Samenvatting
Wat?
- Een bomauto ontploft voor het Iberia-kantoor in Brussel
- Bomauto’s voor de Iberia-kantoren in Luik en in Antwerpen worden ontmanteld.
Wanneer? 22 Mei 1974
Waar?
- Brussel: Kardinaal Mercierstraat » Google Maps
- Antwerpen: Meir 26 » Google Maps
- Luik
Wie? Onbekend, hoogstwaarschijnlijk zat ETA achter de actie.
Status: Onopgelost.
Naar aanleiding van deze bomaanslag en een stijgende criminaliteit verscheen dit artikel:
Opereert in ons land een politieke terreurorganisatie?
De politie van de BOB van de rijkswacht te Brussel zitten met de handen in het haar. Op een ogenblik dat het tekort aan personeel zich - door de vakantieperiode - nog meer doet gevoelen, slaan de gangsters op brutale manier toe. Zo onder meer nog vorige donderdag toen een Spaanse bankloper te Sint-Gillis (Brussel) werd overvallen en van ruim 1 miljoen frank beroofd. Meteen kende Brussel zijn 25e hold-up sedert het begin van het jaar.
Ontsnapt
De politie heeft een ogenblik gedacht dat Michel Ghassoul wel eens de dader zou kunnen zijn. Die 27-jarige Algerijn uit Sint-Gillis ontsnapte eind juni immers uit het St.-Georgeshospitaal te Bergen, nadat hij voorgewend had aan een ondraaglijke hoofdpijn te lijden. Die Michel Ghassoul is overigens niet aan zijn proefstuk toe. Hij wordt er ondermeer van beschuldigd de hold-up op het postkantoor van Gilly te hebben gepleegd, waar hij met 3.125.000 fr. aan de haal ging. En de politie heeft redenen om aan te nemen dat hij ook de dader is van ene andere overval op een postkantoor, nl. te Pommeroeul waar 75.000 fr. verdween.
Het blijkt echter dat de Brusselse Algerijn naar het buitenland zou zijn uitgeweken, zodat de recherche in een andere richting moet zoeken om de dader(s) van de overval op de Spaanse bankloper op het spoor te komen.
Verveeld
Het komt de politie en BOB uit de hoofdstad op zijn minst eigenaardig voor dat dit jaar al verscheidene overvallen op Spaanse instellingen werden gepleegd. Daar komt nog bij de bomauto, die voor het Iberia-kantoor te Brussel ontplofte. Het ziet er naar uit dat de recherche in de Belgische hoofdstad wordt geconfronteerd met een politieke gangsterorganisatie.
Begin mei van dit jaar werd een half miljoen fr. geroofd uit de “Banco Espagnol de Brusselas”. De gangster, die heel waarschijnlijk een Spanjaard was, riep toen in zijn moedertaal “Caja y cofre” (de kassa en de brandkast). Maar tegen diezelfde bank werd eerder tot tweemaal toe een kleine bomaanslag gepleegd. De jongste gebeurde in het begin van maart toen de Spaanse terrorist Puig Antich in zijn geboorteland ter dood werd veroordeeld.
De recherche zit met die overvallen en andere aanslagen zeer verveeld. Maar men acht het in die kringen voor mogelijk dat het dezelfde bende is geweest die de overval pleegde op de “Banco Espagnol de Brusselas” en op de Spaanse bankloper, vorige donderdag te Brussel.
Ondertussen schiet het onderzoek in de aanslag op het Iberia-kantoor te Brussel (22 mei) bitter weinig op. Veel lichtpunten zijn er niet.
Bron: Gazet van Antwerpen | 9 Juli 1974
Over de feiten zelf:
Bomauto richtte zware schade aan te Brussel
Brussel, Antwerpen en Luik werden woensdag rechtstreeks geconfronteerd met de huivering die bommenterreur kan verwekken. Tot nog toe bleef ons land daarvan gespaard. Woensdag in de vroege morgen echter werd het gevoel van veiligheid duchtig geschokt toen voor het gebouw van de Spaanse luchtvaartmaatschappij Iberia te Brussel een auto in de lucht vloog. Alles wees erop dat het om een aanslag ging. De politie werd onmiddellijk gealarmeerd. Ook in andere steden werd spoedig een speuractie op touw gezet. Ze bleef niet zonder resultaat. In Antwerpen en Luik werden eveneens verdachte auto’s ontdekt voor de Iberia-kantoren.
Later ontdekte men dat het echte tijdbommen waren. Ze ontploften gelukkig niet, want men mag niet denken aan de gevolgen die de explosies zouden gehad hebben in de drukke straten op een ogenblik dat er reeds veel mensen op de been waren.
In Brussel ontplofte de bomauto wel. Gevels werden beschadigd. Brokstukken vlogen ver in het rond. Een man die op de autobus stond te wachten, werd gekwetst. Het had nog veel erger kunnen zijn.
Materiële schade
Het Iberia-kantoor te Brussel is ondergebracht in een torengebouw waarin ook het Westbury-hotel en de “First National City Banks” zich bevinden. Aan de overkant van de straat staat de “Air-Terminus” van Sabena en in de Kardinaal Mercierstraat is er ook een in- en uitgang die naar de Metro of het nabijgelegen Centraal Station leidt. Zo de aanslag later werd gepleegd dan zouden er meer slachtoffers zijn gevallen.
De ontploffing, vermoedelijk veroorzaakt door een ontstekingsmechanisme op kleine butaangasflesjes, richtte een klein slagveld aan. Van de ontplofte wagen bleef er nog weinig over. Het dak werd aan de overzijde van de straat teruggevonden. Overal lagen brokstukken en de politie heeft er zelfs tot een afstand van 150 meter teruggevonden.
Behalve een echt glastapijt op het voetpad voor het Iberia-kantoor, sneuvelden ook talrijke ruiten van het Sabena-gebouw.
Twee andere auto’s die er stonden geparkeerd, werden door brand beschadigd. Het betrof een Belgische wagen en een Amerikaanse, waarvan de eigenaar in het Westbury-hotel verbleef.
De ontplofte wagen was een Fiat 127 met Nederlandse nummerplaat. Onder de motorkap werd door de politie een metalen draad gevonden die in verbinding stond met het gas in de koffer of in de wagen.
Onderzoek
De gekwetste is de 64-jarige R.E. uit ’s Gravenwezel die op een bus wachtte, rechtover het getroffen gebouw. Hij werd door de brokstukken verwond en naar het Sint-Pieters-ziekenhuis overgebracht. Toen we ter plaatse waren, kwam ook het parket van Brussel aan. Hoofdcommissaris van de gerechtelijke politie Lovenweent zei ons dat het nog te vroeg was om conclusies te trekken. Hij dacht niettemin aan de ETA, die weleens verantwoordelijk voor de aanslag zou kunnen worden gesteld.
Eerste terreurdaad van ETA
Brussel, dat nochtans een stijgende criminaliteit kent en dat mede door de zetels van vele internationale instellingen, een netwerk van inlichtingenmannetjes is geworden, bleef tot nog toe enigszins gespaard van terreuraanslagen. In 1969 nochtans wierpen twee Palestijnen enkele granaten in de gebouwen van de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al te Brussel.
Het Iberia-kantoor werd de jongste tijd verscheidene keren besmeurd. Op het uitstalraam werd onlangs nog een hakenkruis geschilderd. De ETA zou in België een niet geringe bedrijvigheid aan de dag leggen.
De Spaanse regering heeft nog niet zo lang geleden de Belgische overheid om uitlevering verzocht van twee mannen die lid van de ETA zouden zijn en bij de aanslag op Carrero Blanco betrokken zijn geweest. Daaraan kon evenwel geen gevolg gegeven, al lijkt het er op dat in België talrijke leden van de ETA een onderkomen hebben gevonden.
Het wordt ook mogelijk geacht dat het leden van de Baskische bevrijdingsbeweging zijn geweest die begin mei een gewapende overval pleegden in het kantoor van de Banco Espagnol te Brussel en waar een half miljoen fr. werd geroofd. Er werden overigens reeds twee bomaanslagen gepleegd tegen de Banco Espagnol de Bruselas. De laatste begin maart toen de Spaanse terrorist Puig Antich in zijn land van herkomst ter dood werd veroordeeld.
Ondanks zware vermoedens kon de recherche ons woensdag niet met volstrekte zekerheid vertellen dat de ETA de aanslag te Brussel heeft gepleegd.
Bomalarm
Door het feit dat de ontplofte wagen een Nederlandse nummerplaat had, trokken alle auto’s van boven de Moerdijk woensdag de aandacht van de politie. Aan de Tervurenlaan, waar vele Spaanse diplomaten wonen, werd ook een wagen uit Nederland opgemerkt. Na controle werd niets gevonden en dit was ook zo aan de Montoyerstraat in de nabijheid van de Spaanse ambassade.
In de namiddag kreeg een administratief bijkantoor van de Generale Bankmaatschappij, Nijverheidstraat te Brussel, een bomalarm. Al het personeel, verscheidene honderden, verlieten het gebouw zonder paniek. Er gebeurde gelukkig niets.
Ook te Luik
Ook te Lijk werd woensdagmorgen melding gemaakt van een verdachte wagen voor het Iberia-kantoor. De Luikse politie trof onmiddellijk veiligheidsmaatregelen. De verdachte wagen was dinsdagavond reeds opgevallen daar hij slecht geparkeerd stond. Via het Consulaat deer Nederlanden had de politie vernomen dat de auto in Amsterdam was gestolen.
Mijnruimers plaatsten ook daar springladingen tegen de deuren en het kofferdeksel van de verdachte auto. In het koffer werden vijf flessen butaangas voor kampeerders en twee bussen benzine gevonden met twee ontstekers die op een wekker waren aangekoppeld. Op de gasflessen stond nog de naam van de verkoper, een zekere B., en de prijs 5,95. Men weet echter niet of het gulden of marken betreft.
Bron: Gazet van Antwerpen | 24 Mei 1974
Het had erger kunnen zijn
De terreuractie die woensdag, vooral te Brussel, een angstpsychose verwekte, kende een nog vrij goede afloop. Ondanks de grote materiële schade en de gekwetsten had het erger kunnen zijn, zo de ontploffing zich een uur of twee later had voorgedaan.
De Kardinaal Mercierstraat, waar het Iberia-kantoor alsmede een voornaam Amerikaans hotel en aan de overzijde het Sabena-gebouw staan, is een vrij drukke straat. Er is ook nog een halte voor een buslijn van de Brusselse Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer. Wegens het ochtenduur was de straat op het ogenblik van de ontploffing nog verlaten.
Sommige details zouden er echter op wijzen dat de ontploffing voor later was gepland. Het is nog niet bevestigd, maar naar verluidt werd er in de ontplofte auto een tijdsmechanisme gevonden dat afgesteld stond op 8 uur. Moest de aanslag op dit uur gebeuren?
Het verdere onderzoek zal dit moeten aan het licht brengen. Anderzijds werden er ook papiersnippers in de Fiat 127 gevonden, afkomstig van de Duitse telefoongids.
Bron: Gazet van Antwerpen | 24 Mei 1974
Antwerpen was gewaarschuwd
Na een waarschuwing vanuit het Iberia-kantoor te Brussel, waar zich woensdag vroeg een ontploffing had voorgedaan, keken de bedienden van het Antwerps bureel even bijzonder uit in de eigen buurt. Rechtover het Antwerps Iberia-kantoor (Meir 26) en vlakbij de hoge glazen gevel van het Meir-center, bevond zich een knalgele 2 PK met Nederlandse nummerplaat. Omstreeks drie uur werd de politie daarvan verwittigd en werd het bomalarm gegeven.
In de wagen was een deel van de bagage zichtbaar. Onder een deken bemerkte men een bus vermoedelijk met benzine en ook nog een zak met poeder, dat mogelijk een of ander magnesiummengsel kon zijn.
Alle verkeer op de Meir werd afgezet ter hoogte van het Koninklijk Paleis (Rubensstraat) aan de ene kant en Huidevettersstraat aan de andere. De politie deed winkels en burelen in de buurt ontruimen. De eerste navraag wees uit dat het knalgele Citroënnetje met Nederlandse nummerplaat een gestolen was was, hetgeen de vermoedens nog versterkte.
Ook aan de overkant stond een wagen met Nederlandse nummerplaat. Twee uur later bleek deze wagen gewoon aan enkele noorderburen op winkeltocht toe te behoren, zodat alle aandacht kon geconcentreerd worden op het kleine autootje.
De ontmijningsdienst te Heverlee werd verwittigd, maar de ploeg daar had de handen meer dan vol. Na het voorval te Brussel was de ploeg uitgerukt naar Luik, waar eveneens een wagen met springstof werd aangetroffen. Vandaar kwamen de specialisten naar Antwerpen, waar politie en rijkswacht geduld oefenden op de Meir en heel wat nieuwsgierigen en mensen, die in de buurt wilden komen, op afstand hielden.
Interesseert mij niet
Ook al hebben pers en TV al heel wat dergelijke aanslagen getoond, toch was de reactie van de voorbijgangers soms onbegrijpelijk. Een dame, die niet door mocht, vroeg wat er aan de hand was. “Daar staat een wagen met een bomlading”, zei de agent. “Dat interesseert mij niet”, zei de vrouw. Zij wou gewoon doorstappen, maar kreeg daartoe geen gelegenheid.
In de buurt waren op verzoek van de politie alle ramen geopend. De brandweer stond actieklaar een eind verder op de Meir en om de hoek stonden ambulancewagens.
De kolonels Turlot en Bellangé van de rijkswacht kwamen ter plaatse en hun diensten onderhielden contacten met de ontmijningsploeg. Om tijd te winnen bracht een helikopter kapitein Tichon naar de rijkswachtkazerne te Wilrijk en vandaar ging het met de wagen naar de Meir.
De andere specialisten van de ploeg kregen vanuit Heverlee rijkswachtescorte voor snel vervoer naar Antwerpen. Aan de Meir had men heel wat geduld moeten oefenen, met de bijbedenking wat er allemaal zou kunnen gebeuren bij aanwezigheid van een tijdsmechanisme.
Toen kapitein Tichon en zijn ploeg ter plaatse waren, werden de veiligheidsmaatregelen nog verscherpt. De twee drankgelegenheden in de buurt, op de hoek van de Twaalfmaandenstraat en van de Wiegstraat werden ontruimd, terwijl de specialisten kalm aan de voorbereidingen van hun werk begonnen.
Ontploffingen en brandje
Het was tien over acht toen een eerste ontploffing de deur van het 2 PK’tje ontwrichtte. Een harde knal, waarbij verder niets gebeurde. Toen kon men reeds een jerrycan met benzine en het pak met poeder uit d wagen halen. Dat gebeurde allemaal met begrijpelijke omzichtigheid, het deken dat de gevaarlijke lading bedekte werd vanop veilige afstand met een koord weggetrokken.
Een uur later rekende een tweede ontploffing af met het motorcompartiment. Ook daar bevond zich springstof, want onmiddellijk begon de wagen te branden en ontwikkelde zich een witte rookwolk (magnesium?). De parate brandweer bluste het vuur op zeer korte tijd en de specialisten gingen door met hun gevaarlijk werk. Uiteindelijk rekenden nog twee kleinere ontploffingen met alle verder risico af en omstreeks twintig over tien mochten de laatste nieuwsgierigen, die op post waren gebleven, een kijkje gaan nemen voor het wagentje werd weggesleept.
Naar kapitein Tichon, die er altijd even kalm bij bleef, vertelde, werd de wagen op drie plaatsen aangepakt. Eerst het reizigerscompartiment, dat met springstof werd geopend omdat er in de deurtas van het achterportier iets verdacht werd opgemerkt. Om niet door een boobytrap verrast te worden, deed men de deur openspringen vanop afstand. Onder de motorkap zat waarschijnlijk ook nog een aparte lading en ook de koffer had een verdachte inhoud. Begrijpelijk dat de ontmijners geen enkel risico namen, na een eerste knal is het immers altijd mogelijk dat verdere ladingen stilaan ontsteken, vandaar de afstandstechniek met omzichtige fasen.
Het springtuig was uitgerust met een wekkermechanisme, dat ingesteld stond op half twaalf. De wekker stond echter stil op kwart over één. Het mechanisme, duidelijk werd van amateurs, had dus gefaald.
De springlading bestond uit een voor driekwart met benzine gevulde jerrycan, enkele zakken met onbekend poeder en een 15-tal gaspatronen, van het type dat men op campings voor verlichting gebruikt.
Het liep allemaal goed af op de Meir. Beter is het niet te denken aan de gevolgen, wanneer zo’n bomauto op een piekuur zou ontploffen. Door de afgrendeling van de hoofdader en een rustige ordedienst kon de hele operatie vlot verlopen. Er werd nergens schade gemeld.
Bomalarm
Het bleef niet bij één bomalarm. Zowat een uur later, omstreeks half twaalf, kreeg het Plaza-hotel aan de Charlottalei een bomtelefoontje. Volgens de boodschap zou een tuig om 3 uur ontploffen. Een speurtocht door heel het hotel leverde niets op.
Bron: Gazet van Antwerpen | 24 Mei 1974
In Amsterdam verhuurd
De BOB van Brussel kwam er vrij vlug achter dat de beige Fiat 127 werd verhuurd door Holland Rent-a-Car te Amsterdam. De laatste keer werd het verhuurd op 10 april en het moest normaal op 30 april worden teruggebracht. Daar kwam echter niets van in huis.
De huurder was een zekere Jacques Atressol, geboren te Vindroc in Frankrijk op 12 augustus 1950. Hij zou van Franse of Spaanse nationaliteit zijn en te Parijs, Jobbe Duvalstraat 15, wonen, maar ook een zakenadres hebben te Toulouse, Blancherstraat 54. Het paspoort dat Atressol voorlegde, was afgeleverd te Carmeaux, niet ver van de Spaanse grens.
Aanvankelijk werd gedacht dat Interpoil zou worden ingeschakeld om J.A. op het spoor te komen. Dat gebeurde niet. Het gaat immers om een politieke zaak.
Wanneer de auto voor het Iberia-kantoor te Brussel geparkeerd werd, weet niemand. Volgens een bediende van het Westbury-hotel, stond hij er de avond voor de feiten nog niet. Woensdag deed het gerecht de ronde dat “iemand” op een bepaald ogenblik in de buurt van het Iberia-kantoor twee auto’s heeft gezien. De Fiat 127 en een grijze Opel. Met de grijze Opel zouden twee personen, onder wie een van het zuiders type, zijn weggereden.
Bron: Gazet van Antwerpen | 24 Mei 1974
Toeval
Op de eerste verdiepingen van het Iberia-kantoor te Brussel werden ruiten verbrijzeld en dit was ook zo op de vierde verdieping. Op die vierde verdieping was het kantoor van de administrateur voor België van Iberia gevestigd. Een stuk van de motor van de ontplofte wagen is tot op de vierde verdieping geslingerd. Specialisten verzekeren dat dit alleen maar aan het toeval is toe te schrijven.
Bron: Gazet van Antwerpen | 24 Mei 1974
Bomaanslagen werden gepland buiten België
De recherche is bijzonder druk in de weer om een aanknopingspunt te vinden voor de bomaanslag die woensdagochtend voor het Iberia-kantoor te Brussel grote schade aanrichtte. Al wat min of meer naar een spoor zou kunnen leiden, wordt zorgvuldig uitgepluisd. Maar ver is men nog niet. Sommigen gaan er zelfs van uit dat er slechts weinig hoop bestaat dat die terreuractie ooit te kunnen oplossen.
Overigens is er tot nog toe geen enkele organisatie die de verantwoordelijkheid voor de aanslag heeft opgeëist. Natuurlijk bestaan er vermoedens dat de ETA wel iets met de aanslagen heeft te maken. De mislukte aanslagen te Antwerpen en te Luik zouden het werk zijn van eenzelfde groepering.
ETA
De ETA, die in verscheidene West-Europese landen sympathisanten heeft, is een organisatie van doorgaans zeer jeugdige personen, tussen 17 en 25 jaar, die zich verzetten tegen het regime van Madrid en autonomie eisen voor de Basken. De leden van de ETA, leven gewoonlijk naamloos, zonder identiteitspapieren en zonder adres. Maar ze beschikken over wapens en springstof. De ETA onderhoudt bovendien betrekkingen met de IRA, de Ierse Vrijheidsbeweging.
Het was de ETA die verantwoordlijk is voor de moordaanslag op de Spaanse minister-president Luis Carrero Blanco. De Basken hebben toen verklaard dat de moordaanslag niet het juiste woord was. De ETA maakte gewag van een “vonnis” dat door haar werd voltrokken.
In sommige kringen achterhaalde men toen dat de leden van de ETA, die de aanslag pleegden, niet in Frankrijk maar ergens in Europa een onderkomen hadden gevonden. Ook België werd vernoemd.
Het is bekend dat de ETA in de talrijke Spaanse “kolonies”, te Brussel, in Wallonië en ook in het Leuvense steun vindt.
Ook in Nederland?
Politie en rijkswacht weten dit maar al te goed. En het is daarom dat reeds “verkenningstochten” in dit milieu werden ondernomen. Dat bracht niet veel aarde aan de dijk, wat te verwachten was.
Wel bleek dat sommige ondervraagde Spanjaarden er niet aan twijfelden dat de aanslag op het Iberia-kantoor van de hoofdstad, door de ETA werd gepleegd. Maar veel meer weet de politie niet.
Wel heeft men bij de recherche alle redenen om aan te nemen dat de “actie Iberia-België” vanuit het buitenland werd opgezet. De drie auto’s met Nederlandse nummerplaten wijzen overigens in die richting. Ook in Nederland wonen trouwens veel Spanjaarden. Maar dat zijn daarom geen aanhangers van de ETA, wel opposanten van het Franco-regime. Die Spanjaarden zijn echter door de Nederlandse overheid goed gekend, zodat men veronderstelt dat dit de reden is waarom Nederland niet als “actieterrein” van de bomauto’s werd uitgekozen.
Franse kern?
Volstrekte zekerheid heeft men niet, doch men is geneigd aan te nemen dat de personen die de aanslag te Brussel uitvoerden, uit Frankrijk kwamen en via Nederland met gestolen auto’s naar België reden. De rest kan men raden: zodra hun plan uitgevoerd was, vluchtten ze per wagen weg naar een onbekende bestemming, in het buitenland.
Men vermoedt dat de terroristen hebben kunnen rekenen op medeplichtigheid van de in België verblijvende Spanjaarden. Maar bewijzen heeft de politie niet.
Verder is het zo dat, de Franse man die begin april te Amsterdam de wagen huurde, die woensdagochtend in de lucht vloog, een valse identiteit heeft voorgelegd. Dus is het zoeken naar die Fransman ook al een zeer moeilijke taak.
De twee andere auto’s, respectievelijk een gele 2 PK en een Citroën DS, bleken toe te behoren aan de Amsterdammer J. Van Der Minne en aan het grossierbedrijf Franto, en waren eveneens in april gestolen.
De hoofdstedelijke politie heeft weinig hoop een spoor te kunnen vinden maar probeert momenteel na te gaan of Atressolo, die waarschijnlijk valse papieren heeft gehad, in een Amsterdams hotel heeft gelogeerd.
Groot alarm in Seraing
Geparkeerde Nederlandse auto’s die voor Spaanse gebouwen in ons land geparkeerd staan, zijn momenteel zeer verdacht. Vrijdag te 17u werd in de Rue Goffart te Seraing zo’n wagen aangetroffen voor de lokalen van een door de Spaanse ambassade gesubsidieerde kring van gastarbeiders. In een minimum van tijd sloten politie, rijkswacht en brandweer de straat af en deden de omliggende gebouwen ontruimen.
In de auto staken echter geen bommen. Een uur later kwam de eigenaar doodgemoederd aanwandelen. Hij had toevallig zijn wagen voor de lokalen van de Spaanse gastarbeiders gestald omdat daar een plaatsje vrij was. Het alarm werd dan maar opgeheven.
Een spoor te Parijs?
Het is te verwachten dat de gerechtelijke politie van Parijs van A tot 2 het tijdsgebruik zal nagaan van de zeven Spaanse anarchisten, onder wie drie vrouwen, die woensdag in verscheidene appartementen werden aangehouden.
Belangrijk is wel dat er zich onder de aangehoudenen een voornaam persoon, behorende tot de oppositie in Spanje, bevindt die … de jongste tijd menige verplaatsing naar België ondernam.
Bron: Gazet van Antwerpen | 25 Mei 1974
Rijkswacht en politie wensen beter wapens
De misdadigheid neemt in ons land onrustwekkend toe. Gewapende overvallen, kunstdiefstallen, bedreigingen met geweld, afpersingen, moorden, terroristen op wandel met een gesmokkelde Sam 7-raket, briefbommen en illegaal wapenbezit. De Belgische hoofdstad is het paradijs van spionage en contra-spionage.
De Amerikaanse CIA-agenten en Russische KGB-inlichtingenmannetjes zijn in het Brusselse niet te tellen. De Israëlische geheime dienst heeft al vijf jaar zijn hoofdkwartier in Brussel. Wie herinnert zich nog dat op 10 september 1972 aan het Brouckèreplein de Israëlische diplomaat Tsadok Ophir (eigenlijk was hij een geheim agent) door vijf kogels werd neergeknald?
Bij ons worden ook ministers afgeluisterd. En in de Syrische ambassade werd een net verborgen microfoontjes en koffertjes ontdekt. Onlangs nog werd binnengedrongen bij de Criminele Informatiedienst en verdwenen belangrijke politiesteekkaarten.
De politie staat doorgaans machteloos en de overheid wekt de indruk het ganse probleem te verdoezelen.
Meer bescherming
Maar nu is het geweld ook naderbij gekomen. Een bomauto te Brussel, met gelukkig geen dodelijke slachtoffers, en twee niet-ontplofte bomauto’s in Antwerpen en Luik.
Is die nieuwe geweldstuiting een gevolg van een onvoldoende veiligheid? Wellicht niet, ofschoon de waakzaamheid aan onze grenzen niet zo sterk is.
De bomauto’s voor de Iberia-kantoren doen de vraag rijzen op welke wijze het publiek tegen geweld kan worden beschermd? De Belgische overheid moet nu meer dan ooit weten dat ze niet stil kan zitten. Men moet zich op alle fronten bezinnen over afweer. Dit betekent: beter inlichtingenwerk in eigen land, betere controle op de internationale bewegingen van potentiële terroristen, er moet ook meer samenwerking tussen de politie komen.
Een belangrijke hinderpaal bij dit alles is dat de meest aangewezen organisatie - Interpol - grotendeels buitenspel staat. Het is zo dat de statuten van deze politie-organisatie (er zijn 114 lidstaten) het bemoeien met politiedelicten verbieden. Heeft Interpol dan afgedaan?
Bewapening
Voor een aantal gevallen is de Belgische politie en rijkswacht afdoende bewapend. Maar wat te doen tegen onbekenden, die een Sam 7-raket bezitten?
Op en omheen het vliegveld van Zaventem zijn rijkswacht en paracommando’s bijzonder waakzaam. En daarnaast beschikt de rijkswacht over een keurkorps: de anti-terreurgroep Diane, die uit scherpschutters bestaat en op wie in bijzondere gevallen een beroep wordt gedaan.
Niettemin wordt de vraag gesteld of de politie en rijkswacht bij ons wel afdoende bewapend is om de bevolking te beschermen. Ook de Nederlandse politie staat voor die vraag.
Bij de generale staf van de rijkswacht te Brussel gaf een hoge functionaris toe da het gangsterdom steeds moderner en gewelddadiger wordt. Daarom wil men de individuele bewapening van de rijkswachter aan de noodwendigheden aanpassen. Nog dit jaar krijgt een deel van de rijkswachters een nieuw dienstpistool: het model 10/22 kaliber 9mm kort.
Tot voor enkele jaren bestond de individuele bewapening van de rijkswachter uit een FN-GP 9mm parabellum. Voor dit automatisch pistool gebruikte men dezelfde munitie als voor mitrailleurs.
Het wapen weegt zonder lader 915 gram (vrij zwaar), doch die lader kan 13 patronen bevatten wat bij een ernstig vuurgevecht talrijke voordelen biedt. De geladen lader heeft een gewicht van 240 gr., zodat gans het wapen in geladen toestand ene gewicht heeft van 1,15 kg. Het is een uitstekend wapen, maar de officieren van de rijkswacht beschikten over een 7.65-pistool.
Na ruggespraak met het personeel werd enkele jaren gelden besloten de rijkswachters die tot territoriale groepen behoorden, uit te rusten met dit FN-pistool, model 10/22 kaliber 7.65mm. Ook de ruiters van de rijkswacht zijn met dit pistool uitgerust, dat zonder lader 710 gram weegt (dus heel wat lichter), maar daarentegen slechts 9 kogels in de lader heeft en waarvan de stopkracht duidelijk minder is.
Om die redenen heeft men de FN-GP 9mm parabellum behouden voor alle rijkswachters die wegens hun opdrachten van op korte afstand in een zelfverdedigingspositie dreigen te geraken. Tevens werd dit wapen ook behouden voor oorlogsopdrachten in de mobiele groepen en bij de wegpolitie. Die moeten wapens bezitten met een groot penetratievermogen tegen eventuele gemotoriseerde gangsters.
Moderner
De jongste tijd is er evenwel bij de rijkswacht en de politie vraag naar zwaardere kalibers. Bij de politie is er een commissie voor het uniformiseren van de bewapening. Voorgesteld werd het automatisch pistool, model 10/22 maar nu in kaliber 9mm-kort. De kogel die in dit pistool wordt gebruikt, is weliswaar minder zwaar en korter dan de 9mm-parabellum doch is duidelijk zwaarder dan de 7.65. Mede met zijn grotere trefoppervlakte, toe te schrijven aan het grotere kaliber, heeft hij dus een betere stopkracht dan de 7.65mm.
Eigenlijk koos men dus een wisseloplossing. Ook de rijkswacht opteerde voor dit pistool. Dit betekent dat thans verscheidene duizenden pistolen model 10/22 kaliber 7.65mm worden omgevormd in pistolen 10/22 kaliber 9mm-kort. Deze omvorming is niet duur omdat alleen de uitneembare loop en de laders dienen veranderd. De omvorming begint dit jaar nog en is geregeld over diverse jaren.
Aangestipt dient nochtans dat alle rijkswachters die in het bezit waren van hun pistool met grote vuurkracht: GP kaliber 9mm parabellum, dit wapen hebben behouden.
Veiligheid
Waarom gebruikt de rijkswachter geen revolvers? Revolvers hebben een grotere stopkracht, een grotere veiligheid en kunnen zelfs met één hand schietklaar worden gemaakt.
Het antwoord van een rijkswachtofficier: “De revolver is inderdaad een wapen dat zeer eenvoudig is en veilig zonder ingewikkelde veiligheidssystemen. Het is gemakkelijk schietklaar te maken, hoewel er ook pistolen bestaan die veilig schietklaar kunnen worden gedragen.”
“De trommelrevolver heeft echter gewoonlijk maar 6 (soms 7) kogels. Deze moeten, om de stopkracht van een revolver te krijgen, van zwaar kaliber zijn: 9mm, 38 of 45. In dit geval is de trommelrevolver een breed en volumineus wapen. Het wapen is daardoor moeilijk te dragen in een gesloten holster.
De enige manier om een revolver goed te dragen is een cowboy-holster, zoals de Amerikaanse politie overigens doet.
Het is geweten dat de Belgische industrie (FN te Herstal in het bijzonder) geen revolvers maat. En op onze vraag of de rijkswacht zich buiten Belgie zou bevoorraden in revolvers, werd geantwoord dat dit niet in de bedoeling van het rijkswachtcommando ligt: “De Belgische rijkswacht met buitenlandse wapen uitrusten, zou op hetzelfde neerkomen als de Britse koningin in een niet-Engelse auto laten rondrijden.”
Bij de rijkswacht is nochtans de veiligheidsgroep Diane gedeeltelijk uitgerust met zware revolvers die een grote stopkracht bezitten. Dit dan voor lijf-aan-lijf gevechten. Die revolvers komen uit het buitenland.
Bron: Gazet van Antwerpen | 25 Mei 1974
Gewezen lid van ETA aangehouden te Brussel
De recherche lost geen woord over de vorderingen van het onderzoek omtrent de aanslag op het Iberia-kantoor, verleden week woensdagochtend te Brussel. Het is echter wel zo dat het spoor leidt naar uit Zuid-Frankrijk afkomstige Basken. Het Brussels onderzoek is in handen van onderzoeksrechter Grondel. Ook de rijkswacht en de Brusselse stadspolitie nemen actief deel aan de opsporingen van de daders.
Opgesloten
Niettemin hebben we vernomen dat in een buurt van Spaanse inwijkelingen te Sint-Gillis een Spanjaard werd aangehouden die in het bezit was van een kleine hoeveelheid verdovende middelen. De aandacht van de rechercheurs viel echter vooral op enkele politieke documenten die in het huis van de Spanjaard werden aangetroffen.
De aangehouden Spanjaard is een felle tegenstander van het huidige Spaanse regime, maar dat wil niet zeggen dat hij iets met de gasbomauto’s te maken heeft. Tijdens zijn ondervraging praatte de Spanjaard zijn mond niet voorbij. Toch bestaat er een zeker vermoeden dat de Spanjaard niets te maken heeft met de Iberia-aanslag.
Hij gaf wel toe lid te zijn geweest van de ETA, de Baskische bevrijdingsbeweging. Het valt echter de rechercheurs op dat heel wat meer weet dan hij vertelt. Nu zou hij lid zijn van een politieke groepering die het Franco-regime bekampt.
Hij werd in de gevangenis opgesloten maar voorlopig kan hem slechts het bezit van verdovende middelen worden ten laste gelegd. Een vriend van deze Spanjaard, een landgenoot van hem, werd bij zijn terugkeer uit het buitenland, eveneens aangehouden. Die man verblijft in dezelfde woning van zijn landgenoot te Sint-Gillis maar al vrij vlug bleek dat hij buiten verdenking staat.
Samenwerking
Het gerucht dat Patricia Hearst, de dochter van de Amerikaanse krantenmagnaat, lid werd van de ETA en naar Baskenland zou zijn gevlucht, werd in speurderskringen te Brussel niet ernstig genomen. Steekproeven in het Spaanse milieu van de Belgische hoofdstad lieten doorschemeren dat weinig waarde moet gehecht worden aan de uitzending van Radio Escudo, de zender van de ETA, die door een Engelse radio-amateur werd opgevangen. Daarin was sprake dat de door de FBI gezochte leden van het zogenaamde Symbiose Bevrijdingsleger de wijk namen naar Baskenland.
Omdat er een goede samenwerking bestaat tussen de verschillende politiediensten, is het mogelijk dat men een spoor zal kunnen vinden van de personen die de springstof voor de bomauto’s ineen staken.
In de Nederlandse auto die voor het Iberia-kantoor te Brussel in de lucht vloog, vonden de deskundigen niet zoveel aanwijzingen. Maar dis was wel het geval te Luik en te Antwerpen waar de ontmijningsdienst de bomauto’s tijdig onschadelijk maakte en waar men precieze vaststellingen van het gevaarlijk tuig kon maken.
Bron: Gazet van Antwerpen | 28 Mei 1974
Vraagtekens rond de bomauto voor Iberia
Over enkele dagen is het een maand geleden dat Brussel in opschudding werd gebracht door een bomauto met Nederlandse nummerplaat, die voor het Iberia-kantoor met een helse knal de lucht in vloog. De materiële schade was zeer groot en er werd ondanks het vroege ochtenduur ook een voorbijganger gekwetst. Ook te Antwerpen en te Luik werden bomauto’s opgemerkt, maar de springstof kon daar onschadelijk worden gemaakt.
Aanvankelijk dacht men dat de ETA meer afwist van de aanslag. Maar die kringen verwierpen alle verantwoordelijkheid. Zijn er nu, na een kleine maand speurwerk, reeds lichtpunten? Het ziet er niet naar uit. Maar het valt op dat het parket te Brussel, dat een dossier opende tegen onbekenden wegens moordpoging, bijzonder stil is. Volgt men daar een spoor of heeft men ondertussen nog geen enkel aanknopingspunt gevonden dat naar de daders zou moeten leiden?
De BOB van Brussel heeft enkele dagen na de aanslag aldaar een gewezen lid van de ETA in de hoofdstad aangehouden. Hem kon echter slechts het bezit van verdovende middelen ten laste worden gelegd. Enkele dagen nadien werd hij weer op vrije voeten gesteld. Ook een vriend van deze Spanjaard (een landgenoot van hem) werd gevat, maar die persoon kreeg vrij vlug de vrijheid terug.
Vermoedelijk weet de recherche wel in welke richting men thans moet zoeken. Maar men botst daar op een muur van stilzwijgen. Het zou wenselijk zijn dat het parket de stand van zaken toelicht, want de publieke opinie begint zich af te vragen of de politie alleen hoopt op de geluksfactor.
Gestolen paspoort
Het blijkt dat men nog steeds de persoon niet bij de kraag heeft kunnen vatten die bij “Holland rent-a-car” te Amsterdam de auto kwam huren die te Brussel, voor het Iberia-kantoor, tot ontploffing werd gebracht. De huurder toonde een identiteitskaart op naam van Jacques Atressol. De eigenaar van die identiteitskaart werd in Frankrijk vlug gevonden. Maar het ging niet om een Atressol, doch om Tressol. Voor de recherche was het duidelijk: de identiteitskaart werd vervalst door er eenvoudig een letter A voor te schrijven.
Overigens, Jacques Tressol zelf had bij de Franse politie een klacht ingediend wegens diefstal van zijn paspoort. Later, zo achterhaalde de Franse politie, werd die identiteitskaart door tot nog toe onbekend gebleven personen gebruikt bij gewapende overvallen in Frankrijk.
Nu is het mogelijk dat de dief van Tressols identiteitskaart niet de persoon is die te Amsterdam de auto kwam huren. Die kan in het milieu aan iemand anders zijn doorgegeven of zelfs verkocht. Hoe dan ook, men weet nog steeds niet wie de auto bij Rent-a-Car kwam huren om er vervolgens mee naar België te rijden.
Waarom dan de aanslag op het Iberia-kantoor? Is het de politie van Franco die erbij betrokken is, zoals de anarchistische organisatie (ORA) wil doen geloven? Dit zou dan volgens de ORA zijn om de Belgische regering er toe te dwingen harder op te treden tegen de Spaanse revolutionaire beweging die in België een onderkomen zou hebben gevonden. Het is provocatie aldus de ORA.
He ligt voor de hand dat het onderzoek moeilijk vordert, maar het verbaast toch dat men van officiële zijde zo weinig loslaat. hopelijk heeft de BOB van Brussel en de gerechtelijke politie een fijne neus en … een goed geheugen.
Bron: Gazet van Antwerpen | 17 Juni 1974