Wat de getuigenis vooral kracht bij zet is het volgende :
'Achteraf vernam ik dat de beweegbare doelen (cibles) vrouwen en kinderen voorstelden. Bultot was voorzitter van deze schietstand. Ik kan u zeggen dat de leden van deze schietstand samenkwamen in een café te Schaarbeek of te Evere'
Zelf heb ik nooit veel geloof gehecht aan de verklaring van Mendez eerste deel '85 ivm het dood schieten van kinderen voor een bepaald doel in de nabije toekomst. Imo was het element post facto toegevoegd omdat het prima in het verhaal past.
Als de verklaring klopt, krijgen de predicties van Mendez ineens wel zin. Mendez was op de hoogte, niet omdat hij het van horen zeggen had, maar omdat hij deel uitmaakte van een club waar dit werd gepraktiseerd. Wie was nog lid van die club? Mijn gevoel zegt dat Weykamp en Lammers niet veraf zijn.
Hebben we ons dan zo vergist in Mendez? Dit is de vorm van practical shooting in zijn ergste vorm. Tezelfdertijd vind ik het bizar dat de getuige expliciet aanhaalt dat de bewegende doelen vrouwen en kinderen voorstellen. Vergt het dan een aparte strategie om vrouwen en kinderen neer te schieten tov mannen? Ik ben geen specialist in (practical) shooting, misschien kan iemand dit duiden.
Men ging ervan uit dat Mendez panisch werd na de aanslagen in '85 omdat hij vreesde dat zijn wapens werden gebruikt in Aalst. Kan de paniek niet zijn voortgevloeid uit het feit dat hij op dat ogenblik beseft dat het zijn beste vrienden zijn die serieuze betrokkenheid hebben bij de feiten? Hij ziet de schietclub vertaald naar de echte wereld.
Of is de paniek compleet nadat hij de namen van de slachtoffers leest in Aalst? Als kind aan huis is het best mogelijk dat Mendez op de hoogte was van de slechte band tussen Podevijn en de familie Van Den Steen. Finné als slachtoffer kon nog een toevallig slachtoffer zijn, maar met de namen in Aalst weet Mendez het nu wel zeker dat men van de gelegenheid gebruikt maakt om zich te ontdoen van getuigen en vijanden. Mendez vreest voor zijn eigen leven en wil nog enkel vluchten met zijn familie. Podevijn en Mendez hadden ruzie waarna Podevijn beroep doet op zijn vrienden van de Rijkswacht (zie Complot van de Stilte). Mendez was voor zijn dood angstig en paranoïde, zijn vrienden hadden zich mogelijk toen al tegen hem gekeerd.