreke blijven”, reageert commissaris Jourova. “Ik ga de Belgische autoriteiten vragen om beter samen te werken met de Commissie en de andere lidstaten.”

Sinds 2013 maakt de Commissie jaarlijks een vergelijking van de gerechtelijke prestaties in de lidstaten. Jourova toonde zich bemoedigd door de resultaten. De meeste lidstaten hebben het voorbije jaar hervormingen aangevat die hun gerechtelijk systeem op termijn moeten verbeteren, klinkt het.

Bron » VRT Nieuws