Bende van Nijvel-slachtoffer: “Kassierster bevestigt dat Delhaize afgeperst werd ten tijde van overvallen”

In de zaak van de Bende van Nijvel reageert slachtoffer David Van De Steen niet verbaasd op het feit dat gewezen Westland New Post-lid Michel Libert de vroegere eerste minister Paul Vanden Boeynants heeft aangeduid als een kopstuk van de extreemrechtste organisatie. “Libert heeft vermoedelijk schrik dat het boeltje allemaal op zijn hoofd zou terechtkomen. Vanden Boeynants had de politieke macht om alles toe te dekken, maar de vraag is wat VDB wou bekomen? “ Volgens Van De Steen heeft een kassierster van de Delhaize in Aalst nu bevestigd, dat het warenhuis afgeperst werd.

Libert noemde de in 2001 overleden Vanden Boeynants tijdens een gesprek met de regionale zender TV Oost “onze baas”. “Hij was niet alleen, maar hij was een kopstuk”, aldus Libert, die zelf regelmatig als de nummer twee van WNP wordt aangeduid. “We zien Vanden Boeynants (..) opduiken in elke missie, in elk rapport”, had Libert in 1992 ook al verklaard in een debat op de RTBF. Hij had ervoor al erkend dat hij voor Westland New Post verkenningsopdrachten uitvoerde in supermarkten, maar deelname aan overvallen op warenhuizen heeft hij altijd ontkend.

“Het is de eerste keer dat hij letterlijk VDB als baas omschrijft”, zegt Van De Steen. De man verloor bij de overval op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, waarbij acht mensen om het leven kwamen, zijn ouders en zijn zus. “Libert heeft vermoedelijk schrik dat het boeltje allemaal op zijn hoofd terechtkomt. Het hangt allemaal aan elkaar. Libert moest planningen maken hoe het bij Delhaize in het werk ging. Als dat inderdaad in opdracht was van VDB, wat wou VDB daarmee bekomen?”.

Afgeperst

“Ik heb altijd gezegd dat Delhaize afgeperst geweest is, maar het warenhuis heeft dat altijd ontkend”, stelt Van De Steen. “Ik heb nu een kassierster uit Aalst die bevestigt dat Delhaize tussen de voorlaatste aanval (de hold-up van de Delhaize in Eigenbrakel en Overijse op 27 september 1985, nvdr) en de laatste aanval van de Bende (Delhaize Aalst) een dreigbrief gekregen heeft. Het personeel moest dan oefenen over wat ze moesten doen bij een overval. De namen van VDB en de grote bazen van Delhaize doken al eerder op in verband met zwart geld en vastgoedbeleggingen in de Brusselse prostitutiebuurt.”

Delhaize moet nu erkennen dat ze afgeperst geweest zijn, zegt Van De Steen. “Als slachtoffer werpt dat een heel ander perspectief op het gebeuren. Als Delhaize wist dat het kon gebeuren, hebben ze heel weinig gedaan om het voorkomen, en ze hebben ons daarna aan ons lot overgelaten. De vraag is in hoeverre iedereen op de hoogte was van die dreigbrief.”

“Geen vertrouwen meer”

Van De Steen stapt zelf niet meer naar het gerecht met nieuwe elementen. “Ik heb totaal geen vertrouwen meer in justitie. De voorbije maanden heeft niemand van het gerecht ons laten weten hoe het staat met het onderzoek. Ik vernam onlangs van anderen dat uit een nieuw pv zou blijken dat Bonkoffsky (de ex-rijkswachter die op zijn sterfbed zou gezegd hebben dat hij bij de Bende van Nijvel was, nvdr.) en Libert elkaar kenden, maar dat is nog niet bevestigd.”

Bron » Het Nieuwsblad

Michel Libert wijst oud-premier Vanden Boeynants aan als kopstuk bij extreemrechtse Westland New Post

In een interview met TV Oost noemt Michel Libert de anonieme getuige die hem aanduidt als ‘De Reus’ van de Bende van Nijvel “psychisch gestoord”. Hij sluit niet uit dat leden van het extreemrechtse Westland New Post deel hebben genomen aan de moord- en roofpartijen van de Bende. Overigens beweert Libert dat oud-premier Paul Vanden Boeynants het kopstuk van de extreemrechtse organisatie is.

Libert noemt de in 2001 overleden Vanden Boeynants tijdens het gesprek “onze baas”. “Hij was niet alleen, maar hij was een kopstuk”, zo zegt Libert, die zelf regelmatig als de nummer twee van WNP wordt aangeduid.

Libert kwam eerder deze maand nog in het nieuws omdat hij door een nieuwe getuige “De Reus” van de Bende van Nijvel werd genoemd. Libert doet die beschuldiging zondag af als leugens. “Die man heeft psychische problemen”, zo stelt hij.

Wel geeft hij toe dat er een link tussen WNP en de Bende van Nijvel kan bestaan. Hij verwijst daarbij naar Christian E., die volgens Libert van plan was om samen met enkele huurlingen zelf “terreur te zaaien”.

Bron » Gazet van Antwerpen

Advocate Paul Vanden Boeynants vindt beschuldigingen in zaak bende van Nijvel belachelijk en schandalig

De beschuldigingen die gewezen Westland New Post-lid Michel Libert uit aan het adres van de vroegere eerste minister Paul Vanden Boeynants, zijn belachelijk en schandalig. Dat zegt meester Véronique Laurent, de advocate van de familie Vanden Boeynants. In een interview dat zondag werd uitgezonden door de regionale zender TV Oost zei Libert dat Vanden Boeynants een kopstuk was van die extreemrechtste organisatie.

Libert noemt de in 2001 overleden Vanden Boeynanst tijdens het gesprek “onze baas”. “Hij was niet alleen, maar hij was een kopstuk”, zei Libert, die zelf regelmatig als de nummer twee van WNP wordt aangeduid.

Het interview zondagavond was ook niet de eerste maal dat Libert de naam van Vanden Boeynants liet vallen. In 1992 was Libert te gast in een debat op de RTBF, naar aanleiding van een documentaire van BBC over het Gladio-netwerk, dat gelinkt werd met de Bende van Nijvel. In het BBC-programma erkende Libert dat hij voor Westland New Post verkenningsopdrachten uitvoerde in supermarkten, maar deelname aan overvallen op warenhuizen heeft hij altijd ontkend.

Libert verklaarde in het debat dat hij meer dan 50 personen, onder wie hooggeplaatsten, “zonder ze te beschuldigen”, in verband kon brengen met WNP. “We zien Vanden Boeynants (…) opduiken in elke missie, in elk rapport. Dat is niet per toeval”, zei Libert toen.

“Deze beschuldigingen zijn belachelijk”, zegt meester Véronique Laurent. “Op die manier iemand beschuldigen die zich niet langer kan verdedigen, is bovendien schandalig.”

Bron » Gazet van Antwerpen

Begraven in waterput? Op de vlucht met blondine? De wildste theorieën deden de ronde, tot bleek dat Vanden Boeynants ontvoerd was

Zijn favoriete pijp. En ook een achtergelaten schoen, een hoorapparaat en een injectienaald. De start van de speurtocht naar de ontvoerders van gewezen premier Paul Vanden Boeynants (toen 69) in 1989 heeft veel weg van een onnozel raadseltje. Maar in angstige tijden van de CCC en de Bende van Nijvel blijkt het bittere ernst. Met in de hoofdrol de bende rond Patrick Haemers, een geheime transactie van het losgeld in Genève, een villa in Le Touquet, een arrestatie in het station van Metz en finaal een apotheose in een warenhuis in Rio. “Ik zwoer dat ik al die tijd geen traan zou laten”, zei de betreurde VDB.

Polle Pens. Zo luidde de ­bijnaam van Paul Vanden Boeynants. Omdat de christelijke politicus (PSC) op door hem georganiseerde pensenkermissen al eens gretig trakteerde op bloedworst. De pensen van de slagerszoon sloegen aan, want tot tweemaal toe schopte hij het tot premier van ons land (1966-68 en 1978-79). Al waren niet al zijn daden even christelijk geïn­spireerd. De flamboyante “VDB” was uiterst controversieel en na een veroordeling voor belastingontduiking een koele minnaar van Justitie. Steevast waren er verhalen over buiten de lijntjes kleuren.

En dus gonst het halfweg ­januari 1989 van de geruchten dat VDB gewoon het gerecht te slim af is geweest, wanneer hij plots van de aardbol ver­dwenen lijkt. Want sinds de 14de januari ’s avonds is hij nergens meer te bespeuren. Zijn laatste teken van leven? Het moment dat hij na het parkeren van zijn wagen naar het appartement trekt, de pijp in de mond.

“Later die avond sloeg zijn vrouw alarm”, zegt Jean-Marie Brabant, destijds hoofd van de BOB, de opsporingsbrigade van de rijkswacht. En als speurders die nacht VDB’s pijp in de ondergrondse garage terugvinden, naast één van zijn schoenen, zijn hoorapparaat én een injectienaald vreest men voor een ontvoering. “Alles wees op hevig ­verzet en een ontvoering na verdoving”, zegt openbaar aanklager Pierre Morlet.

Maar door wie? En heeft VDB niet gewoon alles in scène gezet? Dagenlang gonst het van de wildste complottheorieën. Dat hij begraven ligt in een waterput. Of gezien is op de vlucht met een blondine. Geen geruchten: de dreigbrieven die hij al maanden krijgt en de extra beveiliging die hij heeft gevraagd. “We wisten helemaal van niets en waren doodongerust”, zegt zoon Christian, die in het holst van de nacht meteen terugkeert van zakenreis.

Linkse en rechtse extremisten

Het waren de nadagen van de bloedige jaren 80, met aanslagen van de Bende van Nijvel en de CCC. In Italië was de toenmalige premier Aldo ­Moro vermoord teruggevonden, in Duitsland de leider van de werkgeversorganisatie. Het waren woelige tijden, met linkse en rechtse extremisten die net niet over elkaar struikelden.

Als op de redactie van de krant Le Soir een telefoontje binnenloopt van de Brigade Socialiste Revolutionnaire om de ontvoering van VDB op te eisen, wordt dat eerst weggelachen. “Dan ben ik de koningin van Engeland. Onnozelaar”, zegt de nachtwaker, die vervolgens de telefoon neergooit. Maar de briefjes op de redacties en op een politiekantoor blijven komen. Probleem: niemand in ons land heeft ooit gehoord van de Brigade Socialiste Revolutionnaire die de ontvoering opeist. Later zal ook blijken dat het geen revolutionairen waren, maar puur op geld beluste gangsters.

Favoriete tabak

Vier dagen na de ontvoering geeft zoon Christian een eerste emotionele persconferentie. Na zeventien dagen zonder nieuws volgt een tweede. De familie is ten einde raad. “Mijn moeder, mijn zuster en ik zijn zeer ongerust. We hebben geen enkel teken van ­leven. Nous sommes avec toi, papa. Er is niet het minste contact met de ontvoerders.”

Die zitten verscholen in een villa in de Franse badplaats Le Touquet en houden VDB koest met handboeien en groenten uit blik. Hij krijgt hun gezichten nooit te zien en leeft enkel met het idee dat hij zal vrijkomen als zijn familie 400 miljoen Belgische frank – 10 miljoen euro – op tafel legt.

“Het grootste deel om uit te delen aan de armen, de rest van de miljoenen voor ons”, klinkt het. VDB verklaart zijn vier ontvoerders zot en onderhandelt dagenlang over een lager bedrag. Hij wil verse groenten, zijn favoriete tabak en vooral: zijn vrijheid terug. In gedachten zit hij bij zijn ongeruste familie, die een bewijs krijgt dat VDB nog leeft: een foto met ongeschoren gezicht, naast een gedateerde krant.

Militaire kledij

In het grootste geheim wordt intussen de overhandiging van het losgeld besproken. “Dat gebeurde via een goede vriend van VDB, Jean Natan”, zegt Pierre Morlet.

Na enkele ontmoetingen met de speurders in een meubelzaak, trekt Natan met 63 miljoen Belgische frank naar ­Genève. Zelfs de Zwitsers weten van niets; het geld wordt zonder bloedvergieten overhandigd. VDB krijgt als beloning een pijp en tabak. En vooral: hij mag na dertig dagen doodsangsten uitstaan huiswaarts. Geblinddoekt dumpen zijn ontvoerders hem in de stationsbuurt van Doornik. De ontvoerders geven hem nog wat geld voor een taxi naar Brussel.

Zijn bevrijding is groot nieuws. De massaal toe­gestroomde pers moet een list bedenken – de aankoop van een welkomstboeketje – om hét beeld te schieten: VDB in kamerjas die aan het raam van zijn appartement verschijnt en even zwaait.

Een dag later spreekt VDB de wereld toe. In zijn gekende, theatrale stijl. Hij hoeft geen vragen en houdt een lange monoloog. “Ze waren zeker met drie. Vier? Waarschijnlijk. Vijf? Mogelijk. Ze dronken geen alcohol, waren altijd heel kalm en droegen militaire kledij. Als ik hen iets wilde zeggen, ging dat via briefpapier. Zelfde verhaal als ik naar het toilet moet. Dertig dagen heb ik tegen mezelf gevochten. En gezworen: VDB, gij zult niet creveren.”

Verraden door adressenboekje

Wie achter ’s lands meeste beruchte ontvoering zit? Geen hond die het weet. Twee weken na de ontvoering van VDB wordt een geldtransport in Groot-Bijgaarden overvallen. De raid is bloederig. Er valt een dode.

Alles wijst op de Bende rond Patrick Haemers. “We waren in die periode al lang met ­Haemers bezig”, vertelt toenmalig rijkswachtofficier Paul Van Thielen. Samen met collega-speurder Daniel Hautera onderscheppen ze een telefoongesprek van Bendelid Basri Basjrami naar diens vriendin over een geheime ontmoeting in Frankrijk. “We zijn dan meteen naar Metz ­gereden”, vertelt Hautera. “Het rendez-vous ging uiteindelijk niet door, maar tot onze verbazing konden we Basjrami arresteren in het station.”

Hij blijkt in het bezit van 200.000 Zwitserse frank. Een deel van het losgeld betaald voor de vrijlating van VDB, blijkt al snel. De val klapt dicht. Het adressenboekje van Basjrami doet de speurders naar een villa in Le Touquet afzakken, waar walkietalkies, bivakmutsen, een schrijfmachine en de ketting waaraan VDB dertig dagen geboeid lag, worden teruggevonden.

Bekentenis op tv

Het spoor naar het brein achter de ontvoering, Patrick Haemers, leidt in mei 1989 naar het Braziliaanse Rio de Janeiro. Haemers leidt er een luxeleven en voelt zich ongrijpbaar. Hij is al jaren een enigma. Paul Van Thielen ­beleeft er het moment van zijn carrière als hij ’s lands meest gezochte gangster kan klissen aan een telefooncel in een ­warenhuis.

Tv-kijkend Vlaanderen ziet op de nationale televisie hoe Haemers de ontvoering bekent en benadrukt dat het puur om het geld te doen was. Niet veel later wordt ook een ander bendelid, Philippe ­Lacroix, in Colombia uit de jungle geplukt. In 1995 verlaat VDB de nationale politiek. Zes jaar later, op zijn 81ste overlijdt hij na een hartoperatie.

Bron » Het Nieuwsblad

“Laat het Bendedossier nu maar verjaren”

Bij de rijkswacht. De Antwerpse oud-politicus en advocaat ­Hugo Coveliers heeft het altijd al gezegd. Daar moesten de leden van de Bende van Nijvel gezocht worden. Als lid van de eerste Bendecommissie stond hij in het parlement doorgaans alleen, met zijn theorie over de georganiseerde misdaad, corruptie en politieke belangen.

Vandaag luidt het oordeel van de toenmalige rebel opvallend mild: “De onderzoekers kenden die fenomenen niet en konden ze niet aanvaarden. Die mensen waren niet noodzakelijk allemaal te kwader trouw.”

We treffen meester Hugo Coveliers (70) in zijn kelder tussen de dossierkasten. Hij gaat binnenkort verhuizen. Maar zijn politiek archief verhuist niet mee. Die 200 archiefdozen en 50 klasseermappen heeft hij vorige week al ondergebracht in het Archief-, Documentatie- en Onderzoekscentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN), bij hem om de hoek. In dat archief schuilen ook alle verslagen van de eerste onderzoekscommissie naar de Bende van Nijvel, waarvan Coveliers – als Kamerlid voor de VU – dertig jaar geleden secretaris was en naam mee maakte in het parlement.

Ook in de jaren daarna zou het Bendedossier nog geregeld opduiken, niet zelden met Coveliers in een hoofdrol. “Toen ik hier vorige week een van de kasten aan het leegmaken was, stootte ik op een artikel uit De Morgen van 1995, met als titel: Hugo Coveliers: ‘De Reus van de Bende is een rijkswachter’.”

Waarom was u daar altijd al van overtuigd?

“Vanwege de manier waarop de Bende opereerde. En ze kenden zeer goed de procedures van de politiediensten. In andere landen had men bij dat soort georganiseerde misdaden ook gezien dat er dan mensen uit de politiediensten mee gemoeid waren.”

“Ikzelf had in 1988, op uitnodiging van de Amerikaanse overheid, de kans gekregen om hun politie- en inlichtingendiensten te gaan bezoeken. Daar had ik geleerd dat de moderne misdaad een vorm van corruptie inhield, met als onmisbaar ingrediënt zogenaamde degenerated agents, ontspoorde agenten die niet meer te vertrouwen waren. Een andere reden om richting de rijkswacht te kijken, was natuurlijk het ontbreken van een motief bij al dat zwaar geweld.”

Waaruit u concludeert dat er maar één reden geweest kan zijn: angst zaaien?

(knikt) “Het doel was een gevoel van onveiligheid creëren, waardoor de macht van de rijkswacht zou vergroten.”

Is het onderzoek naar de Bende van meet af aan slecht gevoerd of hadden de daders het slim aangepakt?

“De onderzoekers hebben het slecht aangepakt omdat het fenomeen van de georganiseerde misdaad, vermengd met politieke belangen, onvoldoende gekend en aanvaard was. De procureurs en andere magistraten konden toen niet aannemen dat er rijkswachters mee gemoeid waren, dat er corruptie was.”

“Ze redeneerden vanuit een soort raison d’état. Ze vertelden mij dat ook toen ik hen privé ontmoette: als we dat allemaal gaan uitspitten, dan riskeren we dat we maar een aantal kleinigheden zullen vinden, maar dat we ondertussen wel heel de rechterlijke macht op losse schroeven zetten. Die mensen waren niet noodzakelijk te kwader trouw. Maar diegenen die wél te kwader trouw waren, rekenden er wel op dat de anderen zo zouden ­reageren. ”

In de theorie die u hanteert, worden de politici en de magistraten die het potje moeten toedekken, gechanteerd met hun seksuele avonturen.

“Het was toen een terugkerend patroon bij georganiseerde misdaad. Je kon iemand chanteren van wie je wist dat die naar de hoeren ging. Later is dat geëvolueerd naar sm en allerlei rommel. Maar ik weet dat veel mensen er twijfels bij hebben, en dat er nooit harde bewijzen zijn gekomen tegen bijvoorbeeld oud-premier Paul Vanden Boeynants (PSC) in de hele zaak van de Roze Balletten en de verhalen over het konfituurbad, waar tal van hoogwaardigheidsbekleders zouden zijn ingedoken. Vanden Boeynants is in de Bendecommissie nog op mij toegestapt om me te zeggen: Moi, je ne pédale pas dans la confiture! En toch vond ik die getuigenis van de prostituee Maud Sarr indertijd wel heel geloofwaardig.”

Louis Tobback (SP.A) zei in De Morgen dat hij Vanden Boeynants “altijd had gekend als een geheelonthouder” en “dat dat toch een handicap was om mee te doen aan een orgie”.

“Louis Tobback is een eerbiedwaardige burgemeester van Leuven. Maar of hij over die zaken ook veel weet, is een andere vraag. (lacht) Het is perfect mogelijk dat Vanden Boeynants geen alcohol dronk, maar hij had bijvoorbeeld wel wat ­maîtresses, die hij telkens ook schepen maakte of een job gaf op een kabinet. Vanden Boeynants heeft me toen trouwens op een onbewaakt moment eens gezegd dat hij me voor zijn dood nog iets zou vertellen.”

Wat dacht u sinds dat moment te weten te komen?

“Ik dacht dat hij mij heel de Bende van Nijvel zou uitleggen.”

Echt?

“Ja. Er is bij veel mensen – of ze nu gelovig zijn of niet – toch zoiets als een geweten dat begint op te spelen wanneer het einde van hun leven in zicht komt. Maar misschien heeft hij mij dat gewoon gezegd omdat hij van mij af wilde zijn. Ik ben hem eind jaren 90 nog eens tegengekomen op een tennistoernooi in Oostende. VDB was daar met een van zijn vriendinnen. Toen ik hem zijn belofte voor de voeten wierp, antwoordde hij: Jaja, maar ik ben nog niet dood.” (lacht)

U was indertijd een van de weinigen die richting de rijkswacht wees. Heeft u toen nooit het signaal gekregen dat u zich ­gedeisd moest houden?

“André Bourgeois, een heel brave CVP’er die was aangesteld als voorzitter van de eerste Bendecommissie om daar de boel te kalmeren, heeft me dikwijls gevraagd of ik niet gemanipuleerd was en waarom ik die dingen toch allemaal vertelde.”

“En Hugo Schiltz, toen vicepremier voor de VU, heeft me nog eens op de passerelle van het parlement gevraagd waarom ik dat allemaal publiek moest maken. Waarop ik zei dat het net was doordat het niet publiek werd gemaakt, dat het niet opgelost raakte. De toon van die vragen was wel nooit intimiderend. Het was eerder een bezorgdheid. Ik stond eens in het parlement in de wc naast premier Wilfried Martens (CVP). Maar Hugo, zei hij, is dat nu allemaal waar wat ge vertelt?”

Een van de conclusies van de tweede onderzoekscommissie was dat de link met de rijkswacht moest worden onderzocht. Is het parlement dan niet belachelijk gemaakt?

“Ja, natuurlijk. (lacht) Enfin, je voelt de beperkte mogelijkheden van het parlement. Het doel van de onderzoekscommissie is uiteraard niet om het gerechtelijk dossier op te lossen. Wel wat moet veranderen in de toekomst. Maar ik geef toe dat ook ik ooit gehoopt heb dat we in de commissie het misdrijf zouden oplossen. IJdele hoop, besef ik nu.”

De recente revelatie over de Reus zal niets meer worden dan een opflakkering, zoals er al zo veel geweest zijn?

“Dat denk ik, ondanks de goede wil van de huidige onderzoekers. Begin jaren 90 was het dossier al een paar honderdduizend pagina’s dik. Maar het was nog enigszins behapbaar. Ik heb toen voorgesteld om alle punten aan te duiden waar dingen onopgeklaard waren, waar beslissingen in het onderzoek genomen waren die achteraf contraproductief bleken. Dat betekent nog niet dat die beslissingen op het moment zelf te kwader trouw waren gebeurd.”

“Het kon ook om verkeerde keuzes of onwetendheid gaan. Als men dat toen had gedaan, dan had men eventueel wel een lijn kunnen ontwaren tussen een aantal van die beslissingen waar wél sprake was van manipulatie. Maar men heeft geweigerd om dat te doen. Jean Deprêtre, procureur van Nijvel en van PSC-allooi, heeft daar toen een bepalende rol in gespeeld.”

Wat moet er nu gebeuren?

“Laat het verjaren. Er zal toch nooit een proces van komen. Het dossier beslaat ondertussen miljoenen pagina’s. Een advocaat van een beschuldigde zou daar tijdens het proces het meest onbenullige pv kunnen uitpikken, waarop de rechter dat dan eerst zou moeten gaan lezen, en vervolgens heeft die advocaat alweer een nieuw pv klaar.”

“Ik vind het heel erg voor de nabestaanden van de slachtoffers. Men moet hen eerst royaal vergoeden, niet krenterig zoals dat vaak gaat. En eens het verjaard is, wordt het openbaar en kunnen historici en andere wetenschappers er zich in verdiepen. Dat moet ons in staat stellen om misschien niet meer de daders, maar toch het motief te achterhalen. Dat is toch ook belangrijk voor wie wil weten waarom zijn zus, vader of broer vermoord is.”

Wat is precies de meerwaarde van hier historici op los te laten?

“Ik denk dat die gemakkelijker verbanden zien en zich beter kunnen inleven in de tijdgeest. We hebben er 30 jaar criminologen en politiemensen op laten zoeken. Er is niets gevonden. Ik zeg ook niet dat die speurders van het dossier gehaald moeten worden. Iedereen kan maar beter samenwerken. Maar dus wel eerst de slachtoffers betalen, want je ontneemt hen wel het laatste sprankeltje hoop.”

Zullen slachtoffers als David Van de Steen en zijn advocaat Jef Vermassen, die nog alles in het werk willen stellen om de daders te ontmaskeren, daar ­vrede mee nemen?

“Als je het hen goed uitlegt, denk ik dat ze dat wel zullen aanvaarden, ook Jef Vermassen. Hij heeft nog niets van het dossier gelezen. Gaat hij de rest van zijn leven daaraan spenderen? En ik weet niet welke gouden tips hij nog achter de hand heeft. Maar hetgeen hij tot nog toe gezegd heeft, was al bekend en is al behandeld in de commissie.”

Zouden we een dergelijke samen­zwering vandaag kunnen stoppen?

“Er zijn nu meer controlemechanismen die van in het begin de alarmbellen zouden doen afgaan. De Hoge Raad voor Justitie, de comités P en I. Er is binnen de politiediensten ook intern veel meer controle, en de mensen zijn mondiger geworden.”

De burger mag op zijn twee oren ­slapen?

“Dat weet ik niet. (grijnst) Je kan ook onder een tram lopen, hé.”

Bron » Het Nieuwsblad