Dank je wel, trobken. Het gaat er mij dus om dat ik om meerdere reden eerder geloof dat de overvallen in Eigenbrakel, Overijse en Aalst en de in de periode 1982-1983 gepleegde overvallen en/of diefstallen, niets of weinig met elkaar hadden uit te staan, maar door toedoen van een of meer personen die (in)direct betrokken waren bij de overvallen in Eigenbrakel, Overijse en Aalst, door politie en justitie met elkaar in verband werden gebracht. Ik schreef bewust ‘werden’, omdat ik niet weet hoe politie en justitie thans hier tegenaan kijken.
Met andere woorden, volgens mij waren degenen achter de overvallen in Eigenbrakel, Overijse en Aalst niet betrokken bij de feiten die zijn gepleegd door wat men sinds (of na) 17-09-1983 (dus niet 17-07-1983) is gaan noemen de Bende van Nijvel.
Ik kom hierop, mede vanwege het feit dat het voor bijvoorbeeld Madani Bouhouche mogelijk is gebleken om zelfs op streng bewaakte plekken in België toegang te krijgen tot vuurwapens en aanverwante zaken - bij het Speciale Interventie Eskadron (SIE/Groep Diane) en het Paleis van Justitie in Brussel - en daarmee aan de haal ging of had kunnen gaan, als hij dat had gewild. In dat licht zal het plegen van een inbraak in een woning, bijvoorbeeld in die van Juan Mendez, of in een (onbewaakte) garagebox, om de daar opgeslagen (illegale) wapens, bijvoorbeeld bij (moorddadige) overvallen gebruikte (illegale) wapens uit te halen, voor een man als Bouhouche een minder groot probleem zijn geweest dan het plegen van een inbraak bij het SIE of het Brusselse Paleis van Justitie.
Volgens mij moesten de op 06-11-1986 in de zwaaikom (in het Kanaal Brussel-Charleroi) bij Ronquières gevonden zakken met inhoud gevonden worden - een vooropgezet plan -, om politie en justitie te laten geloven dat de groep of groepen plegers van de feiten in 1982 en 1983, dezelfden waren als de groep of groepen plegers van de feiten in 1985. In die mening sta ik niet alleen. Mijn gedachtengang is ook ingegeven door het feit dat de in 1985 gepleegde overvallen op wezenlijke punten een andere verschijningsvorm hadden dan de in 1982 en 1983 gepleegde overvallen.
1982-1983: schieten om te doden, uit defensieve en/of praktische overwegingen; 1985: schieten om te schieten - offensief schieten -, waarbij praktische overwegingen niet per se op de eerste plaats stonden, zo schijnt mij toe.
Dat een of meer leden van de Delta-cel, onder leiding van onderzoeksrechter Freddy Troch, na herlectuur van het dossier tot de conclusie zouden zijn gekomen dat er wellicht voor het onderzoek interessante zaken zouden kunnen liggen in de zwaaikom bij Ronquières, lijkt mij vrij onwaarschijnlijk en doet (wat mij betreft) geen afbreuk aan mijn conclusie hiervoor.