Koffermoord in VS na 50 jaar opgelost: zelfde DNA-techniek ook in Nederland
In Amerika is een vijftig jaar oude koffermoord opgelost na nieuw DNA-onderzoek. In Nederland kan dit ook, laat DNA-deskundige Lex Meulenbroek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) weten. Sterker nog, het gebeurt al. Er loopt op dit moment een pilot voor twee grote Nederlandse cold cases.
Eerst even over het recente Amerikaanse onderzoek. Op de ochtend van 13 juni 1973 vonden vissers in de baai van San Diego een oranje koffer. Toen ze die openmaakten, stuitten ze op de resten van een vrouwenlichaam. Uit autopsie bleek dat de vrouw was vermoord, maar om wie het ging, kon in die tijd niet worden vastgesteld.
Honderden zaken opgelost
Nu, 50 jaar later, na uitgebreid DNA-onderzoek, is de identiteit van de vrouw in de koffer bekend. Specialisten maakten hiervoor gebruik van de huidige DNA-technieken en genealogisch onderzoek. Dit heeft de afgelopen jaren in Amerika tot honderden opgeloste cold cases geleid.
Ook in Nederland wordt deze techniek nu gebruikt. De rechtbank Limburg heeft in september toestemming gegeven om genealogische DNA-databanken voor verwantschapsonderzoek te gebruiken in twee cold case-zaken. Het is een pilot van het Openbaar Ministerie (OM), de politie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
Heuvelmoord
De eerste cold case is een woningoverval uit 2004 waarbij een echtpaar in huis op brute wijze werd overvallen. Een onbekende man ging hen te lijf met onder meer een zaag. De 68-jarige man overleed ter plaatse aan zijn verwondingen. Zijn vrouw belandde in coma, waaruit ze na tien dagen ontwaakte. Deze 'Heuvelmoord' kreeg landelijke bekendheid, maar is nog steeds niet opgelost.
De andere zaak is een onderzoek naar een onbekende overleden vrouw. Haar lichaam werd in 2013 gevonden bij de Pietersplas in Maastricht. Na lang onderzoek is nog steeds niet bekend wie deze vrouw is.
In beide zaken wordt een verwantschapsonderzoek gedaan in genealogische DNA-databanken, een ultieme poging de zaken op te lossen. "De forensische DNA-technologie in Nederland is ontzettend goed. Technisch kunnen we minstens evenveel als de Amerikanen", zegt Lex Meulenbroek van het NFI. "De ontwikkelingen gaan razendsnel. Met de nieuwste technieken halen we steeds meer informatie uit sporen. Bij DNA-sporen die in de jaren 80, 90 of 2000 geen bruikbaar profiel opleverden, lukt dat nu vaak wel. Of we nemen met nieuwe technieken opnieuw DNA af van bijvoorbeeld een bewaard kledingstuk. Zo worden met enige regelmaat oude zaken opgelost."
Verwantschapsonderzoek
Bij de gebruikelijke onderzoeksmethode worden DNA-profielen vergeleken met sporen en personen in de DNA-databank voor strafzaken. Mocht hier geen match uit komen, dan volgt een uitwisseling met databanken van strafzaken uit 26 Europese landen. "Het bereik is daardoor groot, we vergelijken DNA-profielen met zo'n 12 miljoen mensen in Europa", zegt Meulenbroek.
"Stel dat dit niet tot een oplossing leidt, dan kan vervolgens een verwantschapsonderzoek plaatsvinden in de databank voor strafzaken of, als dat niets oplevert, zelfs onder de bevolking. Zo zijn uiteindelijk zaken zoals de Kralingse bosmoorden, de prostitutiemoorden, en de moorden op Marianne Vaatstra, Milica van Doorn en Nicky Verstappen opgelost."
Ultieme stap
En nu is er dus een pilot met een opsporingsmethode die in Nederland voor het eerst wordt gebruikt; verwantschapsonderzoek via genealogische DNA-databanken. Dat zijn databanken waarin mensen vrijwillig hun DNA afstaan door zelf met een testkit wangslijm af te nemen en in te sturen. Dit doen ze omdat ze bijvoorbeeld familie zoeken of hun stamboom in kaart willen brengen. "Het is de ultieme stap die je zou kunnen doen als alles geprobeerd is en niets heeft geleid tot een naam."
Door het DNA uit een strafzaak te vergelijken met dat van personen in de genealogische databanken kunnen (verre) verwanten van deze persoon in beeld komen. De vijf bekendste genealogische DNA-databanken staan in de Verenigde Staten. Twee daarvan hebben hun gebruikers toestemming gevraagd om onder bepaalde voorwaarden mee te werken aan een zoekvraag van justitie.
Bij de ene hebben zo'n 600.000 mensen hiervoor toestemming gegeven, bij de ander zo'n 1,3 miljoen, zegt Meulenbroek. "Dit is ook voor ons interessant, omdat veel deelnemers Noordwest-Europese roots hebben, omdat hun voorouders naar Amerika zijn geëmigreerd. Deze verre verwanten in de databanken kunnen leiden naar iemand die we hier zoeken."
Andere methode
Deze methode werkt anders dan het gebruikelijke forensische DNA-onderzoek, vertelt Meulenbroek. "Je maakt een ander profiel, een zogenoemd SNP-profiel. Dat is veel gedetailleerder dan een 'normaal' profiel waarmee we vergelijkend DNA-onderzoek doen. Daarmee kunnen we alleen eerste- of hooguit tweedegraadsfamilieleden vinden."
Met zo'n SNP-DNA-profiel kun je ook hele verre verwante personen vinden. "Het SNP-profiel dat we gebruiken bestaat uit zo’n 800.000 bouwstenen van het DNA. Die zijn weergegeven als letters. Met deze specifieke DNA-lettercode kun je heel goed verwantschap aantonen, zelfs als het hele verre verwanten zijn, die mogelijk ook nog andere achternamen hebben."
Ingewikkelde puzzel
Deze DNA-lettercode kun je uploaden in de twee Amerikaanse databanken waar mensen toestemming hebben gegeven voor een vergelijking. "Je krijgt een lijst terug met mensen die verwant zijn." Vervolgens gaan genealogen aan de slag met het stamboomonderzoek. "Dat kan een ingewikkelde puzzel zijn: ze kijken eerst naar de gemeenschappelijke voorouders en volgen vanuit daar hun weg naar beneden, die hopelijk uitkomt bij één of twee personen die de dader of onbekende dode kunnen zijn."
Meulenbroek wil duidelijk zijn: de namen in de stamboom zijn geen onderwerp van het onderzoek. "Er blijft vaak maar één of hooguit een paar mensen over die de dader zouden kunnen zijn. Als de verdenking overtuigend genoeg is, zouden die dan DNA moeten afstaan voor het standaard forensisch DNA-onderzoek om te vergelijken met het DNA-profiel van het spoor."
Bekende zaken opgelost
Met zo'n genealogisch onderzoek zijn bekende zaken opgelost, zoals die van de zogenoemde Golden State-killer, een Amerikaanse seriemoordenaar. Maar ook in Zweden is op deze manier een dubbele moordzaak na jaren opgelost.
"Het is een ultiem middel, maar in Nederland is deze methode nog niet eerder uitgeprobeerd. De pilot die wij nu doen is om de technische, organisatorische, juridische en ethische aandachtspunten te onderzoeken, en op basis daarvan te bepalen of deze methode vaker ingezet kan worden."
Privacygevoelig
Maša Galič, universitair docent privacy en strafprocesrecht aan de VU Amsterdam, heeft eerder tegen RTL Nieuws haar bedenkingen geuit over deze opsporingsmethode. "DNA-data is hele gevoelige informatie. Het geeft niet alleen informatie over een individu, maar over vele anderen die genetisch gelinkt zijn aan het individu", zei ze. "Zo'n vergaande onderzoeksmaatregel die het privéleven van zoveel individuen raakt, is erg privacygevoelig. Ik zeg niet dat het niet gebruikt zou moeten worden, want het is wel gerechtvaardigd in bepaalde zaken, maar de wettelijke grondslag voor het gebruik van deze bijzondere persoonsgegevens moet wel specifiek genoeg zijn."
In Amerika wordt deze opsporingstechniek vaker toegepast. Lex Meulenbroek: "Ik denk dat het daar al tot zo'n 550 doorbraken in cold cases heeft geleid. Hierbij moet wel vermeld worden dat het Amerikaanse systeem anders werkt. Elke staat heeft zijn eigen regelgeving, processen en politiesysteem. In Nederland hebben we een meer gecentraliseerd systeem. Ons oplossingspercentage ligt hoger en we hebben in verhouding minder cold cases. Maar er zijn er nog genoeg hoor, hopelijk helpen de nieuwe opsporingsmethoden om ook deze zaken uiteindelijk op te lossen."
Bron: RTL Nieuws | 3 november 2023