Nog een aantal artikels over de moord:
Kroongetuige loopt op blote voeten naar politie
Zaterdagavond, omstreeks 19u10, kwam een jongeman in een wit lang kleed en op zijn blote voeten het politiekantoor aan de Quinten Matsijslei te Antwerpen binnengestormd. Totaal overstuur vertelde hij dat er iets gebeurd was in een flat op de Jan Van Eycklei 28. (*) Wat er precies aan de hand was, konden de politieagenten niet verstaan. De jongeman sprak weliswaar Engels maar met een zwaar accent. De politie ging met de jongen mee naar het appartement.
Eerste vaststelling: de voordeur van het flatgebouw “Parkhouse” was geforceerd. In de gang troffen de politieagenten een bloedplas en enkele kogelhulzen aan, in het appartement op de tweede verdieping lag een dode. Later bleek dat dit de vader was van Bassam Ahmad Ali (18), de jongeman op de blote voeten.
Het duurde uren voor de politie wist wat er gebeurd was. Paniekerige familieleden liepen het politiekantoor binnen en buiten. Huilende vrouwen, boze mannen, en een jongeman die in shocktoestand uiteenlopende verklaringen aflegde.
Hij was samen met zijn vader, Suleiman Ahmad Ali (40), en zijn oom Saïd Ahmad Ali (30), in de flat aan de Jan Van Eycklei. Deze flat is eigendom van Suleiman Ahmad Ali, een ivoorhandelaar, die meestal in het buitenland verblijft. Oom Saïd is diamanthandelaar en heeft zowel zakelijke als familiale bindingen met Suleiman Ahmad Ali.
Alarmpistolen
Even voor 19u werd aan de deur gebeld. Bassam deed open en aan de deur stond een man met een map in zijn handen. Hij zei dat hij een telegram had voor vader Suleiman. Zoon Bassam ging zijn vader roepen en toen die aan de deur kwam, stonden twee mannen met een revolver voor hem. Ze vroegen hoeveel mensen in de flat waren en waar de diamanthandelaar was. Ze dwongen iedereen te gaan zitten. Suleiman Ahmad Ali dacht echter dat de overvallers slechts alarmpistolen hadden. Hij sprong op hen af maar de overvallers gebruikten echte vuurwapens, namelijk Colts .45. Suleiman Ahmad Ali werd dodelijk getroffen in de borststreek.
Zoon Bassam greep een ivoren tand van 1m30 waarmee hij probeerde de overvallers van zich af te slaan. Die zetten het op een lopen, achternagezeten door oom Saïd Ahmad Ali. Die werd in de gang getroffen in het hoofd en in de rechterarm. Hij slaagde er wel nog in naar buiten te lopen waar hij een bestelwagen deed stoppen. De chauffeur bracht hem naar het Sint-Erasmusziekenhuis. De gewonde Libanees werd doorverwezen naar het AZ Edegem waar hij direct geopereerd werd. De man is zwaar gewond en heeft waarschijnlijk een oog verloren maar verkeert niet meer in levensgevaar.
Ondertussen werd geen enkel spoor van de overvallers teruggevonden. Ze reden weg met een donkere Mercedes en volgens de jongeman zou één van hen gewond zijn aan het hoofd. Het zijn in ieder geval twee blanke mannen, tussen 35 en 40 jaar oud, die Engels spraken met een accent.
In het onderzoek houdt men met verschillende mogelijkheden rekening. Een familievete wordt wel uitgesloten. De aanslag was te goed voorbereid en de vuurwapens te zwaar. Een overval is mogelijk, het slachtoffer had immers zo’n 100.000 fr. op zak.
Volgens de twee overlevenden hadden de overvallers het echter op de diamanthandelaar gemunt en is de ivoorhandelaar “per ongeluk” gedood. Volgens het Antwerps parket is er echter tot nu toe nog geen enkel verband met Rachbros Diamond Company, de Antwerpse diamantfirma die de jongste maanden het doelwit van bomaanslagen was. Politieke motieven worden niet uitgesloten.
Bron: Gazet van Antwerpen | 4 September 1989
(*) Locatie » Google Maps
Moord op Libanees ivoorhandelaar blijft een raadsel
Familieleden van de zaterdag in z’n flat doodgeschoten Libanese ivoorhandelaar Suleiman Ahmad Ali (40), zeggen dat niet de zakenman het doelwit was van de bloedige schietpartij, maar wel diens toevallig aanwezige neef, de diamantair Saïd Ahmad Ali (30). Het was ook geen afrekening, maar een roofoverval, aldus de familie.
Het bizarre drama speelde zich zaterdagavond af toen twee vermomde en met pistolen gewapende gangsters de flat van de ivoorhandelaar aan de Antwerpse Jan Van Eycklei 28 binnendrongen. Toen Suleiman de twee direct te lijf ging werd hij doodgeschoten. Zijn neef diamantair Saïd kreeg een kogel in het oog en de arm. Omdat alles onmiddellijk uit de hand liep, kregen de gangsters geen kans om hun echte motief te laten blijken. Ze gingen er hals over kop vandoor in een donkere Mercedes 190. Het Antwerps gerecht zit dus met meer open vragen dan aanknopingspunten.
Handboeien
Diamantair Saïd Ahmad Ali ligt momenteel nog in het ziekenhuis. Familieleden zijn ervan overtuigd dat hij en en niet de ivoorhandelaar het doelwit van de overval was. Saïd is directeur van het diamantbedrijf Sierra Gem Diamonds NV in de Rijfstraat 4 en liep beroepshalve dikwijls met een partij diamanten op zak. Hij droeg gewoonlijk ook een horloge en een ring van een slordige twee miljoen frank.
“Ze moeten hem gevolgd zijn”, aldus een bron in de familie. “Hij was nauwelijks vijf minuten bij Suleiman op bezoek toen er gebeld werd.”
De twee gangsters vertelden aan de parlofoon dat ze een telegram kwamen afgeven voor Saïd en kregen open deur naar de tweede verdieping. “Ze hebben waarschijnlijk ten onrechte gedacht dat Saïd daar woonde. Op het belletje staat inderdaad Ali Saïd Ahmad, maar zo heette het familielid dat er vroeger verbleef: Suleiman liet het nooit vervangen”, aldus aanverwanten.
“De handboeien die de gangsters bovenhaalden, waren voor Saïd bestemd en hij moest ook zijn armband afdoen. Hem moesten ze hebben”, houdt een familielid vol. “Suleiman had er niets mee te maken.”
Telegram
De doodgeschoten Suleiman Ahmad Ali verbleef slechts sporadisch in zijn Antwerps appartement, bij zijn vrouw en vijf kinderen. Meestal was hij op reis. Zijn ivoor importeerde hij uit Burundi, maar het Burundese export-embargo op olifantenhandel legde zijn handel twee jaar lang stil. Zopas werd de blokkade opgeheven. Suleiman beschikte weer over een grote voorraad, die hij de laatste weken in Antwerpen trachtte te verkopen. Dat zijn Afrikaanse handel de achtergrond van een afrekening zou vormen, wordt door de familie niet mogelijk geacht.
Voor de Antwerpse gerechtsdiensten ligt het plaatje echter niet zo simpel. Volgens de onderzoekers zijn er rare dingen gebeurd. Zo staat op de belknop van de flat aan de Van Eycklei inderdaad (en toevallig) de naam van diamantair Saïd. Maar op het nep-telegram dat ze bijhadden stond de naam van … ivoorhandelaar Suleiman. Vreemd.
Maar zelfs in de veronderstelling dat de gangsters het op de peperdure juwelen van de diamantair en de 100.000 fr. In zijn zakken hadden gemunt, dan stond het gebruikte wapengeweld daar alleszins niet mee in verhouding, vinden de onderzoekers.
Bovendien zit men zoals steeds in de politie-enquêtes in dit milieu, met de knagende vraag of alle getuigen en betrokkenen wel de volledige waarheid spreken. Voor het Antwerpse gerecht blijven alle mogelijkheden dus noodgedwongen open. De enige harde elementen waaraan men zich kan vastklampen zijn een door de gangsters kwijt gespeelde pruik, een bril, een fluwelen pet, de handboeien en een 7.65-pistool.
Bron: Gazet van Antwerpen | 6 September 1989
Vrouwen van Bouhouche en Beijer vrijgelaten
De vrouwen van Madani Bouhouche en Robert Beijer zijn niet langer verdacht in de schietpartij aan de Antwerpse Jan Van Eycklei. Donderdagavond al werd Anne Quittner, de vriendin van Bouhouche voorlopig vrijgelaten.
De echtgenote van Robert Beijer bleef een nacht in de cel, maar ook zij werd vrijdagmiddag door de Antwerpse onderzoeksrechter Nico Snelders in vrijheid gesteld. Of het Antwerps gerecht nu volledig met lege handen staat is niet bekend. Het Antwerps parket hult zich in absoluut stilzwijgen.
Rookgordijn?
Er is veel te doen om het geheimzinnige telefoontje dat de advocaat van de vriendin van Bouhouche zou hebben hebben ontvangen en waarin werd gezegd dat Bouhouche intussen werd neergeschoten, maar nog leeft.
Over het algemeen schijnt men te vermoeden dat het telefoontje pure fantasie is, door Bouhouche zelf de wereld ingestuurd om het gerecht op een vals spoor te zetten en tijd te winnen.
Gewond is Bouhouche waarschijnlijk wel, maar dan van iets van groter kaliber dan een kogel: de slagtand van een olifant. Van zo’n ding kreeg Bouhouche zaterdagavond een dreun op het hoofd tijdens de vechtpartij die de schietpartij vooraf ging. Zijn vriendin Anne Quittner bevestigde overigens dat hij een hoofdwonde had toen hij haar maandag verliet om onder te duiken.
Zowel tegen Beijer als Bouhouche is intussen via Interpol een opsporingsbevel verspreid. Hoewel hiervoor geen aanwijzingen zijn, wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat de twee intussen al in het Zuid-Amerikaanse Paraguay zitten. In Paraguay is nog een andere gevluchte figuur uit het dossier van de Bende van Nijvel en de WNP ondergedoken: Jean Bultot.
Drugs en wapens
De Libanese familie Ali Ahmad is intussen niet meer voor commentaar bereikbaar. Gisteren werd de ivoorhandelaar Suleiman Ali Ahmad (40) begraven. Zijn neef die een kogel in het oog kreeg, de diamantair Saïd Ali Ahmad (30), ondergaat een operatie in een ziekenhuis in Boston (USA).
De vraag of beide partijen elkaar kenden, is cruciaal. De overgebleven familieleden van de Libanese clan, lieten ons weten dat zij niet op de hoogte zijn van enige relatie tussen Saïd en Suleiman enerzijds en Bouhouche en Beijer anderzijds.
In politiekringen houdt men wel met die mogelijkheid rekening. Anders waren Bouhouche en Beijer zaterdagavond wellicht niet eens binnengeraakt aan de Van Eycklei, wordt gezegd. Politiebronnen vermoeden ook dat in de flat eerst besprekingen werden gevoerd, dat de discussie uit de hand liep en dan pas de wapens werden bovengehaald.
Waarover werd er dan gesproken of onderhandeld? Wapens en drugs behoren tot de mogelijkheden. Beijer en Bouhouche werden de laatste maanden sterk van illegale wapentrafiek verdacht. Overigens is het in de zwarte wapenhandel legio dat wapenafnemers uit het Midden-Oosten, met drugs betalen. Het dossier van de Bende van Nijvel bevat een apart hoofdstuk dat volledig is gewijd aan de illegale “drugs-voor-wapens-trafiek” van een groep Brusselse Libanezen. Het hoofdstuk sluit aan bij de overval die in 1982 op de Waverse wapenhandelaar Dekaise werd uitgevoerd.
Voorlopig spitst het onderzoek van de gerechtelijke politie zich vooral toe op de zakelijke relaties van de Libanese slachtoffers van de Van Eycklei. Een enquête die uiteraard bemoeilijkt wordt door het feit dat Suleiman Ali Ahmad dood is en Saïd Ali Ahmad naar een ziekenhuis in de Verenigde Staten is overgebracht.
Bron: Gazet van Antwerpen | 9 September 1989
Politie begon huiszoekingen tergend laat
Binnen de Antwerpse en Brusselse politiediensten is een fikse controverse aan de gang over de manier waarop het onderzoek naar de moord en de moordpoging op de Libanezen van de Ali Ahmad-familie werd aangevat.
Twee figuren uit het dossier van de Bende van Nijvel worden van de schietpartij verdacht: Madani Bouhouche uit Jette en Robert Beijer uit Sint-Joost-ten-Node. Beiden zaten vorig jaar een tijd vast op verdenking van de moord op FN-topman Juan Mendez.
De moord werd zaterdagavond om 19u gepleegd aan de Antwerpse Van Eycklei. Zondag reeds wist het parket dat Robert Beijer tot de mogelijke verdachten behoorde. Maandag wist men dankzij vingerafdrukken dat Madani Bouhouche vermoedelijk de man was die de dodelijke schoten had gelost.
De Antwerpse gerechtelijke politie, die het onderzoek doet, verzocht aanvankelijk de 23ste Brigade van de gerechtelijke politie in Brussel, schaduwploegen op Beijer te zetten. De 23ste Brigade moest echter wegens personeelsgebrek weigeren. De opzoeking van Beijer bleef vervolgens dagenlang in het luchtledige hangen. Uiteindelijk trokken rechercheurs van de Antwerpse gerechtelijke politie zelf naar Sint-Joost-ten-Node. Intussen was het echter al … donderdag en van Beijer werd geen spoor meer gevonden. Bouhouche van zijn kant, was er maandagochtend definitief vandoor gegaan.
Zowel binnen de gerechtelijke politie zelf als bij de rijkswacht en de Antwerpse politie wordt keiharde kritiek geleverd op de onderzoeksmethode. “Op onbegrijpelijke manier is een kans verloren gegaan om eindelijk harde bewijzen tegen Bouhouche en Beijer te benutten”, klonk het. Bij de Antwerpse politie en de Brusselse rijkswacht is men vooral verbolgen omdat het Antwerps parket alle informatie over de zaak uitsluitend aan een kern binnen de gerechtelijke politie voorbehoudt.
Bron: Gazet van Antwerpen | 9 September 1989
Gewonde Beijer reeds gevlucht uit Paraguay
“Met de Antwerpse diamantair Suleiman Hamad Ali hebben wij ons totaal misrekend. Ja, ikzelf en Madani Bouhouche waren erbij betrokken.” Deze bekentenis komt van de voortvluchtige Robert Beijer. Hij deed ze in de Paraguayaanse hoofdstad Asuncion aan de in 1986 ontsnapte adjunct-gevangenisdirecteur Jean Bultot. Beijer arriveerde in Paraguay op 9 september, en verliet dit land op zaterdagmorgen 23 september om 7 uur ’s ochtends. Momenteel vertoeft hij ergens anders op het Zuid-Amerikaanse continent.
Beijer geeft in zijn gesprek met Bultot toe, dat hij en Bouhouche op 2 september de Antwerpse diamantair Suleiman Hamad Ali hadden opgezocht in verband met een achterstallige betaling van 2,5 miljoen frank. Indien ze de diamantair tot betaling konden dwingen, zouden ze 25% van het bedrag als commissieloon opstrijken. Beijer had zich vermomd met bril en pruik, terwijl Bouhouche een hoed had opgezet.
Volgens Beijer liep het allemaal mis omdat ze verkeerde informatie over Suleiman hadden ontvangen. Ze waren ervan overtuigd dat de man zich die zaterdagavond alleen op zijn appartement aan de Antwerpse Van Eycklei bevond. Maar in plaats daarvan werden ze geconfronteerd met drie bodyguards. Beijer zegt dat twee van hen zich op hem stortten, terwijl de derde Bouhouche te lijf ging. Beijer werd toegetakeld met een ivoren slagtand. Bouhouche heeft geschoten, en dan zijn beiden gevlucht.
Beijer en Bouhouche lieten zich op zondag 3 september om 16u verzorgen in het Brusselse Sint-Pietershospitaal. Bij Beijer werd een diepe hoofdwonde en wonden aan de slapen gehecht, en werd een gebroken pols in het gips gezet.
Beijer arriveerde onder zijn ware naam vanuit Spanje op 9 september in Paraguay. Hij vertelde de immigratiediensten dat hij een maand in het land wou blijven en investeringsmogelijkheden zocht. De eerste dagen logeerde hij in een hotel, en dan trok hij in bij een Belgische familie te Asuncion. Op 21 september kwam Bultot hem op het spoor. Eergisteren verliet hij weer het land.
Volgens Bultot heeft Beijer hem verteld dat Bouhouche betrokken was bij allerlei zaken van wapensmokkel. Op de vraag wie Mendez vermoordde, wou hij niet antwoorden. “De Nijvelse procureur Deprêtre zou eens heel grondig aan de tand moeten worden gevoeld”, zou Beijer er hebben aan toegevoegd. Beijer vertelde heel wat werkjes te hebben verricht voor de Staatsveiligheid.
“Hij zei me ook, dat het onderzoek naar de moord op Mendez nooit ten gronde is gevoerd”, aldus Bultot. “En dat ook hier de oorzaak bij Deprêtre moet worden gezocht.”
Bron: Gazet van Antwerpen | 25 September 1989