Marcel Habran: De laatste peetvader spreekt
Hij rijdt vandaag met een gammele Renault Twingo, niet meer in een Ferrari zoals tien jaar geleden. Zijn kasteel in het Franse Maton heeft hij geruild voor een piepkleine flat in Etterbeek. Maar als 'Le Grand Marcel' binnenkomt in het chique café Kwak in Sint-Lambrechts-Woluwe, kijkt iedereen nog altijd naar hem. De vrouwen in de eerste plaats. Habran ziet er afgetraind uit. 'Elke dag sport. Lopen en in de gym. Anders word ik gek.' Hij lijkt op de acteur Jean-Paul Belmondo, weggelopen uit een oude Franse gangsterfilm met alleen maar sympathieke boeven. 'Zeg maar Marcel tegen mij, we gaan hier niet onnozel doen, hè. Ge moet geen schrik van mij hebben.'
Maar schijn bedriegt. Volgens banditisme-experts is Marcel Habran al veertig jaar de peetvader van de Belgische misdaad. Gewapende overvallen, afrekeningen. Noem maar op. Een gangster zoals ze bestonden in een ver verleden en zoals er in de toekomst nooit meer een zal zijn. Hij heeft zelf de tel niet bijgehouden, zegt hij, maar hij bracht meer dan twintig jaar van zijn leven in de cel door.
'Nee, ik heb nergens spijt van. Ook niet van al die jaren in de cel. Ik heb daar veel dingen over mezelf geleerd. Iedere keer dat ik binnen zit, sluit ik mijn ogen en leef ik verder in mijn hoofd. Ik overleef door te sporten. Alleen als je verliefd bent, is het erg om in de cel te zitten. Dan doet het pijn omdat je niet weet of je geliefde zal wachten. Als ik deze keer voor assisen tien jaar pak, is mijn leven voorbij, dat weet ik. Ik ben nu 75. Veel perspectieven heb ik dan niet meer. Maar als het me te veel wordt in de cel, dan kan ik nog altijd stoppen met leven. Aan de andere kant: als ik in mijn blootje voor de spiegel sta, zeg ik tegen mezelf dat het toch zonde zou zijn. Mijn lichaam ziet er nog maar twintig uit.' (lacht)
'Nee, ik ga klaar en duidelijk tegen de jury zeggen dat ze me moeten vrijspreken omdat ik niks te maken heb met alles waar ze me van beschuldigen. Wat ze ook mogen zeggen over mij: ik heb geen bloed aan mijn handen.' Marcel Habran, bijgenaamd 'Le Grand Marcel', haalt de schouders op. 'Ben ik de peetvader? Welnee, ze maken van mij iets wat ik niet ben. Ik ben Patrick Haemers niet. En Zorro, Rambo en Tarzan ook niet. Mijn advocaat zegt altijd: “Marcel is één van de vele sterren in het heelal., Mooi gezegd hé? Maar ik ben natuurlijk wel een beetje een narcist, en het streelt mijn ijdelheid als ze dat zeggen. Laat ik het zo stellen: het brengt me geen geld op, maar het doet me ook geen kwaad.'
Nieuwsdossiers » Proces Habran