Samenvatting
Wat? Een overval op een Antwerps diamantair
Wanneer? Dinsdag 26 oktober 1982, rond 17u
Waar? In de Antwerpse diamantwijk
Wie? Een onbekende man die zich voordeed als een zekere Frank Levit, uit Houston, Texas.
Buit? Diamanten met een waarde van 200-250 miljoen frank.
Status: Onopgelost
De robotfoto van "Frank Levit":
In 1987 verscheen het slachtoffer - Shmuel Matorin - zelf voor de correctionele rechtbank omdat er aanwijzingen waren dat hij de overval had verzonnen om de verzekering op te lichten. Hij werd hiervoor echter vrijgesproken wegens gebrek aan bewijzen.
Twee jaar later kwam de man weer in het nieuws. Hij was toen vennoot bij firma "Rachbros Diamond Company". Deze firma was het doelwit van verschillende aanslagen. Het huis van Matorin werd beschoten en was het doelwit van een brandbom. Het huis van Matorin werd de avond van de beschieting bewaakt door een agent van de bewakingsfirma Failsafe. Deze firma was gevestigd in Merksem (Antwerpen) maar werkte zonder toestemming van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De eigenaar van de firma was een zekere Marc Bats, een oudgediende van de Staatsveiligheid. Bats had nog andere ex-collega’s van de Staatsveiligheid voor zijn firma aangetrokken.
Het toeval wil dat de overval op Shmuel Matorin gebeurt op dezelfde dag als de moord en overval op bewakingsagent Francis Zwarts. Een ander toeval is dat de aanslagen op "Rachbros Diamond Company" in dezelfde periode gebeuren als de moord op Ali Suleiman Ahmad.
Diamantair beroofd voor 250 miljoen fr.
Voor zo’n 250 miljoen frank diamant: dat is de buit die dinsdagavond een onbekende die zich uitgaf als Frank Levit uit Houston in Texas maakte na de 40-jarige Shmuel Matorin in zijn kantoor van de firma ‘Kimberly Diamond Incorporated’ te hebben overvallen.
De kerel is voorlopig spoorloos. Overigens kon hij om de wijk te nemen voldoende tijd nemen. Pas drie uur nadat de overval was gepleegd kon het geknevelde en geboeide slachtoffer vanuit zijn kantoor over de 906 alarm slaan.
Het was tussen 12 en 12u30 dinsdagmiddag dat in de kantoren van de h. Shmuel Matorin zich de kerel aanbood om zaken te doen. Overigens had de h. Matorin vorige maand zijn uiteindelijke berover reeds een keer in het Antwerpse ontmoet. Net als toen rookte hij dinsdag dikke sigaren. Hij was ongeveer 1m80 groot, struis van lichaamsbouw en drager van een zwarte baard en een dito hoed. Hij sprak met een stevig Amerikaans accent.
Dinsdag was hij dus terug gekomen bij de h. Matorin, wonende te Sint-Jans-Molenbeek, Vrijheidslaan 122, met de uitleg best zaken te willen doen. Een hele namiddag werd daarover geredekaveld en zaakvoerder Shmuel Matorin liet zelfs vanuit een nabij gelegen restaurant de nodige spijzen aanrukken om de innerlijke mens tijdens het overleg te kunnen versterken.
Geruime tijd zou “Frank Levit” bij de h. Matorin hebben aangedrongen op de mogelijkheid goedkope stenen te kunnen kopen die naar de States te exporteren. Bij herhaling had de h. Matorin zijn mogelijke “cliënt” gezegd die op dit ogenblik niet in voorraad te hebben. Daarom werd afgesproken voor de volgende voormiddag rond 10 uur.
Ondertussen hadden de gesprekken reeds aangesleept - wat vanzelfsprekend de bedoeling moet zijn geweest van de rover - tot omstreeks 17u het personeel de kantoren verlaten had.
Toen ook de h. Matorin na enige tijd liet blijken dat het ook voor hem wel tijd was om weer naar Brussel te vertrekken, vroeg de man die zich uitgaf voor Frank Levit, of hij geen lift naar de hoofdstad kon krijgen, daar dat voor die dag ook zijn bestemming was.
En toen gebeurde het. Nadat het laatste licht in de kantoren was gedoofd: “Frank Levit” haalde een pistool boven en dwong zijn slachtoffer de brandkoffer te openen en al de daarin voorhanden dozen met diamant voor een waarde van circa 250 miljoen op tafel te zetten. Bevel, waarop het beangstigde slachtoffer terstond inging.
De rover dwong de h. Matorin op de vloer te gaan liggen, waarna hij hem stevig boeide en diens mond dicht kleefde met plakband. Erg deugdelijk bleek de kerel dit werk wel te hebben opgeknapt, want het duurde tot precies 20u25 dinsdagavond vooraleer zijn slachtoffer zich van zijn boeien had kunnen ontdoen om toen onmiddellijk over het nr. 906 bij de Antwerpse politie alarm te slaan. Toen deze ter plaatse was, was er van de dader vanzelfsprekend geen spoor meer te bekennen.
Bron: Gazet van Antwerpen | 28 Oktober 1982
Diamantoverval van 200 miljoen was verzonnen
Op 28 oktober 1982 werd door een Antwerpse diamantair klacht ingediend met een verhaal van een gewapende overval. De toen 40-jarige Matorin Shmuel hing het verhaal op van een man die zich had aangediend als klant. De dader zou na sluitingstijd van het kantoor, toen hij nog alleen in het gebouw was met Matorin, plots een wapen getrokken hebben om Matorin te beroven. Nog altijd volgens het verhaal ging de overvaller, van wie Matorin een complete persoonsbeschrijving gaf, aan de haal met diamanten voor een totale waarde van 200 miljoen.
De overval op het kantoor in de Vestingstraat werd nooit opgehelderd. Verzekeringsmaatschappij Lloyds keerde een bedrag van 3,3 miljoen dollar uit. Veel later kwam er echter een vervolg aan het dossier via de politie van Transvaal. De Zuid-Afrikaan Struweg Van Rehde was bij generaal van politie Scholtz Bismark een opgemerkte getuigenis komen afleggen. Struweg, die op dat moment door Matorin voor een Zuid-Afrikaanse burgerlijke rechtbank was gedaagd wegens laster, beweerde te weten dat Matorin in Antwerpen klacht had ingediend voor een hold-up die hij helemaal zelf had opgezet. De politie van Transvaal signaleerde die mededelingen aan de verzekeringsmaatschappij, die eerst zelf een onderzoek instelde. Nadien werden ook de Belgische gerechtelijke diensten van deze ontboezemingen op de hoogte gesteld.
Zo kwam het in maart 1987 tot een correctioneel proces tegen Shmuel Matorin. De zaak werd dan nog herhaalde malen uitgesteld voor bijkomende en wisselende getuigenissen. Gisteren echter kwam politiegeneraal Bismark speciaal vanuit Transvaal naar Antwerpen om te getuigen.
De rechtbank besteedde de hele voormiddag aan dit getuigenverhoor, dat tientallen keren onderbroken werd door vragen van de vier advocaten van Matorin. De beschuldigde zelf ontkent nog altijd alle schuld overigens.
Hij houdt staande dat hij het slachtoffer werd van een echte overval. Over twee maanden, tijdens de volgende zitting, zullen het openbaar ministerie en de verdediging aan het woord komen. Verzekeringsmaatschappij Lloyds stelde zich alvast burgerlijke partij en eiste de 3,3 miljoen dollar terug.
Bron: Gazet van Antwerpen | 1 December 1987
Antwerpse diamantair gaat vrijuit
Op 26 oktober 1982 stond het Antwerpse diamantkwartier in rep en roer na een overval op diamantair M. Het slachtoffer, dat gekneveld in zijn kantoor werd achtergelaten, schoot er voor 250 miljoen fr. aan diamanten bij in. Via de verzekeringsmaatschappij Lloyds kwam het parket later in het bezit van gegevens, die er op wezen dat de overval gefingeerd was. De diamantair werd daarop beschuldigd van oplichting, maar kon vrijdag bij gebrek aan hard bewijsmateriaal vrijuit gaan.
Het was tussen 12u00 en 12u30 dinsdagmiddag 26 oktober 1982 dat diamantair M. in zijn kantoor van de firma Kimberly Diamonds Incorporated in het hart van de Antwerpse diamantwijk het bezoek kreeg van een man, die zich uitgaf als ene Frank Levit uit Houston in Texas. De kerel in kwestie zou 1m80 groot geweest zijn, dikke sigaren toen en drager zijn an een zwarte baard en dito hoed. Hij sprak bovendien met een stevig Amerikaans accent.
De diamantair had de Amerikaan al een maand eerder in het Antwerpse ontmoet, maar nu was het duidelijk de bedoeling zaken te doen. In het kantoor werd daarover een hele namiddag gepalaverd en M. liet zelfs vanuit een nabijgelegen restaurant spijs en drank aanrukken. Geruime tijd zou “Frank Levit” bij de diamantair aangedrongen hebben om goedkope stenen te kunnen kopen, die hij dan naar de Verenigde Staten zou exporteren. Het was ondertussen 17u00 geworden en het personeel van M. nam afscheid.
De diamantair bleef alleen achter met zijn “klant” die plotsklaps een wapen bovenhaalde en zijn slachtoffer dwong om de brandkoffer te openen waarin voor 250 miljoen fr. aan diamant stak. Diamantair M. werd gekneveld en kon zich pas na 20u. van zijn boeien ontdoen en de politie alarmeren.
Robotfoto
Aan de hand van de persoonsbeschrijving die het slachtoffer van zijn belager gaf, stelde de gerechtelijke politie een robotfoto samen, die daags nadien in alle kranten verscheen.
De dader was evenwel met de noorderzon verdwenen. Door een onderzoek, ingesteld door de verzekeringsmaatschappij Lloyds, ontstond er ernstige twijfel of er wel ooit een overval had plaatsgevonden. Ondertussen was Lloyds al met de schadevergoeding over de brug gekomen.
In april 1984 dook er in Zuid-Afrika een man op die bij de plaatselijke politie een getuigenis onder eed aflegde over een gesprek dat de Antwerpse diamantair in december 1982 had met zijn vermeende overvaller, die naar de naam Chelchinsky zou luisteren. De twee beleefden veel plezier aan de internationaal verspreide robotfoto van de “dader” van de Antwerpse overval.
Op basis van het Zuid-Afrikaans getuigenis werd diamantair M. beticht van oplichting en smaad aan de politie. Jammer genoeg trok dezelfde getuige enige tijd later zijn verklaring in. De onderzoeksrechter, belast met de zaak, kreeg bovendien geen toelating van de Minsiter van Justitie om in Israël, de verblijfplaats van de vermoedelijke dader Chelchinsky, een onderzoek naar de handel en wandel van deze man in te stellen.
De advocaat van de diamantair M. kon van zijn kant aantonen dat alle personen die in verband met de overval vernoemd werden - en dus ook Chelchinsky - in de periode kort voor de feiten wel degelijk in Europa vertoefden. Bij gebrek aan bewijs werd de Antwerpse diamantair daarom vrijgesproken.
Bron: Gazet van Antwerpen | 18 Juni 1988
Eerst een brandbom en nu kogels
In de nacht van dinsdag op woensdag, tussen middernacht en één uur ’s ochtends, namen onbekenden de woning onder vuur van de Brusselse diamantair Matorin in de Vrijheidlaan te Sint-Jans-Molenbeek. De schoten werden gericht op de ramen van de derde verdieping, en een zestal projectielen doorboorden de ruiten. Bij de beschieting werd niemand der bewoners gekwetst, en de daders verdwenen spoorloos.
Het is de tweede maal in één maand tijd dat een aanslag wordt gepleegd op de woning van Matorin, vlakbij de basiliek van Koekelberg. De eerste had plaats in de vroege ochtend van 15 augustus. Toen ontplofte een benzinebom voor de garage op het gelijkvloers, maar de veroorzaakte brand kon tijdig geblust worden. De brandbom was een door de gangsters zelf in mekaar gestoken tuig: een tot ontsteker omgebouwde patroon kaliber 12, boven een met benzine gevulde jerrycan.
De Brusselse diamantair is een zakenvennoot van de Antwerpse diamanthandelaar Ahmon Rachminov, wiens firma “Rachbros Diamond Company”, al sinds 12 juni geviseerd wordt. Volgens de speurders zitten de dirigenten van de aanslagen in een Afrikaans land, waarschijnlijk Zaïre, en eisen zij van de Antwerpse diamantfirma betaling van vele miljoenen. Hun eisen tot betaling zetten zij met toenemend geweld kracht bij.
Het blijkt dat de daders zeer goed op de hoogte zijn van de inwendige structuren van de maatschappij, van de familiale vertakkingen van de familie Rachminov, en zelfs van hun handel en wandel. Na 5 aanslagen met benzinebommen (Pacellilaan-Edegem, Accacialaan-Wilrijk, Vrijheidslaan-Sint-Jans-Molenbeek, parking Desguinlaan-Antwerpen, Elle et Lui-Brugge), waarschijnlijk te begrijpen als “verwittigingen”, wordt het nu menens, en komen de grovere middelen boven: gasflessen en kogels. In de betrokken diamantmilieus is men ervan overtuigd dat bij niet-betaling weldra ook de eerste dode zal vallen.
Totnogtoe wordt noch in de diamantwereld, noch in speurderskringen een verband gelegd tussen de aanslagen, en de moordpartij op de Libanese diamantair aan de Van Eycklei te Antwerpen. Moordpartij waarin de ex-BOB’ers Madani Bouhocuhe en Robert Beijer als hoofdverdachten figureren.
Bron: Gazet van Antwerpen | 14 September 1989
Antwerpse politieman deed privé-bewaking
Bij de beschieting van de woning van diamantair Matorin, afgelopen week in de Vrijheidslaan te Sint-Jans-Molenbeek, was een Antwerps politie-officier aanwezig. De man, Willy V.H., leidde de Opsporingsdienst Antwerpen Zuid-Oost, maar afgelopen woensdag deed hij voor een privé-beveiligingsfirma ’s nachts illegaal de bewaking van het betrokken pand te Brussel. Na de schoten verkoos de politie-officier zo snel mogelijk de plaats te poetsen om niet in het dossier betrokken te raken.
De Antwerpse firma Rachbros Diamond Company had na de eerste aanslag al een beroep gedaan op de privé-beveiligingsfirma Failsafe. Failsafe, een bvba gevestigd te Merksem, opereert zonder vergunning van het ministerie van Binnenlandse Zaken, is klaarblijkelijk goed thuis in de diamantwereld, en doet zelfs de bewaking van de ambassade van Saoedi-Arabië te Brussel. Het bedrijf wordt geleid door Marc Bats, een oudgediende van de Staatsveiligheid. Bats heeft nog andere ex-collega’s van de Staatsveiligheid voor zijn firma aangetrokken.
Uit een verslag van de gerechtelijke politie blijkt dat politie-officier Willy V.H. een “vriendendienst” verrichtte voor Bats, die met een tekort aan bewakingsagenten kampte. Zulke cumuls zijn verboden, maar komen alleszins meer voor dan officieel bekend is. Op het kabinet van Binnenlandse Zaken heeft men een speciale term voor zulke cumuleurs: “Moonlighters”.
Politie-officier Willy V.H. zou ook al eerder zijn betrapt bij werkjes voor een privé-bewakingsfirma.
Bron: Gazet van Antwerpen | 19 September 1989