Brussels advocaat Michel Graindorge overleden

In Ukkel is zondagmiddag de Brusselse advocaat Michel Graindorge overleden. Dat heeft zijn familie gemeld. Graindorge gold als een ‘geëngageerd advocaat’ en verdedigde zowel vakbondsman Roberto D’Orazio als baron Benoît de Bonvoisin, die in uiterst rechtse hoek werd gesitueerd. Hij werd 75 jaar.

Graindorge zat in 1979 ook een aantal maanden in de cel na de spectaculaire ontsnapping in de rechtzaal van François Besse. Dat was de rechterhand van de toenmalige Franse vijand nummer één, Jacques Messerine. Besse had bij een van de rechtszittingen een schietwapen mee naar binnen gesmokkeld en kon na een gijzeling ontsnappen.

Na de ontsnapping werd advocaat Graindorge verdacht van medeplichtigheid. Hij werd gearresteerd en zat uiteindelijk vier maanden in de gevangenis, waarna hij werd vrijgesproken.

De advocaat trad op in nog een aantal andere geruchtmakende zaken. Zo was hij de raadsheer van de families van de in Rwanda vermoorde para’s en de slachtoffers van de bende van Nijvel. Ook de jonge Michel Strée, die in 1980 een bus gijzelde en naar de RTBF reed, waar hij op het scherm een verklaring wilde afleggen, koos Graindorge als raadsman.

In 2010 verdedigde hij nog de inmiddels voor terrorisme veroordeelde Marokkaans-Belgische vrouw Malika El Aroud. Michel Graindorge verbleef al een jaar in het ziekenhuis. Hij was vader van twee zonen en een dochter, de violiste en actrice Catherine Graindorge.

Bron » De Standaard

Graindorge: ‘Extreem-rechtse rijkswachters maakten Bende mogelijk’

De extreem-rechtse ideologie die een aantal figuren in de rijkswacht eind jaren zeventig begin jaren tachtig aanhingen, hebben een ‘plan van politieke destabilisatie’ mogelijk gemaakt waarvan de moorden van de Bende van Nijvel de uitvoering waren. Dat stellen de advocaten Graindorge en Magnée, die de belangen van de burgerlijke partijen in het dossier behartigen.

De advocaten Graindorge en Magnée werden gisteren gehoord door de raadkamer van Charleroi. Die moet zich uitspreken over de vraag of tien verdachten in het Bendedossier die al meer dan tien jaar beschuldigd zijn maar nooit voor een rechtbank zijn verschenen, buiten vervolging moeten worden gesteld. De families van de slachtoffers verzetten zich tegen die maatregel. De raadkamer zal op 3 januari 1997 een uitspraak doen.

Tijdens een persconferentie na afloop van hun onderhoud op het gerecht van Charleroi uitten Graindorge en Magnée zeer zware beschuldigingen aan het adres van de rijkswacht. Volgens de advocaten blijkt uit het Bendedossier en uit getuigenissen van ‘democratische en eerlijke’ rijkswachters dat in de jaren 1975-85 in alle graden van het corps figuren aanwezig waren die een extreem-rechtse ideologie aanhingen en zich daar ook naar gedroegen. Sommige van die personen zijn uit de rijkswacht gestoten, anderen hebben het corps verlaten, maar er zijn er ook nog steeds in dienst.

Deze rijkswachters, een minderheid die wel kon rekenen op bepaalde steun van het opperbevel, hebben, zo stellen de advocaten, de uitvoering van een plan van politieke destabilisatie mogelijk gemaakt. Daardoor konden er onder meer moorddadige aanslagen gepleegd worden die aan minstens 29 personen het leven hebben gekost. De advocaten noemden ook een twintigtal namen van geviseerde rijkswachters, waaronder die van de reeds veroordeelde Beijer en Bouhouche.

‘Het is tijd dat het opperbevel van de rijkswacht het eigen corps aan een kritisch onderzoek onderwerpt én dat de oproerige elementen die minstens een strategie van de spanningen hebben opgezet om tot een poging tot staatsgreep te komen, aangeklaagd worden’, aldus Graindorge en Magnée. De advocaten hielden er wel aan aan het ‘moedige, besliste en geduldige optreden’ van de rijkswachters van de cel van Jumet en van de gerechtelijke politie te prijzen.

Het Algemeen Commando van de rijkswacht stelde gisteren in een reactie dat het de taak van het gerecht is om het onderzoek in het Bendedossier te voeren. Ze voegden eraan toe dat de reeks namen opgesomd door beide advocaten, een zeer bizar amalgaam is van personen die jaren geleden het corps verlieten of ontslagen werden, inmiddels overleden zijn, gerechtelijk vervolgd maar vrijgesproken zijn, veroordeeld zijn, nooit bij de rijkswacht zijn geweest en er nu nog steeds bij zijn. Ze vroegen zich af of de systematische aanvallen aan het adres van het korps in het Bendedossier eengeorganiseerde campagne zijn.

Bron » De Tijd