341

(3 replies, posted in Organisaties)

Gelegen in de Avenue Alfred Madoux 44 in Sint-Pieters-Woluwe. De firma werd opgericht op 29 juni 1981 en het KBO-nummer werd ambtshalve geschrapt op 25 oktober 2013.

(...) In juni 1985 informeert Mendez bij Jean-Pierre Giannini naar het serienummer van de gestolen “Jungle Carbine”. Hij had indertijd het wapen van Giannini gekocht. Giannini vindt deze gegevens terug en bezorgt het serienummer aan Mendez. Mendez maakt dat nummer over aan de politie van Overijse. Later, in 1986, zal blijken dat Bouhouche enkele dagen na de inbraak bij Mendez de “Jungle Carbini” verkocht aan “Ergos Gun Gallery”.

Bouhouche zal volhouden dat Mendez hem dit wapen ter beschikking stelde na de diefstal en dat hij aan hem vroeg het te verkopen. Het zou dus niet gestolen zijn, maar de indruk werd gewekt dat dat wel het geval. In feiten wilde Mendez zijn verzekeraar dus oplichten, aldus Bouhouche.

Bron: Loden jaren: De Bende van Nijvel gekaderd | Paul Ponsaers

In januari 1986 werd er in de winkel ingebroken, toevallig in dezelfde maand als de moord op Mendez:

Inbrekers rover vuurwapens in Sint-Pueters-Woluwe

Inbrekers drongen donderdagochtend de winkel binnen van de PVBA Ergos, gelegen aan de Madoulaan 44 te Sint-Pieters-Woluwe, via een verbrijzeld venster. De indringers legden beslag op en veertigtal revolvers en pistolen en ontvreemdden eveneens 22 long rifle-karabijnen. Het ging om nabootsingen van een Kalachnikov en een M16-vuurwapen. Toen de daders eenmaak binnen waren, sloegen ze op 15 plaatsen de ruimte stuk van de toonkasten om bij de tentoongestelde vuurwapens te komen.

Bron: Gazet van Antwerpen | 1 Februari 1986

342

(36 replies, posted in Onderzoekspistes)

Autodiefstallen te Oostende

Zaterdagnacht werd de BMW van Victor S. uit Watermaal-Bosvoorde ter hoogte van de Troonstraat 61 gestolen en in de nacht van vrijdag op zaterdag werd het voertuig van John R. gestolen. De Toyota stond geparkeerd op de hoek van de Van Iseghemlaan en de Christinastraat. Er werden ook verschillende pogingen tot autodiefstal vastgesteld.

Aan de Lijnbaanstraat werden sporen van poging tot diefstal gevonden aan de VW Golf van Dirk V.T. en ook in de Aartshertogenstraat te Mariakerke werden het slot en de ruiten van een wagen geforceerd. Eenzelfde lot onderging de wagen van Viviane D. aan de Ernest Feysplein te Oostende.

Bron: Gazet van Antwerpen | 22 Juli 1985

343

(934 replies, posted in Bende Bouhouche-Beijer)

Een eerste samenvatting van de twee psychiatrische rapporten die gemaakt zijn over Bouhouche. Bron: akte van inbeschuldigingstelling van het proces Bouhouche-Beijer.

Bouhouche omschreef zijn eigen jeugd als "banales". Zijn vader was van Algerijnse afkomst en werkte in een restaurant. Zijn moeder was poetsvrouw. Na zijn studies “elektriciteit” ging hij aan de slag bij Le Soir, als koerier. Hij werd ontslagen wegens diefstal. Na zijn militaire dienstplicht, heeft hij gewerkt als magazijnier. In 1974 besloot hij om dienst te nemen bij de rijkswacht. In datzelfde jaar trouwde hij met Anne Quittner. Zij kregen één zoon, geboren in 1979.

De eerste opsluiting van Bouhouche, van 1986 tot eind 1988, zorgde voor een barst in het huwelijk. Op het moment van de feiten in Antwerpen woonde Bouhouche samen met Claude Bureau, een medewerkster van een notaris.

Een rapport van de rijkswacht uit 1975 omschrijft Bouhouche als "dynamisch" en "doté du sens des responsabilités". Twee ex-collega’s van de rijkswacht, Besbrugge en De Ridder, omschrijven Bouhouche als "un homme à risque", "qu'il fallait freiner pour eviter des incidents, et comme un passionné des armes" en "un excellent tireur".

In 1980 leert hij Alain Weykamp kennen. Hij zou toen een bepaalde sympathie gekregen hebben voor extreem-rechtse organisaties.

Rapport 1

De dokters ontdekten een “intelligence qualitativement supérieure”. Geremd, echter, wanneer toegepast op het emotionele domein. Het aanpassingsvermogen aan het sociale leven lijkt normaal. Het gedrag van Bouhouche wordt gekenmerkt door een geleidelijke afglijding naar delinquentie.

Conclusies:

Er is geen reden om aan te nemen dat Bouhouche op enig moment tijdens zijn leven ofwel in een staat van dementie verkeerde, ofwel in een ernstige staat van mentale debiliteit of geestelijke onevenwichtigheid waardoor hij niet in staat was om zijn daden onder controle te houden.

de dynamiek van het gedrag kan worden verklaard als een geleidelijke verschuiving binnen een irrationele behoefte aan macht, die niet wordt gerelativeerd.
Rapport 2

Bouhouche weigerde mee te werken aan dit onderzoek.

Volgens het rapport had Bouhouche paranoïde trekken. "Il investit son intelligence" en heeft een bepaalde manipulatieve kant, "hystéroïde", om zijn gesprekspartner te overtuigen.

344

(561 replies, posted in Bende Bouhouche-Beijer)

Er is - voor zover ik weet - nooit een psychologische schets van Mendez gemaakt. Van Bouhouche, wel die is te vinden in de processtukken, maar moet ik nog samenvatten.

345

(334 replies, posted in Onderzoeksdaden)

AI is geen wondermiddel. Eerst en vooral moet je zelf weten wat AI moet zoeken in de beschikbare bronnen. Daarna moet je een AI maken die kan doen wat jij wilt dat het doet. Een ander probleem voor dit dossier is dat veel informatie gewoonweg niet leesbaar is voor een bot / AI. Je gaat dus eerst zeker moeten zijn dat alle informatie goed "leesbaar" is.

346

(1 replies, posted in 1980-1989)

De artikels van het assisenproces van de moord op Marc De Clercq. Het is opvallend dat Charles Bastiaensen veroordeeld werd tot slechts vijf jaar gevangenisstraf.

Moord uit wraak voor Brabants Assisenhof

Het Hof van Assisen van Brabant, voorgezeten door raadsheer Wezel, behandelt van vandaag af het proces van de 40-jarige Charles Bastiaensen, maatschappijbeheerder, wonende Koekelberglaan 68 te Sint-Agatha-Berchem. Bastiaensen wordt ervan beschuldigd in de avond van 13 augustus 1984 beenhouwer Marc De Clercq, de zijn zaak had aan de Gentsesteenweg te Sint-Agatha-Berchem, ter hoogte van pand 1301 in die straat te hebben doodgeschoten.

Bastiaensen, die ook bij een handel van valse en gestolen cheques was betrokken, was er via gerechtelijk inspecteur Timmermans achter gekomen dat hij bij het gerecht, ondermeer door Marc De Clercq, verklikt was. Bastiaensen nam zich voor op De Clercq wraak te nemen. Hij reed met zijn wagen tot bij de beenhouwerij van zijn vijand.

Toen hij deze omstreeks 19u zag buitenkomen en iets verder de straat oversteken, vuurde Bastiaensen met zijn revolver vier kogels af. Het slachtoffer werd door projectielen getroffen en overleed aan de opgelopen verwondingen. Bastiaensen ging zich de volgende dag bij de gerechtelijke politie melden.

Beschuldigde wordt verdedigd door Mr. Guy François, terwijl het Openbaar Ministerie is vertegenwoordigd door advocaat-generaal Jean-Pierre Jaspar. Er worden een 30-tal getuigen ondervraagd en de debatten zullen vier dagen in beslag nemen.

Bron: Gazet van Antwerpen | 5 Januari 1987

Charles Bastiaensen “Weet niet wat er gebeurde”

“Ik weet niet wat er gebeurde toen ik Marc De Clercq neerschoot”, zei de 40-jarige Charles Bastiaensen gisteren tijdens zijn ondervraging door voorzitter Wezel van het Assisenhof van Brabant. Op 13 augustus 1984 schoot beklaagde slager De Clercq (27) te Sint-Agatha-Berchem dood omdat deze hem verklikt had bij de gerechtelijke diensten.

Het verhoor leerde verder dat Bastiaensen zijn vader, een Amerikaan, nooit heeft gekend en dat zijn verhouding met de man waarmee zijn moeder later trouwde slecht was.

Bastiaensen had verscheidene jobs voor hij zelfstandig een firma gespecialiseerd in lichtreclames uitbaatte. Ondertussen was hij gehuwd, doch in 1975 liet zijn vrouw hem in de steek. Bastiaensen ging samenwonen met een verpleegster, Hélène. Wat later begon hij een intieme relatie met Françoise, een jonge vrouw uit Guadeloupe. Na een verblijf van enkele maanden in Zaïre brak hij met Hélène en baatte met Françoise een bar uit aan de Stassartlaan te Elsene.

Bastiaensen sloot weldra deze weinig winstgevende drankgelegenheid en reisde met zijn vriendin naar Guadaloupe. Na vier maanden keerde hij helemaal berooid naar België terug.

Nadat Françoise klacht tegen Bastiaensen had neergelegd omdat hij haar soms liet werken als prostituée, startte hij met Dominique de uitbating van een andere bar. Daar kwam hij in contact met mensen uit het milieu, die hem voorstelden gestolen cheques te verkopen, wat vrij vlug een winstgevend zaakje werd. Hij werd dan ook actief in een handel in gestolen wagens.

Na moeilijkheden met de politie vestigde Bastiaensen zich in Spanje. Toen hij vernam dat zijn vriendin Dominique in Brussel was aangehouden in verband met de gestolen cheques besloot hij naar België over te komen via Parijs en Luxemburg. Daar hoorde hij van ene Daniël Beaudin dat hij door Marc De Clercq was verklikt. Beaudin had het nieuws van gerechtelijk inspecteur Timmermans.

Na wat aarzelen keerde Bastiaensen uiteindelijk naar Brussel terug en haalde een revolver op, die hij nog van De Clercq had gekocht. Hij verbleef nog enkele dagen in een caravan in Middelkerke, samen met zijn nieuwe vriendin Christiane.

Hij keerde regelmatig naar Brussel terug. Enkele uren voor de feiten had hij nog een kort gesprek met Marc De Clercq in verband met de gestolen cheques. Wat later kwam hij voorbij de beenhouwerij van De Clercq aan de Gentsesteenweg te Sint-Agatha-Berchem.

Toen hij De Clercq de straat zag oversteken met zijn zoontje, reed hij naar zijn tegenstrever toe. Deze zou hem nog verbaal hebben uitgedaagd. Vanuit zijn wagen vuurde Bastiaensen vier kogels af in de richting van De Clercq, die door drie projectielen werd geraakt. Na een telefoontje aan de gerechtelijke politie liet Bastiaensen zich de daarop volgende dag aanhouden.

Inspecteur Timmermans

Tijdens de namiddagzitting getuigde onderzoeksrechter Mw. Lyna dat Bastiaensen niet zou gezien hebben dat het slachtoffer zijn tweejarig zoontje bij de hand hield. Anderzijds staat het vast dat Bastiaensen tijdens de dagen en uren die de feiten vooraf gingen, aan vier personen grote bedragen overhandigde in verband met de handel in gestolen cheques.

Mr. Guy François, advocaat van de verdediging, vroeg de onderzoeksrechter naar de rol die gerechtelijk inspecteur Arthur Timmermans in heel de zaak speelde. Inspecteur Timmermans die zich liet omkopen, verstrekte aan Bastiaensen alle gegevens over de personen die hem bij de trafiek van gestolen cheques hadden verklikt bij het gerecht.

Tot deze personen behoorde Marc De Clercq. Zonder de inlichtingen verstrekt door inspecteur Timmermans zou De Clercq nooit door Bastiaensen zijn doodgeschoten, aldus Mr. François.

Om zijn thesis te staven liet de advocaat eveneens onderzoeksrechter Bellemans als getuige oproepen. Onderzoeksrechter Bellemans was belast met het onderzoek inzake corruptie waaraan inspecteur Timmermans zich schuldig had gemaakt.

Een andere getuige was wapendeskundige Dery. Hij verklaarde dat De Clercq werd neergeschoten vanop korte afstand door drie kogels, waarvan ten minste één dodelijk was.

Bron: Gazet van Antwerpen | 6 Januari 1987

Bastiaensen betaalde inspecteur Timmermans voor tip

Charles Bastiaensen, beschuldigd van moord op Marc De Clercq te Sint-Agatha-Berchem, kreeg in het Groot-Hertogdom-Luxemburg bezoek van gerechtelijk inspecteur Timmermans die hem zei dat hij door het slachtoffer was verklikt. Bastiaensen gaf Timmermans als dank voor de tip een aanzienlijke geldsom.

Dat getuigde gisteren gerechtelijk commissaris Christiaan De Vroom. Inspecteur Timmermans was bij de gerechtelijke politie verbonden aan de sectie Valse Cheques.

Bastiaensen had op 24 juli 1984 via een vriend vernomen dat hij werd gezocht wegens handel in gestolen cheques. Bastiaensen, die op dat ogenblik in Spanje vertoefde, wilde dadelijk naar Brussel overkomen om er zijn uitleg te verstrekken over zijn activiteiten. In Parijs werd hem aangeraden zich onmiddellijk naar Luxemburg te begeven. Daar ontmoette hij inspecteur Timmermans, die hem verklaarde dat hij verklikt was geworden door slager Marc De Clercq.

Een andere gerechtelijk commissaris, Patrick Renwart, getuigde dat Bastiaensen in maart 1984 het wapen van de misdaad, een 9mm Smith and Wesson-revolver, via een tussenpersoon van het slachtoffer kocht voor 35.000 fr.

Guido S., een handelsvertegenwoordiger uit Zellik, reed de avond van de feiten, 13 augustus 1984 omstreeks 19u, met zijn wagen over de Gentsesteenweg te Sint-Agatha-Berchem, toen plots de weg werd versperd door de BMW van Bastiaensen.

De BMW stopte 150 meter verder voor een zebrapad, waarover verscheidene voetgangers gingen, o.a. Marc De Clercq met zijn zoontje aan de hand. Zonder dat De Clercq en Bastiaensen enig woord met elkaar wisselden, schoot laatstgenoemde vanuit zijn voertuig verscheidene kogels af naar het slachtoffer. De BMW reed onmiddellijk weg, maar getuige kon de nummerplaat van de wagen noteren.

Marcel S., was met slachtoffer De Clercq een glas gaan drinken in een nabijgelegen herberg en stak samen met De Clercq en diens zoontje de Gentsesteenweg over toen werd geschoten.

Volgens getuige was De Clercq er zich niet van bewust dat vanuit de wagen van Bastiaensen naar hem werd gevuurd.

Dominique G., vriendin van Bastiaensen, getuigde dat zij in juni 1984 in haar woning te Sint-Agatha-Berchem heel vermoedelijk door De Clercq bestolen werd, op een ogenblik dat ze met haar vriend aan de Belgische kust vertoefde. Getuige beschreef Bastiaensen als een noeste werker, en als een man die steeds vriendelijk was tegenover haar en de kinderen.

De 64-jarige moeder van beschuldigde sprak vooral over de talrijke mishandelingen die haar zoon vanwege zijn stiefvader te verduren kreeg. De stiefvader kon Charly gewoon niet luchten en sloeg hem tot zijn 18e levensjaar. Getuige zelf kreeg van haar echtgenoot eveneens vaak slaag.

Timmermans

Tijdens de namiddagzitting zei Françoise Weiss, een sociale assistente in de gevangenis die wekelijks een bezoek brengt aan Bastiaensen, dat beschuldigde edelmoedig en goedhartig is, erg onderhevig aan angstgevoelens en een groot gebrek aan zelfvertrouwen vertoont.

De 29-jarige Christiane C. leerde Bastiaensen kennen in het restaurant dat hij te Koekelberg uitbaatte samen met zijn vriendin Dominique. Op het ogenblik dat laatstgenoemde met het gerecht te maken kreeg, begaven getuige en Bastiaensen zich naar Spanje. Daar kreeg Bastiaensen een telefoontje vanuit Brussel dat hij gezocht werd door de gerechtelijke politie.

Bastiaensen keerde toen via Parijs en Luxemburg naar België terug. Getuige zelf keerde terug op 11 augustus 1984 en bracht er een weekend met Bastiaensen door te Middelkerke.

Gerechtelijk commissaris Christian Binz was hoofd van de sectie Valse en Gestolen Cheques bij de gerechtelijke politie in het begin van de jaren ’80.

Getuige zegde dat een van de plaatsen waar de gestolen cheques konden worden aangekocht café-restaurant “Montparnasse” was dat Bastiaensen uitbaatte. Zulks bleek uit de verklaringen die Marc De Clercq op 13 maart 1983 bij de gerechtelijke politie was komen afleggen.

Daarna kwam de gewezen gerechtelijk inspecteur Arthur Timmermans getuigen. Hij zei einde juli 1984 op aanraden van twee vrienden, Baudouin en Lukic, naar Luxemburg te zijn gereisd om er Bastiaensen te ontmoeten, aan wie hij de gegevens van een acht bladzijden tellende proces-verbaal voorlas. Timmermans herinnerde zich niet de naam van De Clercq te hebben opgegeven als de man die Bastiaensen had verklikt. Wel gaf Timmermans toe dat hij in Luxemburg een som geld had ontvangen, zonder evenwel te kunnen preciseren of ze hem door Baudouin, Lukic of Bastiaensen werd geschonken.

Bron: Gazet van Antwerpen | 7 Januari 1987

Bastiaensen niet voorbestemd om ooit misdaad te plegen

Bastiaensen is verantwoordelijk voor zijn daden. De beschuldigde verkeerde in een zware depressieve toestand op het ogenblik dat hij Marc De Clercq ging doodschieten. Hij voelde zich bedreigd en achtervolgd, wat zijn agressiviteit had aangewakkerd.

Dat was de mening van de psychiaters Goltsberg en Frankard gisteren in zijn proces voor het Assisenhof van Brabant.

Bastiaensen had voor het slachtoffer De Clercq tegelijkertijd waardering en misprijzen. Bastiaensen kon niet aanvaarden dat hij in het milieu van handelaars in gestolen cheques kon worden bedrogen en verklikt. Bastiaensen zou De Clercq in een bui van opperste woede doodgeschoten hebben.

Overigens heeft Bastiaensen geen al te hoge dunk van zichzelf, wat voor een deel te wijten is aan zijn jeugdjaren, toen hij door zijn stiefvader herhaaldelijk werd mishandeld. Bastiaensen verlangde ernaar zich sterk te voelen.

Bastiaensen was een noeste werker en was volgens de psychiaters zeker niet voorbestemd om ooit een misdaad te plegen. De getuigen van de verdediging, overweldigend collega’s van de beklaagde, beschreven hem eenparig als een edelmoedige en goedhartige kerel, een man van wiens goedheid soms misbruik werd gemaakt. Verscheidene van deze getuigen konden aanvankelijk moeilijk geloven dat Bastiaensen bij een misdaad betrokken was.

De zuster van de vriendin van Bastiaensen zei dat haar zoontje tijdens de maanden die de feiten voorafgingen regelmatig het middagmaal ging gebruiken in het restaurant dat de beklaagde te Koekelberg uitbaatte. De knaap, toen 12 jaar oud, was zich erg aan Bastiaensen gaan hechten. Toen de jongen vernam dat Bastiaensen een man had doodgeschoten, werd hij ziek en kon hij vier maanden lang niet naar school gaan.

De getuige verklaarde voorts dat Bastiaensen steeds erg vriendelijk was en dat ook zij onthutst was geweest toen ze de feiten vernam. Vandaag volgen het rekwisitoor en de pleidooien.

Bron: Gazet van Antwerpen | 8 Januari 1987

Verdediging pleit provocatie of onweerstaanbare dwang

In het proces tegen Charles Bastiaensen zijn gisteren het openbaar ministerie en de verdediging aan het woord gekomen. De aanklager stelde dat beklaagde met voorbedachtheid handelde, maar de verdedigers verwierpen dit. Volgens hen werd Bastiaensen ofwel geprovoceerd, ofwel handelde hij in een toestand van onweerstaanbare drang.

Advocaat-generaal Jean-Pierre Jaspar betoogde bij de aanvang van de zitting dat Bastiaensen naar Brussel was overgekomen om er af te rekenen met De Clercq. Nadien legde hij tal van leugenachtige verklaringen af.

Zo beweerde hij dat het slachtoffer uren voor de feiten vanuit zijn winkel een beledigend gebaar in zijn richting had gemaakt, maar deze bewering komt als onwaarschijnlijk over.

Zeker is dat Bastiaensen na het doodschieten van De Clercq naar het Keymplein te Watermaal-Bosvoorde reed, na zijn revolver van nieuwe patronen te hebben voorzien.

Bastiaensen wilde ook afrekenen met De Backer, een man uit het milieu die hem had bedrogen. Hij wilde hem zo niet doodschieten, er dan toch voor zorgen dat De Backer voor de rest van zijn leven zich alleen nog in een rolstoel zou kunnen voortbewegen.

Ten opzichte van De Clercq trad Bastiaensen op met voorbedachte rade, aldus de openbare aanklager. Hij had zijn vuurwapen schietensklaar naast zich neergelegd in zijn auto.

Volgens getuige is het uitgesloten dat het slachtoffer nog woorden wisselde met Bastiaensen. Het is zelfs heel waarschijnlijk dat het slachtoffer niet eens besefte dat Bastiaensen in de buurt vertoefde.

De openbare aanklager wees er vervolgens op dat Bastiaensen al een strafregister heeft. Wel staat het vast dat beschuldigde een ongelukkige jeugd kende door de schuld van zijn sadistische stiefvader. Hij wist zich later echter te herpakken.

De advocaat-generaal stelde tot stlot de jury op haar hoede voor de thesis van de verdediging die mogelijke de provocatie, zo niet de onweerstaanbare dwang zal plegen. Bastiaensen moet schuldig worden verklaard aan een opzettelijke doodslag, gepleegd met voorbedachte rade.

Als eerste advocate van Bastiaensen had Mr. Marie-Rose Sukenik het vooral over de persoonlijkheid van haar cliënt. De advocate wees op de vernederende plagerijen die Bastiaensen van zijn pleegvader moest verduren.

Mensen die hem van nabij kenden, beschreven Bastiaensen als een noeste werker en een edelmoedig man. De goedhartigheid van Bastiaensen werd trouwens door sommigen misbruikt.

Bastiaensen had zichzelf een romantisch Beel over het milieu voorgespiegeld. Hij besefte niet dat hij door datzelfde milieu later zou worden bedrogen en verraden. Toen hij volkomen aan de grond zat, pleegde hij de feiten waarvoor hij terechtstaat.

Tijdens de namiddagzitting gaf mr. Guy François, tweede verdediger, toe dat Bastiaensen zijn gewezen vriend Marc De Clercq ging doodschieten, maar volgens de advocaat was er geen voorbedachtheid. Anders zou Bastiaensen zeker niet in volle straat en bij klaarlichte dag zijn tegenstrever hebben doodgeschoten.

De verdediger stelde de jury vervolgens voor de keuze: ofwel werd Bastiaensen door het slachtoffer geprovoceerd, ofwel handelde hij in een toestand van onweerstaanbare dwang.

Volgens de advocaat had Bastiaensen een paar uur voor de feiten nog een kort gesprek met De Clercq. Deze zou hem toen beledigd en bedreigd hebben. De provocatie kan volgens mr. François bestaan uit beledigingen of uit moreel geweld. Bastiaensen voelde zich diep bedrogen door De Clercq die hij steeds als een vriend had beschouwd. Hij had geen controle meer over de gebeurtenissen door de intensiteit van deze gevoelens.

Het arrest wordt hedenmiddag verwacht.

Bron: Gazet van Antwerpen | 9 Januari 1987

Vijf jaar voor Charles Bastiaensen

Door het Hof van Assisen van Brabant werd Charles Bastiaensen tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld. De jury had hel schuldig bevonden aan “een opzettelijke doodslag met voorbedachte rade en met de omstandigheid dat hij onmiddellijk voor de feiten door het slachtoffer werd geprovoceerd”. Hij schoot in Brussel De Clercq dood.

Vrijdagvoormiddag vonden de replieken plaats. Advocaat-Generaal Jean-Pierre Jaspar zegde dat Bastiaensen niet alleen een strafregister heeft, maar nog voor verscheidene misdrijven zoals de diefstal van schilderijen, de handel in gestolen cheques en de heling van voertuigen voor de rechtbanken zal moeten verschijnen.

De openbare aanklager hield zich verder aan de thesis van de afrekening. Bastiaensen was naar Brussel overgekomen om af te rekenen, niet alleen met De Clercq, maar ook met De Backer. Na De Clercq te hebben neergeschoten voorzag hij zijn revolver van nieuwe patronen teneinde ook De Backer te kunnen neerschieten.

De advocaat-generaal zegde dat Bastiaensen zich wilde wreken en daarbij ontegensprekelijk met voorbedachte rade optrad.

Als eerste advocaat van de verdediging nam mr. Marie-Rose Sukenik het woord. Ze zegde dat haar cliënt vooral als een noeste werker moest worden beschouwd en niet als een man uit het milieu. Bastiaensen werd integendeel herhaaldelijk door het milieu bedot en bedrogen en zelfs gemanipuleerd.

Als tweede advocaat van de verdediging zegde mr. Guy François dat er geen voorbedachte rade aanwezig was gezien Bastiaensen ter plaatse verscheen bij klaarlichte dag met zijn eigen voertuig zonder te zijn vermomd in de buurt zelf waar iedereen hem kende. Mocht hij de doodslag hebben gepland zou hij een ander ogenblik en een andere plaats hebben gekozen.

Mr. François betoogde dat het gesprek tussen Bastiaensen en De Clercq korte tijd voor de feiten neerkwam op een ware provocatie vanwege het slachtoffer. De woorden van De Clercq hadden Bastiaensen gewoon woedend gemaakt.

De advocaat zegde ten slotte dat zijn cliënt zich in dergelijke toestand bevond dat hij een daad pleegde waaraan hij niet kon weerstaan.

Bastiaensen had toen wat te zeggen. Hij verklaarde: “In de 30 maanden die ik in de gevangenis doorbracht, kwam ik elke dag opnieuw tot het besef een gruwelijke daad te hebben gepleegd. Toen ik De Clercq doodde was ik mezelf niet meer. Ik heb er diepe spijt over”.

Bron: Gazet van Antwerpen | 10 Januari 1987

347

(991 replies, posted in Bende De Staerke)

Wanneer was die overval? Wat was het doelwit van die overval? Was dat een bank, een postkantoor, een winkel, ...? Werden er wapens gebruikt tijdens die overval? Was De Staerke alleen of waren er meerdere daders?

348

(1,221 replies, posted in 1985)

club_le-happy-few wrote:

Waarom lees ik nergens over de diefstal van VW Golfs in een Aalsterse garage?

Het is de eerste keer dat ik dit hoor. Waar was die garage? Wie was de eigenaar? Wanneer werden die wagens gestolen?

349

(9 replies, posted in Speurders)

fenix wrote:

Op 27 september 1985 was hij ‘toevallig’ - samen met zijn gezin - aanwezig in het Delhaize-warenhuis van Overijse toen de Bende van Nijvel er een bloedbad aanrichtte. Torrez was ook goed bevriend met George Marnette van de Gerechtelijke Politie.

Ik stap niet goed waarom de journalist het woord "toevallig" tussen aanhalingstekens plaatst. Er is toch maar één verklaring voor de aanwezigheid van Torrez, en dat is toeval. Als het echt een complot was waarbij de rijkswacht en de Groep Diane betrokken waren, dan wil je toch net niet aanwezig zijn tijdens de aanslag op het Delhaize-warenhuis? En als je dan toch beslist om daar te zijn, dan laat je toch je vrouw en kinderen thuis.

350

(561 replies, posted in Bende Bouhouche-Beijer)

De informatie zoals beschreven door Hilde Geens is correct.

Xenophon wrote:

Waar ik een beetje aan twijfel is dat de effectieve moord op Mendez echt gepland was. Voor alle duidelijkheid: ik twijfel er niet aan dat Bouhouche en/of Bultot ermee te maken hebben, noch twijfel ik ernstig aan het feit dat het Giannakis-pistool van Bouhouche het wapen was, in combinatie met niet gangbare munitie die hijzelf voorhanden had.

Ik twijfel oprecht aan de betrokkenheid van Bouhouche. Volgens mij hebben "ze" geprobeerd om Bouhouche te framen voor de moord op Mendez. Recent heb ik nog een werkhypothese uitgewerkt, ik vat ze kort samen. De Staatsveiligheid ontdekt dat Mendez betrokken is bij de Bende van Nijvel. Om bepaalde Belgische structuren te beschermen (bv. FN) beslissen ze om Mendez te vermoorden. Na de moord proberen ze de misdaad in de schoenen van Bouhouche te schuiven, wat echter mislukt.

Bouhouche was eventueel ook op de hoogte van de feiten waarbij Mendez betrokken was. Daarom verklaart hij na de begrafenis van Mendez dat er geen bloed meer zal vloeien in Waals-Brabant. Met de dood van Mendez eindigt de "Bende van Nijvel".