Bultot was dan ook niet in de rol van "manipulator" (zoals Ciolini dat was) maar als "gemaniuleerde", de "idioot van dienst" zeg maar. Fijn trouwens om je nog eens te lezen, swan. Hoop dat dit meer gebeurt want ik heb je gemist.
You are not logged in. Please login or register.
Bende van Nijvel → Posts by dim
Bultot was dan ook niet in de rol van "manipulator" (zoals Ciolini dat was) maar als "gemaniuleerde", de "idioot van dienst" zeg maar. Fijn trouwens om je nog eens te lezen, swan. Hoop dat dit meer gebeurt want ik heb je gemist.
Mij gaat het dan weer niet zozeer om het profiel, maar wel over het feit dat Dekaise effectief het woord "veiligheidsfirma's" gebruikt. Misschien was dit meer dan enkel een profielbeschrijving van de modus operandi, en effectief een signaal in een bepaalde richting. Dekaise was niet zo maar een bende-slachtoffer. De kans is bestaande dat hij goed op de hoogte was van bepaalde zaken. Misschien ook over het doen en laten van bepaalde veiligheidsfirma's?
Zouden ze Bultot dan toch de kop van jut willen laten zijn, een beetje zoals de P2-loge via Ciolini destijds de sporen naar Duitse neo-nazi's en naar Delle Chiaie legde tijdens die fameuse Depistaggio-operaties voor de aanslag in Bologna? Wanneer het bij justitie duidelijk begint te worden dat extreem-rechts er voor iets tussen zit, dan beter een pion opofferen en een valse piste leggen?
Nee, serieus, veiligheidsfirma's lijken in deze verhalen niet onbelangrijk te zijn. Misschien was Dekaise hier een duidelijk signaal aan het geven. Voor de goede verstaanders?
Voor mij zijn het ook geen ex-para's, maar eerder mensen die ooit bij een veiligheidsfirma gewerkt hebben. Die krijgen een gelijkaardige opleiding.
Wil hij hiermee in een bepaalde richting wijzen?
Paul Van Zeeland was erevoorzitter van het "Comité international d'Information et d'Action Sociale" (CIAS). CIAS was de voortzetting van "Paix et liberté", een anticommunistisch gladio-werktuig onder de vleugels van de CIA en NAVO.
Paix et Liberté (1950-1956) werd in Frankrijk gesticht door Jean-Paul David, een toenmalige lid van de rechtervleugel van de radicaal-socialisten die een tegengewicht vormde voor de communistische partij, met (financiële) steun van bepaalde politici (o.a. René Pleven) en de CIA en NAVO. De organisatie voerde actief anti-communistische propaganda en was vermoedelijk een tak van Stay-Behind, althans volgens André Moyen die het heeft over "Catena". Paix et Liberté werkte samen met het in 1950 door reactionaire kerkelijke kringen opgerichte "Comité international de défense de la civilisation chrétienne", waarvan het secretariaat-generaal beheerd werd door Lesourd en Tracou. In mei 1951 zette dit Comité in West-Duitsland een afdeling op via ondermeer Arthur Ruppert (CDU en de "Volksbund für Frieden un Freiheit"), vermoedelijk met de zegen van Konrad Adenauer.
In Italië vonden deze organisaties al snel aansluiting bij "Pace et Libertá" van Giolo Marzio dat financieel gesteund werd door het Agnelli-imperium, in Zwitserland bij de groep rond dr. Münst, in Nederland bij "Vrede en Vrijheid" rond van Dam van Isselt en in België bij Marcel Paternostre. Al deze landen van het "Comité Européen de Paix et Liberté" waren stichtende landen van de EU-voorloper "Communauté européenne du charbon et de l’acier" in 1951. In 1952 kwamen daar ook nog een Vietnamees, Turks en Grieks comité bij, zodat de naam veranderd werd in "Comité International de Paix et Liberté". Bij het opdoeken van de organisatie in 1955 waren ook nog het VK, Australië, Canada, Mexico, Noorwegen, Denemarken, Israël, Korea en Zuid-Afrika lid geworden.
Stay Behind
In de jaren '50 bezocht Jean-Paul David minstens twee maal de VS, waar hij enkele CIA-kopstukken (Allen Dulles en Walter Bedell Smith) en anticommunistische organisaties (Committee against Communist Agression, International rescue Committee, Iron Refugee Committee, Committe for Constitutionnal Government, National Committee for a free Europe, ...) ontmoette. Ook werd David geauditioneerd op de NAVO.
De Franse moederorganisatie van Paix et Liberté telde OSS-pionnen Jean Dides en Charles Delarue onder haar leden, terwijl de Italiaanse tak leden had als Gian Franco Bertoli (lid van de Gladio-structuur "Rosa dei venti" en auteur van een granaataanslag in Milaan in 1973), Luigi Cavollo (ex-OSS'er die betrokken was bij de Borghese-staatsgreep) en Egardo Sogno (een monarchist die werkte voor de NAVO en een hoofdfiguur was in het verhaal rond de Golpe Bianco-staatsgreep). De Duitse tak had verscheidene leden met een Nazi-achtergrond, zoals Alfred Gielen, Jürgen Hahn-Butry en Fritz Cramer, die banden hadden met de Gehlen-organisatie.
Belgische tak
In 1951 was Marcel De Roover betrokken bij de stichting van de door Brufina gesponserde Belgische tak van "Paix et Liberté", met zetel in de Brusselse chaussée de Vleurgat en waar ondermeer André Moyen, Emile Delcourt, Gaston Jacquemin, Jean Moyaerts, Roger Nahon en Octave Herbiet aan verbonden waren. Voorzitter was bankdirecteur Maurice Keyaerts. De organisatie zou via François Goossens, een medewerker van Moyen, achter de moord op Lahaut in 1950 zitten, althans volgens de beweringen van Emile Delcourt die wees naar Moyen, Jacquemin en Moyaerts als opdrachtegevers.
CIAS (1956-?)
Na het opdoeken van de organisatie werd deze in 1956 omgevormd tot het "Comité international d'Information et d'Action Sociale" (CIAS), in 1957 onder voorzitterschap van Fritz Cramer. die het meermaals aanwende als instrument voor de Duitse buitenlandse politiek. Paul Zeeland was erevoorzitter van de CIAS. Ook Portugal en Brazilië (officieel) en Zweden en Oostenrijk (officieus) traden toe tussen 1956 en 1958.
Een Belgische afdeling werd gevestigd in lokalen van Brufina in de Brusselse Rue des Petits Carmes, net naast de zetel van de Belgische CEDI die door De Roover gesticht werd in 1961 met geld van het Franco-regime.
Om de Belgische Stay Behind te begrijpen moet men de fundamenten inspecteren. En dan vallen voornamelijk de volgende elementen op: leopoldistische milieu's (met een hoofdrol voor De Roover, Moyen, De Vleeschauwer, ...) en de Congo-connectie (Union Minière, ...) En dan komt al snel uit bij, respectievelijk, de moorden op Lahaut en Lumumba.
Ook de stippellijntjes volgen naar de latere periode? Guy Weber, Unibra/Relecom/prins Alexandre/EIM, de huurlingenmilieu's, de Darville-familie, ...
Marcel De Roover was een belangrijk persoon in de opzet van Belgische Stay Behind-netwerken, zowel van het type "Gladio" (slapende variant) als "Catena" (ook actief in vredestijd). Hij was al rabiaat anticommunist sinds 1919, toen hij in contact stond met de Russische "witte" legers van generaal Denikine. In 1926 werd hij directeur bij Sogechim (Société Générale Industrielle et Chimique du Haut-Katanga), terwijl hij ook aan het hoofd stond van de Sepes (Société Générale d'Etudes Politiques, Economiques et Sociales) die gefinancierd werd door het Comité Central Industriel (CCI) en banden had met de Belgische militaire veiligheidsdiensten. De Roover financierde het openlijk fascistische "Légion Nationale" van Paul Hoornaert, dewelke optrad als inlichtingendienst voor de militaire veiligheidsdiensten en na de oorlog een recruteringsbasis was voor de Belgische Stay-Behind-netwerken.
Ook financierde hij het extreem-rechtse tijdschrift "Septembre". Achter de schermen was De Roover mee verantwoordelijk voor de oprichting van de leopoldistische "Rassemblement National et Social des Anciens Combattants" (RNSAC) van majoor Biebuyck. In 1941 werd hij directeur van Brufina, een holding van de Banque de Bruxelles van graaf Paul de Launoit. Na deelname aan het verzet werd hij in 1942 door de Duitsers gearresteerd. Na het einde van WOII droeg De Roover bij tot de uitbouw van de Belgische Stay Behind. In 1948 organiseerde hij met kolonel Mampuys en Herman Robilliart (Union Minière) de opzet van het Milpol-inlichtingennetwerk onder leiding van André Moyen, deels gefinancierd door Brufina.
In 1951 was De Roover ook betrokken bij de stichting van de door Brufina gesponserde Belgische tak van de internationale, anticommunistische organisatie "Paix et Liberté". Deze structuur werd in 1960 omgevormd tot het "Comité international d'Information et d'Action Sociale" (CIAS), een Belgische afdeling van de WACL, gevestigd in lokalen van Brufina in de Brusselse Rue des Petits Carmes, net naast de zetel van de Belgische CEDI die door De Roover gesticht werd in 1961 met geld van het Franco-regime. Sinds 1966 was De Roover Belgische afgevaardigde van de WACL. Ook was hij verbonden aan de AESP!
Oorsprong: Eltrois, Milpol en Delcourt
Reeds kort na WOII werden de eerste Stay Behind-achtige structuren in België uitgebouwd, zoals de Eltrois-liga van Bob Van Steenlandt die vooral in Antwerpen actief was. Zo werd ook in 1948 door Marcel De Roover, kolonel Mampuys (hoofd van de militaire veiligheidsdienst, toen nog "deuxième bureau") en Herman Robilliart (directeur Union Minière in Haut-Katanga) het privé-inlichtingennetwerk Milpol opgezet, dat gefinancierd werd door Brufina en zich schuilhield achter het Brusselse bedrijf "Infor". Op vraag van generaal Keyaerts zorgde André Moyen, die de leiding had over Milpol, in 1949 voor het oprichten van een tiental Stay Behind-groepjes onder de koepel van deze organisatie.
In Congo werd door Moyen in parallel het "Crocodile"-netwerk opgezet, gefinancierd door Union Minière. De sterk anticommunistische Albert De Vleeschauwer (minister van Binnenlandse zaken, 1949-1950) bracht André Moyen in contact met zijn Italiaanse (Mario Scelba) en Franse (Jules Moch) collega's, die net als in België zorgden voor de uitbouw van een anticommunistische "speciale" politie. In dezelfde periode werd ook een met "Milpol" vergelijkbaar netwerk opgezet door Emile Delcourt, eveneneens gefinancierd door Union Minière. In 1952 richtte Delcourt, na advies van De Roover, de Luxemburgse holding ACED op om fondsen uit de V.S. binnen te loodsen. Maar in 1954 raakte hij verwikkeld in een fraudezaak wat een einde betekende van zijn activiteiten, ook al omdat zijn netwerk mogelijk geïnfiltreerd was door de sovjets (via generaal Bessedovski).
Formele uitbouw (1948-1951): WUCC, CPC en TMP
België zetelde, naast het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Luxemburg en Frankrijk, in het in 1948 opgerichte 'Western Union Clandestine Committee' (WUCC; Comité Clandestin de l'Union Occidentale CCUO). WUCC legde de basis voor de NAVO en was als Stay-Behind-coördinatiecentrum de voorloper van het 'Clandestine Planning Committee' (CPC; sinds 1951).
In 1949 werd in België een NAVO-afhankelijke Stay Behind-structuur opgericht op initiatief van de Amerikaanse, Britse en Belgische geheime diensten, tijdens de 'Tripartite Meeting Brussels' (TMB). Dit naar analogie met Nederland (Tripartite Committe Holland) en Frankrijk. Dit gebeurde in samenspraak tussen de Britse SIS (Stewart Menzies), de CIA en de voormalig premier Paul Henri Spaak, die voor zijn toezegging tot Stay-Behind in België in 1957 werd beloond met een post als secretaris-generaal van de NAVO.
Structuur vanaf 1952
In januari 1952 werden de eerste formele instructies voor Stay-Behind-operaties overgemaakt aan Ludovicus Caeymaex (Staatsveiligheid) en generaal Etienne Baele. Er waren twee Belgische Stay-Behind-takken, die tot een gemeenschappelijke positie kwamen, vis-à-vis het Allied Clandestine Committee (ACC) van de NAVO (actief sinds 1958 in Frankrijk; sinds 1968 verhuisd naar Brussel). Dit gebeurde door een "Inter-Service" coördinationcommitté (opgericht in 1971). De eerste, burgerlijke tak "Section Training, Communication et Mobilisation" (STC/Mob) stond onder controle van de Staatsveiligheid, onder bevoegdheid van het ministerie van justitie (Jean Gol, 1981-1988), en was belast met de communicatienetwerken tussen België en de Atlantische partnerlanden.
De tweede, militaire tak was afhankelijk van de "Service de Documentation, de Renseignement et d'Action" (SDRA 8) behorende tot de militaire geheime dienst "Service General du Renseignement" (SGR) van het ministerie van Landsverdediging (Paul Vanden Boeynants, 1979-1980; José Desmarets, 1980-1981; Frank Swaelen, 1981-1985; Alfred Vreven, 1985-1988; François-Xavier de Donnéa, 1988-1992). Deze tak werkte nauw samen met SDRA 6, de Belgische rijkswacht. Ze stond in voor de organisatie van militaire acties en het voorbereiden van slapende cellen op een invasie. Naast STC/Mob en SDRA 8 was er ook sprake van SDRA 11. Het ACC zou zich hebben schuilgehouden achter het, door de CPC gevormde, SDRA 11.
Leden
De leden van de Belgische Gladio-structuren worden tot op vandaag geheim gehouden. Hier en daar doken een aantal namen op, zoals deze van SDRA-lid André Moyen en Gladio-instructeurs Guibert 'Addie' Nieweling, Michel 'Alain' Huys, Etienne 'Stéphane' Annarts.
Mossad?
Volgens ex-Mossad agent Ostrovsky zou de anti-terrorristische adviesafdeling van de Mossad de slapende Stay Behind-cel tot leven hebben gewekt met toestemming van de Belgische staatsinlichtingendienst, resulterend in WNP. Tenminste drie betrokkenen bij de Bende van Nijvel moesten volgens Ostrovsky in 1985 België verlaten, ontsnapten naar Israël en kregen een nieuwe identiteit. Een en ander zou opgezet zijn geweest door een Mossad case-officer met de naam Barda. Hoofd van de operatie was Itsik Efrat.
Einde?
In november 1990 verklaarden eerste minister Wilfried Martens en minister van Landsverdediging Guy Coëme dat ze tijdens hun functie niet op de hoogte waren gesteld van het Stay Behind-netwerk in België. Op 23 november 1990 besliste de kabinetsraad van Coëme om het netwerk op te doeken en op 20 december werd een onderzoekscommissie opgericht onder voorzitterschap van Roger Lallemand. Hierbij werd geen enkele van de SDRA 8-leden beschuldigd. De geheime documenten over Stay Behind werden door de NAVO achtergehouden en de ledenlijsten werden niet openbaar gemaakt.
Bende van Nijvel → Posts by dim
Powered by PunBB, supported by Informer Technologies, Inc.