“Wat is dat hier in dit land?”

Paracommando’s in de straten, onrust onder bevolking. Nee, we spreken niet over de recente terreurdreiging. Tijdens de jaren ’80 waren bomaanslagen en schietpartijen schering en inslag. De CCC blies deze week exact 30 jaar geleden de bank op het Ladeuzeplein op.

De Cellules Communistes Combattantes. Voor de meeste studenten iets waar ze nooit van gehoord hebben. Voor de vorige generatie bittere ernst. De werkwijze van de CCC: bomaanslagen op kapitalistische en politieke doelwitten. Tussen ’84 en ’85 voerden ze meer dan tien aanvallen uit met 28 gewonden en 2 dode brandweerlieden als gevolg. Bij het opblazen van de toenmalige Kredietbank vielen geen doden, maar de materiële schade was groot. Terreur in het pre-9/11-tijdperk.

Dirk Van Daele, Hoogleraar aan het Instituut voor Strafrecht, was toen nog een puber. “Ik was 15 en zat in het middelbaar. Ik heb nog vage herinneringen aan die periode. Ik weet nog dat de broer van een kameraad een opeisingspamflet had gevonden.”

Voor Emmanuel Gerard, professor hedendaagse geschiedenis aan de faculteit Sociale Wetenschappen, was het een bewogen periode. “Ik was in Brussel op een besloten vergadering met syndicale leiders en er werd daarover gesproken met grote bezorgdheid. Ik heb ook de verwoesting op het Ladeuzeplein gezien natuurlijk.”

De CCC was niet de enige groepering die een spoor van vernieling achter zich liet. Ook de Bende van Nijvel pleegde verschillende bloedige overvallen. Van Daele: “In die periode zijn een aantal zaken gebeurd in ons land waardoor men het gevoel kreeg dat er bij de politie vanalles misliep. De maatschappelijke onrust steeg in ons land, de mensen durfden amper nog naar het warenhuis te gaan. Dat ging tot en met paracommando’s met het wapen in aanslag, op wacht bij warenhuizen. De bevolking vroeg zich af of ons systeem wel uitgerust was om zo’n groepen tijdig op te sporen en te arresteren.”

“De eerste helft van de jaren 80 waren als gevolg van de aanslagen van de CCC en de Bende van Nijvel toch wel spannende jaren. Dat zorgde voor ongerustheid bij de bevolking. Toen had men toch het gevoel: Wat is dat hier in dit land?”, aldus Gerard.

Concurrerende politiediensten

De toenmalige politiediensten werkten niet altijd even goed samen, wat ten koste ging van het onderzoek. Zo liep de rivaliteit tussen de toenmalige Rijkswacht en de gemeentepolitie hoog op, legt Van Daele uit.

“Tijdens die periode in de jaren ’80 was het al duidelijk dat er een politieoorlog was. Een ware concurrentiestrijd was losgebarsten. Enerzijds was er concurrentie tussen de toenmalige Rijkswacht en de Gerechtelijke Politie op vlak van onderzoek van misdrijven. Het ging zo ver dat men voor elkaar informatie achterhield. Anderzijds was er concurrentie tussen de Rijkswacht en de gemeentepolitie op vlak van ordehandhaving, zeker in de grotere steden. Dat leidde tot een systeem waar de drie diensten elkaar beconcurreerden.”

De politiediensten werden in die periode nog niet gestuurd vanuit het centrale niveau. “Er was amper beleid vanuit Justitie en Binnenlandse zaken. Het eerste politioneel beleidsplan is er pas in de jaren 90 gekomen.” Ook de Dienst voor de Veiligheid van de Staat was niet wettelijk geregeld. “De Staatsveiligheid is ouder dan ons land zelf. Die dienst was niet wettelijk geregeld. Er waren wel interne beleidsdocumenten en het heeft geduurd tot eind jaren 90 vooraleer er een wet werd gestemd,” aldus Van Daele.

Stadsterrorisme

De aanvallen van de CCC waren geen geïsoleerde feiten. In heel West-Europa laaide de terreur op. Gerard: “Men moet de CCC kaderen in een bredere beweging die West-Europa trof in de tweede helft van de jaren 70. Ik noem dat stadsterrorisme. Dat is een verlengstuk van een onvervulde realisatie van de linkerzijde. De linkse eisen van 1968 waren nog niet vervuld. Het regime zou zich hervormen. Dat mondde uit in een aantal terroristische groeperingen. Er zit een patroon in dat heel West-Europa heeft gekenmerkt.”

Vandaag siddert en beeft heel het land als politici beslissen om het dreigingsniveau van 2 naar 3 te verhogen. In vergelijking met de terreur van vandaag, waren de verschillende rode terroristische groeperingen veel actiever.

“Geweld in West-Europa was toen breed aanwezig, zeker als je dat vergelijkt met vandaag. We hebben nu heel specifieke terreuracties met grote reikwijdte, maar niet met de frequentie van de jaren ’70 en ’80.” Al merkt Gerard ook gelijkenissen op tussen de terreur van toen en nu.

“Terreur vandaag is ook onbestemd. Hetgeen we de afgelopen 15 jaar gekend hebben, van de Twin Towers tot de aanslagen in Frankrijk, het zijn telkens onverwachte aanslagen. In die zin verschilt terreur vandaag niet zoveel met die van toen. Maar bij de CCC, en de Bende van Nijvel ging het om de eigen mensen die daarbij betrokken waren.”

Rote Armee Fraktion

De wortels van de CCC liggen dan ook in het buitenland. Al tijdens de jaren ’70 waren groepen zoals de Rode Brigades en Rote Armee Fraktion actief. “De terreur van de Rode Brigades in Italië, de Rote Armee Fraktion in Duitsland en de CCC in België heeft ook te maken met de specifieke context van de tweede helft van de jaren 70 en de eerste helft van de jaren 80. Toen voelde men de effecten van de diepe economische crisis die in de jaren 70 was uitgebroken. Dat zorgde dan voor extreme reacties,” besluit Gerard.

Of er een link zou zijn tussen de Bende van Nijvel en de CCC? Gerard denkt van niet. “Je zou kunnen denken dat de CCC het linkse antwoord is en de bende van Nijvel het rechtse antwoord. Maar zo heeft men dat in de tijd niet gepercipieerd. Dat zijn gewoon twee zaken die in de tijd samenvallen.”

Toch had terrorisme België nog niet volledig in zijn greep volgens Van Daele. “Terrorisme was toen een probleem in heel West-Europa. In België hadden we dat nog niet tot op het moment dat de CCC opdook. Toen had men in België wel schrik dat wij ook in de greep zouden geraken van een terroristische groepering. Maar de CCC bleek achteraf een vrij kleine groepering, die men snel heeft kunnen opsporen.”

“Dat waren radicalen, die mee beïnvloed waren door wat er in de rest van Europa gebeurde. De CCC was ook al langer actief in extreem gedachtegoed. Na een tijdje is dat dan geëvolueerd naar geweld,” vervolgt Van Daele.

Nochtans had België hetzelfde lot kunnen delen als Duitsland, waar de Rote Armee Fraktion procureur-generaal Siegfried Buback in 1977 in zijn wagen doodschoot. “De CCC heeft dat nooit gedaan, of men heeft ze althans snel genoeg gevat. Zij pleegden aanslagen op kapitalistische doelwitten. De CCC heeft nooit de bedoeling gehad om te doden maar hebben wel onbedoeld slachtoffers gemaakt,” vertelt Van Daele.

De Bende

In diezelfde periode was ook de Bende van Nijvel actief, die veel bloediger te werk ging. De Bende van Nijvel pleegde meer dan 16 gewapende overvallen tijdens de periode ’82-’85 met 28 doden tot gevolg. In vergelijking met het dodentol was de buit opvallend mager. Het dossier van de Bende van Nijvel is ongetwijfeld de bekendste cold case in België.

Omtrent de Bende van Nijvel circuleren meerdere complottheoriën, de meeste raken kant noch wal volgens Van Daele. “Het probleem met het dossier van de Bende is dat daar een bepaalde soort pers is opgesprongen. Bij De Morgen en Humo zaten een aantal journalisten die de gekste complottheorieën verzonnen. Gaande van een staatsgreep van de Rijkswacht tot afpersing van Delhaize. Ik ben van geen enkel van die theorieën fan.”

De overheid reageerde met een onderzoek naar het onderzoek. Van Daele: “Er zijn twee parlementaire commissies geweest over de Bende. Die hebben in kaart gebracht wat er allemaal gezegd en beweerd werd over het gerechtelijk onderzoek. De overgrote meerderheid waren leugens of misverstanden. Er is toen vastgesteld dat er inderdaad een extreemrechtse groep was binnen de Rijkswacht. Zeer klein, maar er was er wel een. Justitie heeft dat onderzocht en is er tegen opgetreden. Het is dus niet zo dat dat toen in de doofpot is gestopt.”

Al heeft zelfs Van Daele twijfels bij het gevoerde onderzoek. “Er zijn wel een aantal pistes minder of niet onderzocht. Zoals bijvoorbeeld de link met de zogenaamde practical shooting clubs. Het is niet zo makkelijk vanuit een rijdende wagen goed te schieten, daarvoor moet je een geoefend schutter zijn. Ook een warenhuis binnengaan met zware wapens en koelbloedig beginnen rond te schieten, ik denk niet dat iedereen dat in zich heeft. Dan blijft de vraag: waren dat geen getrainde mensen? Daar heeft de commissie ook gezegd dat die piste te weinig onderzocht is. Het onderzoek loopt nog, men heeft ook de verjaringstermijn weer verlengd zodat de zaak niet verjaart. Gaan we het ooit weten?”

Gerard kadert de Bende in de sfeer van de Koude Oorlog. “In die periode is er een nieuwe fase in de Koude Oorlog. Denk aan de kruisraketten, de vredesbetogingen. Bepaalde geheime diensten zouden bepaalde groepen hebben gestuurd en dat zou dan uit de hand zijn gelopen. Maar het blijven speculaties.”

Niet voor herhaling vatbaar

Na de bewogen jaren 80 en 90 werd de politie grondig hervormd. De Rijkswacht, gemeentepolitie en Gerechtelijke politie zijn niet meer. Van Daele: “Op dit moment is de staatsveiligheid veel transparanter en helderder. Zij hebben verregaande bevoegdheden, maar die zijn nu wel wettelijk geregeld. Ook de concurrentie tussen de politiediensten is sterk verminderd.”

“De vraag blijft wel in hoeverre de federale politie genoeg middelen en personeel heeft op dit moment. Er is een betere samenwerking tussen zowel de inlichtingendiensten als de politiediensten. We staan er beter voor,” vindt Van Daele.

Het dossier van de Bende is veel complexer dan dat van de CCC, zo vindt Gerard. “Tot op vandaag weet men niet wie de mensen achter de Bende Van Nijvel waren en waarom zij die daden hebben gepleegd.Voor de CCC weten we dat wel, die mensen zijn opgepakt en veroordeeld. Zij hebben gevangenisstraffen gekregen en zijn ondertussen ook opnieuw vrijgekomen.”

“Pierre Carette, de leider van de groep, heeft bij zijn vrijlating in 2003 nog een debat gevoerd met toenmalig premier Martens. Dat was een heel merkwaardig debat, omdat Carette niet afgestapt was van zijn gewelddadige extreemlinkse ideeën van de jaren ’80. Het was alsof zijn ideeën bevroren waren.”

Bron » Veto | Karel Peeters

Carette moet niet terug naar gevangenis

Oud-CCC-kopstuk Pierre Carette moet niet terug naar de gevangenis. Dat heeft de Brusselse strafuitvoeringsrechtbank woensdagnamiddag beslist. Volgens de rechtbank is niet bewezen dat Carette de voorwaarden voor zijn invrijheidsstelling niet heeft nageleefd. Hij had wel veelvuldige contacten met zijn ex-kompaan Bertrand Sassoye maar die waren volgens de rechtbank toegelaten.

Pierre Carette werd in 1988 door het hof van assisen van Brabant veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor een twintigtal aanslagen, waarbij twee brandweermannen om het leven kwamen. In februari 2003 kwam hij vrij onder strenge voorwaarden. Zo mocht hij geen contact meer hebben met zijn oude vrienden van de CCC. Nauwelijks een maand later, in maart 2003, werden die voorwaarden versoepeld en mocht Carette wel contact hebben met zijn kompanen, zolang dat gebeurde in het kader van een pacifistisch politiek engagement.

Op 5 juni jongstleden liet het Brusselse parket Pierre Carette plots oppakken en verweet hem dat hij zijn voorwaarden niet had nageleefd. In een onderzoek dat het federaal parket voerde naar de deelname van Carette’s kompaan Bertrand Sassoye aan de activiteiten van de Italiaanse extreem-linkse terreurbeweging Partito Comunista Politico-Militare (PCPM), was gebleken dat Carette en Sassoye veelvuldige telefonische contacten hadden en elkaar ook ontmoeten. Volgens de strafuitvoeringsrechtbank gebeurde die arrestatie op basis van de eerste, strenge, beslissing van de Commissie Voorwaardelijke Invrijheidsstelling en niet op basis van de latere versoepeling van de voorwaarden.

Bovendien was in de ogen van de rechtbank niet bewezen dat die contacten te maken hadden met iets anders dan Carette’s politieke activiteiten. Van de telefonische contacten tussen Carette en Sassoye waren immers geen opnames gemaakt, er was enkel geregistreerd dat er een telefoontje was geweest. Het parket verweet Carette ook dat hij telefonisch contact had gehad met Constant Hormans, een ex-gedetineerde die net als Sassoye opgepakt is in het onderzoek naar de PCPM.

Carette bracht daartegen in dat hij Hormans in de gevangenis nooit had gekend en dat het Hormans was die met hem contact had opgenomen, ook in het kader van politieke activiteiten. Omdat er niets was dat het tegendeel bewees, zag de strafuitvoeringsrechtbank ook hierin geen reden om Carette’s vrijlating te herroepen, noch om zijn voorwaarden te verstrengen. Het Brusselse parket heeft nu vierentwintig uur de tijd om in cassatie te gaan.

Bron » Het Nieuwsblad

CCC wilde Mark Eyskens ontvoeren

De Cellules Communistes Combattantes, een extreemlinkse terreurgroep, had in het midden van de jaren 80 plannen om toenmalig minister van Economie Mark Eyskens te ontvoeren, zei Eyskens in een interview met radiozender 4FM. “Ik ben enkele keren nauw in contact gekomen met de CCC”, verklaarde Eyskens. “Toen Pierre Carette en de zijnen een aanslag pleegden op de hoofdzetel van het VBO in Brussel, liep ik door de straat.”

Daar zou het echter niet bij blijven. “Toenmalig minister van Justitie Jean Gol riep mij in zijn kantoor en liet een aantal schriftjes zien die werden gevonden bij Pierre Carette. De CCC-leden hadden een volledig plan uitgewerkt om mij te ontvoeren op de 25ste verjaardag van de eenheidswet die mijn vader, Gaston Eyskens in 1960 had ingevoerd.”

Die wet was een soort vijfjarenplan om de Belgische economie aan te zwengelen. Het document stipuleerde een verhoging van de fiscale druk met 7 miljard, een beperking van de werkloosheidsuitkeringen en besparingen in landsverdediging en onderwijs. “De CCC-kopstukken zijn radicale ideologen die niet vatbaar zijn voor redelijke argumenten”, meent Eyskens. “Leider Pierre Carette is een fanaticus waarmee geen enkel land te bezeilen is.”

Bron » De Morgen

CCC-lid Sassoye opgepakt in nieuw terreuronderzoek

Bertrand Sassoye, één van de twee CCC-kopstukken die donderdag zijn opgepakt in Brussel, maakt het voorwerp uit van een nieuw terrorisme-onderzoek dat gevoerd wordt door het federaal parket. Naast Sassoye zijn in dat onderzoek nog drie verdachten opgepakt. Hun identiteit is niet vrijgegeven maar één van hen werkt bij de RTBF. Dat heeft het persagentschap Belga vernomen van Lieve Pellens, de woordvoerster van het federaal parket.

Het onderzoek naar de vier begon in februari 2007 nadat in Italië vijftien personen waren opgepakt die verdacht werden lid te zijn van de terroristische groepering Partito Comunista Politico-Militare. “Zowel in de Italiaanse als in de Belgische pers werden toen linken gelegd met personen die in België verbleven”, zegt Lieve Pellens.

“Het federaal parket opende daarop een gerechtelijk onderzoek tegen onbekenden voor deelname aan een terroristische groepering. Op, die manier wilden we nagaan of er in België een cel bestond die deelnam aan de activiteiten van een terroristische groepering en wilden we de leden identificeren”, aldus Pellens.

Het onderzoek onder leiding van onderzoeksrechter Bernardo-Mendez bracht de Belgische speurders naar Milaan waar ze het Italiaanse dossier konden inkijken. Daaruit bleek, onder andere uit telefoontaps en huiszoekingen die de Italiaanse politie had uitgevoerd, dat er wel degelijk contacten waren tussen de Italiaanse verdachten en vier mensen die in België verbleven. Een van die vier was Bertrand Sassoye, een andere was een werknemer van de Franstalige televisiezender RTBF.

Terug in België werd het onderzoek naar de vier voortgezet. Donderdagochtend pakten agenten van de sectie terrorisme van de federale politie Bertrand Sassoye op en later op de dag de RTBF-medewerker en de twee andere verdachten. Donderdag werd ook een huiszoeking uitgevoerd bij de RTBF, in aanwezigheid van onderzoeksrechter Bernardo-Mendez. “Daarbij werd het journalistiek bronnengeheim gerespecteerd”, zegt Pellens.

“De feiten die de betrokken verdachte ten laste worden gelegd hebben a priori ook niets te maken met zijn beroepswerkzaamheden bij de televisiezender, maar de huiszoeking was wel nodig om eventuele gegevens over die verdachte veilig te stellen.” De drie worden nog vandaag voorgeleid bij de onderzoeksrechter. Die zal beslissen over hun aanhouding.

Het federaal parket wijst er ook nog op dat het tweede CCC-kopstuk dat donderdag werd opgepakt, Pierre Carrette, niet in dit onderzoek voorkomt. Hij is enkel op vraag van het Brusselse parket opgepakt omdat hij de voorwaarden van zijn vrijlating niet zou hebben nageleefd.

Bron » De Morgen

Pierre Carette vrij na 17 jaar opsluiting

Een duidelijk ontspannen Pierre Carette verliet dinsdag omstreeks 14.30 u. de gevangenis Leuven-Centraal, omstuwd door tientallen cameramensen en fotografen. Hij stapte samen met enkele vrienden in een klaarstaande auto, zonder een verklaring af te leggen. Er waren bij de gevangenispoort ook enkele tientallen sympathisanten opgedaagd waaronder ex-CCC-er Bertrand Sassoye. Bij het verlaten van de gevangenis werd her en der “Liberté” geroepen.

Pierre Carette werd op 21 oktober 1988 tot levenslange dwangarbeid veroordeeld door het Brabantse Assisenhof voor zijn aandeel in de 27 politiek geïnspireerde aanslagen die de Cellules Communistes Combattantes tussen oktober 1984 en december 1985 in ons land pleegden. Bij de aanslag van 1 mei 1985 op het VBO-gebouw in Brussel stierven twee brandweermannen.

Carette zat met de drie andere opgepakte CCC’ers al sinds 16 december 1985 in de cel. De drie anderen kwamen in februari en juli 2000 vrij. Carette, die aanzien wordt als de leider van de CCC, bekwam zijn voorwaardelijke invrijheidstelling pas bij zijn derde verschijning voor de VI-Commissie op 11 februari jongstleden.

Zowel Justitie als de personeelcommissie van de gevangenis brachten een negatief advies uit. Omdat Carette veel langer vastgehouden werd dan de gemiddelde opsluitingsduur van 12,5 jaar voor levenslangveroordeelden lieten de advocaten en het steuncomité voor Carette de afgelopen jaren herhaaldelijk blijken dat de houding van het gerecht en de VI-commissie volgens hen politiek geïnspireerd was.

Specialisten van de antiterrorismecel van de Brusselse federatie vrezen echter dat Carette’s vrijlating tot een heropleving van het CCC-terrorisme zou kunnen leiden, zo blijkt een document dat De Morgen dinsdag publiceerde. Carette zelf is steeds blijven vasthouden aan zijn revolutionaire ideeën.

Aan de vrijlating van Carette heeft de VI-commissie wel een aantal voorwaarden gekoppeld. Zoals andere personen die voorwaardelijk worden vrijgelaten mag hij vooreerst geen nieuwe inbreuken plegen en dient hij de slachtoffers te vergoeden. Voorts mag hij de andere 3 CCC-ers niet regelmatig ontmoeten, op verzoek van de slachtoffers niet gaan wonen in Vlaams-Brabant en in de regio Kortrijk en niet naar het buitenland zonder toestemming van de commissie.

De vergoeding aan de slachtoffers te betalen door de 4 CCC’ers werd indertijd door het Assisenhof vastgelegd op 1,5 miljoen euro, een bedrag dat ondertussen opgelopen is via indexering. “Carette heeft meteen werk in een drukkerij en is dus in staat hiervoor te betalen. Met een sociaal assistent van Justitie zal een afbetalingsplan opgesteld worden. De 3 andere CCC’ers betalen momenteel in totaal 272,6 euro per maand”, aldus Carette’s advocaat Jean-Philippe de Wind.

Bron » Gazet van Antwerpen