En er is nog wat stof voor discussie. Volgens onderstaand uittreksel van een artikel van De Voorpost van 15 november 1985 was er de dag van de overval van Aalst een personeelsfeest van Delhaize gepland. Maar nog een ander belangrijker gegeven - dat mij tot nu toe onbekend was - is het feit dat niet alleen Eddy Nevens met zijn pistool naar de Golf heeft geschoten maar dat ook nog een collega van hem met een riot-gun naar de wegrijdende Golf heeft geschoten.
(...) Uitgerekend op de vooravond van een dag waarbij de wapenstilstand werd herdacht. Op de avond van de dag waarop Sint-Maarten op vele plaatsen op bezoek was en op dezelfde avond waarop een personeelsfeest van Delhaize voorzien was in “’t Snoeperke”, ironie van het noodlot. (…)
(...) Ondertussen werd vanuit het nabij gelegen café Roberts Place de politie gealarmeerd en de klanten werden naar de verdieping geloodst nadat de lichten gedoofd waren. Deze herberg ligt inderdaad vlak voor de uitrit van de parking.
Eens de brandkoffer in hun bezit trekken de gangsters weg. Ziekenwagens rukten reeds uit. Doch de moordlust van de overvallers is duidelijk nog niet geblust. De eerste komt uitkijkend uit het magazijn naar de parking gevolgd door de man van ruim 1,90m, die de zware last torst, waarna een derde in een geparkeerde wagen mensen ziet. Die wagen staat op het uiterste punt van de parking en behoort toe aan Dirk Nijs (28) uit het L.P. Boonwoonerf bij de Watertoren. Nijs wordt in zijn BMW doodgeschoten waarna de gillende dochter Elsie Nijs (9) eveneens wordt vermoord.
Twee gangsters vervoegen hun wagen en de derde schiet er maar op los. Al wat beweegt is voor hem een valabel doelwit. Zelfs een door de (storm)wind bewegende plaat. Donald Roelandt komt dan van niets wetende, de parking opgereden. Zoon Filip (14), die zijn vader gezelschap hield merkte gevaar. Donald draait in volle snelheid zijn wagen doch wordt door de gangsters beschoten. De zoon duikt op de vloer van de wagen en Roelandt geeft vol gas. In zijn wagen zagen we achteraf vier grote kogelgaten boven de achterruit op het onderste van het dak. Ook de rechterachterruit is stuk. De chauffeur krijgt twee kogels in het hoofd doch het beperkt zich tot vleeswonden. Hij geraakt nog tot aan de hoek aan café “Corner” en loopt terug naar het magazijn om zijn vrouw weg te halen. gelukkig is ze ongedeerd. Roelandt werd verzorgd en later op de avond zagen we hem bij zijn wagen terug, maar dan wel met een verband om zijn hoofd.
En dan komt de politie die de mensen toeroept dekking te zoeken. In dekking trekt de politieman zijn revolver. Een wapen waarmee hij niet op kan tornen tegen de goed uitgeruste overvallers. Vanuit de Golf met de geopende achterklep vuurt de inzittende dan onophoudelijk in alle richtingen. Als er een tweede politiewagen komt aangereden met erin ook adjunkt-kommissaris Buzy schiet deze laatste zijn riot-gun leeg naar de vluchtende overvallers die het hazenpad kiezen richting Ninove.
Op het ogenblik dat de Golf GTI vertrekt start een paar honderd meter verder een Mercedes met vreemde nummerplaat die de Golf volgt en wellicht door een medeplichtige wordt bestuurd. Een reservevluchtwagen indien de GTI op de parking zou klemgereden worden?
De Rijkswacht zet nog de achtervolging in doch tegen de supersnelle GTI (180 km/u) heeft ook de Rijkswacht geen verhaal.
Enkele dagen later werd op de gemeenteraad een verklaring afgelegd door burgemeester Uyttersprot. Die verklaring is terug te vinden in een artikel van De Voorpost van 29 november 1985. Hierbij de belangrijkste passages:
Op de gemeenteraadszitting van verleden dinsdag legde burgemeester Raymond Uyttersprot na een minuut stilte ter nagedachtenis van de slachtoffers volgende verklaring af:
(…) Gezien de golf van overvallen en aanslagen bestond er tussen rijkswacht en politie te Aalst en afspraak teneinde de kontrole-opdrachten te koördineren. De CCC-aanslagen hadden tot gevolg dat heel wat gebouwen in Aalst dienden te worden bewaakt. Benevens de bank- en financiële instellingen werden tevens bewakingsopdrachten uitgevoerd bij mutualiteits- en vakbondsgebouwen, openbare gebouwen zoals post, station, goederenstation, administratief centrum, RTT, watertoren, elektriciteitscentrale en dergelijke. Daarenboven werden een aantal grootwarenhuizen in de kontroleopdrachten opgenomen.
De reeds geciteerde overeenkomst hield in dat voor wat 9 november betrof de rijkswacht gelast was met de kontroleopdracht bij Delhaize. Om 19u37 werd de politie, door een vrouw woonachtig in de omgeving van de Delhaize, telefonisch in kennis gesteld van het feit dat aan voornoemd warenhuis werd geschoten. Drie manschappen die zich klaarmaakten voor een patrouille CCC alsook een adjunkt-kommissaris met drie manschappen vertrokken onmiddellijk met twee wagens.
Een derde wagen met twee manschappen, die zich aan de Nationale Bank bevond voor kontrole van een verdacht (?) voertuig werd langs de radio opgeroepen en vertrok eveneens onmiddellijk. De plantondienst verwittigde onverwijld de rijkswacht.
De politiewagens kwamen praktisch gelijktijdig aan op het Rond Punt, waar geroepen werd dat zich op de parking gangsters bevonden. De eerste wagen reed tot naast de oprit van de parking achter de muur van het Bricocenter. Een tweede wagen stopte ter hoogte van garage Van der Haegen. De derde wagen die zich eveneens naar de oprit van Delhaize begaf, werd ter hoogte van huis nr. 201 door een gangster die zich op de oprit bevond frontaal onder vuur genomen.
Door de adjunkt-kommissaris werd met een riot-gun teruggeschoten en een agent vuurde terug met een pistool 9 mm. De gangster keerde terug en sprong onmiddellijk in de wagen. Schietend door de geopende achterdeur vluchtten zij met grote snelheid richting Ninove.
Door twee agenten werd op het voertuig geschoten ondanks de zeer moeilijke omstandigheden ingevolge tegenliggend verkeer. In totaal vuurde de politie zevenmaal. (…)
(...) In de verslaggeving kwamen heel wat onjuistheden en verkeerde gegevens voor. Het is onwaar:
dat om het kwartier de wacht werd afgewisseld tussen rijkswacht en politie;
dat de politie zich weggestoken heeft en geen schot gelost;
dat men de gangsters rustig van de parking liet rijden.
Ikzelf legde een verkeerde verklaring af door te zeggen dat een permanente bewaking bij Delhaize voorzien was en dat de politie daar moest zijn en daar ook was. Het totale gebrek aan informatie vanwege de gerechtelijke instanties heeft er toe geleid dat de pers, en ook ikzelf, op de avond van de feiten en zelfs dagen nadien, genoodzaakt waren de gegevens te zoeken bij al dan niet objectieve getuigen.
Ik heb veel begrip voor het feit dat een aantal inlichtingen niet mogen worden vrijgegeven om het onderzoek niet te schaden maar ik ben er van overtuigd dat een bevoegd ambtenaar belast met de informatieve opdracht naar de pers toe dringend noodzakelijk is en heel wat misopvattingen en onjuiste berichtgeving had kunnen voorkomen. Het is slechts op mijn eis dat werd ingegaan om de namen van de slachtoffers vrij te geven. Noch vóór, noch na de aanslag hebben de gerechtelijke diensten met mij, als hoofd van de gemeentelijke politie en verantwoordelijke voor de raad en de publieke opinie, enig contact gehad of genomen. Ik zowel als persmensen hebben ons dan ook moeten baseren op toevallige inlichtingen en gegevens die niet altijd met de werkelijkheid strookten. (...)
(...) Het is niet mijn bedoeling te beweren dat de ordediensten op een onfeilbare manier zijn opgetreden. Mensenwerk is trouwens nooit onfeilbaar. Maar wel heb ik getracht u te laten inzien dat in de gegeven omstandigheden de stadspolitie zich op een meer dan behoorlijke manier van haar opdracht heeft gekweten en dat beweringen “men moest de parkings afgesloten hebben” aanleiding hadden kunnen geven tot een nog grotere moordpartij zonder de zekerheid te hebben dat men de daders kon arresteren. (…)