Gruwelijke afslachting in restaurant van domein van Beersel – Inbreker schiet geknevelde huisbewaarder zes keer voor het hoofd – Buit: Champagne, dure wijn, Havanna’s en taart
De moordenaar (of moordenaars) van de 70-jarige José Vanden Eynde heeft zijn slachtoffer geen enkele kans gelaten. De bejaarde man werd op zijn bed vastgebonden en dan koelbloedig en laf neergeschoten met zes kogels. De meeste ervan troffen de man vlak in het hoofd.
Het drama gebeurde in het gekende restaurant Auberge du Chevalier gelegen op het domein van het kasteel van Beersel, waar de gewezen Anderlechtspeler en voetbalinternational Jef Jurion één der uitbaters is.
Vanden Eynde hield in het restaurant een oogje in het zeil als huisbewaarder want de zaak kreeg de jongste tijd nogal wat ongenood bezoek. Tijdens de nacht van 30 november op 1 december jongstleden was er nog ingebroken. Daarom ook dat José Vanden Eynde al een week met een alarmpistool onder zijn hoofdkussen sliep. Maar daarmee kreeg hij geen enkele kans.De dag van de moord was het de derde keer in één jaar tijd dat er dieven op bezoek waren, volgens precies hetzelfde scenario. Nu weer werd de achterdeur geforceerd met een koevoet en bestaat de buit hoofdzakelijk uit drank, en wel de beste champagnes en bourgognes.
De dader (of daders) heeft overigens willen tonen dat hij van geen kleintje vervaard is. Na de afschuwelijke afslachting trok hij naar de gelagzaal waar hij zich te goed deed aan drank en taarten. Gebak dat gemaakt werd door de zoon van het slachtoffer, Marc, die kok is in de Auberge.
Bron: Het Laatste Nieuws | 27 december 1982
Het vervolg van het artikel:
Het is ook zoon Marc geweest die donderdagvoormiddag de moord op zijn vader ontdekte. Het restaurant sluit gewoonlijk van woensdagmiddag tot donderdag en wordt dan alleen in ’t oog gehouden door de uit Saint-Servais afkomstige gepensioneerde José Vanden Eynde. Hij heeft er een klein appartementje op de eerste verdieping, waar hij als huisbewaarder geregeld de nacht doorbrengt. Hij is eigenlijk gedomicilieerd bij zijn zoon Marc, die wat verder aan de Molenstraat te Beersel een villa betrekt en sedert anderhalf jaar als kok tewerkgesteld is in de Auberge. José zelf werd er in juli jongstleden huisbewaarder.
Marc kwam donderdagvoormiddag omstreeks 9u30 de grote parking naast de Auberge opgereden en toeterde er een paar keer om zijn vader te roepen. Toen deze echter niet onmiddellijk kwam opdagen, ging Marc zelf naar de achterdeur en merkte dat deze geforceerd was. Deze deur geeft toegang tot de keuken waarna men door de gelagzaal moet naar de houten trap die naar de eerste verdieping leidt. In het appartementje deed hij de vreselijke ontdekking.
Zes schoten
José Vanden Eynde lag op rechterzijde op het bed, de handen achter de rug gebonden en ook de voeten waren samengesnoerd. De dader gebruikte hiervoor een stuk telefoondraad die hij in het appartementje zelf had afgerukt. Op korte afstand moet hij vervolgens zes keer geschoten hebben in het achterhoofd van de geknevelde man, volgens de eerste vaststellingen met een revolver of een karabijn .22. Vanden Eynde was in nachtkledij. Zijn dood wordt gesitueerd tussen middernacht en één uur.
In de kamer werden sporen gevonden van een gevecht zodat verondersteld wordt dat het slachtoffer niet in zijn slaap werd verrast. Voor de onderzoekers komt het hoe dan ook vreemd over dat Vanden Eynde eerst werd vastgebonden en dan pas neergeschoten. Een mogelijke uitleg zou kunnen zijn dat de man zijn belager of één van zijn belagers herkende en dat deze zich van een lastige getuige heeft willen ontdoen.
Feest
De Auberge ligt wat afgelegen zodat de dader zich na zijn wrede daad allerminst moet verontrust hebben gevoeld. Het feit dat hij zich nadien nog tegoed deed aan drank en gebak in de gelagzaal wijst er wel op dat hij in alle kalmte nog alles heeft doorzocht. Duidelijk is ook dat hij niet op geld of waardevolle voorwerpen uit was. Zijn buit bestond uit een tiental kisten champagne en wijn (alleen de goede soorten werden meegenomen), enkele bakken Stella, wildgebraad, Cubaanse sigaren sloffen sigaretten en gebak. Ook een aantal hoogst vreemde zaken, een spuitbus om slagroom te spuiten bijvoorbeeld, of een aantal kaarsen en aluminiumfolie. Kortom, alles wat men nodig zou kunnen hebben om een weelderig kerst- en nieuwjaarsfeest op te bouwen.
Verteerbaar
Trouwens de eerste diefstal die in de Auberge gepleegd werd, gebeurde ook al een week voor Kerstmis van vorig jaar. Toen werden eveneens levensmiddelen en dranken meegenomen. Men gapte ook de kassa, maar die was ledig. Ze werd nadien in een wei teruggevonden.
De tweede diefstal gebeurde de laatste nacht van november jongstleden waarbij men alweer enkel eetwaren en dranken meenam en de spuitbus voor slagroom. Deze die nu ontvreemd werd, was pas nieuw aangekocht.
Het koperwerk en antieke voorwerpen in de gelagzaal werden telkens, onaangeroerd gelaten alsook de schilderijen die toch enige waarde bezitten. De dader had dus telkens alleen maar ook voor hetgeen verteerbaar is. “Voor eigen gebruik of anders moet men toch goed weten waar ermee naartoe”, zegt men in de Auberge, waar de kerst- en nieuwjaarsstemming op een laag pitje staat. Maar ook daar ‘the show must go on’, het spektakel moet doorgaan.
Bron: Het Laatste Nieuws | 27 december 1982
En nog een artikel van die dag met de reactie van zaakvoerder Jef Jurion op de gruwelijke moord.
Zaakvoerder Jef Jurion: “De dief kent het restaurant zo goed als ikzelf”
”Het staat als een paal boven water, diegene die hier kwam stelen, wellicht al voor de derde keer, kent het restaurant bijna zo goed als wij”, aldus Jef Jurion, de gewezen voetballer van Anderlecht en de Belgische nationale ploeg. Hij is één van de zaakvoerders van de Auberge du Chevalier, gelegen aan de Lotstraat 65, tussen de E10 en het centrum van Beersel.
Het restaurant maakt deel uit van het geklasseerde domein van Beersel, dat beheerst wordt door het beroemde kasteel uit de 13e eeuw dat door de graaf en gravin van Hemricourt geschonken werd aan de Vereniging van de Vrienden van het kasteel van Beersel alvorens in 1934 naar de huidige eigenaar, de Historische Gebouwen van België te gaan. Het restaurant is van veel jongere datum maar maakt deel uit van de historische site. Vier jaar geleden werd de uitbating van het restaurant overgemaakt aan een naamloze vennootschap waarvan Jef Jurion één der zaakvoerders is.
Auberge du Chevalier gaat door als één der goede tafels van het Brusselse. Binnen is het restaurant ingericht in Vlaamse stijl, een zoldering met balken, uitgestald oud koperwerk, een gezellige open haard en wat antiek. De ene kant van de zaak is gewoon café, de andere kant restaurant. Aan de muren hangen foto’s van Jef Jurion met vedetten allerhande o.m. ook met Julio Iglesias en Sidney Rome.
“De dief is ook een kenner”, zegt Jurion. “Wie in de kelder komt ziet eerst verscheidene kisten met goedkopere wijn. Voor de duurdere moet je helemaal achteraan gaan zoeken. Wél, die goedkope wijn heeft men gelaten voor wat hij is. Ook moet men voor de champagnekelder nog eens langs een deels verborgen deur. En die heeft men blijkbaar ook al gemakkelijk gevonden”.
“Maar men steelt niet alleen in het restaurant. Men heeft al ingebroken in mijn auto en ook in deze van een andere zaakvoerder toen ze hier vlak voor de deur op de parking stonden. Het is er overigens zo donker als in de hel”.
Die onverlichte parking ligt Jef Jurion zwaar op de maag. “Kijk, na de eerste diefstal heb ik aan de gemeente gevraagd om er drie verlichtingspalen te plaatsen. Ik kreeg toen als antwoord dat men het zou voorleggen aan Historische Gebouwen maar intussen gebeurde er nog niets. Nu dat er lijken gevallen zijn zal men misschien reageren.” “Hoe dan ook, het personeel is doodsbenauwd om hier ’s avonds nog te komen. Wanneer je aan de ene kant van de parking staat, zie je niet wat er gebeurt aan de andere kant. En er is altijd wél wat beweging. De parking wordt niet alleen gebruikt voor het restaurant maar ook treinreizigers, die hier opstappen aan de stopplaats Beersel, zetten er hun auto. Ik heb zelfs de gewoonte aangenomen de nummerplaten te memoriseren van de auto’s die hier ’s avonds laat geparkeerd staan. Iemand kan je neerschieten zonder ooit gezien te worden”.
Ook voor Jef Jurion komt de moord als volkomen onbegrijpelijk over. “Misschien is de dief wel gestoord geworden of heeft hij althans boven iets gehoord. Het is immers een houten zoldering en het blijft mogelijk dat José Vanden Eynde opgestaan is en dat de dief het gekraak gehoord heeft en dan naar boven ging. Maar toch, iemand zo meedogenloos neerknallen! Er is maar één uitleg, José moet hem gekend hebben”.
“Het ergste is nog dat wij de plannen al hadden om een alarmsysteem te laten installeren. Dat komt er nu zeker, maar toch te laat voor José”.
Bron: Het Laatste Nieuws | 27 december 1982