Krantencommentaar
Louis De Lentdecker
Vlaanderens misdaadverslaggever Louis De Lentdecker, die allerminst van linkse sympathieën kan verdacht worden en goed ingelichte vrienden heeft bij de rijkswacht, schreef over de vertrouwensrelatie tussen extreem-rechts en de ordehandhavers:
“Enkele jaren geleden is bij de ordediensten de neiging gegroeid extreem-rechtse groepen zo niet te noyauteren, dan toch goedmoedig of toegeeflijk te behandelen en om de grofste baldadigheden op straat te voorkomen en omdat men vreesde dat het gevaar voor geweld en voor ondermijning van de democratische instellingen, zo niet uitsluitend dan toch vooral van extreem-links kwam.”
“Tegelijk groeide bij extreem-rechtse groepen sympathie voor bepaalde rijkswacht- en politiemensen omdat men samenhorig wilde zijn en handelen tegen de zeer actieve en gevaarlijke organisaties van extreem-links. Het is ook waar, dat leden van extreme groepen hun vroegere kameraden verlieten om betrouwbare elementen te worden van rijkswacht of politie.”
In het raam van deze ‘goedmoedige behandeling’ kon de VMO reeds in 1965 en 1966 rekenen op de gewaardeerde steun van de rijkswacht. Hoewel een bijzondere relatie tussen rijkswacht en VMO verwonderlijk lijkt, is dit bij nader toezien al veel minder het geval. Meningen en methodes van beide korpsen lopen immers zeer vaak parallel. Dit geldt niet alleen inzake de bejegening van links, maar ook wat betreft de houding tegenover syndicalisten, door de VMO als misdadigers betiteld en door de rijkswacht als verdachten geficheerd. Het racisme leidt bij de VMO tot commando-acties en bij de rijkswacht tot razzia’s waarbij hele vreemdelingenwijken worden afgesloten en praktijken worden gebruikt die doen terugdenken aan de bezettingstijd.