Bende-Haemers hield politicus dertig dagen in Frankrijk vast
Wat zegt u de naam Paul Vanden Boeynants? U hoeft de Slimste Mens ter Wereld niet te zijn om spontaan de woorden premier, VDB, pijp, ontvoering en trop is teveel te noemen. Op 14/01/2009 is het precies twintig jaar geleden dat de voormalige premier en ex-minister van Defensie door de bende-Haemers gekidnapt werd.
Kan iemand zich in 2009 voorstellen dat Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene of Yves Leterme - net als Paul Vanden Boeynants allen christendemocratische ex-premiers - door een gangsterbende ontvoerd zouden worden? Nauwelijks. Waarom leek zoiets in 1989 bij de Brusselse slagerszoon en toppoliticus dan wel aannemelijk? Ons land was in de jaren tachtig toen wel wat gewoon. Maar toch.
Het werd nog erger: terwijl de minister van Staat halfnaakt lag vastgeketend in een vakantiewoning in het Noord-Franse Le Touquet, begonnen speurders en media in zijn thuisland te twijfelen aan de echtheid van zijn ontvoering. Kon het niet dat Vanden Boeynants - tegen wie een procedure liep om zijn parlementaire onschendbaarheid op te heffen - zelf zijn ontvoering geënsceneerd had? De vraag stellen was ze beantwoorden.
Wat had de man dan misdaan om zoveel wantrouwen te verdienen? Niet veel. Of toch niet veel dat bewezen kon worden. Want VDB werd dan wel in verband gebracht met smeergeldaffaires op defensie, met drugstrafieken in bevroren vlees, met extreemrechtse staatsgrepen, met de Bende van Nijvel, met louche praktijken in de Brusselse vastgoedsector, met roze balletten en later ook pedofiele netwerken, uiteidelijk liep hij in 1986 enkel een veroordeling op voor fiscale fraude. Een misdrijf dat in de Brusselse volkscafés bovendien op brede sympathie kon rekenen. 'Het is ne linkador, ne pei mè vossekluute', klonk het daar toen aan de toog. En bij de volgende stembusgang in 1988 bezorgden de Brusselaars hem een kletterende verkiezingsoverwinning.
Genadeloze gangsters
We zijn slechts enkele maanden later - de 69-jarige Vanden Boeynants is dan volksvertegenwoordiger en gemeenteraadslid - wanneer hij op 14 januari 1989 om 18.20 uur zoals altijd zijn wagen parkeert onder zijn appartement aan de Brusselse Franklin Rooseveltlaan. 'Ik begaf me naar de traphal, toen ik plots besprongen werd door twee mannen - een grotere en een middelmatige - met bivakmutsen', herinnerde Vanden Boeynants zich later op het proces.
'Ze dachten dat een bejaarde geen kracht meer heeft, maar mispakten zich. Ik heb gevochten als een leeuw. Pas toen ik een klap op mijn hoofd kreeg en even buiten westen raakte, moest ik mij gewonnen geven. Intussen was een wagen met een derde gemaskerde voorgereden. Ik werd op de achterbank gegooid en terwijl een van de gangsters me een revolver in de nek duwde, bonden de anderen mijn handen en voeten vast en trokken een bivakmuts over mijn hoofd.' Op de plaats van de feiten bleven drie sporen achter: een schoen, zijn onafscheidelijke pijp en zijn gehoorapparaat.
Drie lange en bange uren duurde de rit naar de schuilplaats van de daders, een vakantievilla in de Noord-Franse badplaats Le Touquet. Daar werd VDB in een donkere, lege kamer geduwd. Dertig eindeloze dagen zou hij er doorbrengen in volslagen duisternis, zonder tijdsbesef, op een dieet van water en conserven en omringd door gangsters die geen woord met hem wisselden.
Vanden Boeynants had er tijdens zijn gevangenschap het raden naar wie zijn gijzelnemers waren. Dat was maar goed ook, want de bende van Patrick Haemers, Philippe Lacroix en Basri Bajrami had tussen 1983 en 1989 een genadeloze reputatie opgebouwd: in paracommandostijl overvielen ze geldtransporten, banken en postkantoren. Viel daarbij al eens een dode, dan was dat maar zo. Toen het gerecht in 1994 de rekening maakte, had de bende zo'n tweehonderd miljoen euro buitgemaakt en vier doden op zijn geweten.
Briefjes over en weer
'De eerste dagen heb ik doodsangsten uitgestaan', vertelde VDB na zijn vrijlating. 'De gangsters zwaaiden voortdurend met wapens. Als oud-militair ben ik niet snel bang, maar ik wist totaal niet wie de vijand was. Toen ze na vier dagen enkele kranten binnengooiden, sloeg de schrik me helemaal om het hart. Ik las daar dat ik in handen was van de Brigades Socialistes Révolutionaires (BSR), een bende politieke terroristen. Maar een dag later stelden ze me gerust: die BSR was een truuk om de speurders op een dwaalspoor te zetten. Ik was opgelucht, ze wilden enkel geld en ik wilde mijn vrijheid. We konden beginnen te onderhandelen.'
Achteraf lekte uit dat Vanden Boeynants eerder toevallig en pas veertien dagen voor zijn ontvoering als doelwit uitgekozen was: toen de bende op 31 december aan de Azurenkust oudejaarsavond vierde, kwam er per toeval een boek over de rijken der aarde op tafel. Toen een van de aanwezigen enkele persknipsels bovenhaalde over het vermeende fortuin van VDB was de keuze bezegeld. 'We hadden nog enkele rijkaards in reserve - nee, ik noem geen namen - maar die hadden we uiteindelijk niet nodig', gaf Basri Basrami ooit toe.
In Le Touquet had Vanden Boeynants na veertien dagen - geheel naar zijn natuur - zelf de touwtjes in handen genomen. Toen hij bekomen was van de eerste schrik draaide hij in zijn hoofd de knop om. 'Ik had gezworen dat ik geen traan zou laten en dat ik niet zou sterven in dit rovershol. Védébé, tu ne vas pas crever ici, praatte ik mezelf in. Die gedachte heeft me recht gehouden', zei hij met veel zin voor dramatiek op de historische persconferentie na zijn vrijlating.
Meer zelfs, niet de gangsters of de politie maar VDB zelf bepaalde hoe, waar (in Genève) en door wie (raadsman Jean Natan) het losgeld overhandigd zou worden. En om de ontluistering van Haemers en co compleet te maken, pingelde hij eindeloos van het losgeld af tot de bende genoegen nam met een schamele 63 miljoen oude Belgische franken.
'Elke communicatie verliep schriftelijk', zei VDB. 'Dat ging zeer moeizaam: zij dachten dat ik miljardair was en ik probeerde ze af te schepen met een aalmoes. Maar dat pakte niet. Op een dag stopten ze een dreigbriefje onder de deur: Genoeg de slimmerik gespeeld, het hangt ons de keel uit, drijf het niet te ver. We willen vierhonderd miljoen. Anders gaat eerst je pink eraf, dan je rechteroor en daarna gaan we je kleindochter halen. Het was misschien bluf, maar toch...'
'Gelukkig schreef een journalist de volgende dag dat de hardnekkige geruchten over 850 miljoen smeergeld die ik zogezegd ontvangen had, vals waren. Van dan af raakten de onderhandelingen uit de impasse. Twaalf dagen hebben we briefjes over een weer geschreven. We zijn gestopt aan 63 miljoen. Waarom 63 miljoen? Omdat we gemarchandeerd hebben zoals ik dat op de beestenmarkt in Anderlecht geleerd had. Het had even goed 60 of 65 miljoen kunnen zijn.' Typisch Vanden Boeynants. Altijd het onderste uit de kan halen.
Tot twintig tellen
De vrijlating van Vanden Boeynants op 13 februari was pure In de Gloria, althans volgens Basri Bajrami die VDB in een Lada van Le Touquet naar Doornik bracht. 'De buit was binnen en we wilden VDB liever vandaag dan morgen lossen, maar door de jaarlijkse endurocross krioelde het van het volk in Le Touquet', zegt Bajrami. 'Toen de kust na het weekend weer veilig was, hebben we de ogen van VDB met watten afgeplakt, we hebben hem een zwarte bril opgezet en hem op de achterbank van de wagen geduwd.'
'In Doornik heb ik hem losgemaakt en tegen een muur gezet. Ik heb hem zijn horloge teruggegeven en wat geld voor een taxi en ik heb hem gewaarschuwd. Pas op, ik hou je in de gaten: je telt tot twintig en pas daarna mag je de bril afzetten en hulp zoeken. Goed, ik verstopte mij achter een hoekje en in gedachten heb ik meegeteld. En jawel, precies op de twintigste tel zette de premier zijn bril af. Dat was zo perfect, ik heb mij een breuk gelachen.'
Maar de pret van Bajrami was snel voorbij, want 's anderendaags al werd hij - als verdachte van een reeks holdups - opgepakt in het Franse Metz. Toen de politie tot haar stomme verbazing in zijn zakken ook zo'n vijf miljoen van het VDB-losgeld vond, leidde dat in verscheidene schuifjes tot de moeizame ontmanteling van de hele bende. Met als klap op de vuurpijl de aanhouding in Brazilië van Patrick Haemers en enkele kompanen.'
Vanden Boeynants had intussen andere besognes. Een groot trauma had hij blijkbaar niet overgehouden aan de gijzeling, want nog dezelfde dag van zijn vrijlating was hij alweer de meester-tacticus die zich afvroeg hoe hij de situatie imagogewijs in zijn voordeel kon beslechten. Het leverde haast hilarische tv-beelden op die tot het collectieve geheugen behoren: VDB die twee dagen later - nog steeds ongeschoren en met veel theater - op een persconferentie aan de fotografen vraagt om op te houden met flitsen, want zijn ogen konden nog geen fel licht verdragen.
Niemand nog in de cel
Het Brusselse gerecht had twee tumultueuze assisenprocessen nodig om zeven leden van de bende van Haemerste berechten. Philippe Lacroix en Basri Bajrami slaagden er in tussentijd nog in om spectaculairuit de cel te ontsnappen - ze gijzelden de grote baas van het gevangeniswezen - maar werden ingerekend en tot de doodstraf veroordeeld. Patrick Haemers wachtte het tweede proces niet af en pleegde zelfmoord in zijn cel. Vijf andere verdachten kregen zware celstraffen.
Twintig jaar na de ontvoering zit niemand van de bende nog achter de tralies. Basri Bajrami keerde terug naar zijn vaderland Macedonië, Philippe Lacroix behaalde in de cel een regentaatsdiploma en geeft nu Nederlands en Engels in het volwassenenonderwijs. Paul Vanden Boeynants overleed op 8 januari 2001 in een ziekenhuis in Aalst.
Meer » Bende Haemers | CEPIC