Nijvel

Nasleep

De Saab

De Saab 900 turbo was voorzien van een valse nummerplaat, SX967. Sedert 8 juni, de dag dat de wagen werd gestolen, had het voertuig zoals bekend, 1227 kilometer afgelegd. De turbo-motor had de geest gegeven en hoger dan de derde versnelling raakte men niet meer. In de wagen vonden experts bloedsporen terug, maar geen aanwijzingen van de twee pistolen van kaliber 7.65 mm – twee FN- wapens met registratienummer N3452G71 en NA1200235 – die werden ontfutseld aan de twee rijkswachters van Nijvel op de parking van de Colruyt.

Geen spoor ook van een UZI-machinepistool dat aan de Colruyt van Nijvel uit de politiewagen werd gestolen. Zoals gemeld, werd de stereo-installatie, die zich oorspronkelijk in de Saab bevond, gedemonteerd. De boeven namen ook nog twee gechromeerde ronde Cibié-mistlichten mee en een dubbeltonige claxon voorzien van een batterij van zes volt. In de koffer van de wagen hadden de doders een kakigroene benzinebus van 10 liter geplaatst. Op de bus met de metalen schenktuit stond het jaartal 1977 gedrukt. De onderzoekers verspreidden een foto van de bus via de pers.

Een automobilist herinnerde zich dat hij van de zomer op de autosnelweg hulp had verleend aan mensen met autopech en bij hen een bus had achtergelaten die sterk geleek op degene die in de Saab werd teruggevonden. Niet meer dan een zwak begin voor een onderzoek, net als het haar van 4.3 cm dat de experts in de wagen vonden. Vooraleer de Saab in de steek te laten, probeerden de doders van de Colruyt van Nijvel de wagen in brand te steken door een salvo van een riotgun in de benzinetank te jagen, maar ze slaagden niet in hun opzet.

De doders waren waarschijnlijk niet van plan geweest hun wagen in Eigenbrakel achter te laten. Dat deden ze omdat de wagen niet meer dan 70 km per uur kon halen, omdat een zuiger gebroken was en achteraan rechts een band lek geslagen was. De gangsters hebben zelfs geprobeerd een nieuw wiel te steken, aangezien ze de later vlakbij de Saab teruggevonden krik uit de gereedschapstas haalden.

Het reservewiel van de wagen werd teruggevonden in een nabijgelegen woning. Bij onderzoek naar de Saab 900 turbo waren de experts verrast toen ze vaststelden hoe de moordenaars van Brabant de wagen voorbereid hadden voor hun bloedige expedities. Om de wagen zo anoniem mogelijk te maken, hadden ze alle kenmerkende tekens verwijderd, het windscherm, de radio-antenne op de wagen, de hoofdsteun, de veiligheidsriemen en zelfs de verstralers die op het radiatorrooster stonden. Het gat in de antenne werd zorgvuldig dicht gestopt en achteraan de auto werden de lampjes van de stoplichten geïsoleerd door middel van plakband. Onderin de motor werd een elektrische montage zodanig aangepast, dat gedurende korte tijd nog sneller kon worden gereden. Specialistenwerk!

De Saab nadat hij door de politie werd gevonden.

De Saab nadat hij door de politie werd gevonden.

De ontsnapping van de moordenaars

Bekend is, dat de groep zich dan naar het kruispunt Mont Saint-Pont begaf, waar een Seca-station gelegen is. De moordenaars zouden zich toegang hebben verschaft tot de toiletten om aan wc-papier te geraken, zonder twijfel ter verwijdering van vetplekken en sporen van bloed afkomstig van de lijken van Elise Dewit en Jaqcues Fourez die ze verschillende meters hebben versleept. Hoe zijn de doders erin geslaagd spoorloos te verdwijnen? Mysterie.

Een speurdershond die bij de Saab gebracht werd, leidde de rijkswachters tot aan het kruispunt van Mont Saint-Pont, maar daar hield het spoor op. Hoe zijn ze van het kruispunt weggeraakt in een sector die gonsde van de rijkswacht en de politie? Nog voor dageraad werd een klopjacht georganiseerd rondom de ‘Diable Amoureux’ waarvan de eigenaar meende twee silhouetten ontwaard te hebben. Men voerde klopjachten uit op een campingterrein. Alles zonder resultaat. De onderzoekers veronderstellen dat er een derde wagen geweest is. Deze moet de door autopech getroffen moordenaars vervoegd hebben op het kruispunt van Mont Saint-Pont.

De moordenaars zouden in radioverbinding gestaan hebben met medeplichtigen die er zouden in geslaagd zijn de wegversperringen in Waals Brabant te omzeilen, waarschijnlijk door het beluisteren van de berichten van de ordediensten via de walkie-talkie die ze hadden ontvreemd op de Colruytparking na de moord op wachtmeester Marcel Morue. Verschillende getuigen hebben beweerd dat ze omstreeks 4u15 een oude Mercedes taxi opgemerkt hebben die gedurende een tiental minuten stilstond, niet ver van de plaats waar de Saab 900 turbo gevonden werd. De houding van de taxichauffeur was hun verdacht overgekomen.

De politie denkt dan ook dat de moordenaars misschien konden ontkomen aan boord van deze zwarte taxi, die voorzien was van een taxiteken maar verder geen enkel onderscheidingsteken droeg, zelfs geen zelfklever met de naam van de eigenaar of de firma. De Mercedes werd bestuurd door een man van zo’n dertig jaar, met krullend haar en snor. Hij was vergezeld van een jonge vrouw met blond, kort geknipt haar. Een andere ooggetuige heeft het ook over een voorbijkomende BMW. In elk geval ging de vluchtweg die nacht niet richting Borinage, maar richting Brussel.

De politie registreerde ook de verklaringen van agent Lemal die zich gedurende de schietpartij aan boord bevond van de Golf van de politie van Eigenbrakel. De politieman preciseert dat een van de daders van de moordpartij, die hij zag toen hij een riotgun op hem gericht hield, zwart achterwaarts gekamd haar en een kalend voorhoofd had. De autopsie van de lijken van Mevr. Dewit en zakenman Jacques Fourez zou aan het licht brengen dat beiden door meerdere kogels in het hoofd werden getroffen, afgevuurd door een pistool kaliber .22 LR, een wapen dat ook gebruikt werd in december in de Auberge du Chevalier, in januari bij de moord op taxichauffeur Constantin Angelou, in juni bij het neerknallen van de Duitse herdershond van de garage Jadot en in de nacht van 8 op 9 september, bij het neerkogelen van de huisbewaarder van het textielbedrijf Wittock-Van Landeghem.

Een riotgun kaliber 12 die in Nijvel gebruikt werd, had al gediend in Temse en de kogels die de onderzoekers een maand later in de Delhaize van Beersel en in november 1985 zullen vinden, werden afgevuurd door hetzelfde wapen. Behalve het wapen van rijkswachter Lacroix werden in de Colruyt nog vier andere wapens gebruikt: een 357 magnum revolver, een 9 mm pistool, een pistool van kaliber 7.65 en een Colt 45 die ook zal gebruikt worden bij de dubbele moord in Anderlues.

Nooit eerder vertoond

Dit wijst erop dat de moordenaars voor het uitvoeren van een overval van 22.070 frank beschikten over zeven wapens, misschien zelfs meer. Met hoevelen waren deze killers? Met zijn drieën, vieren of vijven? Nog vele andere vragen bleven onbeantwoord. Ging het in de Colruyt van Nijvel om gewone inbrekers die, doordat ze verrast werden, slechts koffie en pralines konden stelen? Of was de werkelijke drijfveer eerder het uit de wegruimen van het paar dat terugkeerde uit Parijs?

Het luidt geen twijfel dat de onderzoekers af en toe verrast waren bij het doorzoeken van het verleden van Jaqcues Fourez en Elise Dewit. Maar bij nader toezien zijn de onderzoekers nu toch eerder van mening dat Jaqcues Fourez en zijn vriendin zich wel degelijk per toeval in de buurt van de Colruyt ophielden en dat ze zonder precieze reden werden neergekogeld. Eenvoudigweg omdat ze er op dat moment waren en omdat ze de inbrekers verrasten die geen getuigen wensten achter te laten.

Het paar kwam terug uit Parijs waar ze het uitgevoerde verfwerk in een huurappartement waren gaan bekijken en controleren. Christel, de dochter van Mevr. Dewit, weerlegt de veronderstelling dat haar ouders de gewoonte hadden hun wagen te laten voltanken aan het benzinestation van de Colruyt in Nijvel. Jaqcues Fourez was zeer vertrouwd met zijn wagen en diens verbruik. Men beschrijft hem als een vrij mysterieus personage, vrijgezel, ingeschreven in Menen en in het geheim al een tiental jaar samenlevend met Elise Dewit.

De van nature goedmoedige maar in zaken keiharde Fourez was de beheerder van een bouwmaatschappij, hij hield zich bezig met een keten van kleine warenhuizen, stond in contact met grote voedingsbedrijven, verhuurde gemeubelde appartementen en was vennoot in een pralinebedrijf en in een koffiezaak. Zijn gezellin, Elise Dewit, was eigenares van haar appartement, een hotel in Brussel en een woning in Knokke.

De ontsnapping van de eeuw

Enkele uren vooraleer de slachtpartij op de parking van de Colruyt van Nijvel zou plaatsgrijpen, waren achtendertig gevangenen ontsnapt uit de gevangenis van Doornik. Onder deze gevangenen bevond zich een zekere Philippe De Staerke, een oud legionair, toendertijd heel wat minder beroemd dat zijn grote broer Leon, bekend onder de bijnaam ‘Petit leon’.

Deze Petit Leon was gedurende acht maanden lastig gevallen, nadat in het begin van de herfst 1980 drie lijken gevonden waren in een sparrenbos in Sint-Genesius-Rode. Vroeg in de morgen van zaterdag 17 september wordt over de ontsnapping van de achtendertig gevangenen nog nauwelijks gerept. In de streek heerst dan grote verslagenheid en voor het eerst in de sinistere sage van de slachtpartijen in Brabant gewagen sommigen van een doldrieste Bende van Nijvel.

Nooit eerder vertoond in de misdaadgeschiedenis. Uit het niets opgedoken boeven ruimen koelbloedig getuigen uit de weg, of het nu om vrouwen of om rijkswachters gaat. Pas door het bloedbad van Nijvel kwam de pers tot de vaststelling dat in Waals Brabant de voorbije weken verscheidene nooit opgehelderde geweldplegingen plaats hadden gegrepen en begon men zich af te vragen of deze gewelddaden door dezelfde personen waren gepleegd.

Op slag stelt de pers zich vragen over wat de gerechtelijke autoriteiten, die sedert de bloedige overval op wapenhandel Dekaise in Waver in september 1982 ter plaatse trappelen, uitrichten. De gerechtelijke autoriteiten zelf stellen vast dat ze opgescheept zitten met de meest ingewikkelde misdaadzaak die het gerecht in de voorbije jaren op te lossen kreeg. Een van de onbelangrijke details die de onderzoekers na de slachting van Nijvel vaststellen, is dat Jacques Fourez regelmatig een bezoek bracht aan het gastronomisch restaurant van Ohain, in Brussel bekend als ‘Au Trois Canards’.