Walter De Bock over de Westland New Post
Als na een ordinaire vechtpartij in augustus van het jaar 1983 tijdens een huiszoeking ultra-geheime NATO-documenten worden aangetroffen, is bovenaan de sneeuwberg een keitje losgeraakt. Na korte tijd werd het een dikke, vette sneeuwbal die zich onweerstaanbaar door het Belgische politieke landschap wurmde, maar de lawine is tot op heden uitgebleven. De NATO-documenten zijn op het transmissiecentrum van de generale staf van de Landmacht in Evere gestolen, door een aantal tewerkgestelde militairen die deel uitmaken van een nieuwe fascistische groep, de Westland New Post. [Meer info over de diefstallen vind je hier » Forum]
Vreemd is alleszins dat de leider van de groep dit alles zelf bekendmaakt. Ook maakt hij bekend aan het dagblad Le Soir dat leden van de staatsveiligheid actief meewerkten in zijn groep. Door onthullingen van Latinus wordt duidelijk dat bijvoorbeeld de commissaris van de Staatsveiligheid Smets oefeningen aan WNP-militanten doceerde met betrekking tot het schaduwen van mensen, het infiltreren van linkse groepen. Een dergelijke oefening zou er volgens Latinus toe geleid hebben, dat er een dubbele moord gepleegd werd in 1982 in Anderlecht.
Latinus voegt er meteen zijn motivatie aan toe, om dit alles uit te pakken. Met zijn 'actie' heeft hij willen aantonen dat de Belgische staatsveiligheid geïnfiltreerd is door KGB-agenten. Het bewijs hiervoor meent Latinus te zien in het feit dat de Staatsveiligheid niet gereageerd heeft op de publikatie van de gestolen NATO-documenten in het WNP-tijdschrift Althing.
WNP blijkt te bestaan uit ex-leden van de Front de la Jeunesse, die enkele jaren terug als privé-militie verboden werd. WNP zou opgebouwd zijn uit kleine cellen, namelijk volwaardige militair getrainde commandoeenheden, die de naam CODI dragen. Deze CODI beschikken over militaire technische richtlijnen, die volgens experten zo deskundig opgesteld zijn dat dit enkel het werk kan geweest zijn van één of meer hogere leger- of rijkswachtofficieren.
Tot daar enkele gegevens betreffende het dossier Westland New Post.
Walter De Bock
Tijdens zijn voordracht op 25 januari jongstleden had de journalist van De Morgen, Walter De Bock, die heel het dossier minutieus heeft gevolgd, gezegd dat hij van mening was veranderd ten aanzien van de genoemde commissaris Smets. Volgens hem hadden de journalisten voorzichtiger moeten zijn met informatie die hen door de fascisten als Latinus was overhandigd. De bedoeling met die informatie was volgens hem tweeledig. Enerzijds binnen Staatsveiligheid een aantal mensen die bedreigend waren voor extreem-rechts ‘politiek af te maken’, en anderzijds situeerde De Bock de strategie van WNP in een algemene tendens waarbij de Verenigde Staten en hun inlichtingendiensten steeds driester optreden in binnenlandse aangelegenheden zoals bijvoorbeeld in Grenada, Libanon, Nicaragua.
In 1979 werd binnen de Staatsveiligheid een commissie opgericht die extreem-rechts in dit land zou aanpakken. Een eerste publiek resultaat van deze groep, die functioneerde onder leiding van Smets, was de getuigenis voor de parlementaire onderzoekscommissie Wijninckx in 1980. Deze was opgericht binnen de senaat met ruime bevoegdheid om de toepassing van de wetgeving inzake privé-milities t.o.v. extreem-rechts en het algemeen beleid inzake ordehandhaving te onderzoeken.
In een nota aan die onderzoekscommissie, opgesteld door Smets zelf, werd sterk bezwarend bewijsmateriaal aangevoerd, voor feitelijke connecties tussen extreem-rechts en de CEPIC, een belangrijke groep binnen de PSC, de Waalse christelijke volkspartij.
Het was het begin van een reeks onthullingen over figuren als Baron de Bonvoisin, enz … Een figuur die in dat dossier genoemd werd, met name Bernard Mercier, blijkt nu binnen Westland New Post een hoge kaderfunctie te bekleden. Van het ogenblik dat Smets een serieuze nota indient over de WNP bij zijn chefs in de Staatsveiligheid, in februari 1983 (*), verschijnt kort daarna in het extreem-rechtse weekblad Europe Magazine, een groot artikel waar onthullingen in dit verband worden aangekondigd.
Internationale connecties
Wat Latinus en co nu hebben willen doen is simpelweg als eerste hun informatie voor de publieke opinie gooien, vooraleer die groep binnen de Staatsveiligheid dat zou hebben gedaan. Want met deze tactiek heeft de WNP kunnen bereiken, dat feitelijk alle ogen gericht zijn op het feit dat leden binnen de Staatsveiligheid actief meewerkten in een fascistische groep en anderzijds een gebrekkige werking vertonen bij bijvoorbeeld de diefstal van de NATO-documenten, wat ongemoeid is kunnen gebeuren.
Ook had De Bock het over de internationale connecties in deze zaak. Latinus verklaarde zelf te werken voor een ‘vreemde Westerse mogendheid’, en achteraf bleek dat hij op de loonlijst staat van een Saoediër Faez El Ajjaz die in diverse Westerse landen inlichtingendiensten heeft opgezet. Feitelijk betekent bijvoorbeeld de onthulling over de militaire inlichtingendienst, de SDRA, die deze diefstallen zomaar heeft laten gebeuren, dat deze dienst enorm gediscrediteerd geworden is binnen de NATO. Dit kan enkel leiden tot een grotere invloed van de NATO in ons land.
De Bock zag in deze zaak dan ook een symptoom dat de grootmachten, waaronder de Verenigde Staten, alsmaar driester ingrijpen in binnenlandse aangelegenheden. De Bock situeerde deze aanval van extreem-rechts op delen binnen de Staatsveiligheid die voor hen bedreigend was, binnen een globale context van tegenwerking die zich binnen de Staatsveiligheid manifesteerde tegen Smets. Wie heeft ervoor gezorgd dat Smets is overgeplaatst naar Charleroi in 1981? De Bock betreurde in zekere zin dat hij met zijn eerste artikels over deze materie in feite had meegewerkt aan deze fascistische strategie. Hij verklaarde dan ook niet te zullen rusten voor hij de ware fascisten binnen Staatsveiligheid had te pakken gekregen.
Bron: VETO | 16 februari 1984
(*) Ondertussen is geweten dat Smets zijn nota’s over het WNP pas in het najaar van 1983 door heeft opgemaakt en dat hij de nota’s daarbij geantidateerd heeft. Het zijn Kausse, Estiévenart en Massart die in februari 1983 een nota opstellen waarin voor het eerst het bestaan van WNP gerapporteerd werd.