291

(92 replies, posted in Bewijsstukken)

Neen dat klopt, maar die hebben dan weer andere beperkingen natuurlijk. Stel dat academici terecht komen bij het schriftje met de nummerplaten. Wat kunnen die daarmee doen? Dat is toch dacht ik een heel concreet voorbeeld he.

292

(334 replies, posted in Onderzoeksdaden)

Awel ja. Laat het ons daar eens over hebben. Want hier staat een manifeste leugen:

"In 1997 kwam de parlementaire onderzoekscommissie over banditisme tot het besluit dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel moedwillig gemanipuleerd leek. Wij komen vandaag tot het besluit dat de commissie gelijk had. En wij hebben daar wetenschappelijke bewijzen van", aldus Michel.

Ik heb hier al eens uitgelegd waarom dit een manifeste leugen is. Hetgeen mij vooral stoort is het feit dat ze daar en op die plaats WEL communiceerde over het onderzoek. Dus vind ik je vraag heel legitiem Youssou tenzij ... dit ondertussen een lopende rechtszaak geworden is? En mocht die rechtszaak er niet zijn dan mag ze het inderdaad nog eens komen uitleggen. Ze heeft veel uit te leggen maar doet het niet. Natuurlijk moet de vroegere Delta-cel dan ook spreekrecht krijgen om die zware beschuldiging te weerleggen.

Er was toch één of ander orgaan dat moest toezien op het onderzoek? Waar zaten die toen Martine Michel bovenstaande beweringen/beschuldigingen in de pers deed? Wat hebben die eventueel gerapporteerd aan het parlement?

In ieder geval is het einde van het onderzoek, heel toevallig natuurlijk, zeer goed getimed. Mocht er een parlement geweest zijn zouden daar de vragen in het rond gevlogen hebben denk ik.

293

(1,221 replies, posted in 1985)

Staat hier:

In "de weken en dagen" voorafgaand aan 9-11-'85 merken meerdere mensen in Aalst een verdachte grijze Mercedes met NL kenteken op. Op 9-11-'85 noteert een kind te Liederkerke het Nederlandse kenteken van een metaal-grijze Mercedes (waarom is onbekend). Het kenteken behoorde toe aan het Nederlandse koningshuis, de speurders gaan/gingen ervan uit dat het kind zich vergiste.

» Forum

In ieder geval is het kind van toen opgespoord en zelfs nog in het bezit van het schriftje. Alles over Mercedessen kan je lezen in het topic Mercedessen.

Het kind uit Liedekerke is dus ondertussen een kind uit Opwijk geworden.

294

(1,221 replies, posted in 1985)

Baugniet deed ook zaken met Patrick Baudry, nog een link met De Staerke. We weten uit Beetgenomen ook dat Baugniet Willy Van Cutsem en Bruno Vandeuren goed kende. Goed kennen staat in dit milieu gelijk met samen criminele zaken doen. Ook legale: het overnemen van een dancing samen met Van Cutsem in Opwijk. Door Vandeuren werd Baugniet beschuldigd iets te maken te hebben met Zwarts. En met Dekaise. Vandeuren bekende zelf iets te maken te hebben gehad met de overval op Dekaise.

En Opwijk = De Schepper.

295

(92 replies, posted in Bewijsstukken)

Die academici hebben al in het onderzoek gezeten en zelfs op dit forum gezeten. Maar soit, misschien had Martine Michel beter een contract afgesloten met academici in plaats van met filmploegen of opruimers. Maar wie zegt dat de speurders van de laatste jaren niet bekwaam waren? Als een team niet slaagt in een bepaalde opdracht wie moet er dan zijn valies pakken volgens jou? Of was het de bedoeling dat men niet zou slagen?

Misschien moet ik wat minder rond de pot draaien en gewoon zeggen wat mijn academisch gevormd boerenverstand zegt, men mocht niet slagen. Zie mijn laatste post in het topic Gladio. Die geen kat wil lezen. Ik slaag dus ook niet in mijn opdracht. Valies pakken dus.

296

(38 replies, posted in Bibliografie)

Bossi wrote:

Dat bitsig reageren lag waarschijnlijk ook in het verlengde dat een Politie inspecteur voordien is opgetreden tegen de bewuste advocaat omdat hij met zijn gsm opnamen maakte in de zaal.

Dus, de VRT/RTBF mag wel opnamen doen met een camera maar de advocaat mag niet filmen met zijn GSM. Misschien heeft die advocaat op een bewust opzichtige manier opnamen gemaakt om iedereen te wijzen op die camera die daar stond te draaien. In zijn plaats zou ik dan gezegd hebben ik zal stoppen met filmen als die andere camera ook stopt met filmen.

297

(334 replies, posted in Onderzoeksdaden)

Bossi, zou het kunnen dat je hierboven het voornaamste woord vergeten bent, namelijk het woord terreurspecialist. De zaken die meester Callebaut aanbracht waren het werk van een terreurspecialist dacht ik. (Het was de man die jij hierboven diplomaat noemde.)

298

(55 replies, posted in Gladio - Staatsveiligheid)

Eindelijk ... EINDELIJK nog eens iemand met gezag en inzicht die helemaal op dezelfde golflengte zit als ik. Uit de grond van mijn hart, bedankt voor dit artikel Thierry Debels. En natuurlijk ook bedankt Walter De Smedt.

Dossier Bende van Nijvel: voormalig magistraat verbindt WNP en Groep G aan NAVO en inlichtingendiensten om mysterie te verklaren

   Na de oorlog vroeg de chef van de Britse geheime diensten, Stewart Menzies, aan eerste minister Spaak om samen te werken.

Paul-Henri Spaak was voor en na de Tweede Wereldoorlog premier. Sir Stewart Graham Menzies (Londen, 30 januari 1890 – aldaar, 29 mei 1968) was het hoofd van MI6, de Britse geheime dienst, van 1939 tot 1952.

Spaak wou dat enkel indien ook de Amerikaanse diensten er in betrokken werden. Daaruit ontstond volgens Walter De Smedt het verdrag van Brussel en later wat wij nu de NAVO noemen.

In 1957 werd Spaak secretaris-generaal van de NAVO als opvolger van Lord Ismay en bleef dit tot 1961.

Walter De Smedt (Dendermonde, 1948) is een Belgisch ex-magistraat, columnist en schrijver.

De Smedt eind 2017 in Apache: “Deze verdragsorganisatie (NAVO) bestaat niet enkel uit een militair luik dat wij allen kennen omdat wij er als dienstplichtige deel van uitgemaakt hebben. Het andere facet, de aan elkaar verbonden Nationale Veiligheidsoverheden en Inlichtingendiensten zijn minder bekend maar even belangrijk.”

Hierin zit volgens hem de voornaamste reden dat de Belgische overheid de geheimhouding over het bestaan en de werking van aan de officiële diensten verbonden parallelle diensten niet kan bekennen. “Het verdrag houdt immers een overdracht van soevereiniteit in. En er zijn ook werkingsregels die de geheimhouding opleggen.”

Het zijn volgens De Smedt de inlichtingendiensten zelf die bepalen wat al of niet geheim is en als het over een bevriende dienst gaat speelt 'de derde regel' waardoor enkel de dienst van oorsprong het geheim kan declassificeren, de graad van geheimhouding kan opheffen.

“Bovendien is het verbreken van die geheimhouding strafbaar. Recentelijk werd er zelfs een wet gemaakt om lekken daarover te vermijden: zwaardere bestraffing en toepassing van bijzondere technieken om de lekken op te sporen.”

De Smedt verbindt die belangrijke informatie aan de Bende van Nijvel. “Stel je voor dat wat nu wordt vermoed officieel zou worden bevestigd. Dat leden van de groep G, een geheime organisatie binnen de rijkswacht samen werkten met extreem rechtse organisaties als de Westland New Post, en de acties binnen het kader van de NAVO gebeurden met als voorgehouden doel de veiligheidsdiensten in ons land te versterken.”

Voor deze piste waren er volgens De Smedt van bij het begin van het onderzoek ernstige aanwijzingen. Dat er gemanipuleerd werd en bepaalde onderzoeken niet behoorlijk werden gedaan was ook snel zichtbaar. Dat werd al duidelijk tijdens de eerste Bendecommissie.

De geschiedenis van Menzies en Spaak is overigens iets complexer dan summier voorgesteld door De Smedt. Er is ook de interferentie van Gladio.

De geschiedenis van de Belgische tak van het Gladio-netwerk begint in 1948 toen Eerste Minister Paul-Henri Spaak en Minister van Justitie Paul Struye de Staatsveiligheid toestemming gaven om met geallieerde inlichtingendiensten te praten over de organisatie van een clandestien stay-behind netwerk.

Deze onderhandelingen vonden voornamelijk plaats met Sir Stewart Menzies van de Britse SIS en vertegenwoordigers van de toen net opgerichte CIA. De expliciete doelstellingen van deze samenwerking werden geschetst in een topgeheime brief van Menzies aan Spaak:

Het huidige doel van [Engels-Belgische samenwerking tussen de speciale diensten] moet gericht zijn op twee hoofddoelen:

De verbetering van onze informatie over het onderwerp van Cominform en potentiële vijandelijke activiteiten voor zover deze onze twee landen betreffen.

De voorbereiding van geschikte inlichtingen- en actieorganisaties in geval van oorlog.

Sir Stewart Menzies, 27 januari 1949

De hoeveelheid invloed die in dit vroege stadium aan de CIA werd toegeschreven, varieert van bron tot bron. De CIA had nog geen volledige zeggenschap over het Office of Policy Coordination, dat tot 1952 de Amerikaanse geheime acties aanstuurde.

Tijdens de eerste onderhandelingen stelde Menzies voor om de VS buiten de organisatie te houden, maar Spaak maakte bezwaar tegen verdere ontwikkelingen die niet in een tripartite (België-Groot-Brittannië-Verenigde Staten) of multilaterale setting plaatsvonden.

In het eindverslag van parlementair onderzoek wordt weinig melding gemaakt van de betrokkenheid van de CIA, maar onderzoeksjournalist Walter de Bock wijst op basis van Pentagon-documenten op de belangrijke rol die de CIA al vroeg in de organisatie speelde en op de feitelijke controle tot 1968.

Ook kolonel Margot klaagt in een interne nota van 8 april 1959 over de invloed van de Amerikaanse inlichtingendiensten op de Belgische tak van het Gladio-netwerk.

Deze eerste onderhandelingen leidden tot een nauwere samenwerking tussen de geheime diensten van de drie landen onder de naam Tripartite Meeting België.

Na deze vergadering werd het Belgische stay-behind netwerk operationeel, maar het duurde tot 4 januari 1952 voordat de eerste formele instructies voor stay-behind operaties werden gegeven aan Ludovicus Caeymaex (Staatsveiligheid) en Generaal Etienne Baele.

De groeiende polarisatie tussen Oost en West en het besef van de noodzaak van continentale samenwerking leidde in 1949 tot de oprichting van het Comité Clandestin de l'Union Occidentale (C.C.U.O.), dat België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk en Groot-Brittannië omvatte.

Het C.C.U.O. legde de basis voor de vorming van de NAVO en coördineerde de verschillende stay-behind netwerken in de vijf lidstaten. De functies ervan werden in 1951 overgedragen aan het Clandestine Planning Committee (C.P.C.), een andere NAVO-organisatie, die in 1959 werd omgedoopt tot Coordination and Planning Committee.

Het C.P.C. werkte een plan uit voor de installatie van twee taakgroepen, één voor communicatie en één voor geheime netwerken, een structuur die werd weerspiegeld in het Allied Coordination Committee (A.C.C.) dat in 1958 werd opgericht om het C.P.C. van sommige van zijn taken te ontlasten.

Het A.C.C. bestond uit de leden van de C.C.U.O. plus de VS en coördineerde de stay-behind activiteiten, zoals was bepaald op de eerste bijeenkomst in april 1959 onder Frans toezicht:

Het A.C.C. is een regionaal comité van zes mogendheden voor het voeren van onderling overleg en het ontwikkelen van beleidsrichtlijnen over zaken van gemeenschappelijk belang met betrekking tot achterblijvers in de betrokken West-Europese landen.

Beginselverklaring, 29-30 april 1959

Deze in elkaar grijpende coördinatieorganisaties, zoals het C.P.C. en het A.C.C., hadden aanvankelijk hun hoofdkwartier in Parijs, maar verhuisden samen met SHAPE, het centrale hoofdkwartier van de NAVO, naar Bergen in België na de Franse terugtrekking uit de verenigde NAVO-commandostructuur in 1966.

Na de eerste zes landen werden Duitsland, Italië, Denemarken en Noorwegen lid van de A.C.C.. Hoewel alle landen lid waren van de NAVO, werd een officiële link tussen de A.C.C en de NAVO ontkend. De parlementaire commissie merkte op "... men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat er in de praktijk steeds nauwere betrekkingen ontstonden".

In de daaropvolgende decennia werden de stay-behind activiteiten voornamelijk gecoördineerd via A.C.C.-bijeenkomsten. Deze activiteiten bestonden officieel uit (multinationale) trainingsactiviteiten zoals infiltratie, parachutespringen en langeafstandscommunicatie, waarvan er minstens tussen 1972 en 1989 een groot aantal werden gehouden.

Door het geheimzinnige karakter van het netwerk, het milieu van de verschillende betrokken agenten en de Koude Oorlogsomgeving werden er beschuldigingen geuit dat het stay-behind netwerk in deze periode ook minstens onrechtstreeks betrokken was bij clandestiene acties op Belgische bodem.

De laatste gedocumenteerde vergadering van het A.C.C. vond plaats op 23 en 24 oktober 1990 onder leiding van generaal Van Calster, waar de deelnemers onder meer een inkrimping van het stay-behind netwerk bespraken in het licht van de veranderende internationale verhoudingen.

Dit was de bijeenkomst waar de Italiaanse president Giulio Andreotti naar verwees na de onthulling op 24 oktober 1990 van het bestaan van Gladio in Italië, een onthulling waar verschillende woordvoerders van andere regeringen op reageerden door te beweren dat elke stay-behind in hun eigen land verleden tijd was. Dit irriteerde Andreotti alleen maar en hij verklaarde aan de pers dat de laatste stay-behind bijeenkomst een paar dagen daarvoor nog in België had plaatsgevonden.

Na de ontmaskering van de Italiaanse tak en navraag door Italiaanse ambtenaren bij hun Belgische collega's, maakten minister van Defensie Guy Coëme en premier Wilfried Martens het bestaan van de Belgische tak van het Gladio-netwerk bekend tijdens een persbijeenkomst op 7 november 1990.

De regering besliste op 23 november 1990, enkele dagen na het voorstel voor een parlementair onderzoek, om het netwerk officieel te ontbinden.

Martens loog trouwens over Gladio. Dat hebben we al elders geschreven.

Eigenlijk heb ik na dit artikel niets meer te zeggen. Hier staat wat ik wou horen. Waarom, waarom in Godsnaam heeft men ons 40 jaar beetgenomen?  Lieve staatswees, beste vriendin, de waarheid staat HIER. Sorry voor mijn emotionele reactie. Jij hebt vanaf minuut 1 aangevoeld dat je een staatswees was. En je had gelijk. Je moeder had gelijk. Walter De Smedt had gelijk; Belgie alleen kan/kon niet bekennen. Nogmaals bedankt Thierry Debels en Walter De Smedt.

299

(334 replies, posted in Onderzoeksdaden)

Het wordt hier met de minuut straffer. Bossi die de advocaat tegen spreekt. Jongens, ga eens allemaal goed slapen en denk er nog eens rustig over na. En weet ons morgen te zeggen wie er gelijk heeft.

300

(511 replies, posted in Onderzoeksdaden)

Sorry. Ik zal het dus nogmaals navragen voor de zekerheid. En vragen of er eventueel een bandopname is. Bossi die aanwezig was schijnt het dus anders begrepen te hebben. Ik was er niet bij he.