De wetenschappelijke uitleg over het forensisch DNA-onderzoek en de steeds toenemende mogelijkheden hieraan verbonden zijn duidelijk niet altijd behapbaar.
Daarom… hier een stukje uit “Forensisch onderzoek voor dummies”, dat een duidelijke uitleg geeft over een van de recentste nieuwe ontwikkelingen die vanaf eind vorig jaar ook toegepast wordt op de DNA-stalen die samen gesteld zijn uit de forensische sporen van het onderzoek naar de zogenaamde ‘Bende van Nijvel’:
Grootmoedertje, wat heb je grote oren...
Mitochondriaal DNA
Mitochondriaal DNA is een extreem handige aanvulling voor de forensische greedschapskist. Het helpt bij de identificatie van daders en stoffelijke overschotten. Bovendien is het ook handig voor het vaststellen van afstamming.
Het DNA dat wordt gebruikt bij standaard-DNA-onderzoek is zogeheten nuclear DNA. Het kan uit elke cel worden gehaald die een celkern heeft. Maar cellen bevatten ook niet-nuclear DNA. Dit DNA wordt aangetroffen in de mitochondriën. Mitochondriën zijn kleine zogenoemde organellen die zich ophouden in het cytoplasma van de cel en fungeren als de energiecentrale van de cel. In de mitochondriën zit maar een kleine hoeveelheid DNA, maar elke cel heeft veel mitochondrien. Mitochondriaal DNA is om meerdere redenen belangrijk.
Mitochondriaal DNA:
gaat aan de moederskant van generatie op generatie over;
muteert slechts zelden;
wordt gevonden op plekken waar geen nucleair DNA voorkomt;
Is buitengewoon duurzaam.
Je mitochondriaal DNA (mtDNA) wordt onveranderd van je moeder geërfd en alleen van je moeder. Zij kreeg haar mtDNA van haar moeder en haar moeder kreeg het weer van haar moeder enzovoort. Bij de bevruchting levert de eicel van de moeder de cel en de helft van het DNA, maar de zaadcel levert alleen de andere helft van het DNA. De zaadcel wordt afgebroken en verdwijnt zodra het genetisch material is doorgegeven aan de kern van de eicel. Zodoende komen alle onderdelen van de zich ontwikkelende zygote (bevruchte eicel) van de moeder vandaan, inclusief de mitochondriën. Bij de deling en vermenigvuldiging van de cel worden deze mitochondriën steeds weer gekopieerd en doorgegeven en dat betekent dat alle cellen van het lichaam identiek mtDNA bevatten.
Men denkt dat mutatie van mtDNA gemiddeld slechts eenmaal per ongeveer 6500 jaar optreedt. Het mtDNA is dus extreem stabiel en dat betekent dat jouw mtDNA zo goed als identiek is aan dat van je moeder, je overgrootmoeder en je voorouders aan moederskant van duizend jaar geleden. Je kunt dus aan moederskant nauwkeurig vele generaties lang je afstamming traceren. Omdat mDNA zo duurzaam is, kunnen wetenschappers het vaak uit de beenderen en tanden van zeer oude skeletten halen en op die manier gebruiken om de afstamming van skeletresten te bepalen en die te identificeren.
Mitochondriaal DNA wordt ook aangetroffen in sommige weefsels waar geen DNA voorkomt. Haar bestaat bijvoorbeeld voornamelijk uit dood celmateriaal. Het enige levende deel van haar is het haarzakje. De cellen van de haarzakjes bevatten nuclear DNA, dat kan worden gebruikt voor DNA-onderzoek. Haar dat uit de hoofdhuid is gerukt kan dus nuclair DNA opleveren.
Maar wat moet je als het haar is afgeknipt en er geen haarzakje aan vastzit? Geen paniek!
Bij het groeien van haar vermeerderen de cellen van het haarzakje zich, veranderen ze en worden ze opgenomen in het groeiende haar. Onderdeel van deze verandering is het verlies van de kern uit elke cel. Hoewel haar dus geen nuclear DNA heeft, kan het dode celmateriaal dat wordt opgenomen in de haarschacht wel mDNA bevatten. In dat geval kan dat worden geëxtraheerd en gebruikt voor de identificatie van de persoon van wie het haar afkomstig is.