Linda overleefde aanslag door Bende van Nijvel uit tv-reeks ‘1985’: “Ze mogen dat onderzoek afsluiten, op één voorwaarde”

“Fictiereeks gebaseerd op waargebeurde feiten”, wordt bij de start van Eén-serie 1985 gemeld. Afgelopen zondag kwam in de vijfde aflevering de overval door de Bende van Nijvel op de zeilmakerij Wittock-Van Landeghem in Temse aan bod. Voor Linda Van Huffelen (65) uit Mortsel, die bij de slachtpartij haar man verloor en zelf levenslang invalide werd geschoten, is dit geen fictie, maar na exact veertig jaar nog steeds de dagelijkse realiteit.

1985 is de naam van de fictiereeks, maar het bloederige parcours van de Bende van Nijvel begon al enkele jaren eerder. De slachtpartij in Temse was een van de preludes. In de ochtend van 10 september 1983 drongen enkele mannen de zeilmakerij Wittock-Van Landeghem in Temse binnen. De gangsters arriveerden in een gestolen Saab 900 Turbo, die ze een paar dagen later zouden gebruiken om de moordpartij op de parking van het Colruyt-filiaal in Nijvel aan te richten. Doel van de inbraak in Temse? Zeven prototypes van speciale kogelwerende vesten stelen, waarvan alleen de rijkswachttop wist dat ze daar gemaakt werden.

“Nee, ik heb de aflevering van zondag niet gezien”, reageert Linda Van Huffelen een dag later in haar studio in Mortsel. “Maar een kennis belde me vandaag wel op dat ‘onze’ overval getoond werd. Ik heb zelf zondag naar een film met Bruce Willis gekeken. Eerlijk gezegd wist ik niet dat die reeks 1985 over de Bende van Nijvel gaat, anders had ik waarschijnlijk wel gekeken.”

Of ze het fragment waarin zijzelf en haar man komen even wil herbekijken via VRT Max op onze gsm? Of gaat dat, omdat er best wel hard geschoten wordt, te confronterend zijn? “Toon maar, ik ben al wel wat gewend”, zegt Linda. “Op zich ben ik al blij dat er aandacht aan besteed wordt. Meestal zijn wij de vergeten slachtoffers en gaat het alleen over de overvallen op de Colruyts en Delhaizes.”

“Een slachtpartij. De opzichter werd doodgeschoten, zijn vrouw heeft het amper overleefd”, vertelt personage Marc De Vuyst aan majoor Herman Vernaillen. Linda knikt. “Dat klopt. Ze hadden me al in een lijkzak gestoken. Gelukkig zag een van de twee ambulanciers bij het dichtritsen dat er nog iets ‘bougeerde’. De kuil op het kerkhof van Borsbeek naast het graf van mijn man hebben ze zes weken laten openliggen, omdat ze dachten dat ik nog zou volgen.”

Oog in oog met de gangster

Linda was net als haar man, amateurbokser Jos Broeders, afkomstig van Berchem. De twee waren al sinds hun 12de samen. Bij hun huwelijk trokken ze naar Temse, waar Linda conciërge werd in de fabriek van Wittock-Van Landeghem, een zeilmakerij, waar ook kogelwerende vesten werden gemaakt. Als jong gezin hadden ze dan ineens onderdak. Haar man werkte buitenhuis als schilder-behanger.

Ze waren allebei 26, met een dochtertje Sharon (2,5) en baby Patricia (6 weken), toen op 10 september 1983 Jos gewekt werd door glasgerinkel. “Hij is naar buiten gegaan en stond oog in oog met de gangster. Jos is weer naar binnen gevlucht. Ze hebben gewoon los door de deur geschoten. Hij kon nog op handen en voeten tot in de keuken kruipen, waar ze hem van dichtbij afgemaakt hebben. Ik moet wakker zijn geschoten en ben uit bed gekomen. Omdat ik mijn hand voor mijn gezicht heb geslagen, is de kogel die voor mijn hoofd bestemd was, op mijn duim en oor geketst. Vervolgens hebben ze met de kolf van een riotgun mijn kaak kapot geslagen.”

Twee maanden lag ze in coma, met rijkswachtbewaking voor de deur, uit schrik dat de Bende haar werk nog zou komen ‘afmaken’. “Ik herinner me niks. Ons dochtertje Sharon is door een van de gangsters terug in haar bedje gelegd, want haar voetsporen stonden in het bloed en ze lag omgekeerd. De speurders hebben haar later nog onder hypnose willen ondervragen, maar ik heb dat geweigerd. Ze herinnert zich ook niks. Dat ze onze kindjes gespaard hebben, is een zeldzaam moment van genade geweest, want voor de rest heeft de Bende zelfs een kind op de fiets doodgeschoten.”

Zware kosten

Linda doet haar huishouden met de twee vingers van haar rechterhand die ze kan gebruiken. Haar hals zit nog vol lood van de hagel. Ruim een jaar lag ze in revalidatiecentrum Hof ter Schelde op Linkeroever. “Sommige mensen vragen of ik een herseninfarct heb gehad als ze me zien. Nee, ik ben door de Bende van Nijvel neergeschoten, antwoord ik dan naar waarheid.”

Of ze blij is dat een televisiereeks als 1985 en nu ook de recente vondsten door een Nederlandse magneetvisser van twee zware wapens in de Damse Vaart het onderzoek warm houden? “Dat er nu ineens nog wapens worden opgevist, vind ik compleet onbegrijpelijk. De Bende heeft niet alleen mijn man afgepakt en mijn kinderen hun vader, maar heeft mij ook in de armoede gebracht.”

“Ik ben 80 procent invalide en overleef nu op een klein weduwepensioentje. Drie jaar geleden ben ik van Merksem naar deze studio in Mortsel verhuisd, dichter bij mijn familie. Ik woon hier heel graag, maar ik weet niet of ik de kosten kan blijven dragen. Een vrouw uit Westmalle komt mij wekelijks een voedselpakket brengen. Ik sta al twintig jaar op de lijst voor een sociale woning of flatje. Maar ik weiger bitter te klinken. Ik blijf een positieve vrouw.”

Linda gelooft dat de Reus nog leeft. “Maar ik geloof niet meer in een ontmaskering, als ze zelfs de slachtoffers na veertig jaar nog niet deftig kunnen vergoeden. Van mij mogen ze dat onderzoek afsluiten op voorwaarde dat alle slachtoffers uit de geldzorgen zijn.”

Bron » Het Nieuwsblad

Gewezen hoofdcommissaris Antoine Van Hove (73) blikt terug op dodelijke overval Bende Van Nijvel in Temse: “Te veel ‘toevalligheden’ in dat dossier”

Hij heeft 73 jaar op de teller, maar is toch nog maar drie jaar met pensioen. Hoofdcommissaris Antoine Van Hove was namelijk de eerste politieambtenaar in het land die gebruik maakte van de mogelijkheid om tot 70 jaar aan de slag te blijven. In zijn rijkgevulde carrière maakte hij onder andere de aanslagen mee van het Animal Liberation Front, maar vooral de brutale dodelijke overval van de Bende van Nijvel op een textielbedrijf in Temse zal hem altijd bijblijven. “Want er zijn te veel toevalligheden in dit dossier…”

We schrijven 10 september 1983 om 2.30 uur ’s nachts. Gangsters dringen de conciërgewoning binnen van textielbedrijf Wittock-Van Landeghem in Temse en openen meteen het vuur. Conciërge Jozef Broeders (26) is op slag dood, zijn vrouw Linda Van Huffelen (25) wordt voor dood achtergelaten. Ze overleeft het echter, maar zal blijvend invalide blijven. De kinderen van het koppel worden ongemoeid gelaten. De overvallers maken zeven prototypes van een nieuw soort kogelvrije vest buit. De Saab waarmee ze zich verplaatsen, duikt een week later op aan de Colruyt in Nijvel, waar de bende drie doden maakt.

Niet eens op de hoogte

Antoine Van Hove was die avond samen met een collega op patrouille. “We waren om 2 uur naar huis gegaan en een half uur later sloegen die gangsters toe. Dat tijdstip heb ik altijd bijzonder vreemd gevonden”, zegt Van Hove. “Ons uurrooster was trouwens kort daarvoor aangepast. Normaal draaiden we shifts van twaalf uur, vanaf 7 uur of vanaf 19 uur. Omdat er ’s nachts bitter weinig gebeurde, besloot onze toenmalige commissaris de nachtploeg af te schaffen. We moesten om 14 uur beginnen en hadden dan om 2 uur gedaan.”

“We konden ons toen meer toeleggen op wijkwerk. Daar viel natuurlijk wel iets voor te zeggen. Als er nadien toch iets gebeurde, moest de rijkswacht overnemen. Ons onthaal was wel 24/24 bemand om de telefoon op te nemen. Vreemd genoeg is er die nacht geen enkele melding binnengekomen. Onze man op het onthaal wist pas wat er gebeurd was toen de procureur om 4 uur plots aan de deur stond. De rijkswacht had ons niet eens op de hoogte gebracht, terwijl het commissariaat amper een paar straten verwijderd was van Wittock-Van Landeghem.”

Te veel toevalligheden

Zonder rechtstreeks beschuldigingen te uiten, maakte Van Hove de onderzoekers in het Bendedossier attent op al die toevalligheden. “Ze hebben hier nog maandenlang onderzoek verricht en getuigen verhoord, maar zonder veel resultaat. Ik ben er altijd van overtuigd gebleven dat de daders ons uurrooster moeten gekend hebben. Achteraf gezien was het misschien beter zo. We waren maar met twee op patrouille die avond. Het had slecht kunnen aflopen als we nog op de baan waren geweest toen die oproep binnenkwam en het tot een confrontatie was gekomen met die moordenaars.”

Van Hove was nog maar zes jaar bij de politie toen de Bende van Nijvel toesloeg. Het was een vrij late roeping. “Tot mijn 30 jaar was ik vooral bezig met voetbal”, legt hij uit. “Ik was eerste keeper bij Sportkring Sint-Niklaas. Dat was in de jaren ’60, toen het nog dé club van het Waasland was. Van 1973 tot 1975 speelde ik voor eersteklasser SK Beveren, waar ik reservedoelman was naast Jean-Marie Pfaff. Een prachtige periode waar ik nog altijd met plezier op terugblik.”

Middeleeuwen

De gemeentepolitie waar Van Hove in 1977 aan de slag ging, was in niks te vergelijken met het huidige politiekorps. “Ik zal niet zeggen dat het de Middeleeuwen waren, maar het scheelde soms niet veel”, lacht hij. “Op een typemachine moesten we van elk feit een veredeld opstel maken. Dat moest perfect zijn, want het werd nadien gebruikt op de rechtbank om iemand al dan niet te veroordelen. Veel criminaliteit was er toen niet. We hielden ons bezig met het tellen van honden omdat daar een taks op geheven werd. Stel je voor. Uit diezelfde periode dateren trouwens ook nog de taksplaten die op de zijkant van een fietswiel hingen.”

Antoine ging maar tot zijn zestiende naar school, maar die achterstand haalde hij later ruimschoots in. “Eerst mijn humaniora in avondschool, vervolgens de officierenschool in Gent en daarna naar de universiteit. Ik was 42 jaar toen ik in Gent afstudeerde met het diploma van licentiaat Criminologie.” Daardoor kwam hij in 1995 aan het hoofd van de politie Temse te staan en dat tot aan de politiehervorming in 2001.

Tip over brandstichting

Een jaar voor het samengaan van de gemeentepolitie en de rijkswacht werd Temse opgeschrikt door een andere aanslag, dit keer van het Animal Liberation Front. Op 6 september 2000 ging het vleesverwerkende bedrijf Damar in vlammen op. “Een datum die in mijn geheugen gegrift staat, want we hadden de avond voordien een telefoontje gekregen van een commissaris van de gerechtelijke politie in Antwerpen. Die vroeg een lijst op van alle vleesverwerkende bedrijven omdat ze een tip hadden gekregen dat er een brandstichting op til was. Rond 2 uur kreeg ik telefoon dat Damar in lichterlaaie stond. Ik geef toe dat ik opgelucht was dat niet mijn mensen, maar de rijkswacht daar moest observeren.”

Miljoenenclaim

Geert Waegemans bekende later dat hij aan de achterkant een gat in een afsluiting had gemaakt, terwijl de rijkswacht aan de voorkant op wacht stond. Hij kreeg vier jaar cel. “Nadien is er nog een miljoenenclaim gekomen omdat we kennis hadden van de aanslag. Die procedure heeft vijf jaar geduurd, maar men heeft ons geen verwijt kunnen maken. Het toont wel aan hoe groot de verantwoordelijkheid is die je in deze functie draagt.”

Dubbele moord

Een andere opmerkelijke zaak die hem altijd zal bijblijven, is de moord op twee Turken op kerstdag 1985. “Om 7.45 uur kwam iemand aan de balie melden dat er twee mannen lagen te slapen aan de Watermolen op de Wilfordkaai. Een eerste nazicht op die plaats leverde niets op. We vermoedden dat er een spraakverwarring was met de Bloemmolen. Daar troffen we achter de Scheldedijk inderdaad twee lijken aan. Ze lagen netjes naast elkaar en waren droog, waaruit bleek dat ze niet waren aangespoeld. De dubbele moord werd nooit opgelost. Vermoedelijk ging het om een afrekening onder Turkse ideologieën.”

Sport als uitlaatklep

In de veertig jaar zag Antoine Van Hove ook heel wat slachtoffers van ongevallen en branden. “Vooral een brand in een oude hoeve in de Moortelstraat heeft me nooit losgelaten. De ouders waren vrienden uit Canada gaan wegbrengen naar de luchthaven in Zaventem. Toen ze terugkwamen, stond de hoeve in lichterlaaie. Voor hun twee kleine kinderen kwam alle hulp te laat. Zulke momenten blijven aan je ribben kleven. Ik heb altijd in sport een ideale uitlaatklep gevonden. Toch blik ik vooral met tevredenheid terug op mijn lange loopbaan bij de politie. Anders was ik er ook niet tot aan mijn 70 jaar aan de slag gebleven”, lacht hij.

Bron » Het Laatste Nieuws

Getuige legt link tussen Bende van Nijvel en gangsterbende rond Philippe De Staerke

Was de Reus van de Bende van Nijvel een Griek? Die mogelijkheid is ontstaan nu een nieuwe getuige voor het eerst het verband legt tussen een feit van de Bende van Nijvel uit 1983 en de Bende van Baasrode rond gangster Philippe De Staerke. De Bende van Baasrode telde drie Grieken in de rangen, onder wie de 1,94 meter grote Apostolos Papadopoulos.

Hij was nog een twintiger toen hij op 4 september 1983 foto’s nam aan het kruispunt De Ster in Sint-Niklaas voor zijn cursus fotografie. Plots stopte een auto met vier inzittenden. Eén man stapte uit, vertelde hem dat hij van de gerechtelijke politie van Charleroi was, duwde hem ­tegen een muur en rukte het filmrolletje uit zijn camera. “Hij nam mijn identiteitskaart en zei dreigend dat hij wist wie ik was. Ik moest me kalm houden.”

De Griekse connectie

Vandaag is de getuige ervan overtuigd dat hij destijds werd afgedreigd door gangsters die op verkenning waren voor de bloedige inbraak van de Bende van Nijvel in een weverij in Temse, een week later.

Wat de fotograaf zich van die confrontatie in Sint-Niklaas herinnert, verwijst volgens speurders haast automatisch naar de Bende van Baasrode, een groep inbrekers en overvallers rond gangster Philippe De ­Staerke. De getuige zelf legt de link met de Bende van Nijvel.

“De man die mij tegen een muur drukte en fouilleerde, leek als twee druppels ­water op een van de laatste robotfoto’s van de Bende van Nijvel”, zegt de getuige. Een robotfoto waarop speurders de naam van Dominique ­Salesse kleefden, uitstekend chauffeur en notoir lid van de Bende van Baasrode.

Namen kon de getuige niet geven, maar hij noteerde wel de nummerplaat, en hoorde de rijkswacht bij zijn aangifte zeggen dat “de nummerplaat toebehoort aan een lange Griekse naam uit Brussel”. Ook dat past bij het profiel van de Bende van Baasrode, want die telde zelfs drie Grieken in de rangen.

Apostolos Papadopoulos, uit Sint-Gillis, is de bekendste van het gezelschap. Hij was nauw bevriend met De Staerke. Zijn vastberadenheid, zijn 1,94 meter grote gestalte en het feit dat hij links mankte, maakten van hem een potentiële Reus. Toch voor de overvallen in Overijse en Eigenbrakel. Voor Aalst kwam hij niet in aanmerking. Serge le Grec zat toen immers in de cel voor een overval op een postwagen in Wilsele.

Zijn broer Sotirios Papadopoulos zat eveneens in de Bende van Baasrode. “Hij was een meeloper, hij had de moed niet om deel te nemen aan een overval”, verklaarde ooit Leon De Staerke, broer van de bendeleider. Sotirios huurde wel een appartement in de buurt van het Brusselse Zuidstation, waar de bende­leden hun overvallen voor­bereidden en geregeld ook de buit verdeelden.

Derde in de rij is Nicolas ­Karafilis. Ook hij was goed bevriend met Philippe De Staerke. Maar hij bracht zijn chef wel in moeilijkheden in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Zo verklaarde Kara­filis dat De Staerke hem ooit in de gevangenis had toe­vertrouwd: “Ik ben 28 en ik heb 28 lijken op mijn ge­weten.” Volgens sommige bronnen zou hij de plaats hebben getoond waar wapens en ander bewijsmateriaal van de Bende in het kanaal gedumpt werden.

Voor de speurders is het de eerste keer dat een getuigenis een mogelijke link legt tussen de bloedige inbraak in Temse (waarbij conciërge Jozef Broeders voor de ogen van zijn vrouw werd vermoord) en de Bende van Baasrode. Tot dusver hebben alle leden van die bende altijd ontkend dat zij betrokken waren bij de misdaden van de Bende van Nijvel. Die betrokkenheid is ook nooit bewezen. Of deze piste door de nieuwe Bende-speurders in overweging wordt genomen, werd ons bevestigd noch ontkend.

Bron » Het Nieuwsblad

Anonieme getuige: “Oog in oog gestaan met Bende van Nijvel én nummerplaat doorgegeven aan rijkswacht”

Ik heb oog in oog gestaan met de Bende van Nijvel. Dat vertelt een man anoniem aan de redactie van TV Oost Nieuws. De getuige heeft het over de overvallers die toesloegen bij weverij Wittock-Van Landeghem begin jaren tachtig in Temse. Bij die overval viel toen één dode, de conciërge.

Wat Bart (*) op 4 december 1983 is overkomen, heeft zijn leven voorgoed veranderd. Hij is dan nog jong, een twintiger, en staat die zondagochtend foto’s te nemen van voorbijrijdende auto’s aan het kruispunt De Ster in Sint-Niklaas. Een banale opdracht voor zijn cursus fotografie die hij op dat moment volgt.

Plots rijdt een van de wagens die net passeerde en vanuit de richting van Temse kwam, met daarin drie mannen en een vrouw, terug achteruit. “Ik dacht meteen ‘oei, wat gebeurt er’ en nam mijn statief om te vertrekken”, vertelt Bart. Maar dat vertrekken was buiten de passagiers van het voertuig gerekend.

“We hebben wapens”

Een van de mannen stapte uit en sprak hem aan in het Frans: dat ze van de gerechtelijke politie van Charleroi waren, klonk het. Bart wordt tegen de muur van een appartementsblok geduwd en gefouilleerd. “Hij nam mijn identiteitskaart en zei dat hij weet wie ik ben. Toen heeft hij heel bruut mijn camera afgepakt en het filmpje eruit gehaald”, aldus de getuige. “De man herhaalde nog eens dat ze van de politie waren en dat ze wapens in de auto hadden liggen. Ik moest me kalm houden.” 

Vervolgens stapt de man terug in de auto en het gezelschap rijdt door, richting Sint-Niklaas. Bart blijft in shock achter.

Dodelijke overval 

Een week later slaat de Bende van Nijvel toe in de weverij Wittock-Van Landeghem in Temse. Nu staat op dat terrein enkel nog een elektriciteitskabine, de fabriek zelf is intussen afgebroken. De overvallers schieten de conciërge dood en stelen zeven prototypes van kogelvrije vesten.

Het kruispunt waar Bart foto’s stond te nemen, ligt op amper zeven minuten rijden van diezelfde weverij. Hij is er zeker van dat de mensen die hem toen tegenhielden eigenlijk op verkenning waren in de buurt.

Meer nog: hij herkent de persoon op een van de latere robotfoto’s als de man die hem destijds gefouilleerd heeft. De tekening is gemaakt in 2010 en moet een van de daders van de beruchte Bende-overval in Aalst voorstellen. “Die donkere, dreigende ogen in dat smalle gelaat en dat donkere haar. Ja, absoluut.” 

Griekse verdachte

Namen had Bart niet, maar de nummerplaat van de wagen kon hij destijds wel noteren. Meteen na het incident aan het kruispunt, ging Bart dan ook aangifte doen in het rijkswachtbureau van Sint-Niklaas. “Ik hoorde hen op de radio zeggen dat die nummerplaat toebehoort aan een Griekse naam, ingeschreven in Brussel.”

En precies dat maakt de getuigenis interessant, in het Bende-dossier komen immers een drietal Griekse namen voor. Twee daarvan zijn gelinkt aan oud-verdachten in de zaak. 

Bart ging nog een tweede keer terug naar het politiebureau om het verband opnieuw aan te halen, maar werd kordaat wandelen gestuurd. “Als we je nodig hebben, zal je het wel horen”, klonk het. Dat gebeurde nooit. 

Bron » Het Nieuwsblad

(*) Bart is een fictieve naam. De getuige wil anoniem blijven.

Slachtoffer Bende van Nijvel: ‘Elke keer dat ik verhoord werd, was ik niet gerust’

De Bende van Nijvel domineerde de voorbije week het nieuws. Een van de slachtoffers van die criminelen getuigde zondag in De Zevende Dag. ‘Ze hadden me al in een lijkzak gestoken.’

Linda Van Huffelen en haar echtgenoot Jos Broeders werden op 10 september 1983 het slachtoffer van de Bende. Ze waren conciërge van textielbedrijf Wittock-Van Landeghem in Temse. Daar lagen in een kluis gesofisticeerde kogelwerende vesten. Slechts een handvol mensen waren daarvan op de hoogte. Toch wisten de criminelen dat ze die vesten daar konden vinden.

’s Nachts drongen de overvallers de woning van Linda, toen 25 jaar, en haar echtgenoot binnen, terwijl hun twee jonge kinderen boven lagen te slapen. Linda zelf werd er van wakker, maar toen was het al te laat. ‘Ik zag mijn man bloedend op de grond van de slaapkamer liggen’, getuigde de vrouw 20 jaar geleden al. ‘Een van de gangsters is toen naar mij toe gekomen en schoot richting mijn gezicht. Maar de kogel ketste af op mijn hand. Daarna hebben ze mijn man nog eens afgemaakt met een kogel in de kop.’

Lijkzak

Toen de hulpdiensten ter plaatse kwamen, dachten ze dat Linda net als haar echtgenoot dood was. ‘Ze hadden me al in een lijkzak gestoken’, zegt ze in De Zevende Dag. ‘Maar ambulanciers zijn altijd met twee, en de andere had nog iets zien bewegen. Dan hebben ze me weer uit de lijkzak gehaald.’

Linda lag daarna twee maanden in een coma. ‘En ik ben nog altijd voor 80 procent invalide.’ Zo kan Linda haar volledige linkerhand niet meer gebruiken. Dat is helemaal verlamd. ‘Ik heb er nog altijd last van. Het is nog altijd hetzelfde. De pijn begint als het kouder wordt.’

Genadeschot

De vrouw herinnert zich niet veel meer van die noodlottige avond. ‘Ik weet dat ze zijn binnengevallen en dat ze mijn man hebben neergeschoten. Mijn man tegen de kelderdeur terwijl ze hem het genadeschot geven, dat is een beeld dat blijft.’

Dat de Bende weer volop in het nieuws is door de recente onthullingen, valt Linda zwaar. ‘Zo’n week rakelt alles weer op. Want vergeten doe ik mijn man nooit. Ik ken hem al van mijn 12 jaar.’

Dat zegt ook Peter Callebaut, de advocaat van Linda Van Huffelen, die ook advocaat is van andere slachtoffers van de Bende van Nijvel. ‘Ook anderen hebben me de voorbije week gecontacteerd. De meesten willen zich angstvallig weghouden. De oude wonden gaan hiermee weer open.’ Op dat vlak zijn de slachtoffers dus niet blij met de ontwikkelingen van de voorbije week. ‘Maar anderzijds willen ze natuurlijk wel weten wie, wat, waar en hoe. Maar uit het verleden weten we al dat die onthullingen altijd weer vrij snel uitdoven, en ik vrees dat dat ook nu weer het geval gaat zijn.’

De voorbije week werd ook steeds explicieter ingezoomd naar een mogelijke link tussen de Bende van Nijvel en de rijkswacht. Volgens Linda Van Huffelen is zoiets alleszins niet onmogelijk. ‘Op het moment niet, maar achteraf geloofde ik het wel, als je de dingen erover hoorde op televisie. Ik ga ook eerlijk zijn: ik vertrouwde hen niet, geen enkele politie’, zegt Linda. ‘Elke keer dat ik verhoord werd, was ik niet gerust. Ergens hoop ik nog wel dat het uitkomt. Dan zou ik er misschien ook minder aan denken. Ik denk er nog elke dag aan.’

Schadevergoeding?

Linda kreeg meer dan 25 jaar geleden wel een vergoeding als slachtoffer. ‘Maar dat was peanuts’, zegt Callebaut nog. ‘Ik heb alleen mijn weduwepensioen, dat is eigenlijk weinig. Ik ben 80 procent invalide. Met twee vingers moet ik het doen, dat gaat niet. Ik hoop toch om nog iets te krijgen, een schadevergoeding’, vult Van Huffelen nog aan.

Bron » De Standaard