1,241

(39 replies, posted in Andere Personen)

Youssou N'Dour wrote:

Dat het toch Martine Michel was die een onderzoek naar de gebroeders Sliman heeft bevolen, kan niemand mij kwalijk nemen. Don’t shoot the messenger.

Dus de onderzoeksrechter heeft een onderzoek bevolen naar de gebroeders Sliman en langs de andere kant weigeren de onderzoekers DNA-sporen van de Sliman-piste te onderzoeken?

Ik snap echt niets meer van de piste Sliman ...

En voor de rest begrijp ik echt niet wat je wilt zeggen met bovenstaande post. Het helpt soms om korter, maar duidelijker, te reageren. wink

1,242

(37 replies, posted in Bewijsstukken)

Op zich interessant dat je dat bemerkt en deelt want er zijn inderdaad twee wapens die interessant zijn: het bolognaise-wapen (gevonden in januari 1988) en het Giannakis-wapen (gevonden in januari 1986):

(...) Een paar dagen na de moord op Mendez, op 10 januari 1986, hadden de collega’s tijdens een tweede huiszoeking bij Bouhouche zijn persoonlijke wapen gevonden en meegenomen, een wapen dat hij ook als BOB’er had gebruikt, bijvoorbeeld bij de affaire-Giannakis. Hij kon dat pistool niet laten verdwijnen, want hij wist dat justitie wist dat hij het had. Laten verdwijnen was verdacht. Hij is er dus met de vijl tegenaan gegaan. Op 24 januari wordt hij gearresteerd en de deskundigen zeggen: “Dat is het wapen waarmee Mendez werd vermoord.” Maar Bouhouche betwistte dat en bij een tweede expertise ontstond er twijfel.

Toen Hennart me naar hem stuurde, hadden we net de resultaten binnen van een nieuw deskundigenonderzoek door het Institut Carme (het Centre d’applications et de recherches en microscopie électronique) in Bordeaux. (*) Volgens dat verslag was het wapen zowel chemisch als mechanisch bewerkt. Dat werd vastgesteld met op dat moment de enige microscoop in Europa die vergrotingen gaf tot 150.000 keer. De expert, Loïc Le Ribault, was formeel.

Bouhouche had zich altijd verdedigd met het argument: “Als ik mijn wapen had gebruikt voor een moord, zou ik het na de moord bewerkt hebben.” De expertise van Carme sloeg Bouhouche zijn belangrijkste verweermiddel uit handen. Hiermee was wetenschappelijk bewezen dat de moordenaar van Mendez het wapen van de hoofdverdachte had gebruikt en daarna bewerkt. Hennart had mij opdracht gegeven om Bouhouche het verslag voor te lezen.

Bron: Beetgenomen | Hilde Geens

(*) Dit betekent dus dat er twee wapens van Bouhouche naar CARME zijn gestuurd.

1,243

(561 replies, posted in Bende Bouhouche-Beijer)

En wanneer was dat voorstel van Mendez?

1,244

(561 replies, posted in Bende Bouhouche-Beijer)

Xenophon wrote:

een vraag waar ik geen antwoord op heb indien Mendez en Bouhouche aanwezig waren in de winkel als daders is waarom Dekaise hen niet herkend heeft want hij kende beiden goed.

Dat Bouhouche en Dekaise elkaar al kenden voor de overval is gekend. Maar ik heb nog nooit een bron gevonden die zegt dat Mendez bij Dekaise kwam voor de overval. Het staat dus volgens mij ook helemaal niet vast dat Dekaise in staat zou geweest zijn om Mendez te herkennen, vermits hij hem niet kende.

1,245

(37 replies, posted in Bewijsstukken)

In januari 1988 vinden de speurders bij Bouhouche thuis in de diepvriezer een pot ingevroren bolognaisesaus met daarin verborgen het wapen waarmee Mendez mogelijk is vermoord.
 Dat pistool moest dienen om Bouhouche uit de gevangenis te bevrijden.

Volgens wapendeskundige Dery was het ook gebruikt bij aanslagen van de Bende, een tegenexpertise sprak dit echter tegen. Bouhouche verklaarde dat zijn kompaan Beijer hem een loer had gedraaid. Het wapen was hoogstwaarschijnlijk door Mendez gestolen bij FN Herstal.

Ik vat hieronder wat informatie over dit wapen samen:

De cel Mendez stelde een PV op omtrent de ontdekking van een pistool in een schotel deegwaren "à la bolognaise" in de koelkast van mevrouw Bouhouche-Quittner: men gaat uit van de veronderstelling dat dit wapen - een van de 8 gestolen GP's - bij FN werd ontvreemd door Mendez.

Bron: Verslag Tweede Bendecommissie | Bijlage 1 en 2

Wat bij het vorenstaande overigens niet uit het oog mag 
worden verloren, is dat er niet alleen grote problemen zijn
 geweest met het ballistisch onderzoek inzake "de Ruger 
van Cocu" maar ook met het ballistisch onderzoek betreffende het wapen in de zaak Mendez dat werd aangetroffen 
in de koelkast van de vrouw van Bouhouche, gedompeld in
 een pot met bolognaisesaus. Een college van deskundigen,
 waaronder opnieuw Dery, kwam, volgens procureur-gene
raal Demanet, eerst hals over kop tot het besluit dat er 
bijna zeker een verband bestond tussen dit pistool en een 
huls die was aangetroffen in het bos van La Houssière, en 
suggereerde aldus dat er nu materieel bewijs was gevonden voor de samenhang tussen de bende van Nijvel en
 de zaak Mendez. Bij nader onderzoek kwamen twee van de 
deskundigen echter op hun conclusie terug, terwijl Dery
 toen slechts een genuanceerder standpunt innam. (*) Goffinon, adjudant bij de BOB te Brussel, deelde de eerste parlementaire onderzoekscommissie bovendien het volgende mee:

"Volgens hem zou men heel wat verder staan mochten de dossiers over extreem rechts grondig zijn behandeld. Getuige beklemtoont dat toen hij erop had aangedrongen het bij Bouhouche aangetroffen 'pistool in de bolognaisesaus' opnieuw aan een expertise te laten onderwerpen, de magistraten van Charleroi en Nijvel hem hadden geantwoord dat een ballistische expertise erg veel kostte. Nadat de heer Goffinon de dienst had verlaten, dus verscheidene maanden later, is het wapen naar een expertisebureau (CARME) gestuurd."

Bron: Tweede Bendecommissie | Bijlage 1 en 2

(*) Doraene: "Overigens heeft meneer Dery, die zijn reputatie tegen had en ondertussen overleden is, tot zijn laatste snik volgehouden dat er een band was tussen dat bolognaise-wapen en bepaalde bendefeiten. De expert stond er alleen mee, maar hij is het blijven zeggen."

Bron: Beetgenomen | Hilde Geens

Onderzoeksrechter Lacroix voor de Tweede Bendecommissie:

Een tijdje voor het [Borinage] proces, was er bij de gerechtelijke politie van Nijvel een aanwijzing binnengelopen volgens dewelke er een pistool zou zijn gevonden in de bolognaisesaus in de diepvries bij Bouhouche. In werkelijkheid is het Beijer die deze inlichting heeft gegeven. We werden ervan op de hoogte gebracht dat dit wapen voor expertise aan Nijvel was toevertrouwd.

In een eerste stadium heeft expert Dery de link gelegd tussen dit wapen en twee 9 mm kogels die waren teruggevonden, één in de Santana, als ik het me goed herinner, en de andere in het bos van La Houssière. De opdracht werd toen toevertrouwd aan een College van deskundigen samengesteld uit de heer Celens van de Koninklijke militaire school en Kolonel Demanet.

Uiteindelijk bestond er geen zekerheid meer over dat dit wapen was gebruikt bij de feiten van de Bende van Nijvel. De referentiemunitie die bij de vergelijking werd gebruikt, kon in elk geval niet met dat wapen worden afgeschoten. In het begin was het eerste resultaat dat werd behaald bij het hof van assisen eerder gematigd. Aan de andere kant werden de heer Schlicker en de heer Goffinon (Nvdr: hoofd BOB in het onderzoek-Mendez) op dat moment als getuige verhoord. Zij verklaren dat er een link moet zijn tussen Bouhouche, Beijer en de feiten van de Bende van Nijvel. Verrassing alom. Deze elementen, de twee getuigenissen en het verslag aangaande het pistool à la bolognaiee, hebben als resultaat dat de zitting naar een latere datum wordt verdaagd.

Bron: Tweede Bendecommissie | Bijlage 6 en 7

Een FN GP 9mm:

https://www.gors.be/image/cache/catalog/GUNs/FEG%209mm%20Browning%20GP%20Clone_1-1000x1000.jpg

1,246

(9 replies, posted in Gladio - Staatsveiligheid)

Gladio van Zweden tot Turkije

De onthulling in Italië over het bestaan van “Gladio” heeft ook in andere Europese landen geleid tot vragen naar het bestaan van dergelijke buiten de democratische orde opererende diensten. Bovendien heeft de vroegere CIA-chef William Colby tegenover het Zweeds persbureau IT verklaard dat hijzelf zo’n eenheid heeft opgezet in Scandinavië.

Colby zei dat het gebeurde in de jaren vijftig toen hij op de Amerikaanse ambassade in Stockholm werkte. Volgens hem was dat voor die tijd een normale zaak: “Het kan niemand verbazen dat dergelijke netwerken in West-Europa werden opgezet om communistische bezettingsmachten aan te vallen.” De ex-CIA-chef wilde niet zeggen in welk Scandinavisch land hij de geheime organisatie had opgericht en wilde geen bijzonderheden geven over de werkwijze ervan.

De Zweedse radio maakte bekend dat in zweden een binnenlandse verzetsbeweging had bestaan onder de naam Sveaborg. De beweging werd gerund door vrijwilligers die tijdens de tweede wereldoorlog de Finnen hadden gesteund in hun strijd tegen de Sovjet-Unie.

In Turkije schreef de krant Milliyet dat een eenheid binnen de generale staf onder de naam Speciaal Departement van Oorlog vermoedelijk de Turkse tak van het Europese Gladio-netwerk voorstelde. De eenheid werd tot 1974 gefinancierd door de Verenigde Staten.

De Duitse regering gaf gisteren toe dat het geheime NAVO-netwerk met de codenaam Gladio eveneens in West-Duitsland heeft gewerkt om de doorstroming van militaire inlichtingen na een vijandelijke aanval te verzekeren.

Premier Lubbers van Nederland verklaarde hetzelfde voor wat zijn land betreft. Lubbers ontkende wel dat de geheime cel rechtstreeks onder NAVO-toezicht stond. “De organisatie heeft altijd gefunctioneerd onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse regering”, schreef Lubbers in een brief aan de Tweede Kamer. Tenslotte heeft ook Luxemburg toegegeven meegewerkt te hebben aan een geheim weerstandsnet van de NAVO.

Bron: Gazet van Antwerpen | 15 November 1990

1,247

(1 replies, posted in Andere Personen)

Tijdens het proces voor het Hof van Beroep in 1990 werd Dzucyk door mr. François - advocaat van Basri Bajrami als volgt omschreven:

(...) "Edmond Duczyk, die door psychiatrisch deskundigen als geestelijk zwaar onevenwichtig, paranoïde en uitzinnig megalomaan werd omschreven, maar wiens verklaringen een idee zouden kunnen geven van de waarheid”, aldus mr. François.

Bron: Gazet van Antwerpen | 25 Oktober 1990

1,248

(177 replies, posted in Organisaties)

Naar aanleiding van de terreur van de CCC en de bloedige overvallen van de Bende van Nijvel, besliste de regering eind november 1985 dat de rijkswacht hulp kreeg van het leger - met name de paracommando's - voor de bewaking aan ambassades, mogelijke CCC-doelwitten en andere gebouwen waar bijvoorbeeld hoge gezagsdragers bijeenkomen en vergaderen.

Paracommandoregiment staat rijkswacht bij

Op het kasteel van Stuivenberg te Brussel hebben de topministers van de ontslagnemende regering beslist om voor beperkte duur beroep te doen op het paracommandoregiment, dat over zo’n 2.000 manschappen beschikt. De bedoeling is de rijkswacht bij te staan bij haar bewakingsopdracht aan ambassades, mogelijke CCC-doelwitten en andere gebouwen waar bijvoorbeeld hoge gezagsdragers bijeenkomen en vergaderen.

Hoeveel paracommando’s zullen worden ingezet hangt in grote mate af van de noodwendigheid. Dit betekent dat de rijkswacht onmiddellijk “versterking” van de rode en groene baretten kan vragen. Omdat het 2de bataljon commando’s, uit Flawinne, dat tot vrijdag 6 december in Groot-Britannië op oefening is, momenteel niet kan worden ingezet, zal men dus voorlopig alleen het 3de Para uit Diest de bewaking zien uitvoeren. Wel te verstaan blijven ze onder de leiding van hun militaire chef doch die hangt rechtstreeks af van de rijkswacht.

Het feit dat heden donderdag de Amerikaanse president omstreeks 15u30 landt op Zaventem en in Brussel andere regeringsleiders zal ontvangen, is niet vreemd aan de Stuivenberg-maatregel.

Het toevoegen van paracommando’s aan bewakingsopdrachten zal ook de rijkswacht toelaten manschappen vrij te maken voor de strijd tegen het terrorisme en het banditisme in ons land.

Onderstreept werd dat het voorlopig gaat om een maatregel van beperkte duur. Die zou dan tot het volgende weekend gaan. Begin volgende week zou een eerste evaluatie gemaakt worden.

Extra training

Indien zou blijken - en dat ligt in lijn der verwachtingen - dat men ook in de toekomst de medewerking en de hulp van de paracommando’s moet inroepen, dan zullen die keurtroepen wellicht een extra training van rijkswachters krijgen. Voorts is gepland dat men later ook militairen kan inschakelen van de binnenlandse strijdkrachten en indien nog meer manschappen zouden nodig zijn, staan infanteriesoldaten van het 1ste Belgische Korps in Duitsland gereed.

De overheid heeft op de eerste plaats aan de paracommando’s gedacht, een eenheid waar de miliciens vijftien maanden onder de wapens blijven. Wat op zichzelf impliceert dat ze een hoge graad van training bezitten. De paracommando’s zullen bij hun bewakingsopdracht steeds vergezeld zijn van een rijkswachter.

Die zal dan moeten oordelen op welke manier moet worden tussengekomen. Het is niet de eerste keer dat paracommando’s voor bewakingstaken worden ingezet. Eerder gebeurde dit reeds te Zaventem en aan kerncentrales.

Bron: Gazet van Antwerpen | 21 November 1985

1,249

(0 replies, posted in Overzicht Bendes)

Samenvatting

  • Een zevenkoppige bende uit Luikse.

  • Ze pleegden tussen december 1982 en april 1983 een 40-tal overvallen en diefstallen.

  • In februari 1986 werden ze voor de Luikse correctionele rechtbank veroordeeld.

Leden:

  • Yvan Haenen

  • Georges Haenen

  • Marie-France Schumacher

  • Georges Schumacher

  • Benito Lombardo

  • Claude Willot

Bende pleegde 40 diefstallen

De correctionele rechtbank van Luik heeft vrij strenge straffen uitgesproken tegen en zevenkoppige dievenbende, die een 40-tal strafbare feiten pleegde tussen december 1982 en april 1983. De diefstallen werden gepleegd in diverse Luikse gemeenten en leverden een buit op van vele honderduizenden franken in baar geld, kasbons, juwelen, tapijten, beeldjes, sigaretten, drank en kleding. Zes daders kregen gevangenisstraffen en één kreeg opschorting van straf.

Hoofdbeschuldigde was de 40-jarige Yvan Haenen, uit Yvoz-Ramet. Hij kreeg 18 maanden cel, maar hij verbleef reeds twee jaar in voorhechtenis, toen hij met Kerstmis jl. op vraag van de verdediging werd vrijgelaten.

Zijn broer Georges (39) kreeg 7 maanden. De vrouw van Georges Haenen, Marie-France Schumacher (38) kreeg 6 maanden waarvan de helft voorwaardelijk en haar broer Georges Schumacher (30) 18 maanden, waarvan een derde voorwaardelijk. De Italiaan Benito Lombardo (48), die al in de gevangenis zat voor andere feiten, kreeg één jaar effectief. Een zesde verdachte Claude Willot (38) kreeg 4 maanden, waarvan de helft met uitstel.

Bron: Gazet van Antwerpen | 14 Februari 1986

Yvan Haenen kwam in 1976 ook al een keer in het nieuws toen hij ontsnapte uit de gevangenis:

Ontsnapte uit Doornikse gevangenis gesignaleerd

Yvan Haenen uit Ougrée, die zaterdagvoormiddag uit de gevangenis van Doornik ontsnapte waar hij een gevangenisstraf tot 1981 moest uitzitten werd tijdens het weekend in het Luikse gesignaleerd. Tot nog toe bleven de opsporingen zonder resultaat. De woningen van sommige magistraten tegen wie Haenen bedreigingen had geuit werden door politie en rijkswacht speciaal bewaakt.

Bron: Gazet van Antwerpen | 16 Maart 1976

1,250

(23 replies, posted in 1980-1989)

Nog een aantal artikels over de moord:

Kroongetuige loopt op blote voeten naar politie

Zaterdagavond, omstreeks 19u10, kwam een jongeman in een wit lang kleed en op zijn blote voeten het politiekantoor aan de Quinten Matsijslei te Antwerpen binnengestormd. Totaal overstuur vertelde hij dat er iets gebeurd was in een flat op de Jan Van Eycklei 28. (*) Wat er precies aan de hand was, konden de politieagenten niet verstaan. De jongeman sprak weliswaar Engels maar met een zwaar accent. De politie ging met de jongen mee naar het appartement.

Eerste vaststelling: de voordeur van het flatgebouw “Parkhouse” was geforceerd. In de gang troffen de politieagenten een bloedplas en enkele kogelhulzen aan, in het appartement op de tweede verdieping lag een dode. Later bleek dat dit de vader was van Bassam Ahmad Ali (18), de jongeman op de blote voeten.

Het duurde uren voor de politie wist wat er gebeurd was. Paniekerige familieleden liepen het politiekantoor binnen en buiten. Huilende vrouwen, boze mannen, en een jongeman die in shocktoestand uiteenlopende verklaringen aflegde.

Hij was samen met zijn vader, Suleiman Ahmad Ali (40), en zijn oom Saïd Ahmad Ali (30), in de flat aan de Jan Van Eycklei. Deze flat is eigendom van Suleiman Ahmad Ali, een ivoorhandelaar, die meestal in het buitenland verblijft. Oom Saïd is diamanthandelaar en heeft zowel zakelijke als familiale bindingen met Suleiman Ahmad Ali.

Alarmpistolen

Even voor 19u werd aan de deur gebeld. Bassam deed open en aan de deur stond een man met een map in zijn handen. Hij zei dat hij een telegram had voor vader Suleiman. Zoon Bassam ging zijn vader roepen en toen die aan de deur kwam, stonden twee mannen met een revolver voor hem. Ze vroegen hoeveel mensen in de flat waren en waar de diamanthandelaar was. Ze dwongen iedereen te gaan zitten. Suleiman Ahmad Ali dacht echter dat de overvallers slechts alarmpistolen hadden. Hij sprong op hen af maar de overvallers gebruikten echte vuurwapens, namelijk Colts .45. Suleiman Ahmad Ali werd dodelijk getroffen in de borststreek.

Zoon Bassam greep een ivoren tand van 1m30 waarmee hij probeerde de overvallers van zich af te slaan. Die zetten het op een lopen, achternagezeten door oom Saïd Ahmad Ali. Die werd in de gang getroffen in het hoofd en in de rechterarm. Hij slaagde er wel nog in naar buiten te lopen waar hij een bestelwagen deed stoppen. De chauffeur bracht hem naar het Sint-Erasmusziekenhuis. De gewonde Libanees werd doorverwezen naar het AZ Edegem waar hij direct geopereerd werd. De man is zwaar gewond en heeft waarschijnlijk een oog verloren maar verkeert niet meer in levensgevaar.

Ondertussen werd geen enkel spoor van de overvallers teruggevonden. Ze reden weg met een donkere Mercedes en volgens de jongeman zou één van hen gewond zijn aan het hoofd. Het zijn in ieder geval twee blanke mannen, tussen 35 en 40 jaar oud, die Engels spraken met een accent.

In het onderzoek houdt men met verschillende mogelijkheden rekening. Een familievete wordt wel uitgesloten. De aanslag was te goed voorbereid en de vuurwapens te zwaar. Een overval is mogelijk, het slachtoffer had immers zo’n 100.000 fr. op zak.

Volgens de twee overlevenden hadden de overvallers het echter op de diamanthandelaar gemunt en is de ivoorhandelaar “per ongeluk” gedood. Volgens het Antwerps parket is er echter tot nu toe nog geen enkel verband met Rachbros Diamond Company, de Antwerpse diamantfirma die de jongste maanden het doelwit van bomaanslagen was. Politieke motieven worden niet uitgesloten.

Bron: Gazet van Antwerpen | 4 September 1989

(*) Locatie » Google Maps

Moord op Libanees ivoorhandelaar blijft een raadsel

Familieleden van de zaterdag in z’n flat doodgeschoten Libanese ivoorhandelaar Suleiman Ahmad Ali (40), zeggen dat niet de zakenman het doelwit was van de bloedige schietpartij, maar wel diens toevallig aanwezige neef, de diamantair Saïd Ahmad Ali (30). Het was ook geen afrekening, maar een roofoverval, aldus de familie.

Het bizarre drama speelde zich zaterdagavond af toen twee vermomde en met pistolen gewapende gangsters de flat van de ivoorhandelaar aan de Antwerpse Jan Van Eycklei 28 binnendrongen. Toen Suleiman de twee direct te lijf ging werd hij doodgeschoten. Zijn neef diamantair Saïd kreeg een kogel in het oog en de arm. Omdat alles onmiddellijk uit de hand liep, kregen de gangsters geen kans om hun echte motief te laten blijken. Ze gingen er hals over kop vandoor in een donkere Mercedes 190. Het Antwerps gerecht zit dus met meer open vragen dan aanknopingspunten.

Handboeien

Diamantair Saïd Ahmad Ali ligt momenteel nog in het ziekenhuis. Familieleden zijn ervan overtuigd dat hij en en niet de ivoorhandelaar het doelwit van de overval was. Saïd is directeur van het diamantbedrijf Sierra Gem Diamonds NV in de Rijfstraat 4 en liep beroepshalve dikwijls met een partij diamanten op zak. Hij droeg gewoonlijk ook een horloge en een ring van een slordige twee miljoen frank.

“Ze moeten hem gevolgd zijn”, aldus een bron in de familie. “Hij was nauwelijks vijf minuten bij Suleiman op bezoek toen er gebeld werd.”

De twee gangsters vertelden aan de parlofoon dat ze een telegram kwamen afgeven voor Saïd en kregen open deur naar de tweede verdieping. “Ze hebben waarschijnlijk ten onrechte gedacht dat Saïd daar woonde. Op het belletje staat inderdaad Ali Saïd Ahmad, maar zo heette het familielid dat er vroeger verbleef: Suleiman liet het nooit vervangen”, aldus aanverwanten.

“De handboeien die de gangsters bovenhaalden, waren voor Saïd bestemd en hij moest ook zijn armband afdoen. Hem moesten ze hebben”, houdt een familielid vol. “Suleiman had er niets mee te maken.”

Telegram

De doodgeschoten Suleiman Ahmad Ali verbleef slechts sporadisch in zijn Antwerps appartement, bij zijn vrouw en vijf kinderen. Meestal was hij op reis. Zijn ivoor importeerde hij uit Burundi, maar het Burundese export-embargo op olifantenhandel legde zijn handel twee jaar lang stil. Zopas werd de blokkade opgeheven. Suleiman beschikte weer over een grote voorraad, die hij de laatste weken in Antwerpen trachtte te verkopen. Dat zijn Afrikaanse handel de achtergrond van een afrekening zou vormen, wordt door de familie niet mogelijk geacht.

Voor de Antwerpse gerechtsdiensten ligt het plaatje echter niet zo simpel. Volgens de onderzoekers zijn er rare dingen gebeurd. Zo staat op de belknop van de flat aan de Van Eycklei inderdaad (en toevallig) de naam van diamantair Saïd. Maar op het nep-telegram dat ze bijhadden stond de naam van … ivoorhandelaar Suleiman. Vreemd.

Maar zelfs in de veronderstelling dat de gangsters het op de peperdure juwelen van de diamantair en de 100.000 fr. In zijn zakken hadden gemunt, dan stond het gebruikte wapengeweld daar alleszins niet mee in verhouding, vinden de onderzoekers.

Bovendien zit men zoals steeds in de politie-enquêtes in dit milieu, met de knagende vraag of alle getuigen en betrokkenen wel de volledige waarheid spreken. Voor het Antwerpse gerecht blijven alle mogelijkheden dus noodgedwongen open. De enige harde elementen waaraan men zich kan vastklampen zijn een door de gangsters kwijt gespeelde pruik, een bril, een fluwelen pet, de handboeien en een 7.65-pistool.

Bron: Gazet van Antwerpen | 6 September 1989

Vrouwen van Bouhouche en Beijer vrijgelaten

De vrouwen van Madani Bouhouche en Robert Beijer zijn niet langer verdacht in de schietpartij aan de Antwerpse Jan Van Eycklei. Donderdagavond al werd Anne Quittner, de vriendin van Bouhouche voorlopig vrijgelaten.

De echtgenote van Robert Beijer bleef een nacht in de cel, maar ook zij werd vrijdagmiddag door de Antwerpse onderzoeksrechter Nico Snelders in vrijheid gesteld. Of het Antwerps gerecht nu volledig met lege handen staat is niet bekend. Het Antwerps parket hult zich in absoluut stilzwijgen.

Rookgordijn?

Er is veel te doen om het geheimzinnige telefoontje dat de advocaat van de vriendin van Bouhouche zou hebben hebben ontvangen en waarin werd gezegd dat Bouhouche intussen werd neergeschoten, maar nog leeft.

Over het algemeen schijnt men te vermoeden dat het telefoontje pure fantasie is, door Bouhouche zelf de wereld ingestuurd om het gerecht op een vals spoor te zetten en tijd te winnen.

Gewond is Bouhouche waarschijnlijk wel, maar dan van iets van groter kaliber dan een kogel: de slagtand van een olifant. Van zo’n ding kreeg Bouhouche zaterdagavond een dreun op het hoofd tijdens de vechtpartij die de schietpartij vooraf ging. Zijn vriendin Anne Quittner bevestigde overigens dat hij een hoofdwonde had toen hij haar maandag verliet om onder te duiken.

Zowel tegen Beijer als Bouhouche is intussen via Interpol een opsporingsbevel verspreid. Hoewel hiervoor geen aanwijzingen zijn, wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat de twee intussen al in het Zuid-Amerikaanse Paraguay zitten. In Paraguay is nog een andere gevluchte figuur uit het dossier van de Bende van Nijvel en de WNP ondergedoken: Jean Bultot.

Drugs en wapens

De Libanese familie Ali Ahmad is intussen niet meer voor commentaar bereikbaar. Gisteren werd de ivoorhandelaar Suleiman Ali Ahmad (40) begraven. Zijn neef die een kogel in het oog kreeg, de diamantair Saïd Ali Ahmad (30), ondergaat een operatie in een ziekenhuis in Boston (USA).

De vraag of beide partijen elkaar kenden, is cruciaal. De overgebleven familieleden van de Libanese clan, lieten ons weten dat zij niet op de hoogte zijn van enige relatie tussen Saïd en Suleiman enerzijds en Bouhouche en Beijer anderzijds.

In politiekringen houdt men wel met die mogelijkheid rekening. Anders waren Bouhouche en Beijer zaterdagavond wellicht niet eens binnengeraakt aan de Van Eycklei, wordt gezegd. Politiebronnen vermoeden ook dat in de flat eerst besprekingen werden gevoerd, dat de discussie uit de hand liep en dan pas de wapens werden bovengehaald.

Waarover werd er dan gesproken of onderhandeld? Wapens en drugs behoren tot de mogelijkheden. Beijer en Bouhouche werden de laatste maanden sterk van illegale wapentrafiek verdacht. Overigens is het in de zwarte wapenhandel legio dat wapenafnemers uit het Midden-Oosten, met drugs betalen. Het dossier van de Bende van Nijvel bevat een apart hoofdstuk dat volledig is gewijd aan de illegale “drugs-voor-wapens-trafiek” van een groep Brusselse Libanezen. Het hoofdstuk sluit aan bij de overval die in 1982 op de Waverse wapenhandelaar Dekaise werd uitgevoerd.

Voorlopig spitst het onderzoek van de gerechtelijke politie zich vooral toe op de zakelijke relaties van de Libanese slachtoffers van de Van Eycklei. Een enquête die uiteraard bemoeilijkt wordt door het feit dat Suleiman Ali Ahmad dood is en Saïd Ali Ahmad naar een ziekenhuis in de Verenigde Staten is overgebracht.

Bron: Gazet van Antwerpen | 9 September 1989

Politie begon huiszoekingen tergend laat

Binnen de Antwerpse en Brusselse politiediensten is een fikse controverse aan de gang over de manier waarop het onderzoek naar de moord en de moordpoging op de Libanezen van de Ali Ahmad-familie werd aangevat.

Twee figuren uit het dossier van de Bende van Nijvel worden van de schietpartij verdacht: Madani Bouhouche uit Jette en Robert Beijer uit Sint-Joost-ten-Node. Beiden zaten vorig jaar een tijd vast op verdenking van de moord op FN-topman Juan Mendez.

De moord werd zaterdagavond om 19u gepleegd aan de Antwerpse Van Eycklei. Zondag reeds wist het parket dat Robert Beijer tot de mogelijke verdachten behoorde. Maandag wist men dankzij vingerafdrukken dat Madani Bouhouche vermoedelijk de man was die de dodelijke schoten had gelost.

De Antwerpse gerechtelijke politie, die het onderzoek doet, verzocht aanvankelijk de 23ste Brigade van de gerechtelijke politie in Brussel, schaduwploegen op Beijer te zetten. De 23ste Brigade moest echter wegens personeelsgebrek weigeren. De opzoeking van Beijer bleef vervolgens dagenlang in het luchtledige hangen. Uiteindelijk trokken rechercheurs van de Antwerpse gerechtelijke politie zelf naar Sint-Joost-ten-Node. Intussen was het echter al … donderdag en van Beijer werd geen spoor meer gevonden. Bouhouche van zijn kant, was er maandagochtend definitief vandoor gegaan.

Zowel binnen de gerechtelijke politie zelf als bij de rijkswacht en de Antwerpse politie wordt keiharde kritiek geleverd op de onderzoeksmethode. “Op onbegrijpelijke manier is een kans verloren gegaan om eindelijk harde bewijzen tegen Bouhouche en Beijer te benutten”, klonk het. Bij de Antwerpse politie en de Brusselse rijkswacht is men vooral verbolgen omdat het Antwerps parket alle informatie over de zaak uitsluitend aan een kern binnen de gerechtelijke politie voorbehoudt.

Bron: Gazet van Antwerpen | 9 September 1989

Gewonde Beijer reeds gevlucht uit Paraguay

“Met de Antwerpse diamantair Suleiman Hamad Ali hebben wij ons totaal misrekend. Ja, ikzelf en Madani Bouhouche waren erbij betrokken.” Deze bekentenis komt van de voortvluchtige Robert Beijer. Hij deed ze in de Paraguayaanse hoofdstad Asuncion aan de in 1986 ontsnapte adjunct-gevangenisdirecteur Jean Bultot. Beijer arriveerde in Paraguay op 9 september, en verliet dit land op zaterdagmorgen 23 september om 7 uur ’s ochtends. Momenteel vertoeft hij ergens anders op het Zuid-Amerikaanse continent.

Beijer geeft in zijn gesprek met Bultot toe, dat hij en Bouhouche op 2 september de Antwerpse diamantair Suleiman Hamad Ali hadden opgezocht in verband met een achterstallige betaling van 2,5 miljoen frank. Indien ze de diamantair tot betaling konden dwingen, zouden ze 25% van het bedrag als commissieloon opstrijken. Beijer had zich vermomd met bril en pruik, terwijl Bouhouche een hoed had opgezet.

Volgens Beijer liep het allemaal mis omdat ze verkeerde informatie over Suleiman hadden ontvangen. Ze waren ervan overtuigd dat de man zich die zaterdagavond alleen op zijn appartement aan de Antwerpse Van Eycklei bevond. Maar in plaats daarvan werden ze geconfronteerd met drie bodyguards. Beijer zegt dat twee van hen zich op hem stortten, terwijl de derde Bouhouche te lijf ging. Beijer werd toegetakeld met een ivoren slagtand. Bouhouche heeft geschoten, en dan zijn beiden gevlucht.

Beijer en Bouhouche lieten zich op zondag 3 september om 16u verzorgen in het Brusselse Sint-Pietershospitaal. Bij Beijer werd een diepe hoofdwonde en wonden aan de slapen gehecht, en werd een gebroken pols in het gips gezet.

Beijer arriveerde onder zijn ware naam vanuit Spanje op 9 september in Paraguay. Hij vertelde de immigratiediensten dat hij een maand in het land wou blijven en investeringsmogelijkheden zocht. De eerste dagen logeerde hij in een hotel, en dan trok hij in bij een Belgische familie te Asuncion. Op 21 september kwam Bultot hem op het spoor. Eergisteren verliet hij weer het land.

Volgens Bultot heeft Beijer hem verteld dat Bouhouche betrokken was bij allerlei zaken van wapensmokkel. Op de vraag wie Mendez vermoordde, wou hij niet antwoorden. “De Nijvelse procureur Deprêtre zou eens heel grondig aan de tand moeten worden gevoeld”, zou Beijer er hebben aan toegevoegd. Beijer vertelde heel wat werkjes te hebben verricht voor de Staatsveiligheid.

“Hij zei me ook, dat het onderzoek naar de moord op Mendez nooit ten gronde is gevoerd”, aldus Bultot. “En dat ook hier de oorzaak bij Deprêtre moet worden gezocht.”

Bron: Gazet van Antwerpen | 25 September 1989