Brussel al 40 jaar broeinest voor spionage

Brussel is al sinds de jaren ’70 een schaakbord voor spionnen. Dat blijkt uit een onderzoek dat MO-journalist Kristof Clerix uitvoerde. Ook in Antwerpen was er tijdens de Koude Oorlog veel spionageactiviteit. In verscheidene Oost-Europese landen zijn de archieven van de geheime diensten uit de tijd van de Koude Oorlog opengesteld voor het publiek.

Journalist Kristof Clerix ging in de archieven van Tsjechië, Roemenië, Bulgarije en Duitsland op zoek naar informatie over spionage in België. Uit die informatie blijkt dat Brussel sinds de jaren ’70 drukbezocht wordt door spionnen, dubbelspionnen en agents-provocateurs uit Oost en West. Zo werden onder andere journalisten van De Standaard enKnack van nabij gevolgd.

Ook Belgische politici, zoals Freddy Thielemans, de burgemeester van Brussel, werden nauwgezet in de gaten gehouden. In de haven van Antwerpen zaten vertegenwoordigers van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA, de Russische KGB en de Belgische Staatsveiligheid. Er werden zelfs sportzalen van Sovjetscheepslui afgeluisterd. Clerix vond in de archieven bewijzen van tal van intrigerende spionagefeiten in ons land.

Bulgarije stuurde een moordenaar naar de Navo in Brussel om een jonge secretaresse te versieren en Belgische agents-provocateurs lokten leden van de Oost-Duitse Stasi in de val. De journalist vond ook bewijzen dat Tsjechoslowaakse agenten postbusadressen gebruikten op snelwegparkings langs de E40 en nabij het Beaulieukasteel in Huizingen.

Volgens de Belgische Staatsveiligheid is de spionnenwereld vandaag terug zeer actief in België. “De Belgische publieke opinie denkt dat klassieke spionage niet meer bestaat”, getuigt Robin Libert, hoofd van de analyseafdeling van de Staatsveiligheid. Volgens hem is het tegendeel waar. “Het enige verschil met de tijd van de Koude Oorlog is dat de perceptie veranderd is”.

Op www.targetbrussels.be kunt u de authentieke documenten bekijken en waargebeurde verhalen lezen uit het mysterieuze wereldje van de geheime diensten. U vindt er ook interviews met ex-spionnen en met de directeurs van de geheime archieven.

Bron » De Standaard

Voormalige Oost-Duitse geheime dienst zag geen link tussen Bende en CCC

De onderzoekers die de misdaden van de Bende van Nijvel onderzoeken, zijn terug uit Duitsland waar ze de archieven van de voormalige Oost-Duitse geheime dienst gingen raadplegen. Uit die archieven bleek alvast dat de Stasi geen verband heeft kunnen vinden tussen de Bende van Nijvel en de CCC. De drie Bende-magistraten, Jean Claude Lacroix, Jean-Paul Raynal en Claude Michaux, wilden van het Duitse gerecht vooral meer duidelijkheid krijgen over wat er wel en niet terug te vinden is in de archieven van de Stasi.

Over één ding kregen ze de voorbije dagen al zekerheid: de Stasi, de voormalige Oost-Duitse geheime dienst, heeft ten tijde van de Bende-overvallen en de aanslagen van de CCC onderzocht of er een verband was tussen de twee groepen. De Belgen hebben de synthese-rapporten van de Stasi daarover ingekeken. Daaruit blijkt in elk geval dat de Stasi de band tussen Bende en CCC nooit heeft kunnen aantonen. De magistraten hebben aan hun Duitse collega’s ook een lijst met namen overhandigd van verdachten die in het Bende-dossier circuleren. De Duitsers gaan de volgende maanden na of die namen in de Stasi-dossiers voorkomen.

Dat belooft geen makkelijke taak te worden. Het Stasi-archief bestaat uit om en bij de tweehonderd kilometer papier, alles samen twaalf miljoen individuele fiches. Een groot deel van het archief werd met de val van de muur vernietigd, een ander deel werd naar de Verenigde staten gestuurd. Eind maart komt het terug naar Berlijn. Dan zullen de Duitsers op zoek gaan naar de namen van de Bende-verdachten. Los van het Bende-dossier bleek uit het Stasi-archief ook dat de Oost-Duitsers in de jaren ’80 in ons land telefoons hebben afgetapt. Onder meer de lijn van Interpol in Brussel luisterden ze af.

Bron » De Standaard

Bende-speurders gaan Stasi-archieven inkijken

De cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel leidt, trekt naar Berlijn om de archieven van de voormalige Oost-Duitse inlichtingendienst Stasi in te kijken. Minister van Justitie Marc Verwilghen kreeg van de cel-Jumet ook een rapport over de stand van zaken in het onderzoek. De magistraten die het Bende-dossier leiden, vragen dat de speurdersploeg behouden blijft.

De cel-Jumet werd begin 1998 uitgebreid tot meer dan 50 speurders. Zij moeten een reeks sporen natrekken. Vooralsnog leidde geen enkel tot het oppakken van één van de leden van de bende die in het midden van de jaren 80 tenminste 28 personen om het leven bracht.

De DNA-analyses leverden geen positieve resultaten op. De Bende-speurders identificeerden ook een vingerafdruk van een vermeende dader, maar in geen enkel Belgisch gerechtelijk dossier zijn deze vingerafdrukken terug te vinden. Een vergelijkende analyse met de vingerafdrukken van buitenlandse gangsters leverde ook niets op. Toch stelt de cel-Jumet in haar rapport dat er nog heel wat opsporingswerk, onder meer over het politieke scenario, moet verricht worden.

De drie magistraten die de cel-Jumet leiden, gaan maandag samen met een speurder naar Berlijn voor werkvergadering met de Belgische verbindingsofficier en de Duitse autoriteiten. Twee jaar vroeg het Belgische gerecht op basis van een lijst van personen en groeperingen inzage in de Stasi-dossiers. Drie dagen lang zal onderzocht worden wat het Belgische gerecht mag verwachten van de Stasi-archieven.

Dit onderzoek past in de werkhypothese dat de strategie van de spanning tussen het voormalige Oostblok en het Westen een deel van het Bende-geweld kan verklaren. Als deze hypothese gegrond is, dan zou daar in de dossiers van de Duitse inlichtingendienst, die zeker geïnteresseerd was in wat zich in de achtertuin van de Shape of de NAVO afspeelde, een spoor van terug te vinden zijn.

Bron » De Tijd

Bende-speurders zoeken in Italië naar mogelijk motief voor moordpartijen in België

In de jaren 80 moordde de Bende van Nijvel op blinde wijze in België. Ten minste 28 personen werden in die periode zonder enige aanwijsbare reden om het leven gebracht. De cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel leidt, heeft een speurdersploeg naar Italië gestuurd om na te gaan of er geen gelijkenissen zijn tussen Bende-moorden en een reeks aanslagen die in Italië in de jaren 70 en 80 aan tientallen mensen het leven heeft gekost. De Belgische speurders spreken in Italië met terrorisme-experts die het onderzoek naar deze aanslagen gevoerd hebben.

Vanaf de herfst van 1969 werden in Italië talrijke aanslagen gepleegd in Rome, Milaan, Catanzara, Brescia. In 1980 vond in het station van Bologna de meest ophefmakende aanslag plaats. Een exprestrein werd er opgeblazen en deze aanslag kostte het leven aan 85 personen. Het onderzoek in Italië wees naar wat men een ‘spanningsstrategie’ noemde. Men vermoedde dat achter de aanslagen politieke motieven schuilgingen.

Tijdens de diverse processen die in Italië gevoerd werden, kon het gerecht nooit echt duidelijkheid verschaffen over deze aanslagen. Tien jaar na de aanslag in Bologna sprak het Italiaanse gerecht de vier verdachten vrij die in eerste aanleg veroordeeld werden. Ook werden de officieren en Licio Gelli, grootmeester van de loge P2 die in eerste aanleg tien jaar kreeg voor laster, vrijgepleit. Toch wordt in Italië het politieke spoor nog steeds onderzocht.

Het Belgische gerecht wil nu bij de Italiaanse speurders en magistraten nagaan of er raakpunten zijn tussen de Italiaanse ‘spanningsstrategie’ en de Belgische Bende-aanslagen. Het gerecht wil zo nagaan of er geen politiek motief achter de Bende-moorden zat. Gisteren zaten onderzoeksrechter Jean-Pol Raynal, advocaat-generaal Claude Michaux, een speurder en een agent van de gemengde antiterrorismegroep in Venetië. De volgende dagen zullen zij ook magistraten en speurders in Milaan, Rome, Brescia en Bologna horen.

In het verlengde van de zoektocht naar een mogelijke politieke verklaring achter de Bende van Nijvel, wil het gerecht ook in de archieven van de voormalige Oost-Duitse geheime dienst Stasi gaan neuzen. Het Duitse gerecht heeft zich al akkoord verklaard om met de Belgische speurders samen te werken. Via de diplomatieke koffer heeft de cel-Jumet de Duitsers al een reeks vragen en namen doorgespeeld die eerst door het Duitse gerecht worden nagetrokken vooraleer het Belgische gerecht een speurdersploeg naar Berlijn zal sturen.

Laatste kans

In Jumet wordt tegelijkertijd alles in gereedheid gebracht voor het onderzoek van de laatste kans. Het gerecht wil alle troeven aan zijn kant zetten in de hoop om toch een doorbraak in het Bende-onderzoek te bewerkstelligen. De meeste speurders die aan de cel worden toegevoegd, zijn in Jumet aangekomen. Een kleine 40 rijkswachters zijn de voorbije weken in Jumet aangekomen, maar de 20 speurders van de gerechtelijke politie laten op zich wachten. Administratieve beslommeringen zouden de oorzaak voor deze vertraging zijn.

Toch zal niet gewacht worden tot de volledige versterking in Jumet is aangekomen om de nieuwe speurders aan het werk te zetten. Zo zal eerstdaags gestart worden met de scanning van het dossier. De cel-Jumet heeft onlangs de scanners, die moeten dienen om het Bende-dossier te scannen, in ontvangst genomen. De resultaten hiervan zullen door criminele analisten bestudeerd worden.

De speurders zullen tevens ingezet worden om de verschillende onderzoekshypotheses, die volgens de tweede Bende-commissie nog onvolledig onderzocht zijn, na te trekken; dit betekent de onderzoeken naar practical shooting clubs, het extreem rechtse milieu, en de activiteiten van de gewezen rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer.

Zij werden de voorbije jaren meermaals aan de Bende-aanslagen gekoppeld maar nooit vond het gerecht bewijzen dat zij ook daadwerkelijk iets met de Bende van Nijvel te maken hadden. Zelf ontkennen Beijer en Bouhouche, die door het Brabantse assisenhof respectievelijk tot 14 en 20 jaar cel veroordeeld werden voor hun aandeel in het doodschieten van de Antwerpse diamantair Ali Suleiman Ahmad en de roofmoord op veiligheidsagent Francis Zwarts, elke betrokkenheid bij de Bende van Nijvel.

Bron » De Tijd