Omwille van bepaalde uitspraken van Michel Libert (o.a. de verwijzingen naar een "Teutoonse orde" die boven WNP zou hebben gestaan), de gekke fratsen van Wachtelaer en de WNP-uitstapjes naar zonnewenden allerlei, heb ik wat research gedaan over de rol van occulte theorieën in (neo)nazi activiteiten. Voor wat het waard is:
De opkomst van het nationaal-socialisme kan moeilijk los gezien worden van de invloed van een aantal occulte kringen die zich rond de eeuwwisseling hadden gevestigd in Duitsland en Oostenrijk en de basis legden voor de antisemitische en eugenetische programma's van nazi-Duitsland. De mate van invloed op Hitler staat onder discussie, maar Heinrich Himmler en Alfred Rosenberg waren overduidelijk in deze sfeer te plaatsen. Het ariosofische en armanistische gedachtengoed dat in dergelijke kringen verkondigd werd, werd in grote mate ontwikkeld door runen-adept Guido von List (1848-1919) en verder uitgebouwd door Jörg Lanz von Liebenfels (1874-1954). Het ontwikkelde zich tot een bizarre samensmelting van Germaanse mythologie, de Arische rassenleer van Arthur de Gobineau (1816-1882), de Vril-mythologie van Edward Bulwer-Lytton uit 1871 en de theosofische leer van madame Blavatsky (1831-1891).
Blavatsky had het ondermeer over Atlantis, Shambhala en de "Verborgen Meesters", een esoterische leer die in verband te brengen is met ondermeer de Rozenkruisers en de verhalen rond de Aziatische ondergrondse theocratie Agartha (zie ook de latere invloed hiervan op Luc Jouret en de Orde van de Zonnetempel), voor het eerst gelanceerd door Louis Jacolliot in 1873 en verder uitgewerkt door Joseph-Alexandre Saint-Yves d’Alveydre (1886), Ferdinand Ossendowski (1922) en René Guénon (1927). Theosofie, welke vormend was voor de ariosofie, raakte sinds de oprichting van het Duitse theosofische gezelschap in 1884 steeds meer in de belangstelling, met als kopstukken ondermeer Franz Hartmann en Rudolf Steiner, dewelke in 1913 zijn, door Rudolf Hess bewonderde, antroposofische beweging oprichtte na een breuk met Annie Besant, omwille van haar meer hindoeïstische interesses. Het theosofische swastika-symbool werd voor het eerst in een Duitse publicatie gebruikt door Hartmann, namelijk op de cover van zijn tijdschrift Lotusblüten. Hiernaast was er in Duitsland en Oostenrijk sinds het eind van de 18de eeuw, vooral in vrijmetselaarmiddens, een heropflakkering van de verhalen rond de Tempeliers en de Rozenkruisers, bijvoorbeeld in de Berlijnse Gold- und Rosenkreuz waartoe koning Frederick Wilhelm II van Pruisen en Johann Christoph von Wöllner hadden behoord.
Franz Hartmann lag, samen met Theodor Reuss en Karl Kellner, tussen 1895 en 1906 aan de basis van de Ordo Templi Orientis, dewelke via William Wescott banden had met de Hermetic Order of the Golden Dawn. Lanz von Liebenfels stichtte in 1900 de Ordo Novi Templi (Neutempler-Orden) in het slot Werfenstein en publiceerde, samen met Harald Grävell von Jostenoode, tussen 1905 en 1917 het tijdschrift Ostara, waarvan gezegd wordt dat Hitler een lezer was tijdens zijn Weense jaren. In 1907 stichtte Ludwig Fahrenkrog de Germanische Glaubens-Gemeinschaft, dewelke de swastika als symbool gebruikte.
In 1908 werd het armanische Guido-von-List-Gesellschaft opgericht, met steun van Lanz von Liebenfels maar ook van de industrieel Friedrich Wannieck, de Weense burgemeester Karl Luegger, de theosofen Hugo Göring en Harald Arjuna Grävell van Jostenoode, de esoterische filosoof Max Seiling en Paul Zillmann, Meester van een Berlijnse occulte loge. De Wannieck-familie zorgde bij de inauguratie voor een groot deel van de financiering. Tussen 1908 en 1912 trad het Weense thesofische gezelschap toe en werden ondermeer Beranek, Philipp Stauff, Franz Hartmann en Karl Heise lid. In het gezelschap was er een beperktere kring te vinden, namelijk de Hoher Armanen Orden.
In 1912 werd vervolgens de occulte völkische Teutonenorde (alias Germanenorde) gesticht door Theodor Fritsch en occultisten zoals Philipp Stauff en Hermann Pohl. Deze elitaire orde was op vrijmetselarij gebaseerd, had de swastika als symbool, verkondigde magisch-esoterische en ariosofe theorieën en hield zich bezig met neopaganistische rituelen zoals zonnewendes. In 1916 splitste de orde in een "loyalistische" Germanenorde onder grootmeester Eberhard von Brockhusen en een alternatieve Germanenorde "Walvater van de Heilige Graal" onder Hermann Pohl. Tot deze laatste orde behoorde de mystieke vrijmetselaar Rudolf von Sebottendorf, een aanhanger van von List en von Liebensfels, die de Beierse tak in 1918 onderbracht in het Thule-Gesellschaft van Walter Nauhaus.
Deze organisatie bevond zich in München, had op haar hoogtepunt zo'n 1500 Beierse leden en werd bezocht door ondermeer Dietrich Eckart, Alfred Rosenberg, Karl Harrer, Gottfried Feder en Rudolf Hess. Het Thule-Gesellschaft was opgedragen aan de god Walvater, had de swastika als één van haar symbolen en was een platform voor de esoterische theorieën over Ariërs en Hyperborea. De profetie van von List over een Germaanse Messiah die Duitsland zou redden na WOI was er ingeburgerd, ondermeer bij Dietrich Eckart aan wie Hitler "Mein Kamf" zou opdragen. De meeste leden waren echter vooral geïnteresseerd in antisemtisme en anti-communisme en veel minder in de occulte zaken. Er was echter ook sprake van een Wahrheitsgesellschaft of Vril-Gesellschaft in Berlijn, die een meer occulte groep binnen het Thule-Gesellschaft zou zijn geweest dewelke in contact zou hebben gestaan met de orde van de Golden Dawn en waartoe Karl Haushofer zou hebben behoord. Het bestaan van dit Vril-Gesellschaft is echter speculatief en kon nooit éénduidig worden aangetoond. Sebottendorf plande in 1918 de ontvoering van de Beierse socialistische premier, Kurt Eisner, wat echter faalde.
Tijdens de Beierse revolutie van april 1919 was er sprake van een mislukte couppoging door het Thule-Gesellschaft, waarop zeven leden door de communisten werden geëxecuteerd, waaronder Nauhaus, gravin Heila von Westarp en prins Gustav von Thurn und Taxis. Nadat Karl Harrer in januari 1919 contact gelegd had met de Politischer Arbeiterzirkel van Anton Drexler werd met financiële steun van het Thule-Gesellschaft de Deutsche Arbeiterpartei opgericht, waartoe Hitler in hetzelfde jaar toetrad en die hij omvormde tot de NSDAP in 1920. Een lid van de Thule-beweging, Friedrich Krohn, koos trouwens de swastika als symbool voor de nazi-partij (dewelke door Hitler zelf omgezet werd in een rechtsdraaiende variant). De officiële nazi-krant, de Völkischer Beobachter, had Harrer als redacteur en vond zijn oorsprong in de Münchener Beobachter die in 1918 in bezit was gekomen van het Thule-Gesellschaft. Al snel verlieten von Sebottendorf en Harrer de Thule-organisatie, die in 1925 werd opgeheven.
In 1932 werd de Lumenclub opgericht in Wenen, waarvan de leden overlap vertoonden met de Neutempler-Orden van Lanz von Liebenfels, en die de toen nog illegale nazi-partij in Oostenrijk hielp uitbouwen. De Lumenclub en de Neutemplar-Orden werden echter, net als vele andere sektarische groepen, opgeheven op bevel van Reinhard Heydrich in zijn strijd tegen vrijmetselarij en andere geheime genootschappen sinds 1934. Wel zorgde de Deutsche Glaubensbewegung tijdens de periode 1933-1945 nog voor een propagatie van de ariosofische theorieën. Deze beweging werd gesteund door Rudolf Hess, had zo'n 200.000 volgelingen en stond onder leiding van Jakob Wilhelm Hauer, een professor aan de universiteit van Tübingen. Ze propageerde een religie met Arische, Noordse en Hindoeïstische elementen ter vervanging van het Christendom. De belangrijkste occultistische invloed op de nazi-top, Karl Maria Wiligut, verdween echter in 1939 van het toneel en ook Alfred Rosenberg en Heinrich Himmler esoterische accenten werden geleidelijk minder duidelijk. Himmler's rol in Ahnenerbe en de SS-rituelen in Wewelsburg laten echter wel zien dat hij doordrongen bleef van het occulte.
Ook na WOII bleef ariosofisch gedachtengoed een belangrijke onderbouw van extreemrechtse groepen, zoals de in 1976 door Adolf Schleipfer opgericht Armanen-Orden, geïnspireerd door von List, of de Artgemeinschaft van Jürgen Rieger. Het Thule-Gesellschaft vond een vervolg in het naoorlogse en "Nieuw Rechtse" Thule Seminar van Pierre Krebs, dewelke de zwarte zon uit de Arische mythologie gebruikt als symbool. In de jaren '80 werd de Tempelhofgesellschaft opgericht door leden van de neonazistische "Erbengemeinschaft der Tempelritter", onder leding van voormalige politieagent Hans-Günter Fröhlich. In de jaren '90 werd een nieuwe tak van het Tempelhofgesellschaft opgericht in Wenen door Norbert Jurgen-Raththofer en Ralft Ettl, waar concepten als Vril, Atlantis en ariosofie opgenomen werden in een buitenaardse kosmologie. Ralf Ettl sticht ook de Freundeskreis Causa Nostra.
Ook de mythologie rond tempeliers is steeds een dankbaar element gebleven. Verschillende temperlierorden lijken een dekmantel geweest zijn te zijn voor politiek-gerichte activiteiten uit extreem-rechtse hoek, waarbij de leden vaak een hergeboorte van "het Westen" voor ogen hadden. Zo zouden er verbanden gevonden zijn geweest tussen een aantal mystieke orden zoals de rosenkruiserorganisatie AMORC en de Ordre Rénové du Temple (ORT) met de CIA, de P2-loge, de SAC, de (corsicaanse) maffia en internationaal terrorisme, door Marie-Rose Baleron de Brauwer, een commissaris van de DST in Nice. Deze laatste was de verloofde van Serge Hutin (1927-1997), een vrijmetselaar, CNRS-onderzoeker, esoterische auteur en samen met Baleron een bewonderaar van Aleister Crowley. Baleron kwam om op 27/10/1972 tijdens een verdacht vliegtuigongeluk op weg naar Clermont-Ferrand, mogelijk om de volgende dag deel te nemen aan een grote AMORC-vergadering, gezien ze zelf een AMORC-vertegenwoordiger was voor de streek van de Puy de Dôme.
Mogelijk zou ze het er willen hebben gehad over de dubieuze praktijken van de ORT, opgericht door AMORC-grootmeester Raymond Bernard. Ze zou een dossier in een aktentas vastgeketend rond haar pols hebben gehad, dewelke na het ongeluk verdwenen was en waarbij de pols gebroken was. In juli 1974, zou ORT-kopstuk Origas in de orde een tekst hebben laten circuleren waarin stond dat "een vrouw zich verzet had tegen de ontwikkeling van de orde en gestorven was in een ongeluk" (André van Bosbeke, p. 87). De aantrekkingskracht van de tempeliers op neonazi's is ook zichtbaar geweest in WNP (zie vooral Libert) en recenter bij Breivik. Ook de sudist Christian B. lijkt op zijn Facebookpagina te dwepen met de tempeliers.