Martin Holland wrote:En voor zover ik de geschiedenisboeken er op nasla, is er vlak na november 1985 niet ineens iets gebeurd in de regering of politiek of wat ook dat het idee geeft dat het doel bereikt was.
In de biografie van Martens lezen we hierover:
In de bres voor hervormingen
Na de opluchting kwam de bezinning. Ondanks de feitelijke onthoofding van de CCC bleven er te veel onopgeloste misdrijven om van een overwinning te spreken en terug te keren naar de klassieke criminaliteitspolitiek van laissez faire, laissez passer. Bij de start van mijn nieuwe regering eind 1985 beseften wij dit uiteraard ook en daarom stuurden wij aan op een dringende versterking van het ordehandhavingsapparaat.
In de regeringsverklaring die ik op 29 november 1985 voorlas voor Kamer en Senaat, kaartte ik het veiligheidsprobleem nadrukkelijk aan: ‘In het laatste kwart van de twintigste eeuw hebben de West-Europese landen af te rekenen met een dubbele uitdaging. Enerzijds wordt het welzijn van hun bevolkingen in het gedrang gebracht door een lange economische crisis, waar ze thans met moeite uitraken. Anderzijds wordt hun veiligheid bedreigd door opeenvolgende gewelddaden waartegen zij zich op doelmatige wijze moeten verweren.’
Ik pakte ook uit met een aantal ambitieuze voornemens: ‘De veiligheid van de burgers is essentieel in een Rechtsstaat. De regering zal de maatregelen die door de vorige regering reeds werden beslist, integraal uitvoeren. Zij zal erop toezien dat alle betrokken veiligheidsinstanties over de nodige mankracht, institutionele en budgettaire middelen beschikken. Met dit doel zal de regering bijkomende maatregelen treffen. De samenwerking en de coördinatie van de politiediensten, een betere verdeling van hun taken, de centralisering van de vervolging en van het gerechtelijk onderzoek van de zware misdaad, de verbetering van de preventie, van de vorming en van de uitrusting, zullen hierbij centraal staan. Tevens zal zij, in de strijd tegen het geweld en het terrorisme, een gecoördineerd optreden op Europees en internationaal vlak aanmoedigen.’
Het regeerakkoord bleef geen dode letter want al op 14 februari 1986 kondigden we een pakket extra veiligheidsmaatregelen aan. We beslisten om een aanvullend krediet van bijna 8 miljard frank (200 miljoen euro) uit te trekken om de uitrusting van vooral de rijkswacht te verbeteren. De patrouilles zouden worden uitgerust met kogelvrije vesten, zwaardere bewapening en snelle Golf GTI's, de beruchte wagen van de Bende van Nijvel. Daarnaast zouden de transmissiesystemen van rijkswacht, politie en gerechtelijke politie worden vernieuwd en op elkaar worden afgestemd. En er kwam ook een gestroomlijnd politiealarm.
Als een verder gevolg verwijst Martens ook naar de commissie aan die de ordediensten na al deze gebeurtenissen moest doorlichten, wat een weinig flatterend beeld schetste en de 'politieoorlog' blootlegde.