Misschien werd het Bende-onderzoek wel afgesloten omdat ze wisten dat de DNA-stalen nutteloos waren voor verder onderzoek.
Zie deze uitspraak van Sofie Claerhout (KU Leuven) » Forum
You are not logged in. Please login or register.
Bende van Nijvel → Posts by Ben
Misschien werd het Bende-onderzoek wel afgesloten omdat ze wisten dat de DNA-stalen nutteloos waren voor verder onderzoek.
Zie deze uitspraak van Sofie Claerhout (KU Leuven) » Forum
Een uitermate interessant artikel over (Belgische) huurlingen op de Comoren. Let vooral op de wapens die ze bij zich hadden.
Ter info: de boot waarmee ze naar de Comoren gingen, was de "Althinea", van Raïda Intertraders en Franco Ruy Mendes.
Brussels huurling was commandant van de rijkswacht op de Comoren
In Belgische en Franse huurlingenkringen gaan dezer dagen de gesprekken nog uitsluitend over de penibele situatie, die de Franse huurlingenleider Bob Denard zich op de Comoren op de hals heeft gehaald. Denard, chef van de presidentiële wacht op de Comoren, liquideerde er eind vorige maand met een 30-tal Europese huurlingen president Ahmed Abdallah. Frankrijk, daarbij gesteund door Zuid-Afrika, eist nu dat de huurlingen van de eilanden verdwijnen. Niemand twijfelt er nog aan dat de Comoren ook het roemloze einde betekenen van Denard’s roemruchte loopbaan als huurlingenkolonel. Denard heeft voorrgoed afgedaan.
Denard, nu 62, was met de officieuze goedkeuring van de Franse buitenlandse geheime dienst 30 jaar lang actief op het Afrikaans continent. Als het in Frankrijks verdoken kraam past, mocht hij in Afrika staatsgrepen plegen, presidenten afzetten en andere aan de macht helpen. Nu besloot Frankrijk dat het welletjes is geweest.
"Het vergaat Denard net als de andere huurlingenleiders, die door verschillende regeringen werden gebruikt, en dan zonder meer de goot werden ingekieperd", zegt een Brusselse huurling, die we kortweg "Al" zullen noemen, en die erbij was toen Denard op 13 mei 1978 met een veertigtal fortuinsoldaten de Comoren innam. “Diezelfde Comoren, die ooit het hoogtepunt uitmaakten van Denard’s carrière, beteken nu zijn definitief failliet …”
Per boot
Bob Denard, de huurlingenleider van Belgisch-Congo, van Biafra, van Jemen, van Benin, kreeg in 1975 van Jacques Foccart, verantwoordelijke voor Afrika bij de Franse buitenlandse geheime dienst, de eerste maal de opdracht om “eens te gaan kijken” op de Comoren. Op 6 juli van dat jaar hadden 3 van de 4 eilandjes van de groep, Anjouan, Moheli en Grande Comore, zich unilateraal onafhankelijk verklaard, terwijl het vierde, Mayotte, verkozen had Frans te blijven. Strategisch hadden de Comoren niet veel belang, maar ze waren wel erg waardevol omdat ze op de olieroute via Kaap de Goede Hoop lagen. Daarom ook zag Frankrijk er liefst een Westers gezinde president aan de macht.
“Op de Comoren zwaaide toen Ahmed Abdallah de scepter”, vertelt Al. “Frankrijk dacht dat het een betere kandidaat in petto had: Ali Soilih. Denard landde op 3 augustus 1975 een eerste maal met een boot en 7 huurlingen op Anjouan, nam zonder problemen president Abdallah gevangen - die mocht in Frankrijk in ballingschap leven - en installeerde Soilih. Spoedig bleek dat Frankrijk zich totaal misrekend had: Soilih liet de eilanden helemaal verpauperen en ging de marxistische toer op. In 1977 zetten de Fransen voor Denard weer het licht op groen: hij moest terug naar de Comoren om dit keer Soilih van het toneel te laten verdwijnen. En wie zou zijn plaats innemen? Niemand minder dan Abdallah, de president-in-ballingschap …”
“Ikzelf ben een late roeping in de huurlingenwereld”, zegt Al. “In 1978 was ik al 44 jaar oud, en buiten mijn legerdienst als paracommando was ik nog nergens als soldenier aan de slag geweest. Fit was ik genoeg, dat wel, maar je begrijpt dat men in de huurlingenwereld op iemand van die leeftijd nu niet bepaald zit te wachten. Op een sollicitatieschrijven voor het Rhodedisch leger had ik hoe dan ook toch een positief antwoord ontvangen, en ik stond klaar om naar dat land af te reizen.”
“In die tijd bestond in Brussel een bar, ‘Le Katanga’, die werd uitgebaat door een ex-huurling van de Congo-periode. Daar werd ik op zekere dag benaderd door een andere Belg, die voor Denard rekruteerde. Hij vertelde mij over een nieuwe actie, die door de Fransen "ergens in de buurt van Afrika" werd gepland. Het boeide me zo, dat ik Rhodesië vergat, en besloot mij mee in dit Franse avontuur te gooien. Eerlijkheidshalve moet ik eraan toevoegen, dat ik met medeweten van de Belgische ronselaar mijn curriculum vitae wat aandikte met volkomen fictieve wapenfeiten. Enkele weken later ontving ik een schrijven van de "Compagnie de Navigation pour le Développement des Travaux Maritimes, S.A., Caille Aquilino de la Guardia, 8, te Panama City", dat ik als "matroos voor oceaanonderzoek was aangenomen. Ik moest me op een bepaalde datum naar een restaurant in Parijs begeven. Daar ontmoette ik weer de bewuste Belg, nog twee andere landgenoten, plus de "directeur" van de Compagie Maritime, A.H. Thomas, alias ... Bob Denard.”
“Hij gaf ons een vliegtuigbiljet van Air Inter, met bestemming de Franse havenstad Lorient. Te Lorient lag een 30-jaar oude trailer, de Antinea, voor anker. Aan boord, naast 8 Franse matrozen, die de normale bemanning van de schuit uitmaakten en niets te maken hadden met onze groep: Bob Denard, ikzelf met drie andere Belgen, en één Fransman. We voeren af op 20 maart met bestemming Las Palmas, en arriveerden daar drie weken later. De rest van de groep kwam er aan per vliegtuig: nog eens 8 Belgen, 1 Hollandse ex-legionair, en een 30-tal Fransen. Op 21 april voeren we uit Las Palmas af. Aanvankelijk zetten we koers richting Zuid-Amerika - officieel gingen we immers oceaanonderzoek verrichten voor de Argentijnse kust - maar buiten de territoriale wateren werd het roer omgegooid, en zuidwaarts gestoomd.”
“Eind april rondden we rond Kaap de Goede Hoop, en zo de Straat van Mozambique in. Op dat ogenblik werden de wapens tevoorschijn gehaald. Die staken al van bij de afvaart te Lorient verborgen in een dubbele bodem van de frigokamer. Het waren uitsluitend jachtgeweren en riot-guns, omdat de aanschaf van deze schiettuigen zonder argwaan had kunnen gebeuren: 20 Winchesters 458, 4 geweren Brno 358, 20 geweren Franchi kaliber 12.”
Officieren
De Antinea gooide op 13 mei 1978 om 2 uur 's nachts het anker uit voor het eiland Grande Comore. De huurlinggroep trok zwarte uniformen aan, verdeelde zich over 3 rubberbootjes, en landde even later op het strand van Itsandra. Goed 2 uur later hadden ze zonder verliezen het presidentieel paleis, het radiogebouw, de gevangenis, en de kazerne Voidjou ingenomen. President Ali Souilih werd gevangen genomen, en neergeschoten, zogezegd toen hij probeerde te ontsnappen.
“Twee weken later werd Ahmed Abdallah weer als president geïnstalleerd”, vertelt Al. “Aanvankelijk leefden we op de Comoren zoals in het aards paradijs. De bevolking bejubelde ons als de grote bevrijders. Bob Denard bekeerde zich tot moslim, huwde een inlandse, en noemde zich kolonel Saïd Mustapha Mouhadjon. Wij, de huurlingen bezetten meteen alle leidende functies. Ikzelf werd aangesteld tot commandant van de gendarmerie met een maandelijks salaris van 10.000 Franse frank, een andere huurling, een zekere Marquez, begon onmiddellijk met het oprichten van een presidentiële wacht, met 12 Franse aan het hoofd van 500 Comoriens. Ook het leger kreeg huurlingen als officier. Dat de organisatie voor Afrikaanse Eenheid vlammend protesteerde tegen onze aanwezigheid op de Comoren laat zich makkelijk raden. En dat de Comoriens zelf ons met verloop van tijd niet zo enthousiast meer op de handen droegen, eveneens. Frankrijk zag het gevaar van deze situatie in, en gebood Denard het land te verlaten. Hij trok naar Zuid-Afrika, waar hij trouwens al die Jaren een graag geziene gast van de regering was. Vergeet niet, dat vanop de Comoren de door Zuid-Afrika gesteunde Renamo-rebellen in Mozambique konden worden bevoorraad, en dat via deze eilanden heel wat zaken naar Zuid-Afrika konden worden doorgesluisd ... Zuid-Afrika nam trouwens sinds 1979 af alle kosten van de presidentiële wacht integraal op zich. En tot vandaag de dag is de Franse hulp goed voor 60 procent van het budget der Comoren!”
Franse druk
"Toen Denard pro forma van het toneel was verdwenen, dook in 1979 een Luikenaar op", aldus Al. “Een oud-gediende van Denard van de Congo-periode, die Roger Ghys heette, maar op de Comoren "commandant Charles"werd genoemd. Van 1979 tot 1987 stond commandant Charles aan het hoofd van de presidentiële wacht. Ook hij bekeerde zich, huwde met een inlandse, en noemde zich van dat ogenblik Mohammcd Abdoul Hakim.”
“Vind je het niet opmerkelijk dat Parijs hem van de Comoren weg wilde, toen hij plannen koesterde waar Frankrijk zelf niet zo direct baat bij vond: een officiële Belgische culturele vertegenwoordiger op de eilanden bijvoorbeeld, en residenties voor Amerikaanse diplomaten … In huurlingenkringen is bekend dat Parijs, in samenspraak met Zuid-Afrika en president Abdallah zelf, verleden jaar al besliste Denard te vervangen, door een jonger iemand, aan wie de zwarte landen van het Afrikaans continent minder aanstoot zouden nemen", besluit Al.
"Kapitein Barril, chef van de interventiegroep van de Gendarmerie Nationale, werd aangeduid om deze klus te klaren. Denard zou echter lucht hebben gekregen van dit plan. Zowat een maand geleden contacteerde Abdallah een van zijn vrienden in Parijs, en gelastte hem ermee de veiligheidsdiensten op de Comoren te komen reorganiseren. Is het echt toeval dat even later Denard in hoogsteigen persoon op de Comoren opduikt, en dat tijdens een zogeheten complot tegen de presidentiële wacht Abdallah wordt neergeknald?”
Bron: Gazet van Antwerpen | 16 December 1989
Huurling "Al" - rechts - op de Comoren, als commandant van de gendarmerie:
Huurling "Al":
Getuige zag twee verdachten aan auto van vermoorde FN-ingenieur
Zoals we zaterdag reeds schreven had het parket van Nijvel vrij spoedig enkele namen van verdachten in de moord op de 33-jarige Juan Mendez uit Overijse. Twee personen, een collega van Mendez, die ingenieur was bij de wapenfabriek FN te Herstal en een gewezen rijkswachter, werden opgepakt doch achteraf vrijgelaten.
Nu zou een getuige zijn opgedoken die dinsdag, toen de man werd neergekogeld, twee verdachte personen heeft opgemerkt bij de Volkswagen van Mendez aan de afrit Rosières te Bierghes, in Waals-Brabant. Van die twee verdachten heeft de getuige een persoonsbeschrijving kunnen verstrekken, doch het blijkt dat het nog enigszins donker was, toen hij zag dat er wellicht iets verdachts gebeurde aan de wagen van de FN-handelsdirecteur.
Dit is de reden waarom de politie zich voorlopig niet durft uit te spreken omtrent de waarde van het getuigenis. Anderzijds is het wel zo dat zaterdag op diverse plaatsen van het land huiszoekingen werden verricht. Zowel in het Luikse als in het Brusselse werd gezocht naar aanknopingspunten. Toch liet het zich aanzien dat zondagavond nog niemand zou zijn aangehouden wegens de moord.
Aan de Franse grens te Thionville werd eind vorig jaar een zekere Douglas Stowell gearresteerd, omdat men in de koffer van zijn Ferrari-wagen wapens aantrof die van Herstal afkomstig waren. Douglas Stowell is een Amerikaan, gedomicilieerd in Honduras, maar verblijvende in Zwitserland.
Pistolen
De man is de wapenhandelaar die in november in het bureau van Mendez te Herstal onderhandelde over een contract. Naar aanleiding van de arrestatie van Stowell werd zijn vriend Mendez zelfs ondervraagd. De ingenieur uit Overijse gaf toe aan Douglas Stowell vier nieuwe pistolen te hebben bezorgd zonder de nodige papieren.
Nochtans heeft de Franse politie veel meer wapens in de koffer van Stowell's auto ontdekt. En zelfs diverse compromitterende documenten. Wellicht is het daarom dat speurders laten doorschemeren dat FN of tenminste andere topmannen dan de vermoorde Juan Mendez in opspraak zouden kunnen komen.
Duidelijk is nu dat personeelsleden van de Luikse wapenfabriek geregeld en ongestoord wapens meenamen naar huis, zonder dat er ooit iemand naar kraaide. Worden er dus nog altijd een drietal sporen gevolgd, dan is men nog in het ongewisse over de rol die de omgebrachte Juan Mendez bij die illegale wapentrafieken zou hebben gespeeld.
Bron: Gazet van Antwerpen | 13 Januari 1986
Volgens u mag ik niet meer schrijven dat ik het niet normaal vind dat een ingenieur van Sabena 's nachts pooier speelt. Ik denk dan op de eerste plaats aan het veiligheidsrisico.
Ik ken een andere ingenieur die probleemloos wapens "meenam" van zijn werkgever. Dus ik zou al die "brave huisvaders" die er een dubbel leven op nahouden niet willen uitnodigen om te komen eten.
Le Diable Amoureux, gefotografeerd door P.S. Candidus en gepubliceerd in zijn essay "Les tueurs du Brabant Wallon":
Als jullie alles beter weten, neem dan contact op de speurders.
Zo'n typische dooddoener ... Er is een groot verschil tussen "iets niet weten" en "alles beter weten". Maar als je iets niet weet, hoef je niet direct te denken dat er een groot complot was.
Zo een Toyota Corolla TRD zoals op de foto hierboven heb ik NOOIT in mijn leven in het echt gezien.
Dus omdat jij nooit zo'n Toyota Corolla hebt gezien, is het onmogelijk dat Paul Lambert met zo'n auto gereden heeft? Ik weet niet of Lambert zo'n auto had. Ik heb die foto gevonden met Google, als voorbeeld dat getuigen zich kunnen vergissen tussen "een vermomde rijkswachtwagen" en een autoliefhebber die zijn auto wat stoerder maakt.
Wat doet een frituuruitbater 's nachts in zijn frituur? Zijn frituur bewaken tegen dieven: logisch. Wat doet een acteur? Toneelspelen dan zeker? Of toch ook nog iets anders? » www.gva.be Wat doet een kunsthandelaar? » www.humo.be
Dat is allemaal mogelijk maar totaal niet relevant voor deze discussie. Het is niet omdat een Nederlandse acteur voor de CIA heeft gewerkt, dat Paul Lambert betrokken was bij de Bende van Nijvel.
Op 16 mei 1979 wordt de taxichauffeur Alfons Lens 's nachts overvallen en in de bossen rond Halle (Antwerpen) vermoord door 10 kogels uit een .22 long rifle.
Meer informatie over deze roofmoord vind je hier » Forum
Samenvatting
Wat? Roofmoord op taxichauffeur Alfons Lens
Waar? Ze waren in café “De IJskelder” in Merksem. Daar hebben ze een taxi besteld. De roofmoord gebeurde in "De Bergen" in Halle (Kempen) » Google Maps
Wanneer? In de nacht van 15 op 16 mei 1979
Wie? Twee daders; Jacky Van Parijs en Gust Faes
Buit: waarschijnlijk 20.000 fr.
Wapen: .22 Long rifle, Van Parijs schoot negen keer waarvan acht keer raak.
Status: Opgelost
Jacob Van Parijs - de moordenaar van Lens - tijdens zijn proces in 1981:
Noot: de E10-autoweg in onderstaande artikels is de E19.
Nachtelijke taximoord in Zoerselse bossen
Toen de hoofddader van de taximoord in Halle (Kempen) woensdag kort na de middag terug op de plaats van de misdaad werd gebracht moest hijzelf kotsen en hij weigerde eerst ook maar een blik te werpen op de man die hij enkele uren voordien koelbloedig had geëxecuteerd, zoals men een zieke hond zou afmaken. Maar de gerechtsdienaars verplichtten Jakob Van Parijs uit Merksem te tonen op welke wijze de 32-jarige taxichauffeur Alfons Lens uit de Sint-Augustinusstraat te Antwerpen werd omgebracht: met schoten in het achterhoofd en in de rug. Het aangezicht van het slachtoffer was vrijwel onherkenbaar geworden
Rond het lijk werden niet minder dan acht hulzen gevonden uit een niet automatische long rifle. De dader bekende, evenals zijn handlager in de misdaad, August Faes uit Schilde. Ze zijn beiden circa 25 jaar oud en Van Parijs heeft reeds een gevuld strafregister.
De lafhartige moord gepleegd op een eenzame boswegel genaamd De Bergen in Halle-Zoersel werd woensdagochtend al om 5 uur ontdekt door de landbouwerszoon Van Dooren van de Liefkenshoek, voordien Moleneind, die eerst dacht dat de man tegen een boom te pletter was gereden.
Hij verwittigde de rijkswacht van Brecht en meteen trad heeI het politie-apparaat in Antwerpen en de Kempen in werking. Gendarmen kwamen ter plaatse en stelden ogenblikkelijk vast dat het om een moord ging en dat het slachtoffer Alfons Lens was, tewerkgesteld als chauffeur bij de maatschappij M Taxi aan de Schijnpoortweg te Merksem. Van de taxi zelf was er echter geen spoor te bekennen. De man had nog 2.000 fr. op zak.
Om kwart na zes echter ontving de brandweer van Antwerpen een oproep voor een autobrand op een onmogelijke plaats, namelijk aan het Albertkanaal, vlak tegen een der pijlers van de E-10 viaduct.
Nachtje uit
Het betrof een Mercedes van M Taxi, nummerplaat BBD082, voorzien van een mobilofoon en waarmee de ongelukkige Lens zijn laatste rit had gemaakt; van Merksem naar Zoersel om niet meer terug te komen.
De Merksemse politie legde onmiddellijk een verband tussen de autobrand en het vinden van het lijk in Zoersel en kon via de taxicentrale eveneens achterhalen dat het voertuig BBD082 die nacht een oproep had gekregen vanuit het café “De IJskelder” in Merksem.
In dat café kon men zelfs een vage beschrijving geven van de mannen die opgeroepen hadden. Daar werden identiteiten opgeplakt en één ervan, Jakob Van Parijs, bleek een gevaarlijke kerel die al meer inbraken en overvallen op zijn actief had en die dus wel voor de nieuwe misdaad in aanmerking kon komen. Zijn spitsbroeder Faes stond evenmin bekend als een engeltje.
De vermoedens bleken te kloppen want toen Jacob Van Parijs, die werkzaam was op een bouwwerf van Engetrim aan de Jan Van Rijswijklaan in Antwerpen, werd geïnterpelleerd, viel hij vrijwel dadelijk door de mand. Ook August Faes, die in Schilde van zijn bed werd gelicht, bekende zonder veel omwegen zijn aandeel in de taximoord.
De versie van beide kerels over hun werkelijk aandeel in de misdaad bleek bij de wedersamenstelling niet helemaal te kloppen en tot een confrontatie was men woensdag nog niet overgegaan.
Uit hun summier verhaal kon men alvast reconstrueren dat de beide kerels dinsdagavond in Merksem samen aan de rol waren gegaan en dat ze al eerder een M Taxi hadden besteld die daarna echter opnieuw was doorgereden tot ze tussen 4 en 5 uur vanuit “De IJskelder” opnieuw beroep deden op de taxidiensten van Alfons Lens, die dan zijn moordenaars naar Halle-Zoersel bracht. Of werd hij toen reeds gedwongen onder bedreiging van het wapen?
In de eenzame boswegel aangekomen werd hij verplicht uit te stappen en werd zijn doodvonnis voltrokken. De twee schurken zegden dat ze hun slachtoffer wilden beroven maar de rijkswacht vond nog 2.000 fr. op het lijk. Een andere hypothese was dat het hier een afrekening gold, dat Lens te veel zou geweten hebben over allerlei vieze zaakjes van Van Parijs - Faes maar ook dit scheen niet houdbaar. De moordenaars kenden hun slachtoffer niet. Alfons Lens zelf, die ongehuwd is en bij zijn ouders woont, heeft een blanco strafregister.
Na hun vreselijke misdaad moeten de twee teruggereden zijn naar Merksem waar ze de auto wegmoffelden tegen de pijler van de E10, achter een aantal lege containers en tankwagens van de firma Coulier. Daar staken ze de brand in de wagen, die ondanks de tussenkomst van de brandweer volledig uitbrandde, een dik zwart rookspoor achterlatend op het witte beton van de brugpijler.
Het is deze brand die de ontknoping van het drama beslist heeft bespoedigd. Van Parijs kende de omgeving er op zijn duimpje vermits hij achter het hoekje woont, op de tweede verdieping van pand 51 aan de Bredabaan. Maar ook in de Zoerselse bossen is hij uitstekend bekend want de moord werd gepleegd op nauwelijks 300 meter van de ouderlijke woning van Van Parijs, die daar een tijdje een café heeft uitgebaat.
Toen Faes ter plaatse werd gebracht was hij erg schuw en trachtte zijn aangezicht voor de fotografen te verbergen. Van Parijs arriveerde echter met een brutale en vranke blik, een pakje sigaretten achteloos tussen de broeksband. Toen hij echter opnieuw werd weggeleid zag hij bleek. Onmiddellijk daarop kwam ook een lijkwagen het stoffelijk overschot ophalen van de ongelukkige taxivoerder dat werd overgebracht naar het dodenhuisje van het Schoonselhof waar hedenochtend door de wetsdokter Hänsch de lijkschouwing wordt verricht.
Dat deze roofmoord zo vlug kon opgelost worden is te danken aan de perfecte samenwerking tussen de rijkswachtbrigade van Brecht, de BOB van Brasschaat en Antwerpen, de politiekorpsen van Halle-Zoersel, Schilde en Merksem, de gerechtelijke politie en het parket onder de leiding van substituut Van Gelder en onderzoeksrechter Walravens.
Na de wedersamenstelling van de moord zelf in Halle ging het parket ook nog naar het uitgebrande autowrak en naar de woning van Van Parijs waar nog een luchtkarabijn werd gevonden.
Het onderzoek in deze zaak wordt heden voortgezet.
Bron: Gazet van Antwerpen | 17 Mei 1979
Taxichauffeur werd vreselijk verminkt
Jakob Van Parijs en August Faes, die de Antwerpse taxichauffeur Alfons Lens vermoordden, werden donderdag na ondervraging door onderzoeksrechter Walravens onder aanhoudingsmandaat geplaatst onder verdenking van roofmoord.
In het dodenhuisje van het Schoonselhof verrichtte Dr. Hänsch inmiddels de lijkschouwing waarbij alvast vijf ingangswonden werden vastgestleld in de rug en in het hoofd. De schoten werden afgevuurd met de loop tegen het lichaam gedrukt, hetgeen in vaktermen drukschoten worden genoemd. In het bijzijn van een expert in ballistiek zal overigens in Zoersel nog een tweede wedersamenstelling gehouden worden, waar hij Van Parijs nogmaals zal moeten aantonen hoe Lens werd omgebracht. Een agent van de politie of een medepop zal dan slachtoffer moeten spelen.
Beide schurken hebben ook bekend dat geld aanleiding was tot de moord. Zij gristen 20.000 fr. uit de portefeuille van Lens - 2.000 fr. bleven nog onaangeroerd - en volgens Van Parijs zouden hij en Faes de buit “eerlijk” verdeeld hebben maar August Faes ontkent dit en beweert dat hij geen geld wilde ...
Onwaarschijnlijk verhaal
Uit de ondervragingen is ook gebleken dat er eigenlijk een heel avontuur aan de moordpartij zelf is voorafgegaan.
Zoals we al schreven waren Van Parijs en Faes dinsdagavond in het Merksemse aan de rol en hadden ze een taxi ontboden om zich van de ene kroeg naar de andere te laten brengen. Chauffeur was Alfons Lens. Op zeker ogenblik gaven ze opdracht om naar Schilde te rijden waar ze een bar binnen duikelden. Het was daar dat beiden vaststelden over onvoldoende geld te beschikken om het verteer te betalen. Zizouden dan chauffeur Lens gevraagd hebben geld te gaan halen op het appartement dat Van Parijs betrok aan de Bredabaan 51, te Merksem en hij zou de chauffeur zelfs zijn sleutels hebben overhandigd.
Op dat ogenblik moet Alfons Lens door het tweetal reeds geterroriseerd zijn geweest want hij vertrok terug naar Merksem zonder zelfs af te rekenen met het tweetal en was ook niet van plan om de opdracht uit te voeren.
Van Parijs en Faes die zich zeer brutaal gedroegen zouden de bar dan verlaten hebben en zouden per autostop opnieuw naar Merksem zijn gelift. Zij togen naar de woning van Van Parijs waar ze moesten binnenbreken omdat ze de sleutels aan Lens hadden gegeven.
Het verhaal wordt helemaal gortig wanneer Van Parijs vervolgens beweert dat Lens bij hem zou binnen geweest zijn en er zijn geld zou gestolen hebben. Hij was hierover zo vertoornd dat hij zijn eigen inboedel vrijwel kort en klein sloeg.
Feit is dat in de kamer van Van Parijs door de politie een ware ravage werd aangetroffen, hoewel aan de diefstal die door Lens zou gepleegd zijn geen geloof wordt gehecht. Terug in Merksem namen de moordplannen vastere vorm aan. Van Parijs greep zijn long rifle en munitie en samen met Faes gingen ze alvast wat oefenen op de lampen van de openbare verlichting.
Toen trokken ze opnieuw naar een café in de buurt, waar ze het geweer buiten zouden verstopt hebben en belden opnieuw een voertuig van dezelfde maatschappij, M Taxi aan de Schijnpoortweg in Merksem. En het was precies weer Alfons Lens die kwam opdagen.
Vermits deze eerder op de avond reeds met zijn cliënten had kennis gemaakt is het voor de politie onbegrijpelijk dat hij erin toestemde opnieuw voor deze brutale gasten als chauffeur op te treden.
Het zou overigens zijn laatste rit worden: richting Zoersel. Faes zat mee vooraan en Van Parijs achteraan met zijn Iong rifle, die hij op een bepaald ogenblik tegen de hals van de chauffeur zou gedrukt hebben. Gekomen op de boswegel De Bergen op de wijk Liefkenshoek werd de chauffeur tot stoppen gedwongen en verplicht uit te stappen. Het is dan achter de auto dat hun weerloos slachtoffer werd afgemaakt waarbij ze met ongekende brutaliteit tewerk gingen. Het aangezicht van Alfons Lens is nog nauwelijks herkenbaar.
Geen spijt
Nadat ze zijn geld hadden afgenomen legden ze het lijk gewoon naast de weg en namen zelfs nog niet de moeite het te verbergen zodat het door de eerste beste voorbijganger werd opgemerkt.
Daarna reden ze met de taxi terug naar de stad; samen, want de auto werd nog gezien me twee inzittenden. Van Parijs reed naar zijn woning waar hij een bus benzine ging ophalen, afkomstig van een vorige diefstal. Hij maneuvreerde de taxi vervolgens tegen een brugpijler van de E1O, goot de benzine over de kussens en stak er de brand in.
De auto plakte bijna tegen de brugpijler en werd door een berg zand en door de aldaar geparkeerde containers vrijwel geheel aan het zicht onttrokken zodat hij er mogelijks enige dagen had kunnen staan zonder te worden opgemerkt.
Faes trok dan opnieuw naar Schilde - wellicht met een van de eerste bussen - en legde zich te bed - terwijl Van Parijs zich vrijwel onmiddellijk naar zijn werk, een bouwwerf aan de Jan Rijswijcklaan, begaf waar hij een job had als betongieter.
Toen de Merksemse politie in burger op de werf verscheen, dacht hij dat het de nieuwe eigenaars waren maar vooraleer hij het besefte, klikten de boeien al. Hij zou overigens van plan zijn geweest om zijn vrijheid duur te verkopen want waarom lag anders zijn Iong rifle schietensklaar met een kogel in de loop onder zijn bed?
Bij de wedersamenstelling betoonde hij evenmin enige spijt maar was alleen geschrokken door het zien van het vreselijk verminkte gelaat van zijn slachtoffer.
Wat Faes betreft is geweten dat hij een tijdje in een instelling te Brasschaat verbleef en er werkte als chauffeur. Deze jongeman leeft gescheiden van zijn vrouw en zou reeds tot driemaal toe gepoogd hebben zelfmoord te plegen, o.a. door zijn polsen over te snijden. De littekens zijn nog zichtbaar.
Er blijven uiteraard nog veel duistere punten en onnauwkeurigheden waarin het onderzoek tijden de volgende dagen klaarheid zal brengen. Beide schurken zullen eveneens aan de tand worden gevoeld aangaande de paasmoord in Westmalle waarbij de bewoner door de verraste inbrekers werd doodgeschoten.
Bron: Gazet van Antwerpen | 18 Mei 1979
Vermoorde taxichauffeur wordt heden begraven
De raadkamer bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen heeft maandag het aanhoudingsmandaat bevestigd van Jaak Van Parijs uit Merksem en van August Faes uit Schilde; het tweetal dat in de nacht van dinsdag op woensdag van vorige week taxivoerder Alfons Lens om het leven bracht in de bossen van Zoersel en hem beroofden van 20.000 fr.
Zij lieten het lijk achter aan de kant van de weg en Van Parijs reed de taxi onder een brug van de E10 aan het Albertkanaal in Merksem, waar het voertuig in brand werd gestoken. Nauwelijks enkele uren later werden de twee gevat en bekenden vrij vlot de afschuwelijke roofmoord.
Waar August Faes eerst ontkende dat hij gedeeld zou hebben in de buit, is hij thans op zijn verklaringen teruggekomen en heeft toegegeven dat hij circa de helft van de geroofde 10.000 fr. heen opgestreken. Beiden hebben ook bekend dat de overval wel degelijk op voorhand was beraamd en dat Van Parijs zijn long rifle bij hem thuis gaan ophalen om hun slachtoffer ermee te bedreigen.
Ze hebben ook de tweede keer een voertuig van M Taxi uit Merksem ontboden in de hoop dat Alfons Lens zou opdagen omdat ze zich diezelfde nacht al door hem hadden laten vervoeren en dan hadden opgemerkt dat Lens een voor hen niet te versmaden pakje bankbiljetten op zak had.
De plechtige uitvaart van de vermoorde taxichauffeur heeft heden om 10u plaat in de Sint-Eligiuskerk aan de Van Hellemontstraat in Antwerpen; daarna bijzetting op de stedelijk begraafplaats Schoonselhof.
Zijn collega’s van verschillende andere taximaatschappijen zullen per wagen de lijkstoet volgen. De taxi’s komen samen aan de centrale van M Taxi aan de Schijnpoortweg in Merksem en zullen de lijkwagen en de auto’s met de rouwende familie begeleiden eerst naar de kerk en vervolgens naar de laatste rustplaats.
Lens had een gezin met twee kinderen.
Bron: Gazet van Antwerpen | 22 Mei 1979
Taxichauffeurs begeleiden massaal hun vermoorde collega
Meer dan tweehonderd taxichauffeurs hebben dinsdagmorgen een rouwstoet gevormd aan het Antwerps Sportpaleis om hun vermoorde collega Alfons Lens naar zijn laatste rustplaats te begeleiden. De collega's van Alfons Lens wilden er geen nadrukkelijke manifestatie van maken maar toch verliep alles met een zekere teneergeslagenheid, droefheid en zelfs wat verbittering.
Aanvankelijk hadden enkele verantwoordelijken van de vereniging voor taxichauffeurs in het Antwerpse een korte toespraak voorzien, die zou voorgelezen worden op de begraafplaats Schoonselhof maar men besloot daarvan af te zien.
De droefheid woog zwaarder dan de verbittering, al moest het sommigen van hel hart dat een betere bescherming tegen dergelijke misdaden noodzakelijk is. “Het kan ons allemaal overkomen," was hun commentaar. “De enige verdediging die wij tegen dergelijke lafhartig misdaden hebben is een strenger optreden van het gerecht.”
De indrukwekkende uitvaartstoet werd gevormd door taxi’s uit heel het land. Alle Antwerpse maatschappijen hadden afgevaardigden gezonden maar er waren ook taxi’s uit Gent, Brussel, Oostende, Charleroi en Luik. De voertuigen waren allemaal voorzien van een zwart lint dat de hele dag als teken van rouw werd gevoerd.
Omstreeks 10 uur bereikte de lange stoet de Sint-Eligiuskerk in de Van Helmontstraat waar een ontroerende uitvaartliturgie werd gehouden. Nadien ging het richting Schoonselhof.
Bron: Gazet van Antwerpen | 23 Mei 1979
Taximoord te Halle-Kempen wordt assisenzaak
De Kamer van inbeschuldigingstelling bij het Hof van Beroep te Antwerpen heeft de 26-jarige Jacob Van Parijs uit Merksem en de eveneen 26-jarige August Faes uit Schilde verwezen naar het Hof van Assisen. Midden mei vorig jaar brachten zij de Antwerpse taxichauffeur Alfons Lens te Halle-Kempen om het leven met een long rifle. Psychiatrisch onderzoek wees uit dat beide mannen toerekeningsvatbaar zijn en dus niet in aanmerking komen voor internering. Een datum voor het proces is nog niet vastgesteld.
Bron: Gazet van Antwerpen | 3 Maart 1980
Roofmoord op Antwerps taxichauffeur voor het Assisenhof
Dader of mededader aan roofmoord, zo luidt de beschuldiging aan het adres van Jakob Van Parijs uit Merksem en August Faes uit Schilde beiden 27 jaar oud en die daarvoor maandag voor het Assisenhof van Antwerpen moeten verschijnen.
Hun slachtoffer was de 32-jarige taxichauffeur Alfons Lens. Hij werd in de nacht van 15 op 16 mei in de Zoerselse bossen door het tweetal koelbloedig met karabijnschoten vermoord en zijn geld afgenomen. Daarna vluchtten ze met zijn auto, die ze evenwel onder de viaduct van de Noorderlaan in brand zouden steken. Diezelfde ochtend werden ze al aangehouden en tot bekentenissen gebracht.
Het Hof van Assisen zal worden voorgezeten door de h. Vanderhoeght, raadsheer bij het Hof van Beroep, substituut-procureur is de h. Schram die het openbaar ministerie waarneemt. De twee verdachten hebben elk twee advocaten: voor Van Parijs treden de meesters Eddy Boutmans e Norbert Verbeke op; Faes wordt verdedigd door de advocaten Victor De Doncker en Jan De Clerck.
Beide jonge mannen waren die nacht in het Merksemse aan de rol geweest waarbij ze zich door de taxi van Lens van de ene herberg naar de andere hadden laten voeren. Op zeker ogenblik kreeg deze opdracht om naar Schilde te rijden waar de twee een bar binnengingen maar waar ze ook vaststelden dat ze vrijwel blut waren.
Alfons Lens moest dan geld gaan halen in het appartement dat Van Parijs betrok aan de Bredabaan 51 te Merksem en hij kreeg daartoe zelfs de sleutel mee. Lens moet de mannen, die zich overigens al zeer brutaal hadden aangesteld, meer dan beu zijn geweest want hij keerde niet meer terug naar Schilde ... De twee zouden dan maar met het openbaar vervoer naar het Antwerpse zijn teruggekeerd, zeer tegen hun zin overigens en woest om hetgeen de taxichauffeur hen gelapt had.
Toen Van Parijs dan zelf zijn appartement betrad, waar hij moest inbreken omdat hij zijn sleutels aan Lens had gegeven, vond hij zijn geld niet en beweerde dat de taxichauffeur dat gestolen had. Hij was daarover zo woedend dat hij zijn eigen inboedel kort en klein sloeg, hetgeen al een klein idee geeft over de graad van dronkenschap.
Beiden smeedden meteen ook wraakplannen. Van Parijs haalde een long rifle te voorschijn en een doos patronen en ging zich alvast oefenen door de lampen van de openbare verlichting kapot te knallen. Daarna doken ze samen maar weer de herberg in. Het geweer namen ze mee maar verstopten het buiten.
Na een aantal pinten belden ze opnieuw M Taxi op aan de Schijnpoortweg en bestelden een wagen. Het noodlot wilde dat het uitgerekend Alfons Lens was die toevallig vrij was en die van zijn centrale de rit aangeboden kreeg.
Toen gebeurde er iets onverklaarbaar. Lens moet uiteraard zijn brutale en drinken klanten herkend hebben maar toch aanvaardde hij voor hen te rijden, naar Zoersel nog wel. Op een bepaald ogenblik zou Van Parijs die achteraan zat de loop van zijn geweer tegen de hals van Lens hebben gedrukt en hem de te volgen weg hebben gedicteerd: naar de eenzame boswegel De Bergen op de wijk Liefkenshoek in Zoersel.
Daar aangekomen moest de weerloze chauffeur uitstappen en werd hij langs achter in het hoofd en de rug geschoten tot vijfmaal toe. De man moet op slag dood zijn geweest. Politiemensen noemden het nadien een onbarmhartige executie. Het was ook Van Parijs die daarna de auto in brand stak waarna het tijd was om zich naar zijn werk te begeven: een bouwwerf aan de Jan Rijswijcklaan waar hij betongieter was. Het was daar dat hij in de loop van de voormiddag werd aangehouden. Faes ging thuis in Schilde zijn roes uitslapen maar kreeg daar niet lang de kans toe want ook hij werd diezelfde ochtend al van zijn bed gehaald en onmiddellijk naar de plaats van de misdaad gebracht voor de wedersamenstelling.
In dit proces worden weI een 50-tal getuigen verwacht. Voor de debatten en pleidooien worden een viertal dagen voorzien.
Bron: Gazet van Antwerpen | 8 Mei 1981
Taxichauffeur Lens kon zijn leven niet afkopen
“Neem al mijn geld, pak wat ge wilt, ik ben blij dat ik mag blijven leven.” Maar de weerloze taxichauffeur Alfons Lens vergiste zich schromelijk want hij mocht helemaal niet blijven leven. Hij was nochtans gewillig uit zijn wagen gestapt en had enkel zijn rittenblad meegenomen waarmee de als stip bekend staande chauffeur de laatste uitgevoerde “koersen” zou kunnen bewijzen. Hij heeft echter niets meer hoeven te bewijzen want die ochtend van 6 mei 1979 omstreeks 3u30 werd hij op een eenzame zandwegel in de Zoerselse bossen koelbloedig omgebracht.
Het zijn de rovers, Jaak Van Parijs (23). En Gust Faes (21) zelf die de laatste ogenblikken van hun slachtoffer hebben verhaald en die nu voor het Assisenhof van Antwerpen verantwoording moeten afleggen voor hun onmenselijke daad: een weerloos man letterlijk in de rug schieten en hem daarna afmaken als een hond.
Het bovenstaand citaat is de meest schrijnende passage in de 9 bladzijden tellende beschuldigingsakte waarvan griffierhoofd van dienst L. Leemans maandagochtend bij aanvang van het proces lezing gaf.
In grote lijnen is het moordverhaal gekend. Op die ochtend van wat een stralende dag zou worden werd door eenn voorbijganger aan “De Bergen”, een boswegel op de wijk Liefkenshoek in Halle-Zoersel, het levenloze lichaam gevonden van de 32-jarige taxivoerder Alfons Lens. Naast hem lagen negen hulzen en één patroon van het gekende kaliber .22 Iong rifle.
Ongeveer een uur nadat het lijk was gevonden werd de politie van Merksem ervan verwittigd dat onder een brug aan de E10 een Mercedes van de firma M Taxi stond uit te branden. Het verband tussen beide zaken was onmiddellijk gelegd en door een snelle concentratie van alle betrokken politiediensten en met medewerking van de taxicentrale van de Schijnpoortweg kwam men er vlug achter welke ritten Alfons Lens die bewuste nacht had uitgevoerd.
Twee gevaarlijke plakkers
Lens was door het tweetal opgeroepen naar een herberg in Merksem en had daarna de taxicentrale laten weten dat hij op weg was met twee “plakkers”, zo worden in het taxi-jargon de cliënten genoemd die zich van de ene herberg naar de andere kroeg laten voeren. De twee “plakkers” waren Van Parijs en Faes en deze laatste was er die avond 8.000 fr. vakantiegeld die hij zopas had getrokken aan het doordraaien. Het is zo dat Lens met zijn “Plakkers” in een bar in Schilde belandde waar Faes een van de dienster ook liet profiteren van zijn vakantiegeld maar meteen waren daarmee de geldmiddelen uitgeput hoewel het nog maar half elf was.
Lens kreeg dan de sleutels van het appartement van Van Parijs aan de Bredabaan 51 te Merksem met de opdracht daar geld te gaan halen en hij kreeg ook een plannetje waar het te vinden was. Lens vertrok zonder zelf af te rekenen en hield ruggespraak met zijn centrale over de opdracht. De centraliste vroeg daarover zelf het advies aan de politie van Merksem dat negatief was. Daarop achtte Lens zich van zijn opdracht ontslagen en hij deponeerde de sleutel van het appartement op de centrale.
Omdat hun chauffeur niet terug opdaagde in Schilde reden Van Parijs en Faes maar met een lijnbus terug naar Antwerpen en trokken te voet, een pak frites etend, naar de Bredabaan. Onderweg stalen ze ook nog een bus benzine. Thuisgekomen herinnerde Van Parijs zich dat hij zijn sleutel aan de taxichauffeur had afgegeven en dus zelf niet binnen kon zodat hij in zijn eigen woning moest binnenbreken, hetgeen met veel gedruis door Faes werd opgeknapt.
Eens binnen stelde Van Parijs vast dat er uit zijn geldvoorraad 1.000 fr. ontbrak en hij beschuldigde dadelijk de taxichauffeur van diefstal. Faes beweerde echter dat hij na nazicht Van Parijs had horen zeggen dat hij zich had vergist en dat het bedrag toch klopte.
Wraakoefening
Niettemin waren ze woedend op Lens en wilden wraak nemen op hem of op een andere taxichauffeur die ze zouden beroven. En met de karabijn die Van Parijs enkele dagen voordien had gekocht en drie dozen patronen gingen ze opnieuw op pad, recht naar een herberg van waaruit ze weer een taxi zouden bestellen. Onderweg oefenden ze zich alvast in het schieten door op de openbare verlichting te mikken.
Op hun verzoek bestelde de cafébaas dan opnieuw een voertuig bij M Taxi en het was uitgerekend Lens die de rit kreeg toebedeeld en die alvast de sleutels van het appartement van Van Pariis meenam.
Het weerzien was niet bepaald hartelijk maar toch aanvaardde Lens om het tweetal opnieuw naar Schilde te rijden. Het was toen omstreeks 3 uur en alle herbergen en bars waren gesloten. Van Parijs die er vroeger had gewoond kende de streek vrij goed en dirigeerde de taxi de verlaten boswegel “De Bergen” op waar hij Lens verzocht te stoppen, zogezegd voor een “kleine boodschap”.
Maar toen kwam het wapen tevoorschijn en eiste Van Parijs geld en Lens overhandigde zijn brieventas. De kerel vermoedde echter nog meer geld in het borstzakje van de chauffeur en ook dat moest hij hebben. Vervolgens moest
Lens nog tonen hoe de taxi kon gestart worden.
Daarop hoorde Faes Lens nog zeggen: “neem al mijn geld, pak wat ge wilt, ik ben blij dat ik mag blijven leven”. Maar als enig antwoord kreeg hij een schot in de rug en toen hij zich in doodsangst omdraaide kreeg hij meteen een kogel In het hoofd van zeer dichtbij afgeschoten. Van Paijs schoot trouwens een hele lader leeg op zijn reeds dodelijk getroffen slachtoffer en dan laadde hij opnieuw en vuurde nog een vijftal patronen af op de zieltogende Lens.
Daarna vluchtten ze met de taxi richting Antwerpen en verdeelden onderweg de buit. Hoeveel? Dat herinneren ze zich niet meer precies. Faes was in Schilde, waar hij woonde, al uitgestapt terwijl Van Parijs in Merksem de Mercedes onder een brugpijler manoeuvreerde, de “gevonden” bus benzine over de zetels uitgaat en er de vlam in stak. De apotheose van een avondje uit en meteen het sein dat tot de aanhouding van de beide kerels zou leiden.
Afvallige van Jehova
Uit de beschuldigingsakte bleek verder dat “Jacky” Van Parijs zoal hij werd genoemd eigenlijk al een verlopen sujet was ondanks de onverminderde inspanningen van zijn vader om hem op het rechte pad te houden en hem de stiel van bekister aan te leren. Maar Jacky ging op jeugdige leeftijd al van huis lopen, bestal zijn ouders, gapte in een grootwarenhuis, waagde al eens een inbraak, stal soms fietsen en bromfietsen en dronk. Een vriendin die bij hem introk hield het maar zes weken vol.
Gust Faes was van 1972 tot 1977 een getuige van Jehova, zeer standvastig en overtuigd, die in 1973 uit gewetensbezwaren zelfs militaire dienst weigerde en daarvoor een gevangenisstraf van 24 maanden moest uitzitten Dat belette niet dat hij liever lui dan moe was en om die reden werd hij trouwens door zijn opeenvolgende werknemers ontslagen.
In 1975 trouwde hij met een andere “getuige” die hij twee jaar later overigens al bedroog met een vrouw uit een bar. Als getuige van Jehova werd hij overigens ontslagen uit de gemeenschap omdat hij inmiddels ook opnieuw was beginnen roken. Zijn huwelijk liep dan uit op een echtscheiding ondanks de geboorte van een dochtertje. Daarna begon Faes ook te drinken en als hij dronken was werd hij tevens agressief.
Vóór de moord op de taxichauffeur had Faes ook al drie zelfmoordpogingen op zijn actief en nadien in de gevangenis poogde hij nog tweemaal zich van het leven te beroven. Maar zowel hij als zijn spitsbroeder Van Parijs worden toerekeningsvatbaar geacht.
Van het slachtoffer Lens zegt de akte van beschuldiging enkel dat hij bekend stond als een rustige, brave en hulpvaardige man …
Ter zitting verscheen Van Parijs in een stijf, deftig donkerblauw confectiepak met bijhorende das en smetteloos wit hemd. Bij de ondervraging door de voorzitter werd hij herinnerd aan zijn slechte schoolresultaten, zijn pekelzonden, zijn weglopen vab huis, zijn kroeg-zitten, zijn eerste diefstalletjes, enz ...
Dat laatste omdat hij, volgens hem, te weinig zakgeld kreeg. Maar toen voorzitter Vanderhoeght er hem aan herinnerde dat men met een paar honderd frank toch heel wat “Colakes” kan drinken, repliceerde Van Parijs vrij brutaal dat ”hij om alleen maar cola te drinken beter thuis had kunnen blijven en dat hij bier wilde!” De auto' die hij geregeld wegnam en die dan al of niet ernstig beschadigd werden achtergelaten, dienden om “tourkes” te doen.
Wat de taxichauffeur betreft had Van Parijs alleen de bedoeling om hem wat slagen te geven omdat het door zijn schuld was dat hij de deur van zijn eigen appartement had moeten instampen. “Wat kletsen geven en zijn geld afpakken”, verklaarde hij ter zitting. Waarom hij Lens dan toch heeft neergeschoten en is blijven schieten tot het slachtoffer niet meer bewoog, daar had hij geen verklaring voor.
De licht-kalende Gust Faes verscheen ter zitting in een fantasiehemd met stropdas en een gebreide openstaande gilet. Hij weigerde dus legerdienst omdat het tegen zijn geweten was dat men in het leger mensen leerde doden; wat niet heeft belet dat hij toch maar geen poot uitstak om de moord op Lens te verhinderen. Maar dat was omdat hij bang was, zo verklaarde hij nu, omdat Van Parijs met een geweer achter hem stond.
Hij zegde wel zich schuldig te voelen “omdat er een mensenleven was verloren gegaan” maar onthulde nu dat hij zijn deel van de buit ongezien in de auto heeft gegooid die Van Parijs nadien in brand heeft gestoken.
Wie zou er in dat geval Faes nog van mededaderschap aan roofmoord durven beschuldigen? Het werd niet zo cru gesteld maar vanaf het eerste ogenblik werd de verdedigingstacktiek van de eerste beklaagde al duidelijk.
Met het verhoor van de eerste getuigen werd de eerste procesdag besloten.
Bron: Gazet van Antwerpen | 12 Mei 1981
Van Parijs betreurt alleen dat hij in de gevangenis zit
Voor het Assisenhof van Antwerpen werd dinsdag het proces van de roofmoord op taxichauffeur Alfons Lens in de Zoerselse bossen voortgezet. Het grootste gedeelte van de dag werd ingenomen door de geneesheren-psychiaters, die de betichten Van Parijs en Faes volledig toerekeningsvatbaar achtte en verantwoordelijk voor hun daden. Een psychiater aangesteld door de verdediging van Van Parijs spras dit niet tegen maar trachtte wel in een aantal frustraties en comolexen een uitleg te vinden voor de “impulsieve daad" van betichte.
Arrogante kerel
De tweede dag van het proces van de roofmoord in Zoersel vatte aan met de getuigenissen van cafébazen, bij wie het duo Van Parijs-Faes, die laatste nacht over de vloer waren geweest.
Volgens een ongeschreven wet weten herbergiers die in een proces moeten getuigen nooit meer of hun cliënten al of niet dronken waren. Bovendien krijgt men onwillekeurig de indruk dat de café uitsluitend bezocht worden door geheelonthouders, die alleen fruitsapjes drinken. Als de klanten dan toch dronken worden, dan zal dat wel van de bierluchtjes komen ...
Maar een van de getuigen die dinsdagochtend werd gehoord maakte wel een uitzondering op de regel want hij had die avond het tweetal resoluut drank geweigerd waarop Van Parijs gedreigd had “te zullen terugkomen om de boel kort en klein te slaan”.
Dat Van Parijs nogal aan de arrogante en vechtlustige kant is, daar zal wel geen twijfel over bestaan. Dat moest ook die rijkswachter ondervinden, die toevallig in de bus zat waarmee Van Parijs en Faes van Schilde naar Antwerpen terugreden nadat ze hun taxichauffeur waren kwijt gespeeld. Toen Van Parijs in die bus een sigaret opstak, wees de rijkswachter er hem op dat hij wel eens last kon krijgen met de buschauffeur. Van Parijs nam die opmerking niet, vertelde de gendarm nu ter zitting. Hij begon te bekvechten en uitte dreigementen en toen beiden aan de Rooseveltplaats uitstapten bleven ze hun medepassagier, die het gewaagd had hun een opmerking te maken, opwachten. Toen de rijkswachter het raadzamer vond niet uit te stappen kwamen ze zelfs dreigend op de bus af maar de chauffeur sloot de deuren.
Ook de broer van Jacky werd opgeroepen als getuige en verklaarde dat hun vader nogal van het autoritaire type was en nogal eens naar de stoofhaak greep, vooral als hij gedronken had. Zijn vrouw tilde daar echter niet zo zwaar aan en nam aan dat er alleen geslagen werd als ze het verdiend hadden. In alle geval heeft ze nooit gehoord dat ook soms de zweep werd gehanteerd, zoals een advocaat van de verdediging suggereerde.
Wel leek het in de familie Van Parijs de gewoonte te zijn dat iedereen er over een geweer beschikte ...
Terloops vernamen we ook dat Faes in de wandel “Zotte Gust” werd genoemd; ook door Van Parijs. “Iedereen noemde hem zo, waarom ik dan niet”, zegde beklaagde, die doorgaans vrij onbeschaamd op de beschuldigingsbank leunt, zoals we nog nooit een beklaagde voorheen hebben zien doen terwijl hij de getuigen op een arrogante manier gadeslaat.
Meeloper Faes
Dr. Ohr. Hänsch kwam als wetsdokter op de plaats van het drama en onderzocht als eerste het stoffelijk overschot van de vermoorde taxichauffeur ”die verschillende perforerende wonden en ballistische letsels vertoonde”. Zelfs het linkeroog was door een kogel uiteengerukt. In het hoofd werden niet minder dan 8 kogelwonden ontdekt. Hij wist ook nog dat Van Parijs onpasselijk werd toen hij onmiddellijk na zijn aanhouding opnieuw met het lijk van zijn slachtoffer werd geconfronteerd.
Ir. Haet, wapendeskundige ontleedde de kogelbanen en kwam tot de bevinding dat Van Parijs vanuit schouderhoogte op zijn slachtoffer mikte, zodat er geen ontkomen mogelijk was. Alle schoten werden gelost vanop minder dan 3 meter.
En Van Parijs herhaalde nog eens vlot, met de handen in de zakken, dat hij negen keer op zijn slachtoffer heeft geschoten, en hij debiteerde dat met hetzelfde gemak als zou hij zeggen: “Ik heb negen pintjes gedronken”.
Prof. Heynderickx, toxicoloog, vond in een bloedstaal van het slachtoffer een alcoholgehalte van 0,21, hetgeen overeenstemt met 1 à 2 glazen bier. Het bloedstaal van Faes was helemaal negatief en bij Van Parijs werd slechts een laag alcoholgehalte gevonden, maar bloedstalen werden circa 10 uur na de laatste pint genomen. Rekening houdend met de verbrandingsfactor zou Van Parijs op het ogenblik van de moord toch max. 1,40 alcohol in het bloed hebben gehad. Conclusie: beide beklaagden waren wel onder de invloed van drank maar waren geen zins in staat van dronkenschap.
Psychiater Dr. De Bandt noemde Gust Faes een eerder zwakke persoonlijkheid, die zich gemakkelijk laat beïnvloeden, die het slachtoffer is van de omstandigheden en waarop hij dan naïef en vrij theatraal reageert. Faes trachtte ook meermaals de aandacht op zich te trekken en in dat verband kaderen zich volgens de psychiater ook de zelfmoordpogingen van beklaagde, die ter zitting nu verklaarde dat hij, de vroegere getuige van Jehova thans naar het protestantisme is overgegaan en dat hij veel steun vindt in de godsdienst.
Ook Dr. Troch beschreef Faes aIs een zwakke, zwaarmoedig persoonlijkheid zonder veel ruggengraat met weinig houvast in het leven, met een gebrek aan zelfdiscipline en die men een meeloper zou kunnen noemen.
12 stielen
Jurylid: “Maar kan U iemand die 2 jaar in en de gevangenis zit omdat hij weigert legerdienst te doen een zwakke persoonlijkheid noemen?”
Dr. Troch: zijn dienstweigering was hem vooral ingegeven door zijn omgeving, de getuigen van Jehova waarvan hij toen nog lid was. Evenals Faes is ook Van Parijs volledig toerekeningsvatbaar. Wel is hij een type van 12 stieten en 13 ongelukken die bovendien vertier zocht in de drank en die onhandelbaar en zelfs agressief werd bij drankmisbruik.
Van Parijs gaf wel blijken van spijt omdat hij in de gevangenis vertoefde maar toonde geen berouw over hetgeen hij gedaan had, hetgeen de psychiater een verdedigingsmechanisme noemde van beklaagde.
Ook Dr. De Bandt noemde dat een scherm, een manier om zich nog te affirmeren omdat hij immers baas wil blijven van de situatie.
Dr. G. Becker was door de verdediging aangesteld als psychiater voor Van Parijs en getuigde ter zitting - in een waterval van woorden - dat Van Parijs een compensatie zocht voor zijn mislukkingen door zijn “publiek” te overbluffen. Het neerschieten van de taxichauffeur noemde hij een impulsieve handeling van Van Parijs die zich door de aanwezigheid alleen van Faes gesteund voelde in zijn daad. “Hij moordde om van zijn complex verlost te geraken”, aldus Dr. G. Beckers, volgens wie ook de al de te strenge opvoeding van beklaagde frustrerend heeft gewerkt.
Dit ontlokte aan voorzitter Vanderhaeght de bedenking dat de vaders het altijd gedaan hebben. Ofwel zijn ze te streng en geraken de kinderen daardoor gecomplexeerd ofwel hebben de kinderen een strenge aderfiguur moeten missen. “Het is wel aartsmoeilijk een goede vader te zijn”, verzuchtte de voorzitter.
Heden voortzetting.
Bron: Gazet van Antwerpen | 13 Mei 1981
Beide betichten waren hulpvaardige knapen
De in de Zoerselse bossen vermoorde taxichauffeur Alfons Lens heeft er wel geen boodschap meer aan maar de verdediging van J. Van Parijs, achtte het buitengewoon belangrijk dat het slachtoffer eerst zijn rittenblad uit zijn wagen mocht nemen alvorens te worden neergeknald.
Hierbij aansluitend verklaarde Van Parijs ter zitting dat hij maar op het allerlaatste ogenblik besliste het slachtoffer koud te maken, alsof hij iedere gedachte aan voorbedachte rade wilde bannen. Spijtig voor de beklaagde maar bij roofmoord wordt de vraag naar voorbedachtheid zelfs niet gesteld.
Wat Gust Faes betreft, deze desolidariseerde zich woensdag meer en meer van zijn spitsbroeder door ter zitting te verklaren dat hij wel zijn deel van de buit had aangenomen maar het nadien in de gestolen taxi heeft geworpen alsof hij niets te maken wilde hebben met geld waar bloed aan kleefde.
Met commissaris Van Loon van de gerechtelijke politie werd het proces woensdagochtend hervat. Over Faes getuigde hij dat deze alleen akkoord zou gegaan zijn om de taxichauffeur zijn geld af te pakken maar dat hij niet heeft willen weten van “bijwerken” en dat hij zeker niets van schieten moest hebben.
Het eerste schot was voor hem dan ook een complete verrassing. Faes beweerde overigens dat hij niet wist dat Van Parijs het geweer mee in de taxi had genomen.
Wat Van Parijs betreft, deze wilde beslist wraak nemen hoewel hij oorspronkelijk evenmin van plan was om te schieten. Het was eerst toen ze met hun slachtoffer in de Zoerselse bossen waren uitgestapt, dat Van Parijs zich realiseerde dat de taxivoerder niet kon blijven leven omdat hij hen dan zeker zou verraden.
Na de schietpartij moet Faes gevraagd hebben: “Is die dood?” Waarop Van Parijs dan: “Daar moet ge niet aan twijfelen!”
Volgens commissaris Van Loon had Van Parijs alleen maar spijt dat hij was aangehouden. Toen de politie ter plaatste een niet afgeschoten patroon vond en die aan Van Parijs toonde, gaf deze enkel de cynische opmerking ten beste dat dit “weeral weggesmeten geld was …
Tegen Faes zou Van Parijs achteraf ook gezegd hebben: “Als ze me komen oppakken, schiet ik ze omver als ik de kans krijg.” En tijdens het onderzoek kwam de man daar zelf op terug: “Ik zou het gedaan hebben ook want dan zouden ze verplicht geweest zijn mij neer te schieten. Liever dat dan in de bak …"
In tegenstelling met de eerste betichte heeft Gust Faes, die op het ogenblik der feiten geen enkele keer het moordwapen in handen heeft gehad, wel verscheidene keren spijt en berouw betoond en heeft hij o.a. vergiffenis gevraagd aan de vrouw met wie Alfons Lens samenwoonde.
Het rittenblad
Of hij al of niet akkoord ging om de taxivoerder zijn geld af te pakken, daarover bestaat nog steeds onduidelijkheid omdat Faes herhaaldelijk zijn verklaringen dienaangaande wijzigde.
Ook over de omvang van de buit bestaat geen zekerheid. Eerst was er sprake van 23.000 fr.; dan 3.000 fr. en uiteindelijk leek het om een bedrag te gaan tussen de 6 en de 7.000 fr.
Bij het uitstappen heeft de taxichauffeur nog zijn rittenblad mogen meenemen. Dus kan Van Parijs niet de bedoeling gehad hebben Alfons Lens neer te knallen want wat moet een dode taxichauffeur nog met een rittenblad aanvangen … Dat is althans de stelling van de verdediging. Op de vraag waarom hij dan toch geschoten heeft, bleef Van Parijs het antwoord schuldig. Alleen verklaarde hij ter zitting dat hij eerst de beslissing nam om te schieten toen Lens was uitgestapt, met zijn rittenblad en zich op de rand van het bos naar zijn belagers omdraaide.
Terloops kwamen ook nog de vorige autodiefstallen van het duo ter sprake waarbij het hof, de jury en de zaal onderricht kregen in het stelen van dieselwagens zonder contactsleutel.
Kwam dan de jongste broer van Van Parijs, die Jacky een tweede vader noemde van wie hij alles kreeg wat hij vroeg. Over zijn vader wilde hij evenwel ook geen kwaad zeggen. Dat is volgens hem een heel gemakkelijk man en hij weet niet van rammelingen; ook al hield Jacky vol dat hij “van de riem” kreeg toen hij eens op 15-jarige leeftijd was weggelopen. Terloops zegde Jacky dat hij zijn ouders nu al twee jaar niet meer heeft gezien ...
Een oudere broer was evenwel meer genuanceerd want hij hield niet zo een beste herinnering over aan de gemeenschappelijke thuis, waar men altijd maar moest werken, zijn geld afgeven en tevreden zijn met 200 fr. zondag. Hij weet wel van klappen-krijgen en ook dat daarbij wel eens de pook werd gebruikt. Zijn broer Jacky beschreef hij als behulpzaam en onbaatzuchtig. Een beste kerel als hij niet gedronken had.
“De kinderen hadden niets te kort en ze werden eerder bedorven door de vader die wel streng was maar niet te streng”, dat was althans de mening van een tante van Van Parijs die, nadat haar neef was aangehouden, moest opdraaien voor het gedeeltelijk terugbetalen van een lening waarvoor zij borg had gestaan.
Celina Lemmens is de vriendin van de moeder van Van Parijs en zij wist te vertellen dat de vader nogal opvliegend van aard is en dat hij voor zijn tuchtelingen wel eens naar een biljartstok, een bezemsteel of een kleine zweep dierf grijpen maar ze nam aan dat de kinderen het pak slaag we zullen verdiend hebben. Maar dat er op Jacky eens een biljartstok werd kapot geslagen dat vond de vrouw toch ook nogal kras.
De ochtendzitting ten slotte werd besloten met het getuigenis van het lief van Van Parijs, die zes weken tot een maand vóór de feiten bij hem inwoonde en die daar helemaal geen goede herinnering aan over houdt. Hij dronk veel en eiste veel van haar. Zij vond hem een profiteur die alleen aan zichzelf dacht en van wie zij ook wel eens klappen kreeg.
Tenslotte is zij buiten gevlogen toen op een nacht hij en Faes eens met twee andere vrouwen zijn thuis gekomen. Ondertussen had zij echter al kennis gemaakt met de benedenbuur die ze veel sympathieker vond ...
Als belangrijkste moraliteitsgetuigen over Gust Faes werden zijn ader en zijn grootmoeder opgeroepen. Volgens vader Faes is alles beginnen verkeerd lopen met de stranding van het huwelijk van zijn zoon, waardoor hij erg zenuwachtig werd en wat trouwens de aanleiding was voor een eerste zelfmoordpoging. Hij beschreef zijn zoon verder als behulpzaam, gewillig maar gemakkelijk beïnvloedbaar.
Emotioneel geladen was het getuigenis van de bevende en snikkende grootmoeder van Gust Faes die betichte ook beschreef als zeer gedienstig maar danig zenuwachtig. Zij verhaalde ook hoe haar kleinzoon nog eens werd uitgedaagd door zijn gescheiden vrouw, waardoor deze zo over zijn toeren geraakte dat hij moest opgenomen worden in het ziekenhuis.
Die gewezen echtgenote werd eveneens als getuige opgeroepen en beschreef Gust Faes als een onbeheerst type die dikwijl kwaad was. Daarna beloofde hij telkens wel beterschap maar die belofte hield hij niet. Toen hij ook zijn overspel bekende was voor haar de maat vol en ze trok eruit. Wel bekende ze dat haar gewezen echtgenoot nooit fysiek geweld tegen haar gebruikte. Bij het getuigenis van de vrouw geraakte beklaagde Faes weer lichtjes over zijn toeren en liet duidelijk merken dat hij het met haar versie niet eens was.
Het leek woensdagavond ook vrijwel uitgesloten dat het proces hedenavond zal kunnen beëindigd worden.
Bron: Gazet van Antwerpen | 14 Mei 1981
Van Parijs zal het volle pond betalen voor roofmoord
De jury op het Assisenhof van Antwerpen heeft gisterenavond laat Jacky Van Parijs schuldig bevonden, als dader of mededader, aan afpersing met geweld en aan opzettelijke doding op de persoon van taxivoerder Lens om de misdaad te vergemakkelijken of om de straffeloosheid te verzekeren. M.a.w de roofmoord werd bewezen geacht! Wat Gust Faes betreft, deze werd door de jury slechts medeplichtig geacht aan afpersing en opzettelijke doding. Heden zal het proces worden voortgezet met leidooien over de strafmaat. Daarbij riskeert de hoofdverdachte de doodstraf terwijl de “meeloper”, zoals Faes in het proces werd afgeschilderd, er met minimum drie jaar vanaf zo kunnen komen.
In de loop van de debatten an donderdag had de verdediging van Van Parijs getracht om te ontsnappen aan de kwalificatie roofmoord met het argument dat de dood van de taxichauffeur het gevolg was van een toevallige reflex van hun cliënt en geen beredeneerde daad om de straffeloosheid te verzekeren maar op een bijkomende vraag in die zin wilde het Hof niet ingaan.
En wat Faes betreft hadden de advocaten gewezen op de totale passiviteit van hun cliënt bij de voltrekking van de moord en zij hadden resoluut de vrijspraak gevraagd.
Substituut-procureur Schram in zijn rekwisitorium wees op het blanco strafregister van Lens en stelde daartegenover het strafrechtelijk verleden van Van Parijs en Faes. Over de kwalificatie roofmoord liet het openbaar ministerie geen twijfel bestaan: er werd gedood om de diefstal te vergemakkelijken en om de straffeloosheid van hun misdaad te verzekeren.
Zij schilderde Jacky Van Parijs af als de agressieve, ongevoelige en cynische dader bij wie angst en spanningen, zelfs bij het plegen van een misdaad onbekend zijn. Overigens betoogde de advocaat dat Van Parijs echt niet wist waarom hij schoot. Het was een reflex en wel op het ogenblik dat de taxichauffeur zich omdraaide. En de advocaat bestond het om een verband te leggen tussen deze ongelukkige reflex en de nogal hardhandige manier van opvoeden door vader Van Parijs.
Gust Faes noemde hij de verlopen kerel, die steeds verder aan lager wal geraakte. Volgens de h. Schram is Faes bovendien een veinzer waar het zelfmoorden betreft: met de overdosis pillen in de ene hand en de telefoon in de andere om dadelijk de 900 te kunnen bellen; of die verhangingspoging in zijn cel, uitgerekend op het ogenblik dat de cipiers hun ronde doen. Allemaal pogingen die alleen bedoeld waren om in de belangstelling te komen, betoogd substituut-procureur Schram.
Verder waren de twee wel degelijk van plan om te schieten want waarom zouden ze anders vooraf moeten oefenen hebben. Volgens hem was het op het ogenblik dat Lens zijn geld overhandigde dat Van Parijs besliste dat de chauffeur niet kon blijven leven. En Lens heeft alleen zijn rittenblad mogen meenemen om hem te doen geloven dat hij kon gaan en om geen weerstand te moeten ondervinden van de struise, corpulente man die Lens was.
Het was doden om te doden: de zwaarste vorm van geweld en ook Faes is daaraan schuldig, want hij was er ook bij beweert hij nu dat het schieten voor hem een verrassing was. Mr. E. Boutmans, optredend voor Van Parijs nam eerst de politieverslagen en de gerechtelijke verhoren op de korrel en beweerde dat de cruciale bekentenis van zijn cliënt, namelijk dat hij besliste om te schieten toen zijn slachtoffer uitstapte, hem door zijn ondervragers in de mond werd gelegd.
Hij beaamde maar die versie om er vanaf te zijn. Het beschermde hem tegen verdere vragen vanwege de politie; niet beseffend dat hij er zo is ingeluisd. Trouwens ook de chauffeur was ervan overtuigd dat hij zou hebben mogen blijven leven. Hij zegde dat trouwens zelf (en het waren zijn laatste woorden) en daarom vroeg hij ook om zijn rittenblad om 's anderendaags zijn “koersen" te kunnen bewijzen.
Ten slotte vroeg de advocaat om de beschuldiging roofmoord te laten vallen en enkel de doodslag te weerhouden zodat men ook het aandeel van Faes anders en lichter zou kunnen kwallficeren.
“Is de hulp van Faes dermate dat zonder die hulp de misdaad niet tot stand had kunnen komen?” aldus luidde de vraag die Mr. De Clercq zich stelde. En hij ontleedde verder de rol van zijn cliënt, die zelf niet wist dat Van Parijs zijn wapen bijhad, die tijden de executie steeds in de auto is blijven zitten, verstijfd van schrik en niet bij machte om te reageren tegen de gang van zaken.
Weliswaar heeft hij zijn deel van de buit aangenomen maar dit daarna terug in de auto gegooid zodat hij uit de misdaad geen enkel voordeel haalde. Ook voor de diefstal en de vernieling van de wagen kan Faes niet verantwoordelijk gesteld worden. Hij heeft wel gezegd: “Voor mijn part steekt ge die auto in brand”, maar dat was synoniem van “Stook hem op”. En Van Parijs heeft dat al te letterlijk opgevat. Ten slotte vroeg hij de volledige vrijspraak voor zijn cliënt.
Mr. De Doncker ging daarna verder in op de persoonlijkheid van G. Faes die kan bogen op een vrij goed verleden en die in Merksplas - 2 jaar wegens dienstweigering - zeer gunstig stond aangeschreven.
Hij wees op de nefaste invloed inloed van de echtscheiding op het gedrag van Faes, die niets liever had gewild dan zich met zijn vrouw te verzoenen. Dat het mislukte was er de oorzaak van dat Faes voortaan meer en meer compensatie zocht in de drank.
Ten slotte wees hij op de huidige toestand van zijn cliënt, die nog steeds niet kan begrijpen waar hij in terecht is gekomen en die ondanks alle slaapmiddelen nachtmerries overhoudt aan de gebeurtenis in het bos van Zoersel. Hierop verzocht de verdediging van Van Parijs het Hof om aan de jury een bijkomende vraag te stellen, te weten of betichte zich al of niet schuldig maakte aan doodslag.
Substituut-procureur Schram verzette zich daartegen met het argument dat de beklaagden alle middelen hebben aangewend om de straffeloosheid te verzekeren. Hij hield het dus bij roofmoord. Door het Hof werd die vraag evenmin aanvaard en dus werden de debaten verder gezet met de replieken, waarin alle partijen zeer beknopt hun zienswijze bevestigden.
Procureur: roofmoord voor Van Parijs en Faes is ongetwijfeld mededader.
Mr. Boutmans: het openbaar ministerie moet maar eens bewijzen dat Van Parijs een doodslag heeft gepleegd om de diefstal verborgen te houden!
Mr. De Doncker: de jury moet de realiteit der feiten onder ogen zien en die is dat Faes volledig passief is gebleven bij het drama en zelf geen enkele activiteit aan de dag heeft gelegd. Dus vroeg hij de vrijspraak voor zijn cliënt.
Er werden dan 7 vragen gesteld die als volgt kunnen worden samengevat: zijn beide betichten als dader of als mededader schuldig aan roofmoord?
Na beraadslaging voegde het Hof daar evenwel nog 3 vragen aan toe die alleen betrekking hadden op Faes als eventuele medeplichtige aan afpersing en doodslag hetgeen al een gunstiger kwalificatie is dan mededader.
Mr. De Doncker waardeerde die geste van het Hof wel omdat medeplichtigheid een niet-noodzakelijke hulp veronderstelt in tegenstelling tot de mededader, die wel en een essentieel aandeel in het misdrijf heeft gehad.
Niettemin bleef hij bij zijn eerder ingenomen standpunt en oordeelde dat men zijn cliënt moet vrijspreken.
Beide beklaagden kregen dan, traditioneel, het laatste woord, waarbij Van Parijs toch zijn spijt uitdrukte over zijn daad en de hoop uitsprak in zijn leven nog een kans te krijgen. Idem voor Gust Faes wier gedachten ook gingen naar de vrouw die Alfons Lens had achtergelaten.
Na een bijna drie uur durende beraadslaging, waarbij de jury zich door niet minder dan 12 vragen moest heen worstelen, viel dan de hoger aangehaalde uitspraak. Onmiddellijk daarop wendden de betichten zich tot hun raadslieden om de ultieme ronde van hedenochtend te bespreken.
Bron: Gazet van Antwerpen | 15 Mei 1981
Levenslang en 20 jaar voor roofmoord op taxichauffeur
Uitgerekend twee jaar na de feiten heeft het Assisenhof van Antwerpen de twee daders veroordeeld van de roofmoord op de 32-jarige taxichauffeur Alfons Lens in de Zoerselse bossen, in de nacht van 15 op 16 mei 1979. De eigenlijke schutter Jacky Van Parijs (23) ontsnapte net aan de doodstraf en kwam er vanaf met levenslang. Zijn medeplichtige Gus Faes (26) kreeg echter 20 jaar dwangarbeid.
Voor beide beklaagden werden verzachtende omstandigheden in acht genomen: respectievelijk zijn jeugdige leeftijd en de sociale moeilijkheden.
In de wandelzaal van het Antwerps gerechtshof werd het arrest natuurlijk druk gecommentarieerd. Algemeen werd de straf voor Van Parijs aan de milde kant genoemd. Levenslang voor een hoofdbeklaagde voor wie de procureur zelfs de doodstraf had gesuggereerd wat trouwens de hoogste sanctie is voor op een vergrijp als roofmoord.
Maar vooral in het licht van die mildheid kwamen de 20 jaar dwangarbeid voor de meeloper Faes, wiens rol de avond voordien zelfs was afgezwakt van mededader tot medeplichtig, hard aan. Vooral nadat het Hof zelf 5 bijkomende vragen had gesteld, alsof men het minieme aandeel van Faes in het drama wilde suggereren, viel het arrest bijzonder zwaar uit voor de 2de beklaagde, daar de procureur met 15 jaar al genoegen had genomen.
Dwangmatig idee
Alle veroordeelden: ook de terdoodveroordeelden in België krijgen nog een kans en de procureur wees in de aanhef van zijn vordering op het bestaan van de wet Lejeune. Taxichauffeur Lens kreeg evenwel geen enkele kans meer in de nacht van 15 op 16 mei 1979. Van Parijs schoot hem kogels in het lichaam en dan nog 5 in het hoofd omdat hij nog bewoog.
Hij achtte Van Parijs nog tot alles in staat en dus een gevaarlijk individu voor de maatschappij. “Ik vorder de doodstraf niet. Hoewel Van Parijs de doodstraf verdient maar ik leg me neer bij de straf die U gepast zult oordelen “, aldus procureur Schram.
Wat de meeloper Faes betreft, deze tracht nu ziJn naïviteit tot het uiterst uit te buiten om genade te bekomen, betoogde het openbaar ministerie, die erop wees dat Faes nog altijd niet geleerd heeft wat geweId is. Hij viel in de gevangenis immers een cipier aan met en vork en verwondde hem zodanig dat de man 2 maanden werkonbekwaam was.
Als hij toch verstijfd van schrik was bij het neerschieten, waarom heeft hij achteraf dan de feiten niet gaan aangeven. Ook voor Faes vorderde hij geen precieze straf maar achtte 15 jaar dwangarbeid een minimum.
Mr. Verbeke pleitte echter ruim verzachtende omstandigheden in het geval Van Parijs, die een weinig gelukkige jeugd heeft gekend en die soms zoveel slaag kreeg dat hij 's nacht op zijn rug niet kon slapen. Hij schetste verder het trieste gevangenisleven in België, waar er alleen gunsten zijn en geen rechten voor de gevangenen en waar de verveling troef is. Vooraf had hij al de doodstraf, ook al wordt ze niet meer uitgevoerd in België, voorbijgestreefd genoemd en de lengte van de straffen noemde hij van geen invloed op de veroordeelden zelf.
Van minder goede smaak getuigde de advocaat door te stellen dat er waarschijnlijk niets zou gebeurd zijn indien taxichauffeur Lens braaf de sleutels had teruggebracht naar zijn cliënten. Voor het schieten zelf had Mr. Verbeke geen uitleg, tenzij dat het hier een dwangmatig idee zou geweest zijn van een dronken iemand.
Hij vroeg tenslotte een milde straf voor zijn cliënt, van wie hij verzekerde dat hij spijt en berouw heeft over zijn gruwelijke daad.
Mr. De Doncker pleitte dan nog eens voor G. Faes en herinnerde eraan dat zijn cliënt altijd al zijn spijt heeft betuigd, ook onmiddellijk na de feiten en dit berouw heeft hij meerdere keren herhaald. Hij verwachtte dan ook dat de jury en het Hof daarmee terdege rekening zouden houden bij het bepalen van de straf.
Na een meer dan drie uur durende beraadslaging viel dan het arrest en meteen het doek over de roofmoord in de Zoerselse bossen, twee jaar geleden.
Bron: Gazet van Antwerpen | 16 Mei 1981
Inderdaad, we kennen de omstandigheden van de gebeurtenissen niet goed genoeg om er grote conclusies aan te hangen. In de pers en boeken wordt het verhaal ook steeds op een andere manier verteld. We weten dat hij er was, dat staat vast, en weten dat hij met een witte auto reed, dat staat ook vast. Maar er is een groot verschil tussen rijden met een witte auto met rode strepen en rijden met een witte auto die vermomd is als een rijkswachtwagen.
Zie bv. deze foto van een Toyota Corolla 1800 TRD:
In de Franstalige versie van "De Bende: een documentaire" staat nog een andere zin die niet in de Nederlandstalige versie staat:
(...) En décembre 1987, les enquêteurs s'efforcent toujours de résoudre ce mystère et se demandent aussi pourquoi Paul s'est empressé de repeindre sa voiture.
Bende van Nijvel → Posts by Ben
Powered by PunBB, supported by Informer Technologies, Inc.