‘Most wanted’-verdachte gaat vrijuit voor moordpoging omdat bewijsmateriaal ‘vochtig’ is: “Rechtsstaat onwaardig”
Een man die in 2005 werd veroordeeld tot een celstraf van 25 jaar voor een poging tot moord en jarenlang op de Belgische ‘most wanted’-lijst stond, ontsnapt aan zijn straf. Het bewijsmateriaal in zijn zaak blijkt namelijk in zo’n slechte staat dat er geen proces meer mogelijk is. Dat heeft het hof van assisen in Henegouwen woensdag beslist. “Een rechtsstaat onwaardig”, klinkt het.
Nicolas Theodorou (52) probeerde op 15 november 1999 in Hensies, nabij Bergen, samen met een kompaan twee garagehouders te vermoorden, om zo ongeveer 15.000 euro te kunnen stelen. Zijn kompaan werd snel opgepakt, en praatte Theodorou aan de galg. Maar die was al met de noorderzon verdwenen: de man leefde 17 jaar lang ondergedoken in een klein Grieks dorpje, tot hij in juni 2022 werd opgepakt.
Het hof van assisen veroordeelde Theodorou in 2005 bij verstek tot 25 jaar cel, maar na zijn arrestatie en uitlevering tekende de man verzet aan tegen zijn veroordeling. Hij claimde dat de redelijke termijn in de zaak verstreken was, maar dat argument veegde de rechtbank van tafel “aangezien de verdachte, door te vluchten, als enige verantwoordelijk is voor de periode van zeventien jaar die is verstreken tussen zijn veroordeling en zijn arrestatie”.
Het argument dat Theodorou niet langer in staat is om zijn verdediging afdoende te voeren, wordt echter wel weerhouden. De rechter wijst niet alleen op “de dood van een groot aantal getuigen, waaronder onderzoekers en het toenmalige hoofd van het onderzoek”, maar ook op de staat van het bewijsmateriaal in de zaak. Dat werd volgens de rechter “in betreurenswaardige omstandigheden” bewaard, “een rechtsstaat onwaardig”.
“Zo zijn elementen die verband houden met geweerschotresten niet bruikbaar, wat elke second opinion verhindert”, en is het strafdossier “onvolledig en onbruikbaar vanwege de vochtigheid van de ruimte waarin het werd bewaard”, “om nog maar te zwijgen van het feit dat andere documenten onleesbaar zijn”.
Onontvankelijk
De rechter besliste dan ook dat “de partijen geen gebruik konden maken van hun recht op een tegensprekelijk debat, zoals vereist in een rechtsstaat”, en kon naar eigen zeggen dus niet anders dan de zaak tegen Theodorou onontvankelijk te verklaren.
“De rechtbank kan niets doen om deze situatie te verhelpen, en de strafzaak die haar wordt voorgelegd kan daarom niet in aanmerking worden genomen zonder het recht van de verdachte op een eerlijk proces te schenden”, klinkt het.
Bron: Gazet van Antwerpen | 4 September 2024
De onderlijnde stukken in de tekst zijn eveneens van toepassing op het Bende van Nijvel-dossier.