Sebastiaan wrote:Getuigenis van frituuruitbater Frank O. zou toch dateren van 12 november 1985 en niet 1986 zoals ergens op dit forum vermeld is.
Tsjonge, tsjonge, wat voor een kluwen is me dat die vondst in Ronquières. We moeten hier toch echt wel alle documenten naast elkaar leggen en naar alle kanten tegelijkertijd kijken om 'iets' te zien dat we anders niet zien. Want zelfs al staat de info over die getuigenis letterlijk al van in 1988 in het boek van Dupont-Ponsaers en iedereen het al vele malen gelezen heeft (in het boek zelf of het uittreksel ervan op deze site in de tijdslijn en in de pagina over Ronquières) dan nog zien we niet wat er mogelijks mis is en lezen we niet wat er letterlijk voor onze neus staat. Zijn we allen dan heel die tijd zo blind geweest? Blijkbaar wel.
Ik heb in de vooravond de bewuste passage over PV 2420 in het boek van Dupont nog eens gelezen en zelfs toen heb ik er eerst weer over gekeken. Maar na een tweede herlezing van wat in het boek van Dupont staat samen met het artikel van De Coninck van dit weekend viel 'iets' mij plots op. Ik probeerde nl. een tijdslijn op te maken van de gebeurtenissen rond de vondst in Ronquières. Ik kwam echter tot een eigenaardigheid. Onderstaande uiteenzetting is wat lang maar ik heb geprobeerd om het zo duidelijk mogelijk te beschrijven. Als ik de zaken juist zie passen wel wat recente gebeurtenissen in elkaar. Maar als ik de bal volledig mis sla hoor ik graag jullie reactie. Klopt mijn redenering of ben ik aan het flippen? Zet u schrap en volg mee.
We beginnen met een eerste stukje uit het artikel van Douglas De Coninck van 15 juni 2013:
Belgischer dan dat van Olivier F. kan een beroep niet zijn. Hij baat een frituur uit aan het hellend vlak van Ronquières. F. heeft er ook een kleine scheepswerf, en daar is in 1982 een bootje gepikt. Hij heeft toen gezworen dat zoiets hem geen tweede keer zou overkomen. Slapen doet hij sindsdien in een caravan naast de frituur met een karabijn .22 onder zijn bed. Hij legt zijn eerste verklaring af bij de rijkswacht van Soignies op 12 november 1985. Het proces-verbaal van adjudant Jacques Lebacq en collega Thierry Gondry maakt melding van "bizarre feiten in de nacht van 10 op 11 november aan het kanaal Brussel-Charleroi”. F. zegt dat hij om 00.20 uur werd gewekt door het geluid van een automotor. Wat hij zag was een donkere Golf GTI, een tweede auto en “twee mannen in militaire jassen". Eerder die avond had F. op de RTBF de beelden gezien: een nieuw bloedbad van de Bende van Nijvel op de Delhaize in Aalst, zaterdag 9 november 1985. Er was sprake van een ‘reus’ die vanop de achterklep van een zwarte Golf GTI schoot op al wie bewoog. Wat hij nu kon zien, deed F. besluiten om vooral niet te bewegen. (…)
Op zondagochtend zal een uitgebrande Golf GTI worden teruggevonden in Ronquières. (…) De Golf moet rond halftwee ’s ochtends in de fik zijn gestoken. De plek in het bos ligt op twee kilometer van de caravan van F. Als de rijkswachters van Soignies daar in de buurt mensen aanspreken stoten ze op een tweede getuige. Rijkswachter Gondry, deze keer vergezeld door collega Louis Dullieu, noteert: “Het moet rond 00.20 uur of 00.30 uur zijn op 11 november 1985. Ik hoor het geluid van het dichtslaan van een voertuig. Ik zie twee voertuigen. Ze staan stil met gedoofde lichten. Er lopen drie personen rond. Eén persoon zie ik aan de waterkant ter hoogte van de betonnen trap. Kort nadien zie ik in het licht een donkere zak drijven, ter grootte van een vuilniszak.” (…)
Ook Aalst behoort tot het rechtsgebied Dendermonde, dus is het opnieuw Troch die op 9 november 1985 op de parking van de Delhaize aan de slag moet. Hij weet van de getuigenissen in Ronquières, maar er is hem verzekerd dat het parket van Nijvel een duiker heeft laten zoeken in het kanaal en dat die niks heeft gevonden.(…) In het najaar van 1986 trekt adjudant Luc Boeve van de cel-Delta met zijn collega Danny Collewaert terug naar Ronquières. Samen met de rijkswachters van Soignies gaan ze nog eens praten met de frituuruitbater en de tweede getuige. De speurders hebben het gevoel dat de duiker niet het hele gebied heeft doorzocht.
Wat leren we uit het bovenstaande artikel van De Coninck (voor zover het exact is wat hij schreef):
Er zijn in totaal twee getuigen, de frituuruitbater en een andere getuige;
De frituuruitbater heeft een eerste maal op 12 november 1985 zijn getuigenis afgelegd bij de rijkswacht van Soignies;
De getuigenis van de andere getuige moet opgemaakt zijn vlak na de vondst van de uitgebrande Golf;
In het najaar 1986 worden de getuigen nogmaals gehoord. Deze maal door leden van de Deltacel en de rijkswacht van Soignies;
Ná de getuigen nogmaals gehoord te hebben hebben de speurders van de Delta-cel het gevoel dat in 1985 niet grondig genoeg gedoken zou zijn.
Lezen we nu wat Dupont op pag. 216 van het boek De Bende - een documentaire schrijft over het fameuze PV 2420:
(…) Amper 1.5 km daarvandaan, langs de oever van het kanaal Brussel-Charleroi heeft een getuige - zo wordt diezelfde dag in het proces verbaal vastgelegd - mannen zakken in het water zien gooien. Het is een bizarre getuigenis. Het PV draagt nummer 2420, farde 38 van het onderzoek. De kerels die de zakken dumpten, zo verklaart de getuige, kwamen ter plekke met een Golf GTI en een helderkleurige Mercedes. Verder verklaart de man: "Bij herhaling heb ik twee wagens opgemerkt dicht in de buurt van het ponton van Ronquières. Het ging om een Renault 30 of een Passat van witte kleur, en een Golf GTI, eerst metaalgrijs, daarna groen. Het is deze laatste die men heeft teruggevonden in het bos van La Houssière.
In deze wagens zaten meestal enkel bestuurders. In zeldzame gevallen zat er een passagier op de achterbank van de Golf. Het zijn deze personen die de wapens in het water wierpen die werden teruggevonden, en tevens de kogelvrije vest, de baby-koffer en het geld van de Delhaize in Aalst. Ze wierpen ook de nummerplaten van de Golf in het water, maar ik weet niet of zij werden teruggevonden. In feite kwamen de mannen steeds tijdens het weekend, 's nachts. Misschien verkenden zij de omgeving? Nachtelijke marsen werden eveneens georganiseerd voor de overvallen in Overijse, Eigenbrakel en Aalst. Ze waren met een half dozijn, de personen die eraan deelnamen. Onder hen bevonden zich een jonge vrouw en een jongentje. Op een dag hoorde ik de knaap zeggen dat hij een blaar op zijn voet had. Allen droegen militaire kledingstukken. Het gezelschap leek niet gewapend."
Het onderzoeksdossier bevat nog een ander proces verbaal, nummer 525, van een andere getuige, die eveneens de mannen de wapens in het kanaal zag werpen. Procureur Deprêtre liet, op basis van deze getuigenissen, een duiker amper enkele uren zoeken in het kanaal, zonder enig resultaat. Pas een jaar later, wanneer het parket van Dendermonde verbeten met gesofistikeerd materiaal de zaak grondig laat uitzoeken, wordt een indrukwekkende reeks sporen bovengehaald. Het blijkt dat in de nacht van 10 op 11 november '85, dus hooguit twee dagen na de overval op de Delhaize van Aalst, twee zakken in het water werden gegooid met een indrukwekkende inhoud. (…)
Uit één van de Franstalige versies van het boek "Les Tueurs" van Dupont-Ponsaers:
Quand ils ont jeté les armes dans le canal, ils se trouvaient à bord d’une Golf et d’une Mercedes blanche. Plusieurs témoins de la tuerie d’alost avaient signalé la présence d’une Mercedes dont on pense qu’elle se trouvait sur le parking, pour donner sans doute le signal de l’attaque. Dans le dossier borain, le PV 2420, qui consigne les déclarations d’un témoin, est recoupé par le procès- verbal numéro 525 par lequel un autre habitant de la région assure avoir lui aussi aperçu les tueurs du Brabant.
De term 'recoupé' wil zeggen dat een getuigenis opgemaakt in het ene PV bevestigd wordt door een andere getuigenis in een ander PV.
Wat kunnen wij nu uit dit alles concluderen: Dat het PV 2420 moet dateren van na de vondst van 6 november 1986! Waarom?
De getuige zegt letterlijk: "Het zijn deze personen die de wapens in het water wierpen die werden teruggevonden, en tevens de kogelvrije vest, de baby-koffer en het geld van de Delhaize in Aalst." De zakken zijn daar dus duidelijk allemaal al boven water gehaald! Meer nog, de getuige weet zelfs wat erin zat!
De getuige zegt letterlijk over de Golf GTI mét groene kleur: "Het is deze laatste die men heeft teruggevonden in het bos van La Houssière." Hoe kan deze man dat in godsnaam weten? Had hij in de nacht van 10 op 11 november 1985 misschien efkes het chassisnummer van de Golf gelezen dat aan de zwaaikom stond en dan ook het chassisnummer van de uitgebrande Golf gezien?
De getuige herinnert zich nachtelijke marchen voor de overvallen van Overijse, Eigenbrakel en Aalst. Noteerde hij dan telkens in een boekje de datum van wanneer hij die wandelclub voorbij zag lopen?
Verder stel ik vast dat de man eerst spreekt over een helderkleurige Mercedes, dan een witte Renault of Passat. De Golf verandert ook ineens van kleur.
De hoofdvragen zijn nu echter van wanneer het PV 2420 dan wel dateert, wie het PV opgesteld heeft en om welke getuige het nu precies gaat?
Voor de datum van het PV kunnen we uit het bovenstaande afleiden dat het moet gaan om een datum van ofwel 6 november 1986, de dag van de vondst van de zakken, of later. Wel hier is volgens mij het antwoord. De krant De Morgen pakte op 16 oktober 2004 uit met een proces-verbaal van een verhoor op 12 november 1986. In hetzelfde artikel zegt De Morgen dat het gaat om de getuigenis van Frank O., de frituuruitbater dus. Maakte De Morgen een typefout? Dat kan, maar als we er het artikel van De Coninck van 15 juni 2013 erbij nemen lezen we dat het PV van de Deltacel met de inventaris van de gevonden zakken nummer 2266 heeft. Vermoedelijk dateert dat PV 2266 van 6 november 1986, de dag van de vondst. Het PV van 12 november 1986 heeft nummer 2420 en is dus oplopend zowel in datum als nummer aan het PV 2266. Het PV van de rijkswacht van Soignies van de tweede getuige heeft volgens Dupont nummer 525.
Mijn conclusie:
Frank O. heeft tweemaal getuigd. De eerste maal wordt het PV (nummer onbekend maar kleiner dan 525) opgesteld door de Rijkswacht van Soignies op 12 november 1985. De tweede maal wordt PV 2420 door de cel Delta opgesteld op 12 november 1986, zes dagen na de vondst van de zakken. Als mijn redenering klopt, vervalt de geloofwaardigheid van de verklaringen van de Deltacel. Wil dat zeggen dat de Deltacel zelf de wapens in het water heeft gesmeten? Niet bepaald. Het kan nog altijd perfect zijn dat iemand, die beschermd wordt, de Deltacel een tip gegeven heeft om nog eens op dezelfde plaats te gaan duiken. Ik had dan ook graag eens geweten of De Morgen de datum van PV 2420 kan checken. Tenslotte heeft de krant in 2004 het PV van 12 november 1986 kunnen inkijken, misschien heeft ze er zelfs een kopie van. Heeft er iemand van jullie het volledige artikel uit De Morgen van 16 oktober 2004 liggen?
Ook Dupont kan dit nog eens nakijken maar die weet volgens mij heel goed hoe de zaak in elkaar steekt. Jullie moeten zelf maar jullie eigen conclusies hieruit trekken maar ik deel nog even mee dat het boek van Dupont-Ponsaers eerst in Franstalige versie is verschenen in 1986. Een tweede Franstalige druk verscheen in 1987. In 1988 verscheen de Nederlandstalige versie. Het was het eerste boek over het Bendeonderzoek. Het heeft dan ook grote invloed gehad op de publieke opinie. Het boek is verschenen vóór de Eerste Bendecommissie.
Beide commissies gebruikten onder meer het boek van Dupont als bron. Velen hebben het boek gelezen maar blijkbaar was bovenstaande situatie niemand ooit opgevallen. Mij was het tot vanavond ook altijd ontgaan. Het is dankzij het artikel van De Coninck dat ik de linken heb kunnen maken. Wij moeten het doen met de documenten die openbaar zijn maar wie de PV's in detail hebben kunnen bekijken zijn de professoren van de Tweede Bendecommissie. En zijn het nu juist niet deze professoren die tegenstrijdigheden hebben vastgesteld over de vondst van Ronquières?
Uit Le Soir van 18.10.1997:
Un travail du même expert (prof. Masset) sur la découverte des armes des tueries dans le canal à Ronquières en novembre 1986 est quant à lui tout à fait surprenant. Le juge Troch en tête, et avec lui les enquêteurs de Termonde, qui ont fait la découverte, ont toujours expliqué qu'un des leurs, un gendarme détaché à la cellule Delta, avait relu les procès-verbaux de Nivelles et que son travail avait permis de retrouver les armes que Nivelles n'avait pas trouvées l'année précédente.
Selon l'analyse de l'expert, cette explication ne tient pas. De nombreux documents montrent que les choses ne se seraient pas passées ainsi. Il apparaît aussi que des indices matériels ont été découverts dans le canal, mais également sur la berge. Et que le gendarme qui a relu les P.-V. avait un indic et connaissait aussi l'ancien gendarme Robert Beijer. D'où l'expert se demande si la découverte des armes de Ronquières n'a pas en réalité été «donnée». Pour la commodité des enquêteurs, la vérité aurait ainsi été rhabillée... C'est sur la base de cette analyse que la commission parlementaire, dont le rapport sera présenté lundi, estime qu'une instruction complémentaire s'impose sur les circonstances de la découverte des armes des tueries repêchées en 1986 dans le canal de Ronquières.
Zie ook onderstaande citaten van Michel Leurquin, de beheerder van het franstalige forum.
michel wrote:18 octobre 2009: D'accord, c'est la thèse officielle. Mais même la commission d'enquête parlementaire a estimé que les circonstances de cette découvertes étaient nébuleuses. De source sûre, mais en off, il était question d'un informateur et d'un informateur intouchable.
michel wrote:27 février 2013: Cela fait plusieurs années que j'ai reçu cette information : la découverte de Ronquières a été possible grâce à un informateur et tout le monde serait bien étonné de son identité. Qui est cet informateur? Je l'ignore. Qui me l'a dit ? Je ne peux ni ne veux le dire. Peu importe, cette personne nie maintenant.
Vorige week vroeg ik aan Michel of hij, gelet op recente wendingen in het onderzoek, deze info en de naam van de persoon die hem dit vertelt heeft tenminste doorgegeven heeft aan de CWB. Zijn antwoord:
michel wrote:14 juin 2013: Je pense qu'ils le savent déjà. Mais je peux le rappeler si nécessaire.
En dan komen er bij mij nog vragen naar boven. Dupont vermeldt in zijn boek het PV nummer maar niet de datum. Wel schrijft hij dat 'diezelfde dag' PV 2420 wordt opgemaakt. Waarom liegt Dupont hierover? Waarom liegt Dupont recent over het feit dat de zakken gesloten waren en probeert hij hiermee het NICC-rapport in diskrediet te brengen? En waarom schrijft De Coninck in zijn artikel niets over het PV van 12 november 1986 waarvan sprake in De Morgen van 16 oktober 2004?
Charly wrote:Wie geloof jij? De friturist of het NICC? Ik de eerste, daar de tweede intermediaire factoren zoveel jaren na de feiten over het hoofd hebben kunnen zien.
Zie bovenstaande.