coconut wrote:Wat die primaire bron betreft ivm de training van para's door Calmette. Ik kan alleen vermoeden dat dit te lezen moet staan in een PV van verhoor van Amory die verklaarde zelf les te hebben gehad van Calmette : "... Rond 1974 traint Calmette para's in Marche les Dames. ... Volgens ex-SIE-lid Christian Amory, lid van de bende Bouhouche-Beijer, kreeg hij van Calmette nog les.( Paul Ponsaerts in
Terrorisme in België: Polarisering en politiek geweld ) Ivm Paul Ponsaerts https://www.apache.be/gastbijdragen/202 … pper-werd/
Ik heb dus niet onmiddellijk een reden om te twijfelen aan hetgeen deze wetenschapper neerschrijft.
Wat je laatste vraag betreft : "Mag ik dan vragen wat u concreet denkt dat de advocaten moeten doen met de mogelijkheden die de wetgeving hen biedt ?"
Wie is er bijvoorbeeld al veroordeeld voor het laten verdwijnen van cruciale stukken ? Wie is er veroordeeld voor obstructie van het onderzoek ? En vind jij het normaal dat advocaten durven beweren " Ik ben het dossier nog nooit gaan inkijken" En vind je het ook normaal dat filmploegen in een dergelijk en gevoelig dossier mogen gaan filmen ?
Of dat justitie ons laat weten " C. Bonkoffski is niet de reus van de Bende"
Misschien moet ik het anders verwoorden, wat heeft die grote groep advocaten in die 35 jaar al bereikt? Aan u de eer om ons dat eens duidelijk te maken en mij de ogen te openen.
Een chronisch probleem in de literatuur over de Bende is dat het heel moeilijk is geworden om de daadwerkelijke feiten te onderscheiden van hele en halve onwaarheden die door slordig onderzoek, onkritisch bronnengebruik en dergelijke meer, in boeken en media zijn terechtgekomen. De primaire bron is juist heel belangrijk om te weten wie, wat, wanneer en waarom heeft gezegd en hoe hij of zij dit wist. Ponsaerts zegt bijvoorbeeld alleen "[Calmette] trainde paracommando's in Marche-les Dames (sic)". Die bewering, voor zover die al waar is, dekt een hele rist aan mogelijkheden gaande van Calmette heeft eens enkele paracommando's getraind in de bossen rond Marche-les-Dames, zonder medeweten van oversten, tot Calmette was een vaste instructeur op de legerbasis en ontving daarvoor een loon van Defensie.
Verder is ook belangrijk wie wat heeft gezegd en hoe hij dit wist. Is het bijvoorbeeld zo dat Amory, blijkbaar beschouwd als een betrouwbare bron, dit wist omdat hij erbij was, of heeft hij alleen verklaard dat hij dat van iemand had gehoord ?
Om nog te illustreren wat ik bedoel, mijn initiële vraag betrof de passage in het artikel "De conciërge is duidelijk gefolterd voor hij werd omgebracht. De technieken die de daders gebruiken worden vooral ingestudeerd door paracommando’s." Welnu, er bestaat nu een bron voor de bewering dat de marteltechnieken gebruikt door de daders vooral ingestudeerd worden door paracommando's. Het is dus goed mogelijk dat over X-aantal jaren dit door iemand anders wordt herhaald, verwijzend naar dit artikel en zeggend "ik heb geen enkele reden om te twijfelen aan wat deze journalist schrijft".
Dan de vraag over de advocaten.
Welnu, ten eerste kan de groep van de "advocaten" in deze niet worden onderscheiden van de groep van de "slachtoffers". De advocaten staan de slachtoffers bij en veel acties van de slachtoffers zullen dus gebeurd zijn in samenspraak met de advocaten. De advocaten treden ook alleen maar op in opdracht en op instructie van hun cliënten.
Ten tweede is het voor ons, die buiten het onderzoek staan, zeer moeilijk om te weten wat de advocaten concreet hebben gedaan. Zij behartigen de belangen van hun cliënten beroepshalve, het is niet de bedoeling dat zij zich verantwoorden t.a.v. het publiek of dat zij een soort van score bijhouden. Als advocaten naar buiten zouden treden met hun concrete stappen lopen zij de kans hun beroepsgeheim te schenden, alsook het geheim van het onderzoek, hun deontologie en het vertrouwen van hun cliënten.
Ten derde, en ik kan het niet genoeg benadrukken, moeten de advocaten werken met de wetgeving en strafprocedure die bestaat (en die traditioneel een kleine rol toebedeelde aan de slachtoffers en dus aan hun advocaten). Om als voorbeeld te geven, wat kunnen advocaten doen tegen de beweerde misdrijven i.v.m. obstructie van het onderzoek en verdwijning van stukken? Zelf kunnen zij daarover geen strafonderzoek voeren, dat behoort toe aan het gerechtelijk apparaat. Zij kunnen alleen, in theorie, pogen een klacht met burgerlijke partijstelling in te dienen. Echter, zij voldoen misschien niet eens aan de wettelijke voorwaarden om een dergelijke klacht in te kunnen dienen. Dat veronderstelt namelijk dat de klager reële en persoonlijke schade lijdt door het misdrijf. Louter eventuele schade is niet voldoende.
Verder zouden ook strategische overwegingen kunnen meespelen bij het niet indienen van een klacht. Indien namelijk een onderzoek wordt gevoerd naar het Bendeonderzoek, lijdt de voortgang van het eigenlijke Bendeonderzoek daaraan. Dan komt dan namelijk op de achtergrond. Het voeren naar een onderzoek naar de vorige Bendespeurders, intussen een enorme groep, zou niet alleen zorgen voor tijdverlies maar ook voor kwaad bloed bij die vorige speurders, die plots als verdachten worden behandeld. Zie bijvoorbeeld naar het gekissebis n.a.v. het onderzoek van CWB over de wapenvondst in Ronquières.
Een ander voorbeeld is de overheveling van het dossier van Dendermonde naar Charleroi, een kwestie die nog steeds soms de gemoederen op het forum beroert. Indertijd heeft de advocaat van de nabestaanden van Jan Palsterman, advocaat Hein Diependaele, geprobeerd om de overheveling van het dossier van Dendermonde naar Charleroi ongedaan te maken. Deze kwestie is tot voor het Hof van Cassatie (het hoogste rechtscollege) gekomen en het Hof heeft het cassatieberoep verworpen. De wil van de slachtoffers en advocaat botste hier dus op juridische limieten.
Het is om bovenstaande redenen niet aan mij om het optreden van de advocaten te beoordelen. Ik heb onvoldoende zicht op het gehele dossier en onvoldoende kennis van het strafrecht om te oordelen of een of meerdere advocaten op een bepaald ogenblik iets anders had kunnen of moeten doen.
We weten trouwens ook niet of de advocaten één gezamenlijke strategie hebben. Daarvoor is namelijk vereist dat de cliënten (en hun advocaten) allemaal met elkaar op dezelfde lijn zitten. Een gezamenlijke strategie uitwerken met een dergelijk grote groep is echt niet gemakkelijk. We weten ook dat de slachtoffers onderling van mening verschillen over wat nu juist moet worden gedaan en hoe dit dient te worden aangepakt. Ik geloof voor alle duidelijkheid wel dat bepaalde advocaten/slachtoffers elkaar gevonden hebben en min of meer op dezelfde lijn zitten.
Ik geef even een voorbeeld. Zoals uiteengezet in de topic over de verjaring is een proces of eender welk Bendefeit alleen mogelijk in die mate dat het feit ook kan worden gelinkt aan de overval in Aalst. Al de andere feiten zijn op zichzelf verjaard en kunnen alleen worden vervolgd als wordt bewezen dat de daders ook mededaders of medeplichtigen zijn voor wat betreft Aalst. Eender wie men voor welk feit dan ook voor de rechter wenst te brengen, Aalst zal (minstens gedeeltelijk) moeten worden opgelost. Anderzijds zijn de meeste feiten, doden en sporen dus te situeren in de periode vóór Aalst. Welnu, wat is dan de beste strategie ? Kijken naar welke sporen het meest veelbelovend zijn, die uitwerken en zo proberen om naar Aalst toe te werken ? of is het beter te concentreren op Aalst en proberen die zaak eerst op te lossen en dan naar achter in de tijd werken ? Voor beide pistes valt iets te zeggen maar ze gaan wel lijnrecht tegen elkaar in.