134 mensen beweerden dat zij het gedaan hadden, maar toch werd de echte moordenaar nooit gevonden
Het is vandaag exact 31 jaar geleden dat de Zweedse premier Olof Palme midden op straat in het centrum van Stockholm in de rug werd doodgeschoten. De 'cold case' is voor Zweden wat de Bende van Nijvel voor ons land is: het dossier is aangegroeid tot een 250 meter lange muur van papier, er is geblunderd door de speurders, tal van complottheorieën leidden tot even zoveel dwaalsporen en iedere Zweed heeft zijn idee over de dader.
Olof Palme was tussen 1969 en 1986 elf jaar lang premier van twee verschillende regeringen in Zweden. Hij was een krachtige en controversiële figuur met tonnen charisma die in eigen land opkwam voor de gewone man en ook internationaal veel aanzien genoot door zijn links-progressieve houding tegen de Amerikaanse inmenging in de Vietnamoorlog, het apartheidsregime in Zuid-Afrika en de kernwapenrace.
Palme was 59 jaar toen hij op vrijdagavond 28 februari 1986 werd vermoord in het centrum van de Zweedse hoofdstad. Hij was naar de film geweest met zijn vrouw Lisbet en wandelde even voor 23.30 uur samen met haar te voet naar huis. “Het was typisch voor Palme dat hij niet was vergezeld van lijfwachten”, aldus Marc Pennartz, die jaren in Zweden woonde en auteur is van het Nederlandstalige boek “10 Redenen Waarom Zweden de Moord op Olof Palme Niet Oplost”. “In zijn privétijd wou Palme zo gewoon mogelijk doen. Hij mengde zich graag in de drukke stedelijke mensenmassa en ging ook vaak op zijn dooie eentje lunchen in een restaurantje.”
Op slag dood
De premier werd één keer in de rug geschoten met een Magnum-revolver. Hij was op slag dood. Een tweede kogel schampte af op de rug van zijn vrouw Lisbet. Toen zij neerknielde bij haar man en zich omkeerde, keek ze een fractie van een seconde in de ogen van de dader. Hij vluchtte te voet de nacht in. We zijn intussen 31 jaar later en we weten nog altijd niet wie die man was.
“In het begin is zeker geblunderd in het onderzoek”, zegt Pennartz. “Men focuste zich uitsluitend op de piste van de PKK, de verboden Koerdische beweging die al enkele gewelddaden had gepleegd in Zweden. Nadien verloren de speurders veel tijd met andere complottheorieën, die zij vaak tegen hun zin maar onder druk van de publieke opinie moesten onderzoeken.”
Volgens die theorieën was Palme achtereenvolgens geliquideerd door Zuid-Afrikaanse aanhangers van de apartheid, een Zweeds wapenbedrijf of extreem-rechtse cellen uit politie of leger.
Drie jaar na de moord dacht de politie eindelijk op het juiste spoor te zitten toen ze een drankverslaafde junkie in het vizier kregen die voordien al was veroordeeld voor doodslag. Dat Christer Petterson door de vrouw van de premier op een videoband werd aangeduid als dader, was voldoende om hem voor de rechter te brengen en hem te veroordelen. Maar in beroep viel alles als een kaartenhuisje in elkaar en moest de verdachte worden vrijgesproken.
Geheime piste
Voor Marc Pennartz leidt de meest plausibele piste echter naar een zonderlinge beursspeculant. “In de jaren negentig heeft de politie dit spoor gevolgd in het uiterst geheim en pas vorig jaar heeft de politie voor het eerst in het openbaar zijn naam in de mond genomen”, aldus Pennartz.
Christer Andersson was een eenzaat en een verwoede wedstrijdschutter. Hij bezat ook een Magnum-revolver van het merk Smith&Wesson, het wapen waarmee de moord is gepleegd. “Toen alle legale bezitters van dit type hun wapen moesten afgeven aan de politie voor een proefschot, was hij de enige die weigerde”, zegt Pennartz. “Hij maakte zich ervan af met de uitleg dat hij zijn revolver aan een drugsverslaafde had verkocht.“
Andersson woonde op nauwelijks een kwartiertje lopen van de plek van de misdaad en had ook een motief voor de moord. “Hij verdiende geld door te speculeren op de beurs. Kort voor de moord had de Zweedse regering echter de btw op aandelen gevoelig verhoogd, wat geleid had tot een mini-beurscrash in Zweden. Het staat vast dat Andersson daar een grote som geld door was verloren."
Tv kapot geschoten
“De man paste ook perfect in het profiel dat misdaadanalisten van de dader hadden opgesteld. Toen men Andersson zes jaar na de feiten voor het eerst verhoorde, bleek hij een verscholen leven te leiden in het zomerhuisje van zijn ouders. En kort voor de moord bleek de politie tussenbeide gekomen nadat hij een kogel door zijn televisietoestel had gejaagd op het moment dat ...Olof Palme in beeld kwam.”
“Bovendien werd op de fatale dag aan de ingang van de bioscoop een man gezien die sterk leek op Andersson. Dat was kort voor de film begon. Als die Olof Palme had zien binnengaan, was het voor hem perfect mogelijk om thuis zijn wapen te gaan halen en de premier twee uur later na de film dood te schieten op straat.”
Toch slaagden de speurders er niet in om de nodige bewijslast te verzamelen tegen de beursspeculant. En voor de echtgenote van de vermoorde premier - de enige die de dader in het gezicht had gekeken - was het juridisch onmogelijk om een nieuwe getuigenis te geven. Ze werd nooit geconfronteerd met Andersson. De man zelf stapte acht jaar geleden uit het leven.
Kantelmoment voor Zweden
Ruim dertig jaar later blijven er mondjesmaat tips binnenkomen. In 2015 dook de Zuid-Afrikaanse piste zelfs opnieuw op. “De speurders hopen vooral dat iemand uit de biecht klapt of dat het moordwapen wordt gevonden”, zegt Pennartz.
Lisbet Palme is ondertussen 85 en leidt al jaren een zeer teruggetrokken leven. Het moorddossier heeft gaandeweg mythische proporties aangenomen. “In Zweden wordt elk nieuw detail over het onderzoek nog altijd druk gevolgd en becommentarieerd”, zegt Pennartz, die ondertussen in Antwerpen woont. Net zoals hier bij de Bende van Nijvel heeft iedereen zijn mening: er zijn de believers in een complot en zij die denken dat Palme door een lone wolf is vermoord.”
John F. Kennedy
De moord betekende een kantelmoment voor het moderne Zweden. “Je kan de impact vergelijken met de moord op Kennedy. Die dag zijn, net als de Amerikanen in 1963, ook de Zweden hun onschuld verloren. Voordien dachten zij in een paradijs te leven. Sindsdien aanvaarden ze makkelijker dat ook hun land best duistere kanten heeft. Geen enkele politicus durft het nog aan zonder bewakers op straat rond te lopen. En het kan geen toeval zijn dat na de moord de Scandinavische misdaadliteratuur zo’n hoge vlucht heeft genomen.”
Bron: Het Nieuwsblad | 28 Februari 2017