2,911

(22 replies, posted in Bende Bouhouche-Beijer)

Even ter verduidelijking. Robert Beijer zou de info dus al begin 1987 hebben aangeboden aan een speurder uit Nijvel. Met deze info werd in Nijvel blijkbaar niets gedaan. Waarom? Om Beijer te beschermen? Of werd Beijer door Nijvel niet geloofd? In 1994 staat Beijer, samen met Bouhouche, Amory, Chang en Buslik op de bank van de beschuldigden voor onder meer de moord op Mendez, de moord op Suleiman en de diefstal op de luchthaven van Zaventem (affaire Zwarts).

Het is op dat proces dat Beijer plots aan de voorzitter zegt dat hij weet heeft van een schuilplaats waar 'warme' wapens verborgen zijn en dat hij deze wenst aan te wijzen onder de voorwaarde dat dit gebeurt in samenwerking met een speurder die niet betrokken is in de dossiers van Beijer, Mendez of de Bende van Nijvel. De voorzitter is ingegaan op de vraag van Beijer en de wapens werden gevonden op de plaats die Beijer aangewezen heeft. Blijkbaar was het Beijer vooral om te doen om zijn geloofwaardigheid ten overstaan van de juryleden aan te tonen. De demarche van Beijer heeft hem dan ook geen windeieren gelegd. Beijer werd nl. door de jury voor vele aantijgingen vrijgesproken.

De samenstelling van de zakken gevonden in Sart-Dames-Avelines vertoont inderdaad bepaalde gelijkenissen met deze van Ronquières. Toch zijn er ook verschillen. In Ronquières werd volgens de weinige inforamtie die hierover gekend is geen wapens gevonden die afkomstig waren van de diefstallen bij het SEI of bij Mendez. En in Ronquières werden zaken gevonden die gestolen werden tijdens overvallen of inbraken met geweldpleging (de 7.65's van de Rijkswachters uit Nijvel, de kassa van Aalst, kogelwerende vesten uit Temse). In Sart-Dames-Avelines was dit blijkbaar niet het geval. Daar werden zaken gevonden die zonder geweldpleging werden gestolen (administratieve documenten en nummerplaten, wapens SEI, wapens Mendez).

In het kader van de recente berichtgevingen van het Bende van Nijvel-onderzoek over de vondst van de zakken in Ronquières in november 1986, is de periode van de vermoedelijke eerste verklaring van Beijer natuurlijk wel interessant, begin 1987. Op dat ogenblik zijn de zakken in Ronquières wel al boven water gehaald. Waarom heeft Beijer in 1987 een speurder uit Nijvel aangesproken over een schuilplaats? Bevond de kitbag zich op het moment van zijn eerste verklaring nog in de garagebox in Brussel of waren de spullen toen al begraven in Sart-Dames-Avelines? Als ze al begraven waren in Sart-Dames-Avelines vóór zijn verklaring wanneer heeft Beijer dan hiervoor de opdracht gegeven? Eind 1986 of begin 1987 of vroeger? Heeft Beijer hetzelfde gedaan met de spullen gevonden in Ronquières? Bevond alles zich oorspronkelijk in de box in Brussel en werden de spullen eind 1986 verdeeld over Ronquières en Sart-Dames-Avelines? Is er verder onderzoek gebeurd rond de garagebox in de Léon Lepagestraat in Brussel?

2,912

(22 replies, posted in Bende Bouhouche-Beijer)

In één van de artikels van René Haquin schrijft hij over een fragmentatiegranaat van het Amerikaanse type. Meer info heb ik niet. Ik ken absoluut niets van granaten maar ik maakte mij ook wel dezelfde bedenking als jij.

Voorts melde Haquin nog dat op de wapens gevonden in Sart-Dames-Avelines schijnbaar enkel maar een onderzoek met strijklicht is gebeurd. Deze methode was volgens de expert, De Groote, de enige methode die kon gebruikt worden om de wapens in hun teruggevonden staat te behouden. Bij dit onderzoek met strijklicht zegt de expert te hebben vastgesteld dat op één van de opgegraven HK-machinepistolen het einde van een datum (76) en drie van de zes cijfers van het serienummer (830) staat. Deze drie cijfers zouden kunnen overeenkomen met deze van de wapens gestolen bij het SIE. Het serienummer op het tweede HK-machinepistool type SD2 (met ingebouwde geluidsdemper) was weggevijld. Maar op de kolf staat het jaartal 1979, wat overeenkomt met het jaartal van de gestolen HK's van dat type bij het SEI.

Het Smith & Weston pistool model 41 vertoonde op de normale plaats van het serienummer (vijf cijfers), vijf sporen van boringen, maar op de schuif zijn vier ophangpunten te zien die overeenkomen met vier punten van een kijker (1 x 5) die eveneens opgegraven werd. Deze S&W met kijker kan overeenkomen met één van de twee gelijkaardige pistolen gestolen bij Mendez. Ook de Stechkine zou kunnen overeenkomen met deze gestolen bij Mendez. Op de verroeste semi-automatische .22 werd één letter en twee cijfers ontdekt (U 79). Deze Browning zou kunnen overeenkomen met één van de pistolen gestolen bij FN in 1981. Alle lopen bleken zodanig sterk aangestast te zijn dat een ballistisch onderzoek moeilijk zou kunnen opmaken of deze wapens al dan niet bij een misdaad werden gebruikt.

2,913

(22 replies, posted in Bende Bouhouche-Beijer)

Beijer had einde 1987 de eerste maal gesproken over de schuilplaats aan een Nijvelse speurder. Beijer stipte daarbij aan er potentieel gevaar was omdat nabij de schuilplaats zich een vijver bevond waar kinderen kwamen spelen. Die info blijkt na de vondst te kloppen. Beijer vertelde ook nog dat hij begin 1987 de opdracht had gekregen om een VW Passat (gestolen op 16 december 1986 in Watermaal-Bosvoorde) te gaan verbergen in de box 23 van de "parking des Marchés" in de Léon Lepagestraat in Brussel. De opdracht kaderde in de operatie "Entreprise" toegekend, volgens Beijer, aan de Staatsveiligheid.

De vrouw van Bouhouche had aan Beijer verteld dat de auto moest dienen voor de ontsnapping van haar man die opgesloten zat sinds januari 1986. Verder vertelde Beijer dat hij in de garagebox een moto en een soort van "kit bag" gevuld met wapens gezien heeft. Het is na zijn eerste opsluiting in oktober 1987 dat Beijer, uit voorzorg, aan een vriend zou gevraagd hebben om de zak met wapens uit de box te halen en aan een andere vriend zou gevraagd hebben om deze zak op een andere plaats te gaan verbergen zonder dat de eerste vriend de nieuwe schuilplaats mocht weten. Beijer zou gevraagd hebben om uit de Passat documenten te nemen, waaronder een agenda, die Beijer niet meer terugvindt. Tenslotte zegde Beijer niet te weten wat er met de moto is gebeurd.

Zoals The End al aanhaalde gebeurden, op uitdrukkelijke vraag van Robert Beijer, het bezoek aan de site en de opgravingen door een onafhankelijke speurder die niet betrokken was bij onderzoek rond dossiers van Beijer. Deze speurder was Philippe Beneux, commissaris van de Gerechtelijke Politie, chef van de Zedenbrigade. Hiermee wou Beijer vermijden dat er nog andere spullen zouden toegevoegd worden aan de effectief verborgen voorwerpen om Beijer te compromitteren.

Wat werd er volgens journalist René Haquin op aanwijzingen van Robert Beijer gevonden in Sart-Dames-Avelines?

In een eerste plastic zak begraven op 15 centimeter diepte:

  • twee Heckler und Koch machinepistolen kaliber 9 mm (identiek aan deze gestolen in 1982 bij het SIE)

  • vier schouderkolven (?) (vermoedelijk ook Heckler und Koch)

  • een pistool Stechkine cal. 9 mm Makarov van het Rode Leger (zeldzaam in die periode en gelijkaardig aan de Stechkine die in 1985 gestolen werd bij Mendez, die deze had gekregen van een Peruviaanse kolonel die deze op zich had gekregen van Raoul Castro, de broer van Fidel)

  • een pistool FN kaliber .22 model Medalist

  • een semi-automatisch Smith&Wesson model 41

  • twee foedralen

  • cartouchen kaliber .22

  • een gevulde en een lege munitielader .22

  • cartouchen kaliber .38

  • carouchen kaliber .43

  • hollow-point kogels

  • een geluidsdemper van het merk "Unique"

  • drie paspoorten

  • identiteitskaarten

  • rijbewijzen, met en zonder gemeentestempel

  • een landelijke blanco politiekaart

  • een originele autonummerplaat P26 (parlementaire plaat die een tiental jaren geleden gestolen werd van een senator)

  • duplicaat van de autonummerplaat DEE 501

  • duplicaat van de autonummerplaat EDY 991

Eén van de twee laatste nummerplaten werd gestolen bij de Rijkswacht van Ukkel (waar Bouhouche werkte). De andere nummerplaat was van een particulier en was niet opgegeven als gestolen. De administratieve documenten (46 in totaal) waren afkomstig van de gemeentebesturen van Chaumont-Gistoux (inbraak in juli 1981), Waver, Nijvel en Cuesmes.

In een tweede zak die zes meter verderop was begraven:

  • restanten van dynamietstaven in hun verpakking aangevreten door de vochtigheid (na onderzoek blijkt het te gaan om acht staven van "Gamsite", een explosief gemaakt in Zwitserland gebruikt in de burgerlijke bouwkunde maar waarvan de verkoop niet toegelaten is in België)

  • 25 elektrische onstekers DNAG van Duitse makelij

  • 16 laders

  • een granaat van het Amerikaanse type

Het geheel bleek snel, zonder voorzorg, te zijn begraven geweest. De teruggevonden voorwerpen waren sterk aangetast door vochtigheid en zaten vol modder.

Bronnen: Le Soir | oktober 1994

2,914

(45 replies, posted in Gladio - Staatsveiligheid)

En hier het verhaal over de expertise rond de fameuze GP 9mm gevonden in een pot bolognaisesaus in de diepvriezer van Bouhouche.

Un mois supplement prevu pour le proces Bouhouche-Beijer, les experts et le pistolet "à la bolognaise"

Avec les retards pris depuis dix jours, le nouveau calendrier du procès Bouhouche-Beijer, revu par le président Paul Mafféi, pourrait durer un bon mois de plus que prévu, probablement jusqu'au début janvier. En l'annonçant hier aux jurés, le président Mafféi leur a aussi promis, dans ces conditions, de suspendre l'audience entre Noël et Nouvel-An. Mais le calendrier du procès pourrait aussi être écourté si la cour d'assises devait donner raison à Mes Chomé et Galant, conseils de Beijer, qui se fondent sur l'arrêt de renvoi pour rappeller que le volet Zwarts (le vol d'or en 1982 à l'aéroport de Bruxelles, avec pour circonstance aggravante le meurtre présumé du policier de la Sabena Francis Zwarts) est prescrit et ne doit donc plus être évoqué.

La cour d'assises n'en est toujours qu'au premier volet du dossier: le vol des armes chez l'ingénieur Mendez en mai 1985, huit mois avant son assassinat en janvier 1986. Durant la matinée d'hier, consacrée à l'audition de quatre experts en balistique, il n'a pratiquement été question que d'une seule arme, le fameux pistolet GP 9 mm dit "à la bolognaise", une arme provenant de Mendez, qui devait servir à l'évasion de Bouhouche et fut découverte sur indication donnée par son épouse, le 15 janvier 1988. Ce GP était dissimulé avec de faux documents d'identité dans le congélateur, sous une sauce bolognaise. Mme Bouhouche affirma d'abord l'avoir reçu de Beijer puis précisa que ce GP provenait d'un stock entreposé dans un box loué.

A l'époque, ce sont les premières conclusions de l'expert en balistique Claude Dery, pour lequel ce GP était une arme reconstituée, dont les stries laissées par la culasse sur la douille de référence tirée par lui correspondaient aux stries observées sur une munition tirée au bois de La Houssière et saisie dans le cadre de l'enquête sur les tueries du Brabant. Ce sont ces déclarations qui, en janvier 1988 déjà, firent capoter le procès de la filière boraine, aux assises du Hainaut.

Deux juges d'instruction et des douilles du Brabant

Dès le samedi 16 janvier 1988, l'expert Dery avait été requis par le juge Schlicker, qui instruisait l'affaire Mendez, pour expertiser de toute urgence le GP «à la bolognaise». Le dimanche 17, le juge Lacroix, en charge du dossier des tueries du Brabant, désignait deux autres experts, MM. Demanet et Celens, pour examiner le GP et une douille retrouvée avec d'autres dans une carrière du bois de La Houssière, non loin de l'endroit où les tueurs des Delhaize de Braine, Overijse et Alost avaient abandonné des chèques volés et la Golf de la dernière tuerie fin 1985. Mais on ignore pour quelle raison précise, ce 17 janvier 1988, le juge Lacroix eut brusquement l'idée d'envoyer cette seule douille (on en avait retrouvé bien davantage) à l'expert Dery. Une question pour le juge Lacroix, qui ne figure cependant pas dans la liste des témoins.

M. Dery estime, aujourd'hui encore, que la douille du bois de La Houssière porte bien un boulevard de stries concordantes provenant de cette culasse. Nous l'avons examinée le dimanche en collège, avec MM. Demanet et Celens, dit-il, ils sont arrivés aux mêmes conclusions que moi, même si par la suite M. Celens n'a plus voulu se prononcer, et que M. Demanet était moins formel. Pour moi, aucun doute aujourd'hui encore. Mais je précise que par la suite, l'enquête sur les tueries a montré que cette douille n'avait pas de lien avec les faits du Brabant wallon. J'ai en outre signalé qu'une autre douille, trouvée dans la Santana des tueurs brûlée en 1982 après l'attaque chez l'armurier Dekaise à Wavre, portait également des stries de concordance avec la culasse du GP expertisé. Je n'ai plus eu de nouvelles ensuite, et j'ignore si l'enquête a poursuivi dans cette direction.

Mais les experts Demanet et Celens ne sont pas de l'avis de M. Dery. Sa technique de concordance est à rejeter. Nous travaillons sur la recherche de la signature caractéristique d'une arme, corrige M. Demanet. M. Celens est plus net encore: J'avais accepté l'urgence. Pressés par les circonstances, M. Demanet et moi avons surévalué les résultats de M. Dery. Pour moi il est exclu que la douille du bois de La Houssière porte les traces caractéristiques de la culasse du GP «à la bolognaise». Je n'en ai pas dormi cette nuit-là. J'ai avisé le juge de mon erreur, que je ne recommencerai pas.

L'après-midi, Robert Beijer demandait à la XIe chambre du Conseil d'État la suspension de la décision du directeur de la prison de Forest qui lui refuse l'emploi en cellule de son ordinateur contenant les éléments du dossier devant servir à sa défense. L'auditeur M. Saint-Viteux a conclu au rejet de la requête. Le président Messine doit rendre prochainement son arrêt.

Bron: René Haquin | Le Soir | 15 september 1994

2,915

(45 replies, posted in Gladio - Staatsveiligheid)

Nog een mooi voorbeeldje van de professionele "expertise" van Claude Dery. En tiens, weer eens Jean-Paul Dumont als advocaat van de dader.

Assassinat ou crâne défoncé "par erreur"?

Curieux procès que celui qui se déroule, dans un climat de nervosité sans raison sérieuse, devant les assises du Brabant, pour juger un trio accusé d'avoir assassiné, un matin de novembre 1985, un consommateur du café L'Alhambra, boulevard Emile Jacqmain, à Bruxelles. Si le défilé des témoins de justice a permis de clarifier la situation, mardi après-midi, tout porte à croire que ce procès connaîtra encore bien des difficultés.

D'abord pour des raisons d'organisation pratique. Les diverses conclusions de la défense regrettant un certain nombre de défauts considérés comme autant de moyens de cassation en puissance ont causé des retards. Ensuite, plusieurs avocats importants en cette affaire sont attendus aux assises de Mons lundi prochain pour l'ouverture du procès de Josiane Debruyne (filière boraine). Pour des raisons de qualification enfin. On en reparle ci-dessous. Dernier témoin de la journée, le médecin-psychiatre Rassamy Hen a fait grande impression. Il n'a pas seulement bien situé les prévenus par rapport à leur propre trajectoire de vie, mais il a jeté un éclairage précieux sur l'ensemble du drame.

Le psychiatre ne croit pas, au terme de ses minutieuses investigations, qu'Alain De Rouck ait vraiment voulu assassiner le pauvre John Pfaff, dont on a montré sur écran géant devant les jurés l'atroce dernier portrait, la moitié du crâne éclaté par une décharge de riot gun reçue à bout portant. Mais il a parlé de "scène de Western". Des jeunes qui vont jouer les durs, les cow-boys de deuxième zone, avec une arme qu'ils connaissent à peine. Tout ce drame se situe, rappelons-le, à une époque troublée de la vie nocturne bruxelloise: on avait abattu un "indicateur", poignardé une prostituée, assassiné un patron de bar martiniquais ...

Pour le psychiatre, les trois accusés sont des personnalités pathologiques, avec des retards de toutes nature dus à une enfance fort perturbée, mais qui ne sont pas des malades mentaux pour autant et ne doivent pas entrer en ligne de compte pour bénéficier de la loi de défense sociale.

La présidente, Mme Lumen, a eu beaucoup de difficultés à maintenir dans des limites décentes la passe d'armes entre le défenseur d'Alain De Rouck, Me Jean-Paul Dumont, et l'expert en balistique M. Claude Dery. Il est vrai que celui-ci, en parlant du "contexte des déclarations", ou de "respect pour la défense", ou encore de "tueur selon l'expression des médias" faisait intervenir une série d'appréciations qui sortaient un peu des limites de sa mission. Ceci ajouté à une erreur manifeste (il parlait de canon scié alors qu'il n'en n'était rien) fut à l'origine de réactions violentes.

La question était de savoir si la détente de l'arme était sensible ou non. Pour l'expert, elle ne l'est point, ce qui signifie en clair que De Rouck aurait dû volontairement tirer sur la détente. La présidente prend l'arme dans ses mains et en fait l'essai. Le clic est rapide. Cela part assez vite! dit la présidente, dont les avocats de la défense pourront s'abstenir sans doute de considérer qu'elle n'instruit pas assez à décharge...

On risque de se trouver bientôt devant une difficulté majeure de qualification. Tout le procès s'est engagé résolument sur un point précis: non, ce n'est pas un assassinat, c'est un accident. En donnant un coup de son riot gun au pauvre Pfaff, dont les officiers de justice ont dit qu'il n'avait pas de liens avec le "milieu", le coup est parti par accident. La qualification de départ est «homicide volontaire». On ajoutera sans doute d'autres questions. Homicide "involontaire"? Comme un malheureux accident de la route, avec un maximum de deux ans? Peut-être faudra-t-il, si l'on veut que le débat sur la peine reste à un niveau décent, repenser à ces "coups volontaires" avec quelques circonstances aggravantes objectives... On y reviendra, c'est sûr.

Bron: Guido Van Damme | Le Soir | 8 februari 1989

2,916

(159 replies, posted in Onderzoeksdaden)

Nog wat zaken die aan het lijstje kunnen toegevoegd worden (Ben, kan jij zorgen voor een chronologisch overzicht aan het begin van het topic dat regelmatig kan aangepast worden met nieuwe elementen?):

  • 13 juli 2013: brief van Freddy Troch aan de procureur-generaal van Bergen waarin hij zijn ongenoegen uit over het huidige onderzoek en de bekwaamheid van de speurders. Troch schrijft ook dat de onderzoeksrechter Michel aan de bron zou zijn van een aantal perslekken.

  • 25 juli 2013: artikel van Gilbert Dupont met info als zouden de door het NICC onderzochte stukken niet van de vondst in Ronquières afkomstig zijn.

  • 26 juli 2013: artikel van Gilbert Dupont over de brief van Freddy Troch van 13 juli 2013

  • 27 juli 2013: nieuws met o.a. artikel van Gilbert Dupont over de terugkeer van procureur De Valkeneer in het Bendeonderzoek. De Valkeneer weerlegt de kritiek rond het huidige onderzoek, het speurdersteam en de onderzoeksrechter. De procureur aanvaardt de polemiek niet over het NICC-rapport en de brief van Troch.

2,917

(1,157 replies, posted in Onderzoeksdaden)

Procureur generaal Christian De Valkeneer zegt de verbetenheid niet te begrijpen sinds een aantal maanden van de kritieken op het huidige onderzoek. Deze kritieken zijn volgens hem totaal onjuist en ongerechtvaardigd. Zowel wat betreft de kritiek op de onderzoeksrechter als op de speurders. De procureur aanvaardt de polemiek niet rond het NICC-rapport en de brief van Freddy Troch. De procureur zegt na vijftien maanden afwezigheid geen verzwakt onderzoek teruggevonden te hebben. Daarnaast onderstreept hij de kwaliteit van de speurders die allen 25 à 30 jaar politie-ervaring hebben en die meer dan ooit gemotiveerd zijn. Het huidige speurdersteam aanvaardt het beeld niet dat van hen gemaakt wordt.

Bron » www.dhnet.be | 27 juli 2013

2,918

(106 replies, posted in Magistraten)

De Valkeneer zegt geen figurantenrol te willen spelen in het Bendeonderzoek. Hij zegt eveneens de verbetenheid niet te begrijpen sinds een aantal maanden van de kritieken op het huidige onderzoek. Deze kritieken zijn volgens hem totaal onjuist en ongerechtvaardigd zowel wat betreft de kritiek op de onderzoeksrechter als op de speurders.

De procureur aanvaardt de polemiek niet rond het NICC-rapport en de brief van Freddy Troch. De procureur zegt na vijftien maanden afwezigheid geen verzwakt onderzoek teruggevonden te hebben. Daarnaast onderstreept hij de kwaliteit van de speurders die allen 25 à 30 jaar politieervaring hebben en die meer dan ooit gemotiveerd zijn. Het huidige speurdersteam aanvaardt het beeld niet dat van hen gemaakt wordt.

Bron » www.dhnet.be | 27 juli 2013

2,919

(79 replies, posted in Magistraten)

Volgens la Dernière Heure (jawel, Gilbert Dupont) zou Freddy Troch op 13 juli een Nederlandstalige brief van twee en een halve pagina gestuurd hebben naar de procureur generaal van Bergen. Daarin zou Troch zijn ongenoegen geuit hebben over de manier van werken van de nieuwe speurders. Troch zou spreken over "de sterke onvoldoende kennis van het onderzoek De Staerke", "zijn grote twijfels over de objectiviteit van het huidige onderzoek" en van "werk onwaardig voor politiemensen".

Daarnaast zou Troch geschreven hebben dat hij van een journalist vernomen heeft dat onderzoeksrechter Michel aan de bron zou liggen van een aantal perslekken. De brief zou goed ontvangen zijn door procureur Michaux. De brief zou op dit ogenblik vertaald worden waarna zal bepaald worden of een onderzoek naar smaad tegenover een magistraat en schending van het onderzoeksgeheim, al dan niet zal geopend worden.

Bron » www.dhnet.be | 26 juli 2013

Toch wel heel vreemd dat Troch pas in juli 2013 dit initiatief neemt terwijl hij zou ondervraagd geweest in 2012 en in 2012 al kennis zou genomen hebben van het synthesedocument van de nieuwe speurders. Zit de Cel Waals Brabant op het juiste spoor en begint het voor sommigen te warm te worden? Of zijn we de laatste zes maanden getuige van de finale ondergang van het onderzoek? Het wordt voor ons als buitenstaanders als maar moeilijker om te weten wat er nu van het onderzoek van aan is en wie we nog mogen geloven.

2,920

(1,157 replies, posted in Onderzoeksdaden)

Ben wrote:

Ik kan mij moeilijk uitspreken over de correctheid van deze nieuwe gegevens maar het lijkt er soms op dat Gilbert Dupont - en de informanten van Dupont - er alles aan doen om het NICC-onderzoek te torpederen. Zie bijvoorbeeld ook naar het laatste artikel van Douglas De Coninck in De Morgen, daar werd het NICC ervan beschuldigd om euro's te hebben gebruikt in plaats van Belgische Franken.

Zijn de nieuwe speurders zo achterlijk dat ze zo'n flaters begaan of spelen er (duistere) krachten die het NICC-onderzoek liever zien verdwijnen?

Ook voor mij lijkt het dat sinds de bekendmaking van het NICC-rapport over de vondst in Ronquières, er op systematische en georchestreerde wijze pogingen gedaan worden om dit rapport (en de nieuwe onderzoekspiste) in diskrediet te brengen. Of zijn dit pogingen om de onderzoeksrechter uit haar tent te lokken om meer over de inhoud van het NICC-rapport te onthullen? Ik heb al eens aangewezen op het kwaliteitsniveau van gerechtelijke deskundigen en analyses van het NICC (nicc.fgov.be.

Ik kan mij dan ook absoluut niet inbeelden dat de forensische analyse zo amateuristisch zou uitgevoerd geweest zijn als de media (in het bijzonder Gilbert Dupont) laat uitschijnen. Vergeten we niet dat Dupont (weliswaar niet expliciet vernoemd) door de onderzoeksrechter Michel en de procureur des konings Magnien in mei 2013 een veeg uit de pan heeft gekregen over de berichtgeving rond de afsluiting van de zakken. De artikels van Dupont moeten volgens mij dan ook met de nodige scepsis worden gelezen.

En stel dat wat Dupont nu schrijft (dat een aantal door het NICC geëxpertiseerde stukken niet afkomstig zouden zijn van de duikvondst in Ronquières) effectief exact zou zijn, wil dit dan automatisch zeggen dat de huidige speurders amateurs zijn? Neen, want de fout kan ook in het verleden gebeurd zijn indien deze stukken niet juist geïnventariseerd zijn geweest. Zie bijvoorbeeld wat met de DNA-analyse op een verdacht stuk zou gebeurd zijn.

Maar zelfs los van het NICC rapport blijft de vondst in Ronquières in november 1986 verdacht. Zie hiervoor het begin van deze topic en de verslagen van beide Bendecommissies.