Rambo van de Comoren staat terecht
De roemruchte oud-huurling Bob Denard moet morgen in Parijs voor de rechtbank verschijnen voor de poging tot staatsgreep in 1995 op de Afrikaanse eilandengroep de Comoren. Het wordt het proces van twintig jaar neo-kolonialisme en koude oorlog in heel Centraal-Afrika.
Bob Denard is ondertussen 76. Hij lijdt aan Alzheimer en kan daarom niet op zijn proces zijn. Denard had op de prachtige Comoren-eilanden zijn eigen kleine Rambo-paradijsje gesticht. Hij was er sinds 1970 commandant van de presidentiële garde van Ahmed Abdallah, een stroman die naar zijn pijpen danste. Met een handvol Franse affreux of "afschuwelijken" maakte hij de dienst uit en terroriseerde hij de bevolking.
Maar er kwam een haar in de boter tussen hem en de president. In de nacht van 26 op 27 november 1989 werd Abdallah vermoord in zijn paleis. "Per ongeluk", zei Bob Denard, die samen met zijn trouwe luitenanten "toevallig" aanwezig was. Denard werd door de nieuwe president, Mohammed Djohar, het land uitgezet. Hij vond asiel in Zuid-Afrika, waar hij 33 oude strijdmakkers ronselde om zijn paradijsje te heroveren. Dat lukte nog ook. Denard dacht nog eens twintig jaar van zijn oude dag te kunnen genieten.
Maar nu was hij te ver gegaan. Franse mariniers landden op het eiland en namen Denard en zijn bende na een kort vuurgevecht krijgsgevangen. In 1999 moesten ze zich voor het assisenhof in Parijs voor de moord verantwoorden. Ze werden vrijgesproken "door gebrek aan bewijzen". Maar het Franse gerecht geeft de strijd niet op. Nu komen Denard en 26 van zijn "manschappen" voor de rechter voor poging tot staatsgreep.
Koppige Bruggeling
Bob Denard is een echte huursoldaat. Overal in Afrika waar afscheidingsbewegingen actief waren, liet hij zich inhuren door plaatselijke potentaten. Denard vocht in Biafra en in Katanga. De Westerse inlichtingendiensten knepen een oogje dicht. In Congo vocht hij aan de zijde van die andere beruchte huurlingen, Bruggeling Jean Schramme en de Ier Mike Hoare. De Congolezen spreken nog altijd met afschuw over deze mannen.
Bob Denard leerde zijn "stiel" bij de Franse para's in Vietnam. Schramme was een Congolese oud-koloniaal. Beiden vochten eerst met de Katangezen tegen de blauwhelmen die Congo moesten herenigen. Toen Katanga ophield te bestaan, liepen ze gewoon over naar het Congolese regeringsleger onder leiding van kolonel Mobutu. Die had hen nodig om verschillende rebellieën neer te slaan.
De Congolese soldaten van Mobutu stonden niet meteen bekend voor hun moed op het slagveld. De huurlingen haalden voor Mobutu - samen met de Belgische para's - de kastanjes uit het vuur. Samen veroverden zij in 1964 Stanleystad. De huurlingen traden daarbij hardhandig op.
Meteen nadat de rebellen verslagen waren, liet Mobutu de huurlingen vallen. De koppige Bruggeling Schramme kwam prompt in opstand tegen Mobutu. Denard was slimmer. Hij verzoende zich met Mobutu. Hij kreeg nog enkele jaren respijt. In de jaren daarna klaarde hij nog wat "klussen" in Benin en in Angola, voor wie hem het meest betaalde.
Bron: Het Nieuwsblad | 19 Februari 2006
In de stille periode tussen '83 en '85 zat bijna iedere huurling in Afrika, speciaal in Sierra Leone.