1,361

(22 replies, posted in Organisaties)

Sortie de presse du numéro spéciale de POUR: "Enquête sur une droite au-dessus de tout soupçon"

Le 16 juin [1982], le président du tribunal correctionnel de Bruxelles a rendu son verdict sur le procès des incendiaires du journal Pour. Mais six autres incendiaires - les motards - ne sont pas au banc des accusés. A ce jour, la PJ ne les a pas encore identifié. Un autre grand absent dans ce procès: le commanditaire de l'attentat dont un émissaire était présent à une des réunions préparatoires à l'action menée par Yves Trousson.

L'équipe de la quinzaine de journalistes qui poursuit le projet du journal Pour a réalisé un dossier de 64 pages, d'une documentation sans précédent sur les liens entre la droite politique et l'extrême-droite agissante. (*)

Chapitre I: les faits parlent. Le dossier d'instruction fut le point de départ d'une analyse rigoureuse. Les journalistes font l'autopsie du dossier et démontrent qu'une série de pistes n'ont pas été suivies ou réellement analysées, dont celles des motards et des dirigeants du Front de la Jeunesse. Ils brossent le portrait des militants fascistes, interviewent leurs mère, fiancée, patron ... et analysent l'idéologie dont se revendiquent les inculpés.

Chapitre II: l'idéologie commande. Un organigramme complet de la toile d'araignée que la droite politique et l'extrême-droite a tissée à l'intérieur d'appareils idéologiques, répressifs et économiques. Chacun de ceux-ci est très largement détaillé dans les pages suivantes. On y découvre des liens entre le noyau dur du CEPIC et l'Ordre du Rouvre. Les liens entre cet ordre quasi secret et le Cercle des Nations, le CEDI, le MAUE, l'IED, la WACL, la LIL, la gendarmerie, l'armée et le SGR, la Sûreté de l'Etat, la police et les services secrets étrangers.

Enfin, au moyen de nombreux faits et d'un document probant, on éclaire le rôle du baron Benoît de Bonvoisin et de ses nombreuses sociétés domiciliées au 39 rue Belliard.

Une documentation qui, sans nul doute, servira de référence au juge de Biseau d'Hauteville pour remonter jusqu'au mystérieux Monsieur X pour lequel le dossier reste ouvert. Pour, numéro spécial 416-417, sera mis en vente au prix de 80 F.

Bron: Combat | 24 juni 1982

(*) Heeft er iemand toevallig deze speciale editie van Pour liggen?

1,362

(32 replies, posted in Westland New Post)

Op onderstaande foto's zijn geen tattoo's te zien. Het waren misschien plaktattoo's smile

http://nsm08.casimages.com/img/2017/01/10//17011010533314738714762700.jpg

http://nsm08.casimages.com/img/2017/01/10//17011010533214738714762698.jpg

http://nsm08.casimages.com/img/2017/01/10//17011010533214738714762699.jpg

1,363

(32 replies, posted in Westland New Post)

Op de bovenstaande foto zijn die zwarte plekken op zijn armen volgens mij geen tatoo's maar wel plukjes versgeknipt haar. Er zijn nl. nog heel wat andere foto's beschikbaar (ouder en recenter) waarop zijn twee blote armen zichtbaar zijn doch telkens zonder die bewuste tatoo's. Ik betwijfel dus of die info wel correct is.

1,364

(32 replies, posted in Westland New Post)

Merovinger wrote:

Volgens Joseph Kausse heeft Vankeerberghen in de nacht van 24 mei 1981 rond 3 uur in Mechelen deelgenomen hebben aan de overval van een voorbijganger. Daarbij zou een mes zijn gebruikt. Om 6 uur ’s morgens heeft Vankeerberghen ook deelgenomen aan de brand van een moskee in de Kerktorenstraat in Machelen waarbij een molotovcocktail werd gebruikt.

Naast Luc Vankeerberghen zouden de volgende motards deelgenomen hebben aan deze brand van de moskee in Machelen: Alain A., Guy V., Philippe H., Francis M. en Jean V.H.

Zijn dit ook de motards die enkele weken later deelgenomen hebben aan de brandstichting van Pour?

1,365

(22 replies, posted in Organisaties)

Pour en de Prinsen van het kwaad

Getipt door een lezer uit het Brusselse taxi-milieu, kwam hoofdredakteur Garot op het spoor van Yves Trousson, een oud-vreemdelingenlégionair van 27 jaar, kastelein van ‘The Cross Inn’, een ‘pub’ op de Schaarbeekse Rogierlaan, lid van het extreemrechtse Front de la Jeunesse en binnen die kring aangeduid met de kodenaam ‘Popeye’, (de spinazie-krachtpatser), chef van de strafexpeditie tegen het weekblad.

Pour moest monddood gemaakt worden omdat hel ondubbelzinnig de verdediging op zich neemt van ‘bougnouls’ (onvertaalbaar walgelijk, maar goedklinkend schimpwoord, afgeleid van het Arabisch, denigrerend gebruikt tegen Noord-Afrikaanse gastarbeiders), kommunisten, homofielen en andere uitgespuugde minderheden. Toen de speurders van de zaak Pour na wekenlang Sherlock Holmes-werk voldoende bewijsmateriaal hadden verzameld greep de politie in, Popeye en een viertal mededaders werden opgepakt. Een van hen echter, een zekere Jean-Philippe van Engeland, werd, alle aanwijzingen ten spijt, ongemoeid gelaten. Er moest een perskonferentie (dinsdag 8 september) aan te pas komen tijdens dewelke Pour die laksheid aanklaagde om de zwaar verdachte twee dagen later van zijn bed gelicht te zien.

Werd Pour enkel het slachtoffer van primairen die zich wilden uitleven? Nee, zegt Garot, zij zijn slechts het werktuig geweest, het voetvolk, het ‘kanonnenvlees’. In de afgelopen jaren heeft het weekblad zich machtige vijanden bij elkaar geschreven; vooraanstaanden, ministers, notabelen, grijze eminenties van ons maat-
(…)

Bron: Knack | 1981

De rest van het artikel ontbreekt jammer genoeg.

1,366

(22 replies, posted in Organisaties)

De brandstichting bij Pour: ook onderzoeksrechter meent dat VMO grotere rol had dan Front

Men kent drie van de negen personen, die op 5 juli vorig jaar brand stichtten bij het nieuwlinkse weekblad Pour te Elsene. Zij staan, samen met een mogelijke opdrachtgever die ontkent, terecht voor de correctionele rechtbank te Brussel. Zal men ooit de zes overige uitvoerders kennen, of de ware opdrachtgevers? Dat hangt grotendeels af van onderzoeksrechter de Biseau d’Hauteville.

De rechter, één van de meest gewiekste te Brussel, getuigde vrijdag op het proces van de brandstichters. Ook hij liet verstaan, dat de zes overige wellicht Antwerpse leden waren van de Vlaamse Militantenorde: het Brusselse Front de la Jeunesse zou voor de brandstichting hebben samengewerkt met de veel bedrevener, beter gestructureerde VMO. Beide ‘rechtse’ organisaties hadden reden om de huid te willen van Pour. Het weekblad had immers hun op militaire leest geschoeide trainingskampen aangeklaagd.

Drie daders van de brandstichting liepen tegen de lamp omdat een vierde, die in het begin mee werd aangezocht maar die later niet meedeed, na de feiten aan het praten ging. Het gaat om Armand S.

Alhoewel hij eerder gezegd had dat ‘Flupke’ Van Engeland (27) barman van het Front en gewezen VMO-er, de opdrachtgever was, zegt Yves Trousson (30), één van de leiders van de brandstichting, nu: “Armand S. is het brein. Ik heb vroeger Van Engeland beticht omdat de gerechtelijke politie mij sloeg”. “Ik heb het gedaan uit idealisme” zegt Trousson, ondervraagd door voorzitter Liesse. “Pour is geen echt persorgaan, het is een rioolkrant, een schandaalschopper. Ik zou bijvoorbeeld nooit brand hebben gesticht bij de Rode Vaan, al zijn die toch ook niet van mijn opinie”.

Brokken

Zeven maanden vóór de brand bood hij zich aan bij Pour, als vrijwilliger voor distributie. “Ik had alleen de titel gelezen ‘Pour écrire la liberté’. Ik wist niet welke richting het uitging. Ik heb eens rondgekeken uit nieuwsgierigheid”, zegt hij nu.

Van Engeland heeft hij beschreven als “zijn overste bij het Front”. “Dat betekent alleen maar dat ik nog niet zo lang lid was”, zegt hij nu.

Michel Van Hove, 23 jaar, gewezen rijkswachter uit Etterbeek, maakte ooit eens brokken in het café van Trousson, de ‘Cross Inn Pub’ aan de Schaarbeekse Rogierlaan. “Hij was mij dankbaar omdat ik geen klacht indiende. Hij was tot wederdienst bereid. Die wederdienst heb ik hem gevraagd de dag voor de feiten. Pas toen vernam hij er iets van. Hij is uitsluitend onze chauffeur geweest”, aldus Trousson. Van Hove zelf geeft toe dat hij geen enkel politiek standpunt heeft.

Een eigenaardige figuur is de 40-jarige kale Fernand Urbain, die meer weet dan hij zegt. Hij blijft erg vaag: “gewoon, op café, er werd over gesproken, ik werd gevraagd, ik was bereid om mee te doen”. ‘Flupke’ heeft hij nog nooit gezien maar ook van Armand S. kan hij geen kwaad woord zeggen, tot nijd van Trousson. Zeker, hij heeft ooit gezien dat Armand aan Yves papieren gaf. Maar hij kan niet bevestigen dat dat de plannen waren van de gebouwen van Pour.

In de herberg van Trousson werden plannen gesmeed om gastarbeiders te pesten. In het begin waren die plannen nogal ‘goedaardig’, men zou varkenskoppen binnensmijten in moskeeën. De varkenskoppen (muzelmannen mogen geen varkensvlees eten) werden later molotov-cocktails, de moskee werd Pour. Van al dat voorgaande weet Urbain ook niets, geen woord.

Aanbidding

En wat heeft ‘Flupke’ Van Engeland zelf te zeggen? Veroordeeld (1 maand voorwaardelijk) als gewoon lid van het VMO te Antwerpen, want hij staat afgebeeld op foto’s uit de trainingskampen. Vrijgesproken voor zijn Front-lidmaatschap te Brussel: “Ik ben lid geworden op de vooravond van het proces, omdat men mij gedagvaard had. Tot dan toe was ik maar sympathisant”. Ledenverwerver voor Forces Nouvelles, was hij de barman van de ‘bunker’ van het Jongerenfront. Heeft hij iets tegen Pour, wil de voorzitter weten. “Ik aanbid het”, zegt hij glimlachend. Uit hem zal men niets krijgen.

Het verhoor van onderzoeksrechter de Biseau duurde twee uren, uren die eerder leken op het pleidooi van de burgerlijke partij want elke vraag van meesters Serge Moureaux en Michel Graindorge was een lange brok pleidooi, of beter: rekwisitoor tegen ‘uiterst-rechts”.

Toch kwamen er uit de ondervraging een paar nieuwe elementen naar voren: behalve de drie sporen, die de hoofdredacteur van Pour had aangegeven, waren er volgens de onderzoeksrechter nog twee:

  • dertien leden van de vzw Pour hadden het huis net tevoren na een ruzie verlaten

  • en een vijfde spoor was hoofdredacteur Garot zelf, al waren de gebouwen en de installatie erg onderverzekerd.

“Ik heb zelf nooit veel belang gehecht aan dat vijfde spoor, maar het was er een”, verklaarde de onderzoeksrechter.

De burgerlijke partijen willen weten waarom de onderzoeksrechter nooit de leiders van het Front de la Jeunesse heeft ondervraagd: “Omdat ik geen enkel tastbaar bewijs had. Ik heb niet de roeping om aanklachten te formuleren die ik niet kan staven”, antwoordt de onderzoeksrechter gevat, “een aanklacht is meer dan een verdenking”. Toch was het duidelijk dat de brandstichting door uiterst-rechts was georganiseerd. Heeft de onderzoeksrechter dan nooit het dossier van het Front de la Jeunesse opgevraagd? “Nee, net zo min als dat van de VMO, die er volgens mij nog dichter bij betrokken was”.

Op vraag van de burgerlijke partijen en met instemming van de verdediging en het parket, zal men pogen tegen de volgende zitting (woensdag 2 juni) de dossiers van het Front als privémilitie en het dossier omtrent de foltering van een linkse sympathisant in de Front-bunker, ter informatie bij het dossier van de brandstichting te voegen.

Bron: Het Laatste Nieuws | 22 mei 1982

1,367

(1 replies, posted in Terrorisme)

Volgens deze website was Yves Trousson een oud legionair bij het Franse Vreemdelingenlegioen » www.alertmagazine.nl

1,368

(22 replies, posted in Organisaties)

Ben wrote:

(2) Iemand enig idee wie deze 6 motorrijders zijn?

Brandstichting bij Pour werk van VMO'ers uit Deurne

De brandstichting, die op 5 juli vorig jaar de redactie en de persen van het weekblad Pour aan de Eendrachtsstraat te Elsene vernielde, was het werk van een samenwerking tussen de Vlaamse Militanten Orde en het Front de la Jeunesse. Zo blijkt tenminste uit het dossier dat woensdag behandeld werd voor de 23[sup]ste[/sup] kamer van de correctionele rechtbank te Brussel. Dat is het besluit van de speurders van de gerechtelijke politie, die de zaak onderzochten.

Een auto (met drie personen aan boord) en drie motors (elk dubbel bemand) namen deel aan de razzia tegen Pour. Op de betichtenbank zitten de drie inzittenden van de Ford Fiesta en de man, die beschouwd wordt als de verbindingsman tussen VMO en het Front. Van de zes ‘motards’ heeft men geen spoor. Volgens de magere gegevens ging het om VMO-leden uit het Antwerpse, meer bepaald Deurne.

De verbindingsman is Jean-Philippe Van Engeland, 27, woonachtig te Sint-Lambrechts-Woluwe, te Antwerpen veroordeeld als actief VMO-lid die tevens te Brussel terecht stond in de zaak van het Front de la Jeunesse maar die toen werd vrijgesproken. Hij ontkent hardnekkig. En ‘Popeye’, de leider van het commando, valt hem nu ter zitting bij. Volgens Yves 'Popeye' Trousson was de opdrachtgever niet Van Engeland maar ... Armand S., de jongeman die de hele zaak verklikt heeft. Nochtans, in het begin heeft hij bekend dat Van Engeland de opdrachtgever was. “Ik werd geslagen door de politie”, zegt hij nu. Maar klacht heeft hij niet ingediend.

Popeye

Yves Trousson, 30 jaar geleden geboren in Brugge, leert nu in de gevangenis Nederlands. Hij hield een café open aan de Rogierlaan te Schaarbeek, de ‘Cross Inn Pub’. “Maar daar kwamen alleen Europeanen, de rest heb ik aan de deur gezet”, zegt hij fier. Een kleine man met een zwart baardje en dikken laarzen is het. In zijn café, waar mensen die denken zoals hij de beste klanten zijn, werden de plannen gesmeed voor een commando, dat aanslagen zou plegen op moskeeën en andere Arabische centra te Brussel. Tot Trousson van iemand een ‘beter’ voorstel kreeg: de aanslag bij Pour, het nieuw-linkse weekblad dat zich met de revelaties over trainingskampen van privémilities de haat van VMO en Front op de hals had gehaald.

Tweede betichte is Michel van Hove, een 23-jarige gewezen rijkswachter, smal, keurige snor. Hij werd bij de rijkswacht aan de deur gezet nadat hij eens tijdens een vrouwenkwestie zijn dienstwapen afvuurde. De Ford Fiesta was van hem. Hij bleef aan het stuur.

Derde betichte is ‘Kale Fernand’, Fernand Urbain, een buurman van Trousson en een stamgast. Veertig jaar precies, inderdaad kaal, een brilletje op de neus, een typische ambtenaar. Toch is hij doorgedrongen in het brandend gebouw om er nog wat machines stuk te slaan.

Samen met 'Flupke' Van Engeland (bijna iedereen heeft een bijnaam in die kringen) zitten zij op de betichtenbank. Wat niet betekent dat het onderzoek is afgesloten: er blijft een onderzoek aan de gang tegen X, dat zijn dan de zes motorrijders en de opdrachtgevers.

Schuiloord

Trousson, Van Hove en Urbain hebben hun rol bekend. “Maar de molotov-cocktails werden klaargemaakt door de motorrijders, in de winkel van de bijzit van Armand S.”, zeggen zij, “aan de Josephatstraat”. “Armand S. heeft mij de plannen van de drukkerij gegeven”, verklaart Trousson nu en Urbain, die er getuige van was, bevestigd dat.

“Onmogelijk”, roept meester Michel Graindorge (voor de burgerlijke partij) uit “u zou Armand S. moeten zien, u zou begrijpen dat hij het brein niet kan zijn van die brandstichting”.

Men wil dus S. oproepen als getuige. Maar sinds hij aan het klikken ging, houdt hij zich schuil. Zal men hem vinden voor de zitting van vrijdag?

De rechtbank, voorgezeten door rechter Liesse, hoorde wel de getuigenis van Jean-Claude Garot, hoofdredacteur en eigenaar van Pour, die op eigen houtje ook een onderzoek had ingesteld. Hij had aan de politie drie sporen gegeven:

  • een zaak van Roze Balletten in de buurt van Nijvel, die op niets uitdraaide (maar de speurders wel een paar dagen Azurenkust in volle zomer opleverde);

  • het spoor van het Front de la Jeunesse;

  • en ten slotte het spoor ‘CEPIC-PDG’ zoals hij het noemt: sommige personaliteiten uit de rechtse Franstalige christendemocraten, verweven in een dossier van een fictieve firma, zouden bindingen hebben met het Front de la Jeunesse, met terroristen uit Duistland, met Haïti, Libanon en noem maar op.

Men volgde dat spoor niet verder omdat op zeker ogenblik de politie op het spoor kwam van vader S., een buschauffeur, die zich ergens had laten ontvallen dat zijn zoon meer afwist van de brand.

De getuigenis van de heer Garot is vervelend, vol zinspelingen en halve waarheden. Hij laat verstaan dat de politie niet vlug genoeg heeft gehandeld en niet ver genoeg is gegaan.

Voorzitter Lierse roept dan de leden van de gerechtelijke politie, die de zaak hebben behandeld, op als getuige. Officier V. en inspecteur S. geven een eerlijk, volledig beeld van hun onderzoek, al geven zij toe dat zij vooral de opdrachten hebben uitgevoerd van de onderzoeksrechter, in dit geval de heer de Biseau d’Hauteville. Die zal vandaag vrijdag als getuige gehoord worden, misschien samen met Armand S.

Bron: Het Laatste Nieuws | 21 mei 1982

1,369

(20 replies, posted in Organisaties)

Merovinger wrote:

Diezelfde Everaert werd nu aangehouden door de BOB van Brussel. Hij wordt verdacht van oplichting en verduisteringen. Hij was tevens leider van het ‘Syndicats des Indépendants et Artisans’. Voor dit syndicaat en voor zijn ‘Moniteur’ ronselde hij overal gelden en publiciteit, waarvan de opbrengst wellicht belandde in de kas van het ‘Jongerenfront’.

Nog een leuk weetje over Jean Everaert en diens bezigheden:

Bij verzoekschrift gedagtekend Brussel, 3 februari 1981, vraagt de heer Everaert Jean, directeur-generaal van het Syndicaat van Zelfstandigen en Ambachtslieden, dat de Wetgevende Kamers onverwijld een wet aannemen tot regeling van de toegang tot het beroep van bloemenverkoper.

Besluit: Verzonden naar de Vice-Eerste Minister en Minister van Middenstand

Bron: Lijst van de verzoekschriften onderzocht door de Commissie van Verzoekschriften van de Kamer van Volksvertegenwoordigers | 10 mei 1981

1,370

(20 replies, posted in Organisaties)

Publiciteitsronselaar van Jongerenfront wegens oplichting in gevangenis

‘De pen ten dienste van recht en waarheid’, dat was het devies van ‘Le Moniteur de l’Indépendant’, een uiterst-rechts maandblad dat in de jaren 1980 en 1981 te Brussel verscheen. Hoofdredacteur was Francis Dossogne, voorzitter van het Front de la Jeunesse, maar de stuwende kracht van de uitgave was de directeur, Jean Everaert, 33 jaar.

Diezelfde Everaert werd nu aangehouden door de BOB van Brussel. Hij wordt verdacht van oplichting en verduisteringen. Hij was tevens leider van het ‘Syndicats des Indépendants et Artisans’. Voor dit syndicaat en voor zijn ‘Moniteur’ ronselde hij overal gelden en publiciteit, waarvan de opbrengst wellicht belandde in de kas van het ‘Jongerenfront’.

Het is wellicht ook als beheerder van zijn zogezegd middenstandssyndicaat dat Everaert oplichtingen zou hebben gepleegd ten nadele van banken in België, Luxemburg, Spanje, Nederland en Frankrijk. Hij werd ook door de politie van deze landen gezocht. Even voor zijn aanhouding zou Everaert nog een cheque van een kwart miljoen hebben verzilverd.

Everaert was al eerder met het gerecht in aanraking geweest, namelijk in 1974 toen hij vijf jaar gevangenis kreeg wegens verscheidene diefstallen met geweld, gepleegd door een jeugdbende. In 1979 richtte hij dus de ‘Moniteur’ op en het bijhorend ‘syndicaat’, twee dekmantelorganisaties voor het Front de la Jeunesse. De anti-racistische en anti-syndicale ideeën van het Front kwamen ruim aan bod in de ‘Moniteur’, waaraan trouwens Frontleden zoals Francis Dossogne, Michel Verstuyft en Jean-Luc Van Campenhout meewerkten.

In april 1981 kwam het op de redactie van de ‘Moniteur’ tot een zwaar conflict tussen Everaert en zijn ‘directeur public-relations’, de Fransman Gérard Deslandes. Deslandes werd zo zwaar onder handen genomen door Everaert dat de Fransman met een ziekenauto naar het ziekenhuis moest worden gebracht. Eens hersteld diende Deslandes klacht in tegen Everaert wegens slagen maar ook wegens oplichting, want Deslandes publiciteitsronselaar van de ‘Moniteur’, wist wel waar het geld vandaan kwam en waar het naartoe ging.

Dat betekende meteen het einde van de ‘Moniteur’ maar blijkbaar niet van Everaert, die zich bleef uitgeven als leider van een groot middenstandssyndicaat of als journalist. Hij zou grote kredieten hebben opgetrokken bij Belgische en buitenlandse banken, kredieten die hij niet kon inlossen.

Het is niet duidelijk of Everaert sinds april 1981 uitsluitend in eigen naam of ook nog voor het Front zou hebben gewerkt.

Bron: Het Laatste Nieuws | 19 mei 1982