Kristel uit Tervuren heeft de hand van de ‘reus’ gevoeld in 1985 en durft niet naar serie over Bende van Nijvel kijken

Kristel Caron (56) uit Tervuren wil wel graag, maar durft niet naar de televisiereeks “1985” kijken. Waarom niet? Op 27 september 1985 stond ze, als 18-jarige, aan een kassa van de Delhaize van Overijse oog in oog met de ‘reus’ van de Bende van Nijvel. En dat beeld is ze nooit vergeten. En toch moest het ergste nog komen: 5 doden in en rond de Delhaize in Overijse.

Op vrijdagavond 27 september haalt de Bende Van Nijvel verwoestend uit. Na een stilte van bijna twee jaar vallen de overvallers schietend binnen in de Delhaize van Eigenbrakel, ze maken drie dodelijke slachtoffers. Een kwartier later rijden ze de parking van de Delhaize in Jezus-Eik (Overijse) op, twee mannen stappen uit een wagen en beginnen meteen te schieten. Daar begint het verhaal van Kristel Caron.

“Ik was net afgestudeerd en in september bij Delhaize begonnen. Vrijdagavond was ik aan het werk aan kassa 11, de voorlaatste kassa. Een klant riep: een overval! Ik hoorde precies ballonnen die sprongen. En dan zag ik twee mannen met zwarte lange jassen, een masker en een zwarte muts of hoed op het hoofd. Eerst gingen ze naar boven naar het bureel. Ik wist niet dat er nog een derde aan de ingang van de kassa stond, die man was de schutter, de killer, hij heeft iedereen doodgeschoten. Ze gingen kassa per kassa af. Het duizelde in mijn hoofd, ik was gaan liggen, maar kroop weer recht omdat ik zeker wou zijn dat ik de kassa wel open kreeg.” Iets wat achteraf belangrijk bleek, bij een collega kassierster, Rosa uit Huldenberg, ging het niet snel genoeg, zij werd doodgeschoten.

Grote handen en heldere blauwe ogen

“Als ik mijn ogen sluit kan ik die film weer helemaal afspelen. ‘De reus’ kwam naar mijn kassa, hij was opvallend groot. Of hij Nederlands of Frans sprak was me onduidelijk, misschien omdat ik zelf perfect tweetalig ben. Hij nam het geld en stopte het in een zwarte vuilniszak met daarop ‘Propsac’. Hij zei dat ik moest gaan liggen, zijn geweer in de hand en met de andere hand duwde hij me naar beneden. Het was een grote hand en hij had opvallend helderblauwe ogen. Die kon ik zien onder het masker, een aansluitend masker van een man waarmee je kon kijken en bewegen met je mond. Daarboven droeg hij een zwarte muts. Daarna waren ze snel weg met hun Volkswagen Golf GTi.”

Fles wijn gegooid

“Wat me opviel, is hoe koelbloedig en professioneel ze te werk gingen,” vertelt Kristel. “Daarna bleef het even stil en toen barste het gehuil en geschreeuw los. Vanaf dan weet ik niets meer of in flarden. Ik heb met een collega nog een deken over onze overleden collega gelegd. Eén van de hoofdkassiersters had haar schort uitgedaan en wou de overvallers achterna rijden met haar auto. Ze had eerst al een fles wijn in hun richting gegooid. Gelukkig was dat niet raak, je weet nooit hoe ze gereageerd zouden hebben,” aldus Kristel. Maandag erna ging ze opnieuw werken. Van hun werkgever Delhaize hoorde ze niets: “Geen brief, geen opvang en geen begeleiding. Zwijgen en weer aan de slag, dat was het.”

Maskers

“Ik ben nog steeds doodsbang voor maskers. Carnaval vind ik een vervelende periode. Als ik onverwacht iemand zie met een masker loop ik voor mijn leven. Mijn kinderen mochten ook nooit maskers dragen”, vertelt Kristel. “Ik heb de draad snel weer opgepikt en blijven werken bij Delhaize en later bij Di. Toen ik enkele jaren geleden de reconstructie van Aalst zag op Telefacts ging ik in shock en was ik weken out.”

Ooit eens kijken

“De serie ‘1985’ neem ik op. Iedereen zegt me dat ze goed is en ik ben altijd alles over de Bende blijven volgen. Maar ik ben bang om opnieuw in shock te gaan. Misschien kijk ik later eens en zeker op mijn eentje, daar hoeft niemand bij te zijn. Maar nu durf ik het niet.” Op de vraag wie er achter de Bende zit heeft ook Kristel geen antwoord: “Ik volg de politiek en alle theorieën niet, maar ik ben wel blij met de serie, er moet aandacht blijven voor de gruwel van de Bende van Nijvel. Ik hoop dat de zaak niet verjaart en dat ze blijven zoeken naar de daders.”

Haemers

Op de vraag of de ‘reus’ met de opvallende grote ogen misschien Patrick Haemers was (Haemers was van het nabije Sint-Lambrechts-Woluwe en heeft nog steeds naaste familie in Overijse, n.v.d.r.), die ook in de serie 1985 opduikt, antwoordt Kristel negatief: “Nee, hij was het niet, dat zou ik geweten hebben. Waar ik wel zeker van ben is dat ze de Delhaize van Overijse goed kenden. Ze kenden de parking en ook de weg in de Delhaize zonder enig aarzelen. Ze zijn zeker op verkenning geweest.”

Bron » VRT Nieuws

‘Hij was altijd bezig over die staatsgreep, en over een bepaalde ‘kolonel’’: dochter van vermoorde bankier uit ‘1985’

In de tv-serie 1985 doet Léon Finné weinig anders dan zuipen, feesten en waarschuwen voor staatsgrepen. Om dan te worden neergekogeld door de Bende van Nijvel. ‘Voor mij was hij een toevallig slachtoffer’, zegt dochter Patricia Finné.

Hij wordt al jaren beschouwd als het meest enigmatische slachtoffer van de Bende. Tot drie jaar voor zijn dood runde Léon Finné het Brusselse filiaal van de Banque Copine aan de Louizalaan, vlak bij het Justitiepaleis. Hij was de bankier van zowel politiemensen en magistraten als drugscriminelen. Aan digitaal bankieren deden ze nog niet, en dus reed Finné geregeld met zakken vol cash naar het Groothertogdom Luxemburg om ze daar op geheime rekeningen te zetten.

“Als wij criminelen wilden pakken door zogezegd een lading drugs te kopen, dan belden we Finné”, herinnert een oud-drugsspeurder zich. “Dan kwam die aangereden met zijn Amerikaanse slee met twee vlaggetjes voor en twee achter. En een aktetas vol cash. Om te tonen aan de criminelen. ’s Avonds werd de operatie meestal uitgebreid gevierd.”

Staatsgreep

In 1981 zocht Léon Finné contact met rijkswachtmajoor Herman Vernaillen, om hem te waarschuwen voor een nakende staatsgreep door een extreemrechtse groep binnen de rijkswacht. Dezelfde Vernaillen die eind 1981 maar net een moordpoging door zijn ondergeschikten Madani Bouhouche en Robert Beijer overleefde.

Uitgerekend diezelfde Léon Finné werd in de avond van 27 september 1985 op de parking van de Delhaize in Overijse met niet minder dan negen kogels neergemaaid door de Bende van Nijvel. Die doodde bij een dubbele raid – eerst in Eigenbrakel, dan Overijse – acht mensen.

In 1985 wordt het personage tot leven gewekt door de Waalse acteur Jean-Michel Balthazar. Die speelt een buikige figuur die onophoudelijk zit te schransen, te zuipen en complottheorieën te debiteren. “De makers hebben me vooraf het scenario laten lezen”, zegt dochter Patricia Finné (66). “Ik ging ervan uit dat het bedoeld is als fictie, zoals de makers bij elke gelegenheid benadrukken. Ik heb geen enkele aanpassing gevraagd. Want er is opnieuw aandacht voor de zaak, er kijken 1,4 miljoen mensen, donc ça m’arrange. Misschien maakt de reeks iets wakker bij een of andere getuige. In alle misdaadzaken is er altijd iemand die iets weet en wil praten. Hier dus niet. Er is overduidelijk een omerta.”

“Ik was 29 jaar toen mijn papa stierf. Ik had een zoontje van vier en ik was samen met mijn man. Ik was een jonge moeder en had mijn eigen leven. Later pas ben ik me beginnen te informeren over wie mijn vader was. En toen ik dat scenario las, dacht ik: ze hadden nog een serieuze stap verder kunnen gaan. (lacht) Ja, mijn vader wás een bon vivant, om het zacht uit te drukken.”

In 1982 kwam de Banque Copine in zwaar weer omdat een aantal bankiers met de boekhouding zou hebben geknoeid en er een gat was ontstaan van 25 miljoen euro. “Mijn vader is toen ontslagen”, zegt Patricia. “Dat herinner ik me heel scherp: hij ontkende de tegen hem geuite aantijgingen en keek vol vertrouwen uit naar de rechtszaak. Maar die heeft hij dus niet meer meegemaakt. De laatste twee jaar werkte hij voor een bank in Luxemburg.”

‘Toevallig’

Léon Finné moet een uniek perspectief hebben gehad op het Brusselse criminele wereldje van toen. In talloos veel boeken en op internetfora wordt zijn aanwezigheid in de Delhaize van Overijse, uitgerekend die avond, beschouwd als té toevallig om aanhalingstekens rond dat woord weg te halen.

“Hij woonde in Overijse, op twee kilometer van de Delhaize”, zegt Patricia Finné. “Hij kocht daar dagelijks zijn krant. Het klopt wel dat hij de hele tijd bezig was over die staatsgreep, en ook over een bepaalde ‘kolonel’. Dat kwam altijd terug: ‘De kolonel heeft dit gezegd, de kolonel heeft dat gezegd…’ Wie die kolonel was? Geen idee. Dus ja, hij zat middenin het wereldje dat je nu ziet in 1985, maar als iemand hem specifiek naar het leven stond, kon die persoon hem toch ook voor zijn huis opwachten? Elk ander scenario lijkt me eerder iets voor Steven Spielberg.”

Ooggetuigen

Volgens ooggetuigen was de 14-jarige Stéphane Notte, die op de parking van de Delhaize wat aan het fietsen was, de eerste die die avond de gewapende en gemaskerde mannen opmerkte. Hij begon te schreeuwen. Daarop laadde een van hen zijn riotgun en schoot het joch neer voor de ogen van Léon Finné. Die behoorde tot een van de eerste Belgen met een autotelefoon, rende naar zijn auto om de politie te bellen, maar werd ook neergeschoten. Zijn moordenaar draaide zijn lichaam nog om met zijn voet en vuurde dan meerdere genadeschoten af. “De feiten zijn uitvoerig gedocumenteerd”, zegt Patricia. “Mijn papa was gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats.”

Er zijn van Léon Finné nauwelijks foto’s opgedoken, behalve eentje, in het boek dat Patricia Finné in 2012 publiceerde met Michel Leurquin. We zien de piepjonge Patricia met haar hand op zijn schouder. Hij houdt een jachtgeweer vast en draagt een cowboyhoed.

“Hij had in zijn villa in Overijse veel wapens liggen”, weet Patricia nog. “Hij had ook vier honden. Een politieman die aanwezig was in de Delhaize heeft mijn vader herkend. Agenten zijn die avond naar de villa gereden en hebben er de drie grote Duitse herders doodgeschoten. Zonder de familie te bellen. Er was ook nog een puppy, en die hebben ze naar het asiel gebracht. Het was zo’n rare, akelige tijd.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Journalisten blijven zich vragen stellen bij onderzoek naar Bende van Nijvel

Deze week was het 35 jaar geleden dat de Bende van Nijvel bij een overval op de Delhaize van Overijse vijf doden maakte. Bijna evenveel jaar volgen journalisten Dirk Barrez, Douglas Deconinck en Lennart Segers het dossier op. Ze blijven met veel vragen zitten over het onderzoek.

25 jaar geleden al maakte journalist Dirk Barrez een dubbele Panorama-uitzending over het onderzoek naar de bende. De druk bekeken uitzending legde duidelijk bloot dat het onderzoek slecht gevoerd werd.

Zoveel jaar later is er in zijn ogen weinig veranderd: “Toen was het wel heel duidelijk uit heel wat interviews in het programma: dit onderzoek is nooit goed gevoerd en eigenlijk de verkeerde baan op geleid. Een aantal onderzoekssporen is niet onderzocht. Eigenlijk kan je die Panorama gewoon opnieuw uitzenden. Veel zal je er niet moeten aan wijzigen. Alleen moet je nog sterker concluderen: dit onderzoek is nooit ernstig gevoerd, ook niet na die Panorama.”

Christiaan Bonkoffsky

Douglas De Coninck van De Morgen denkt dat het spoor rond Christiaan Bonkoffsky door het parket is verlaten. Christiaan Bonkoffsky uit Aalst zou op zijn sterfbed bekend hebben aan zijn broer dat hij betrokken was bij de bende: “Telkens als hij en zijn broer naar tv keken en het ging bijvoorbeeld over opgravingen naar de Bende van Nijvel zei hij steeds dat ze niets zouden vinden. Opmerkelijk. Ook het feit dat hij herkend is bij één van de aanslagen in 1985 en dat er iets opmerkelijks is aan zijn personeelsfiche ten tijde van de aanslagen van Overijse en Eigenbrakel zijn belangrijke aanwijzingen.”

Kennen speurders alle verhalen uit Overijse?

Journalist Lennart Segers was op het moment van de overval in Overijse amper 12 jaar oud. Hij woonde op enkele honderden meters van de Delhaize. De 14-jarige jongen die op de parking werd doodgeschoten was een kennis van hem. De bende is hem dan ook blijven fascineren.

En hij vraagt zich af of alle verhalen over de aanslag in Overijse wel bekend zijn bij de speurders: “In Overijse wordt niet luidop gepraat over de Bende, onder vier ogen wel en zo ben ik nog iets te weten gekomen. Er circuleren rond de Bende van Nijvel veel namen: Bouhouche, Beijer, Van Esbroeck, Vandenboeynants, Vandeuren, Latinus, Bultot, Bougerol … namen die in de jaren 80 veel in de media verschenen.”

Eén van die figuren is door een vrouw herkend in Overijse, niet op de avond zelf maar wel voordien en nadien. Die vrouw woonde in het centrum van Overijse, in een winkeltje in de buurt herkende ze één van die bekende namen. Hij was heel opvallend gekleed en hij reed met een erg opvallende auto. Die vrouw zag enkele dagen na de aanslag diezelfde auto op de parking van de Delhaize staan. Wat kwam die man daar doen? Sporen uitwissen?

Toen ze hem weer zag, durfde ze hem aanspreken en zei ze vrolijk “ik heb uw auto gezien aan de Delhaize.” Tot nu toe had hij altijd vriendelijk geknikt als hij haar zag, maar toen antwoordde hij meteen wel tien keer na elkaar “Ce n’ était pas moi”. Ik zeg niet dat die man het gedaan heeft, maar hij is ook gezien in een café in Aalst voor de aanslag daar. Met een alibi heeft hij dat ontkend. Maar ik vraag me gewoon af of alle verhalen uit Overijse wel bekend zijn bij de speurders.”

Bron » VRT Nieuws | Bart De Coster

Kroongetuige overval Bende van Nijvel Overijse: “Een van de bendeleden was vermoedelijk een jeugdvriend van mij”

Mark Ghekiere (67) is een van de kroongetuigen van de overval van de Bende van Nijvel in Overijse. Die avond was hij aan het Delhaize-filiaal verkiezingsaffiches aan het ophangen en zag hij alles gebeuren. Nu, 35 jaar later, vermoedt Mark dat een van de bendeleden een jeugdvriend van hem was.

Samen met Luc Bennekens en enkele andere kompanen hangt Mark Ghekiere die bewuste avond aan de Delhaize verkiezingsaffiches op van Jean-Luc Dehaene. Hij staat onderaan de ladder, zijn vriend Luc bovenaan. “Die mannen komen toe en zeggen aan Luc dat hij naar beneden moest komen en mee moet gaan”, begint Mark zijn verhaal.”Wij dachten e

erst dat het een carnavalsmop was, maar dat veranderde snel toen we zagen dat een jongen van veertien al was neergeschoten. Luc is meegaan met de daders, hij werd als menselijk schild gebruikt. Samen met de anderen ben ik gaan schuilen achter de carwash. En toen de Bende klaar was met hun aanval, zagen we hoe Luc werd doodgeschoten en hoe de Bende wegvluchtte in een Golf GTI met openstaande koffer.”

Menselijk schild

Nu, 35 jaar na de feiten, blijft Mark nog elke dag piekeren over die bewuste avond. Hij blijft zich afvragen waarom hij niet als menselijk schild werd gebruikt. “Ik vraag me nog altijd af waarom ik niet werd meegenomen door de Bende als menselijk schild”, zegt Mark. “Ik stond onderaan de ladder, Luc stond bovenaan. Het zou toch veel gemakkelijker geweest zijn om mij mee te nemen in plaats van te wachten tot Luc van de ladder was.”

Volgens Marc is hiervoor maar één verklaring. “Ik vermoed dat een van de daders iemand is uit mijn jeugdjaren. Zijn naam zal ik niet zeggen, want ik heb geen bewijzen. Maar het gaat om een jeugdvriend uit de regio Watermaal-Bosvoorde en Oudergem. Iemand die in die tijd deel uitmaakte van de groep Diane. Voor ik sterf zou ik dan ook graag weten of ik het bij het rechte eind heb. Ik ben aan het rondhoren of de man die ik voor ogen heb nog leeft, om eindelijk de waarheid te horen.”

Bron » VRT Nieuws | Lieselot Terryn

Overijse wil rouwmonument voor slachtoffers Bende van Nijvel als familie er om vraagt

In Overijse hangen de vlaggen halfstok als teken van medeleven voor de slachtoffers van de aanslag van de Bende van Nijvel in 1985. Vijf mensen werden 35 jaar geleden, op 27 september 1985, brutaal neergeschoten aan de Delhaize in Overijse. Het gemeentebestuur van Overijse denkt er nu over om een rouwmonument voor de slachtoffers te plaatsen.

Zondag 27 september was het precies 35 jaar geleden dat de Bende van Nijvel vijf mensen neerschoot in de Delhaize van Jezus-Eik, een gehucht van Overijse. Om de slachtoffers te herdenken, hangen de vlaggen voor het gemeentehuis halfstok. Als familieleden van slachtoffers dat wensen, kan er ook een officieel rouwmonument komen, zegt burgemeester van Overijse, Inge Lenseclaes. “Dit is iets wat Overijse erg heeft geraakt en wat nog steeds leeft in het dorp. Uit respect en medeleven hebben we de vlaggen halfstok gehangen. Mochten slachtoffers of familieleden vragen om een gedenkteken of rouwmonument dan staan we we daar zeker voor open. Toch gaan we niet zelf het initatief nemen.”

Overijse staat ook open voor vragen van slachtoffers of hun familie. 35 jaar later is er nog geen enkele doorbraak in het onderzoek. “Onbegrijpelijk”, zegt burgemeester Inge Lenseclaes. “Het is hallucinant dat we nog steeds de daders en opdrachtgevers niet kennen.” Minister van justitie Koen Geens (CD&V) uit buurgemeente Huldenberg gelooft dat er nog een proces komt voor de feiten verjaren in 2025. “Ik denk dat we de waarheid aan het licht kunnen brengen. De mensen van het federaal parket waarmee ik onlangs nog gesproken heb, geven mij ook die hoop. Het dossier is helemaal in orde, elk stuk, elk document, elk stukje DNA wordt onderzocht en samengebracht op onverbeterbare wijze.”

Bron » VRT Nieuws