Michel Libert was nooit lid van de Milice de Jésus-Christ.
You are not logged in. Please login or register.
Bende van Nijvel → Posts by HERVE
Michel Libert was nooit lid van de Milice de Jésus-Christ.
(...) Het blijkt dat een lid van de Delta-groep, met name Philippe Vermeersch wel degelijk het PV (over de getuigenis over de gebeurtenissen in de nacht van 10 op 11 November 1985, aan de draaikom van het kanaal Brussel-Charleroi), overhandigd kreeg van een lid van de toenmalige onderzoeksgroep in Nijvel, François Achten, en er dus geen sprake was van een "manipulerende" informant (De coninck, 2014).
Bron: Loden jaren: De Bende van Nijvel gekaderd | Paul Ponsaers
Gérard Lhost aurait été en poste à Bastogne et était un ami du ministre Louis Olivier. C'est important parce que Martial Lekeu a aussi séjourné à Bastogne. Il connaissait lui aussi le ministre Louis Olivier. Il paraît que c'est ce ministre qui a arrangé son départ vers les USA. Et surtout: le ministre Louis Olivier était membre de l'IEPS, avec Robert Close, Armand De Decker, Alexander Haig, etc
L'IEPS a été à mon avis central dans la stratégie de la tension en Belgique:
Tueries du Brabant: le grand sabotage?
L’interminable enquête sur les 28 morts dans des supermarchés entre 1982 et 1985 creuse la thèse de la manipulation. Le sommet de l’ex-gendarmerie est visé.
À propos de faits graves datant de plus de trente ans, on ne dérange pas un ancien patron de la gendarmerie pour échanger autour d’une tasse de thé au petit matin. Né en 1940, issu de l’école de gendarmerie – en 1961 – avec une carrière prometteuse sous les yeux, promu lieutenant-colonel à 40 ans, Gérard Lhost a été perquisitionné il y a une dizaine de jours. Officiellement, c’est le silence total sur cette incursion au domicile du vieil homme. Mais les motivations de la justice sont faciles à décoder. Avant qu’il ne soit (vraiment) trop tard, elle cherche à comprendre pourquoi certains petits secrets restent si bien cachés au sein de l’ex-gendarmerie et dans quelle mesure ces silences ont pu faciliter la fuite des fameux tueurs du Brabant et leurs 28 victimes de 1982 à 1985.
Lees hier het hele artikel » soirmag.lesoir.be
(...) Houten Kajuitboot: ( Bouwjaar 2000)-12mX3,85mX1,60m Gew:17T
Gemakkelijk om te bouwen tot FIFTY. (...)
Contact: Gérard LHOST: gerard.lhost@skynet.be Alsemberg BELGÏE
Tel : + 32 2 380 96 81 (...)
Bron » skipper.nl
Dans ce qui suit, il est question de Faez al Ajjaz dans une réunion à Chypre au sujet de matières radioactives.
Reusachtig
(...) Teengs Gerritsen zal nog vaker aan bod komen. Hij behoorde ook tot de leiding van “De Dienst”. Ook was ik met Al Ajjaz bij besprekingen op Cyprus met hooggeplaatste Nederlanders en Rifat Assad, hoofd van de Syrische veiligheidsdienst”. Die laatste twee regels brachten bij ons een lichte aardverschuiving op gang en wij gingen voor het kousennaadje bij de schrijver van het prikkelende proza te rade. En jawel. Bingo.
Het ging om de uraniumdeal uit de jaren tachtig die wij zo uitgebreid voor de koplampen hebben getrokken in deze serie. Met namen als Hassan Zubaidi, Rifat Assad (de oom van), Ruud en Paul Lubbers, ir. Van Schaik en nog meer tuttifrutti. Tot nu toe was de aanwezigheid van Al Ajjaz bij de bijeenkomsten op Cyprus ons niet bekend. Nu wel. En daar zijn we buitengewoon content mee. Uiteraard doen de msm daar niks mee. En de Haagse Landdag? Ach. Stay tuned.
Bron » www.stelling.nl/ | 25 oktober 2017
Je crois que cela concerne ce qui suit » www.stelling.nl
Walter De Bock - archieven
_ _ _
Tijdens het verhoor kon Weil op een bepaald moment ontsnappen. Een ambtenaar van de staatsveiligheid, afdeling contra-spionage, zou daarbij schoten hebben afgevuurd in volle Luxemburgstraat tussen 18 en 19u 's avonds. Deze agent was destijds lid van de Cepic geweest en had later de dienst verlaten nadat R""'aes hem over dit lidmaatschap ter verantwoording had geroepen. Hij treedt" ;u op als getuige van baron de Bonvoisin in diens klacht tegen Raes (bedoeld: Michel Dufrane-wdb). (bron: Hilde Geens in Humo van 25.2.88)
_ _ _
In zijn brief dringt Saels tot driemaal toe aan op het getuigeverhoor van Dufrasne.
In de eerste bijlage komen de namen voor van de volgende ambtenaren van de Sûreté: Michel Dufrasne, Christian De Roock, Joseph Kausse, Victor Massart, André D'Hooge, René Bol, Bonnay de Nonancourt, Félix Janssens, Luc Delvoye en Théo Van Keymolen.
Eerstaanwezend kommissaris lste klas René Bol kreeg, evenmin als Massart, inzage van de rapporten van Smets ivm. extreemrechts om veiligheidsredenen.
Théo Van Keymolen is één van de vier leden van de CEPIC die Raes in de sûreté identificeerde.
Hij was, met Dufrane, betrokken bij de arrestatie en ondervraging van Weil.
Bonnay de Nonancourt was het hoofd van de technische sectie die werd losgehaakt van B-4. De chef van deze sectie was noodzakelijkerwijze op de hoogte van elke telefoonafluistering die zou georganiseerd zijn door de sûreté.
_ _ _
5.10.83: Bonvoisin contra Raes: Getuigeverhoor de Bonvoisin voor or. Lyna:
(...)
"Vous me demandez quels sont les fonctionnaires de la sûreté qui pourraient faire des déclarations à l'appui de ma plainte et ce qui pourrait leur être demandé. Il y a tout d'abord Mr Dufrane qui pourra confirmer que les ? dont on disposait à la sûreté pourme surveiller et me nuire étaient pratiquement illimités (...) Il pourrait vous renseigner également au sujet des méthodes de provocation utilisés par la sûreté dont j'ai failli être victime lorsque Smets m'a rendu visite avec un document confidentiel intéressant le journal Pour. J'ai compris immédiatement qu'il essayait de m'inciter, en présence d'un témoin, à utiliser ce document"
_ _ _
23.1.84: dossier BdB contra Raes: getuigeverhoor Michel Dufrane:
- Dufrane (né à Uccle en 1950, gehuwd met Danielle Dubay, beroep: fabricant de maquettes) verklaart o.m.
"Je suis entré à la sûreté en 1976. J'ai été directement à la brigade du contre espionnage. J'ai ensuite été à la protection des personnalités de la fin '77 jusqu'en juin de '78. Le 2.6.78 j'ai de nouveau été affecté à la brigade de contre espionnage. En '82 j'ai été convoqué par mr. Raes qui m'a demandé s'il était exact que j'étais membre du Cepic. Je lui ai répondu qu'effectivement j'étais membre de ce groupement depuis 1978. Mr. Raes a alors fait pression sur moi pour que je donne ma démission et, à titre de sanction, m'a renvoyé au service protection."
"Il était bien connu au sein de la Sûreté que s'il y avait des fuites, elles ne pouvaient provenir que de Christian Smets. Smets avait ceci de particulier qu'il était en rapport à la fois avec des gens d'extrême-droite, comme Lecerf et Mercier, et également avec des gens du journal Pour. Il utilisait l'extrême-droite contre l'extrême-gauche et inversément. Le bruit courait ainsi que c'était lui qui avait utilisé le Front de la Jeunesse pour détruire le journal Pour."
"Au moment où on m'a cherché des ennuis à moi, quatre des dirigeants de la sûreté m'ont assuré en me disant qu'ils savaient bien que je n'avais rien à me reprocher au sujet des fuites mais que celles-ci étaient dues à Smets et ses méthodes. Une toute nouvelle section a d'ailleurs été créée pratiquement pour lui, la section 'Spécial P', qui a accès à toute la documentation de la sûreté et qui peut demander le concours de tous les chefs de brigade. Smets est un homme qui cherche d'ailleurs les coups d'éclat, qui n'est pas regardant en ce qui concerne les méthodes utilisées. Quand une affaire a échoué dans son optique, comme l'affaire Graindorge, il faut qu'il en trouve une autre pour redorer son blason."
"Quant à M. de Bonvoisin, je ne l'ai pratiquement jamais rencontré quand j'étais membre du Cepic. J'ignorais même qu'il en était le trésorier."
_ _ _
11.5.87: Kausse, Massart, Dufrane en Estiévenart getuigen:
Kausse verklaart dat zijn kollega Smets over zijn infiltratie in WNP in de jaren '81-'82 nooit rapport heeft uitgebracht aan zijn dienstoversten. Dat soort infiltatie behoort, volgens hem, helemaal niet tot de nomale werkmethodes van de staatsveiligheid. Dat is de rol van de informateurs. In werkelijkheid was Smets, aldus Kausse, een sympatisant en een aktief medewerker van WNP, een kollaborateur van de neo-nazis. Kausse heeft zelf wel rapporten ingeleverd over WNP maar toen die niets uithaalden, zo zei hij, besloot hij de rijkswacht te alarmeren. Kausse beweert dat hij al lange tijd bedreigd en gevolgd wordt door extreemrechts in opdracht van zijn kollega's. Eens liet hij zich daarover ontvallen: 'Als ik het ooit nog eens merk dan draai ik me om en ik schiet erop'.
Kommissaris Victor Massart verklaart dat zijn dienst in maart '83 ontdekte dat WNP bestond. Op dat ogenblik bestonden er geen rapporten over in de staatsveiligheid, zo zei hij. Daarna vernam hij van IRC Libert dat Smets lid was van WNP en dat hij hen zelfs lessen had gegeven. Toen hij daarnaar informeerde, waren zijn dienstoversten stomverbaasd, aldus Massart. Massart heeft ook de indruk dat Smets via de bladen Pour en NEM informatie over extreemlinks aan extreemrechts doorspeelde en omgekeerd maar bewijzen daarvan heeft hij niet. Volgens Massart staat het vast dat er in de staatsveiligheid meer dan eens lekken waren waarvan WNP gretig wist gebruik te maken om de sûreté te verschalken.
Michel Dufrane, ex-agent van de staatsveiligheid, verklaart dat Smets in '82 een biezondere sectie had opgericht 'om de vuile zaakjes van de patron', Raes, op te lossen. Hij werd nadien onder druk gedwongen om ontslag te nemen.
Ook Bernard Estiévenart verscheen als getuige.
_ _ _
18.5.87: Bonvoisin bezorgt hof 'Pour'- dokument van Smets:
de Bonvoisin stuurt via Saels (sedert '82 zijn advokaat) een brief aan de voorzitter van het assisenhof van Brabant, mevr. Lumen. Saels meldt in die brief dat de naam van zijn kliënt op het proces van de dubbele moord herhaaldelijk gevallen is ivm. de nota over de fiscale situatie van 'Pour' die hij destijds gekregen heeft van Smets. Dat is juist, aldus Saels, en mijn kliënt die over het repressief dossier in de zaak van de klacht tegen Raes en Smets beschikt, wenst dat ik U dit dokument bezorg. 'L'avant-dernier paragraphe a été considéré par mon client comme une provocation de la part de M. Smets, provocation à laquelle il n'a nullement cédé'.
Mijn kliënt, aldus Saels, wenst U ook het pv van getuige Michel Dufrane voor or. Lyna (dd. 23.1.84) over te maken. In dit pv verklaart Dufrane dat lekken in de sûreté alleen van Smets kunnen afkomstig zijn en dat die zijn methode van werken de provokatie is. "Quand une affaire a échoué dans son optique, comme l'affaire Graindorge, il faut qu'il en trouve une autre pour redorer son blason", aldus nog Dufrane in dit pv.
_ _ _
10.88: Breydel, Dufrane, De Reys, Teichmann, de Jonghe d'Ardoye à Ixelles:
Lors des élections communales à Ixelles figurent sur la liste du bourgmestre Albert Demuyter quantité de candidats dont les liens avec l'histoire de l'extrême-droite sont notoires:
Le vicomte Yves de Jonghe d'Ardoye (1953 ° ), échevin sortant et 4ième sur la liste, a été vers 1968 actif au JBJ de son ami Jean Breydel avec Christian Vanden Boeynants, dans les années 75/80 directeur des conférences du CEPIC, en '76 élu conseiller communal sur la liste PSC de Teichmann, en '77 attaché au cabinet de VDB, en '80 membre du comité de l'arrondissement de Bruxelles du PSC et en '86 vice-président du conseil provincial du Brabant pour le PSC. Depuis lors, il est passé au PRL. Sa soeur Michèle s'est mariée, en 1967, avec le frère de Benoit de Bonvoisin.
Le docteur Paul Teichmann (1928 ° ), le lOème candidat de la liste est un échevin sortant qui appartient depuis mai '87 au groupe du bourgmestre venant du PSC. Il a quitté ce parti parce que, selon lui, le président Deprez a saboté le gouvernement Martens-Gol pour le remplacer par une alliance avec les socialistes qui mènera à l'éclatement du pays.
Teichmann a été un sympathisant de l'OAS et un dirigeant d'organisations d'extrême-droite dans les années '60 (dont le MAC, Jeune Europe et Révolution Européenne avec Emile Lecerf et Jean Breydel). Ancien Lt.colonel médecin de réserve et ancien ceinture noire de judo. Il est gestionnaire d'une polyclinique. Teichmann est conseiller communal depuis 1970 et vice-président du Foyer Ixellois depuis '85. Il est père de 7 enfants. Dans un tract électoral Teichmann appuie spécialement la candidature de Michel Dufrane.
Le comte Thierry de Looz-Corswarem (1932 °), échevin PRL sortant en conseiller communal d'Ixelles depuis 1964, est le 6ième candidat de la liste. Lui aussi est un transfuge du PSC et dans un tract électoral il traîte le président du PSC, Gérard Deprez, de gauchiste. En '88, de Looz se présente comme membre de l'association des 'Descendants des Membres du Congrès national' et de la Ligue des Vétérans du roi Léopold III. Il est, en outre, administrateur de la sa des Grottes de Han et de Rochefort et membre de Pro-Belgica, Bloc de la Liberté, de l'asbl 'Aide aux Réfugiés Cambodgiens', de Pro Vita et administateur de l'asbl 'Promo-J-XL'.
Michel Dufrane (1950 ° ), est membre du PRL et 32ième candidat sur la liste. Ancien membre du CEPIC avec son ami Jean Breydel à partir de '78, il fut inspecteur à la sûreté de l'état entre '76 et '84. Dufrane a joué un rôle très actif dans les déboires de la sûreté avec l'extrême-droite à l'intérieur comme à l'extérieur de ce service. Il est le témoin principal du baron Benoit de Bonvoisin dans sa campagne contre "les agents du KGB à la direction de la sûreté" (Raes, De Vlieghere, Smets).
Grégory De Reys (1940 ° ), le 35ième candidat sur la liste, est expert comptable et fiscal. Il apparaît, avec sa femme Nicole Schils, à partir de '86 dans l'administration de la revue d'extrême-droite d'Emile Lecerf, Europe Magazine. En juillet '86 il négocie avec les créanciers le report de la mise en faillite de la société éditrice de la revue, la s.a. CIDEP par le tribunal de commerce. Ensuite, en 87, lui et sa femme apparaissent parmi les actionnaires importants de la revue en collaboration avec l'ancien patron de presse Maurice Brébart. Déjà en '85 Mme Nicole De Reys-Schils était devenue l'administrateur délégué de la revue.Lors des élections d'octobre '88, il est soutenu en tant que candidat par l'Europe Magazine. L'homme est, depuis plusieurs années, dans la mouvance libérale de la capitale puisqu'il travaille pour la mutualité 'Le Bleuet'. Il se défend d'appartenir à l'extrême droite, son père ayant été exécuté par les Allemands en 1940.
Le chevalier Jean Breydel (44 ° ), le 39ième candidat sur la liste, fut vers 1970 le dirigeant du JBJ après avoir un militant de divers mouvements d'extrême-droite dans les années '60 avec Emile Lecerf.
Breydel a toujours été, avec son ami Benoit de Bonvoisin, un confident de Vanden Boeynants qui l'a nommé, en '76, secrétaire-général du CEPIC et, par la suite, architecte au ministère de la Défense Nationale. Dénoncé par la sûreté, dans la fameuse note de la sûreté de '81 pour ses liens avec l'extrême-droite, il entre en rupture avec le PSC à partir de la fin '82. Breydel devient ensuite un des dirigeants du nouveau parti d'extrême-droite, le PLC, avant d'entrer au PRL ou il devient le conseiller du président Louis Michel. Breydel n'a jamais renié ses sympathies pour les idées et les hommes d''extrême-droite parmi lesquels il compte beaucoup d'amis.
Détail piquant: sur la liste du bourgmestre Demuyter figure à la 14ième place Mme François Jottard (1951 ° ), conseiller PRL sortant, qui est depuis 14 ans la secrétaire personnelle de Jean Gol et qui est aussi chef de groupe du bourgmestre au conseil communal. Comme on sait, Gol a eu beaucoup de problèmes avec la campagne subversive de l'extrême-droite contre la sûreté au ministère de la Justice, surtout avec le Nouvel Europe Magazine de De Reys et avec Benoit de Bonvoisin, l'ami de Breydel et Dufrane.
(Walter De Bock - archieven)
1.12.80: Mutatie Smets van B2-C in Brussel naar Charleroi (B3-215)
Reden is een professioneel konflikt met zijn hiërarchische chef, kommissaris Victor Massart. De leiding van B2-C wordt ad interim overgenomen door André D'Hooghe die na een maand, begin '81, wordt opgevolgd door kommissaris Joseph Kausse. Inspecteur Bernard Estiévenart, de ondergeschikte van Smets bij B2-C, werkt verder onder D'Hooghe en Kausse terwijl Chevalier verbonden blijft aan B2-F (dienst enquêtes).
Estiévenart neemt in Brussel onder Massart en Kausse diens informanten over, o.m. Latinus. Maar de aktiviteit van B2-C inzake extreemrechts vermindert duidelijk na het vertrek van Smets en, later, van De Roock.
In Charleroi maakt Smets in de loop van 81 met 83-215 zowat 100 blz. rapporten over Occi WACL, de Villemarest, Moon, enz.
Hij krijgt echter ook de opdracht om een onderzoek in te stellen naar eventuele relaties van Bougerol en de 'Milice de Jésus-Christ' met de extreemrechts en met de Bonvoisin en Co. Hij mag daarover geen normale rapporten maken maar alleen vertrouwelijke nota's die bestemd zijn voor Raes en De Vlieghere.
Er volgen nota's over Bougerol, de Bonvoisin, PDG, enz... De zaak neemt zulk een omvang aan dat bijkomend onderzoek in Brussel nodig is. Smets krijgt ook toelating van de hiërarchie om in kontakt te blijven met sommige van zijn vroegere informateurs bij B2-C in Brussel, nl. LE, LP, OJ en CJ. De toelating is beperkt tot een welbepaald aantal onderwerpen omdat de informateurs voor alle andere materies onder kontrole staan van zijn opvolgers in B2-C, nl. Kausse en Estiévenart. De situatie is dus delikaat want Massart en Kausse zijn geërgerd dat Smets hen op hun terrein doubleert. Smets ontmoet Latinus veel minder dan vroeger en, vermits Latinus niet meer door hem wordt betaald, kan Smets deze IRC ook niet meer onder kontrole houden want dat was ook zijn taak niet meer. Het kontakt met Latinus, zo werd door de hiërarchie bepaald, betreft nog alleen de relaties van de Bonvoisin met extreemrechts.
Latinus stond in die periode in nauw kontakt met de NEM.
7.81: Smets 3 weken naar Brussel voor bijkomend onderzoek:
De Vlieghere geeft Smets toelating om drie weken in Brussel te komen werken aan een bijkomend onderzoek naar de connecties rond de Bonvoisin, Bougerol, FJ en NEM. (bron: Gol)
In de loop van juli-augustus 81 ontmoet Smets tweemaal Latinus die laat verstaan dat hij het embryo van een groep aan het samenstellen is die zich gaat bezighouden met het inzamelen van politieke inlichtingen. Hij neemt zich voor de groep later uit te breiden via de rekrutering en opleiding van jongeren. Smets kan die beweringen niet verifiëren.
Aanvankelijk denkt Smets dat het hier gaat om een overblijfsel van de réseau PIO van Bougerol. Smets meldt dit ook in september 81 in een eerste verbaal rapport aan De Vlieghere. Men besluit om in de eerste plaats uit te zoeken in wiens opdracht die groep achter Latinus...
9.7.81: Nieuwe nota van de Sûreté in Pourquoi Pas?
Pourquoi Pas? publiceert een intern rapport van de Sûreté. Het dateert van 14.8.80, vermeldt als referentie '1°dir./F.3./UR/IX/236' en is ondertekend door de adjunct-administrateur van de Sûreté, Jacques De Vlieghere (lère Direction is de Contraspionage en UR verwijst naar USSR). Dit rapport was bestemd voor de minister van Justitie en handelt over de aktiviteiten van de sovjets in de havens van Antwerpen en Zeebrugge. Deze materie behoort tot de bevoegdheid van de sectie Contraspionage van de Sûreté. Er staan fouten in het rapport en het weekblad wijst erop dat het dokument aantoont hoe weinig efficiënt de Sûreté wel is: "Tant de fantaisie se passe de commentaires. L'affaire du Cepic était déjà un révelateur et cela ne tourne visiblement pas plus rond du c6té de la Sûreté de l'Etat qu'au département de la Justice", zo besluit het blad.
Tijdens het senaatsdebat van 9.7.81 verklaart minister van Justitie Philippe Moureaux daarover:
"J'ai été saisi aujourd'hui même d'un dossier extrêmement grave, dont on parlera moins sans doute parce qu'on parle moins des choses graves. Ce dossier, publié par le Pourquoi Pas?, révèle partiellement une note de la sûreté qui concerne, elle, des intérêts qui peuvent être vitaux pour le pays.(...)
10/11.81: Eerste les van Smets voor WNP
In oktober-november 81 stelt Latinus aan Smets voor dat hij zou meewerken aan de opleiding van die jongeren. Hij begint aan te dringen opdat Smets hen een les zou geven. Na overleg met De Vlieghere geeft die toelating om op dit voorstel in te gaan. De Vlieghere besluit tot deze direkte infiltratie omdat alle andere mogelijkheden om meer te vernemen over deze organisatie niets hebben opgeleverd. Er wordt afgesproken dat Smets -gezien het lekkenprobleem bij B2 en elders in de sûreté- niet schriftelijk mag rapporteren over deze aangelegenheid vooraleer de opdracht tot een goed einde is gebracht. De opdracht bestaat erin de aard, de omvang en de objectieven van de groep rond Latinus te achterhalen en een maximaal aantal gegevens te verkrijgen over de identiteit en de funkties van de leiders ervan via een minimum aan rechtstreeks kontakt met de organisatie (de 2 lessen en de oefening).
Raes verklaarde hierover aan Lyna op 28.10.83:
"Il s'agit incontestablement d'un milieu très difficile à pénétrer. C'est pourquoi nous avons admis qu'il fasse ce que j'appellerai 'une reconnaissance d'officier' pour pénétrer ce milieu. En outre, Smets étant commissaire, il est à même d'apprécier lui-même les méthodes qu'il peut utiliser. Il nous est revenu de deux c6tés différents et de source tout à fait sûre, qu'une exploitation prématurée des renseignements pourrait faire courir un danger physique certain aux officiers traitants. Nous avons la conviction qu'à aucun moment Smets n'a apporté au milieu qu'il a infiltré un supplément de connaissances qui aurait pu être utilisé. "
Smets verklaarde op 7.11.83 aan OR Lyna:
"Vous me demandez si Latinus n'a pas craint mon infiltration en ma qualité de membre de la sûreté. A cela je vous réponds que je pense que son idée était de me 'mouiller' en me faisant donner des cours à ses amis. Dès ce moment d'ailleurs il ne cesse d'essayer de me compromettre. Je suis en poste à Charleroi et il pense que cela ne me permet plus de poursuivre des recherches à Bruxelles. J'ai été obligé de lui faire croire que personne à la SE ne savait que je donnais des cours au WNP.
1.6.82: Smets van Charleroi naar Brussel:
Onverwachte mutatie van Smets van Charleroi naar Brussel waar hij terug in B2 terechtkomt, nl. in de dienst B2-P (Protection VIP). Smets komt hierdoor hiërarchisch terug onder kommissaris Massart, chef van de brigade B2, te staan wat, zoals vroeger, problemen geeft. Zijn infiltratie-opdracht in WNP en zijn kontakten met Latinus worden stopgezet omwille van de onverenigbaarheid met zijn nieuwe funktie en omdat het veel te riskant is binnen het kadervan B2 aktiviteiten verder te zetten die parallel lopen aan het werk van B2-C. Alhoewel de geheime opdracht, die dateert van einde 81, nog niet is afgerond moet hij zijn eindrapport maken zoals toen met De Vlieghere was afgesproken. Hij weigert echter langs zijn nieuwe hiërarchische weg, B2 en dus Massart, zijn schriftelijk rapport over deze zaak in te dienen omwille van het lekken-risico. Raes belooft dat de dienst Protection binnenkort zal losgekoppeld worden van B-2 en dus van Massart en in afwachting mag Smets wachten met het rapport. Maar het zal nog duren tot begin '83 eer Smets B2 verlaat. Het rapport over de Latinus-konnektie en WNP op basis van de twee lessen en de praktische oefening blijft dus uit.
1.1.83: Smets naar SSP:
Oprichting van een nieuwe afdeling SSP (Section Spéciale Protection) waardoor de vroegere B2-P wordt losgehaakt van B2. Smets, die al chef van B2-P was, is nu als chef van SSP niet langer hiërarchisch afhankelijk van Massart en kan dus zijn eindrapport maken over WNP zonder dat dit langs Massart naar de administrateurs moet. SSP, waarvan ook Dufrasne deel uitmaakt, valt rechtstreeks onder hoofdkommissaris Van Gorp. De sectie B2-P bestond al uit 5 tot 6 protectie-teams, d.w.z. zowat 16 tot 20 personen. Smets zal tot in 3.83 chef zijn van de dienst SSP.
Raes beslist, volgens de groep Massart/Kausse, ook dat SSP bepaalde 'affaires réservées' mag behandelen. Dat zijn nota's die van een lid vd buitendiensten rechtstreeks naar Raes zouden gaan zonder tussenschakels. In werkelijkheid werkte Smets zo nooit. In één enkel geval gebeurde dit slechts. Wel is het zo dat de toenmalige 'kabinetchef' van Raes, Van Mol, het procédé oppikte bij de Italiaanse inlichtingsdiensten waar dit frekwent wordt gebruikt. Van Mol wist Raes er een bepaald moment van te overtuigen dat er leken waren in de dienst en dat dit de enige oplossing daarvoor was. Vooral De Vlieghere was erg ingenomen tegen de idee der 'affaires réservées' omdat hij daarbij uitgesloten werd.
In werkelijkheid bestaan er bij de staatsveiligheid, op die ene voornoemde uitzondering der 'affaires réservées' van Raes, drie procedures bij de SV om te rapporteren: (...)
2 of 3.3.83: Massart over WNP-ontdekking bij zijn chefs:
Na de eerste rapporten over het bestaan van WNP afkomstig uit B2-C vraagt brigadechef B2 Victor Massart met Kausse een onderhoud aan bij hoofdkommissaris Van Gorp met Raes, De Vlieghere. Dat onderhoud heeft plaats op 2 of 3 maart '83. Raes is op dat moment afwezig. Massart signaleert de ontdekking aan De Vlieghere. Hij zowel als Van Gorp blijken, aldus Massart, helemaal niet op de hoogte vd WNP en vd infiltratie van Smets daarin. Na dit onderhoud vraagt Massart om de zaak WNP te operationaliseren, er dus een operatie van te maken zodat de rapporten alleen nog circuleren in rechte lijn omhoog naar de hiërarchie. De Vlieghere zei: 'Neen. Maak rapport, toen het aan mij en ik stop het in een koffer.
Enkele dagen nadien, aldus Massart, ontvangt de staatsveiligheid van een bevriende buitenlandse dienst een rapport over kontakten van WNP-leden met buitenlandse militairen.
(bron: Victor Massart in Kamerkommissie Banditisme op 20.6.89)
Het gaat hier om de kontakten die Libert (...) Spanje (...)
Smets maakt zijn eindrapport over WNP over aan De Vlieghere en Raes onder de vorm van een nota. In tegenstelling tot de normale rapporten hebben de nota's bij de sûreté geen verdere verspreiding. Hij vermeldt de namen van de leiders in de zomer van '82 (Libert voor inlichtingen, Barbier voor de aktie, Latinus, de Lombaerde en nog een tweede Vlaming), wijst Vlaams- en Waals-Brabant en Gent aan als zones van aktiviteit en signaleert dat WNP rijkswachters en militairen rekruteert. Hij meldt ook dat ze informatie inzamelen over'links' en ook informatie verkopen, nl. aan Faez, over drughandel aan de rijkswacht en over gauchisten aan de sûreté. Het rapport vermeldt ook paramilitaire trainingskampen met wapens en molotovs (bronnen: Gol en Raes op 23.5.89 in kamerkommissie banditisme).
8.9.83: Nota vd SV aan minister Gol over stand onderzoek ivm WNP.
Volgens Massart werd B2 en meer bepaald de sectie B2-C volledig buiten het onderzoek naar WNP gelaten door de hoogste leiding vd SV. Daarom werd Claude Janssens, een inspecteur van B4, afgevaardigd naar de GP om de verhoren van Barbier bij te wonen. Janssens bracht daarover mondeling verslag uit ad administrateurs vd dienst. In september '83 ging Massart zelf met vakantie en bij zijn terugkeer werd die politiek tegen hem en zijn brigade nog verdergezet. Men supprimeerde van hogerhand informateurs van B2-C (wie?). De brigade werd niet meer gekonsulteerd maar kwam integendeel in de verdrukking. Eén keer werd een nieuwe IRC uit een extreemrechtse organisatie (WNP?) aangeworven door een inspekteur. Zijn informatie leverde stag voor een rapport aan minister van Justitie Gol.
Achteraf werd de aanwerving vd nieuwe IRC door De Vlieghere afgewezen zodat de inspekteur de eerste kosten vd IRC in spe uit eigen zak diende te betalen.
(bron: Victor Massart var Kamerkommissie banditisme op 20.6.89)
23.9.83: Latinus verklikt Barbier/Lammers aan Marnette:
Latinus legt aan GP (Marnette) spontaan een lange verklaring af waarin hij Barbier en Lammers aanwijst als de auteurs van de dubbele moord uit februari '82. Hij zegt ook: "Lammers aurait commis d'autres homicides auparavant" (Pastorale, pv 119: verklaring aan Marnette).
Latinus verstrekt aan Marnette van de GP ook enkele details over de dubbele moord die hij, zo beweert hij, van Barbier vernam. De details kloppen en ze stonden nog nooit in de krant: de moordenaars zouden de sleutel van de flat meegenomen hebben; Barbier zou zijn pistool in een damespanty gerold hebben om de hulzen op te vangen; hij zou de slachtoffers niet in de ogen of het gezicht geschoten hebben maar ze verschillende nekschoten gegeven hebben; Barbier zou de slachtoffers neergeschoten hebben waarna Lammers hen de keel oversneed. (Hilde Geens in Humo van 28.4.87)
Latinus vertelt aan Marnette hoe hij in '77 tijdens een wederoproeping in Glons van Amerikaanse inlichtingsofficieren een opdracht kreeg. Hij kreeg van dezelfde organisatie in Chili begin '81 de opdracht om met de harden uit het Front een nieuwe organisatie op te richten, de WNP. Daarmee diende hij via de ondergeschikten Smets en De Roock de twee topfiguren Raes en De Vlieghere bewegen tot het begaan van fatale fouten om hun KGB-konnektie bloot te leggen. Eenmaal het zover was, zou het schandaal de top van de staatsveiligheid ten val bengen en was het doel bereikt, aldus Latinus. Hij verklaarde verder: "Het is evident dat de ganse operatie WNP in zijn eindstadium bij de publieke opinie een zo groot mogelijke weerklank moest krijgen zodat men de zaak onmogelijk nog in de doofpot kon steken". Barbier en Lammers heeft hij van februari '82 tot september '83 niet als auteurs van de moorden verklikt omdat het eindstadium van zijn zending nog niet was aangebroken, zo zei hij.
20.10.83: Dossier BdB contra Raes: Lyna bij de sûreté:
OR Lyna brengt een eerste bezoek aan de sûreté in aanwezigheid van een substituut van de prokureur en van de griffier. Lyna wordt eerst ontvangen door De Vlieghere omdat Raes afwezig is. Twee uur later komt Raes toe en ontvangt Lyna. Het gesprek loopt o.m. over de dubbele moord uit '82. Zij vraagt hem o.m. het dossier WNP van de dienst. Hij verklaart dat het dossier zich op het kabinet van minister Gol bevindt (cfr. datum 17.10.83). Raes belooft haar een dossier te bezorgen in de loop vd volgende week.
Voor de kamerkommissie inzake banditisme en terrorisme zal Lyna in 4.89 verklaren dat Raes na haar bezoek aan de sûreté, volgens wat twee ambtenaren vd staatsveiligheid in haar kabinet na een verhoor verklaarden, zou gevraagd hebben aan zijn diensten "Bezorg mij eens het dossier van die Lyna of van haar man". Lyna heeft de namen vd twee ambtenaren onder omslag overgemaakt aan de vz. vd kommissie (...)
5.11.83: Gol ontmoet in Luik journalisten met De Vlieghere:
In een brief van 15.2.84 aan or. Lyna schrijft Mr. José Saels dat Justitieminister Gol in de loop van december '83 in een Luiks restaurant vier journalisten heeft uitgenodigd samen met De Vlieghere van de sûreté, nl. Bricman, De Bock, Haquin en De Wael. De perschef en de kabinetchef van Gol nemen deel ah gesprek dat van 's middags tot rond 20u plaats duurt. De bijeenkomst had, volgens Saels, tot doel om de journalisten ervan te overtuigen dat de sûreté over de bewijzen beschikt van haar beschuldigingen tegen de Bonvoisin.
Rond 15.11.83 2de kontakt vd journalisten met Gol op diens kabinet in Brussel in aanwezigheid van De Vlieghere en Smets maar zonder Bricman. Smets wordt er uitvoerig ondervraagd eerst door Gol en vervolgens door de journalisten. Het gesprek wordt rond 13u verdergezet in een nabijgelegen Chinees restaurant tot in de namiddag.
23.12.83: Rapport van Massart (B2) aan Van Gorp:
Massart stuurt een nota aan hoofdkommissaris Van Gorp ivm de weigering om een kandidaat IRC van B2 te homologeren. De Vlieghere had hem gezegd dat men de konklusies in de WNP-affaire diende af te wachten. B2 moest dus 6 maanden wachten met de aanwerving.
(bron: Victor Massart voor Kamerkommissie banditisme op 20.6.89)
12.5.87: Albert Raes getuige voor het assisenhof van Brabant:
Raes getuigt 2 uren achter gesloten deuren. Hij verdedigt en dekt Smets 'met de steun van de politieke voogdij en van de rechterlijke macht', zo verklaart hij. Hij noemt Smets een zeer betrouwbaar agent, één van de zeldzame in de dienst waarop hij steeds heeft kunnen rekenen. Smets, aldus Raes, was in alle stadia van zijn opdracht in de jaren '78 tot '83 gedekt door zijn superieuren. Hij bracht daarover regelmatig verslag uit aan zijn hiërarchie via mondelinge rapporten én geschreven nota's aan Van Gorp en De Vlieghere maar niet aan ondergeschikte diensthoofden. Zo luidde zijn opdracht. Alleen zijn deelname aan 'operatie Esperanza' noemt hij een flater. Omdat het extreemrechtse milieu een moeilijk te penetreren en gevaarlijk milieu is, aldus Raes, kreeg Smets de speciale opdracht om als officier zelf een verkenningsopdracht uit te voeren en alleen aan zijn hoogste superieuren te rapporteren. De staatsveiligheid beschikte over inlichtingen, aldus Raes, dat een vroegtijdige exploitatie van zijn infiltatiewerk onder vorm van in de dienst circulerende rapporten voor Smets een fysiek gevaar kon vormen. Raes gaf daarentegen te verstaan dat Kausse zelf te zeer gelieerd is met extreemrechts. (WDB in De Morgen van 13.5.87)
10.88: Breydel, Dufrane, De Reys, Teichmann, de Jonghe d'Ardoye à Ixelles:
Lors des élections communales à Ixelles figurent sur la liste du bourgmestre Albert Demuyter quantité de candidats dont les liens avec l'histoire de l'extrême-droite sont notoires:
(...)
Michel Dufrane (1950 °), est membre du PRL et 32ième candidat sur la liste. Ancien membre du CEPIC avec son ami Jean Breydel à partir de '78, il fût inspecteur à la sûreté de l'état entre '76 et '84. Dufrane a joué un rôle très actif dans les déboires de la sûreté avec l'extrême-droite à l'intérieur comme à l'extérieur de ce service. Il est le témoin principal du baron Benoit de Bonvoisin dans sa campagne contre "les agents du KGB à la direction de la sûreté" (Raes, De Vlieghere, Smets).
23.5.89: 2de getuigenis Albert Raes voor Bendekommissie in publieke zitting.
25.5.89: 1ste getuigenis De Vlieghere voor Bendekommissie.
8.6.89: Getuigenis van Smets in de Bendekommissie.
Jean-François Buslik = Jean-François Somerville » raymarine.ning.com | visulate.com | aviation-business-gazette.com | barba.no | www.city-data.com/pilots/ | www.city-data.com/aradio/
Jacques De Vlieghere ("Taras Bulba") ... Jean-François Buslik ?
Le 24 juin dernier paraissait l'avis nécrologique du décès de Jacques De Vlieghere dans Le Swar [conformément à ses convictions philosophiques]. Entre frères, on se comprend. Ce nom ne vous dit peut-être pas grand chose: il s'agit en réalité de l'ex n° 2 de la Sûreté de l'État, mieux connu sous son nom de code Taras Bulba, merveilleusement incarné par Yul Bryner dans le film de Thomson. Propulsé en 1979 par André Cools avec le soutien de VDB comme adjoint de Raes [surnommé le Roi Albert] à la tête de nos services secrets, ce lieutenant-colonel de la Force aérienne forma un tandem CVP-PS qui se contrôlait mutuellement. Intelligent, habile, rusé, il ne se partira jamais du fameux aveu fait par son chef devant la commission d'enquête : "notre métier est de mentir".
Nous ne doutons pas un seul instant que pour sa crémation, l'ensemble de ses compagnons se seront retrouvés, cachés chacun derrière une colonne: "Le Roi Albert" [Albert Raes], "Le canard" [Christian Smets], "Totor" [Victor Massart], "Le lapin" [Joseph Kausse], "Le chien" [Estievenart], "Viandox"et "Musaraigne", à ne pas confondre avec son homonyme du WNP [qui était le n°3 de la milice, grand organisateur des "solstices" et de son vrai nom Xavier Sandron].
Ce qui est nettement moins connu du grand public, c'est que Taras Bulba aimait naviguer: il possédait un bateau à Nieuwpoort amarré au Yachting Club, juste à côté de celui de ... Jean-François Buslik, grand ami de Bouhouche et Beijer, maître ès électronique et grand artificier en chef, surnommé le roi de la "bombeke". Ce zèbre de Buslik, Américain de naissance, a été inquiété comme complice dans l'attentat contre la Peugeot 404 d'un officier de la BSR en octobre 1981 et pour l'assassinat du convoyeur Francis Zwarts, lequel travaillait comme couverture à la Sabena comme personnel de sécurité, alors qu'il était en réalité un agent de la Sûreté publique.
Sans l'entregent de Me Dumont, Buslik aurait moisi plus de 10 ans dans nos geôles. Le fait que Buslik était agent de la DEA [une division de la CIA] a bien sûr aussi aidé: les loups ne se mangent pas entre eux. Quant au malheureux Zwarts, on sait ce qu'il en est advenu: son corps a été coulé dans du béton dans la région de Chaumont-Gistoux par ces fous furieux. Il n'empêche: avoir le n° 2 de la Sûreté qui a son bateau à côté d'un des suspects dans le dossier Tueries, cela jette un fameux trouble!
Surtout que la bateau de Buslik était équipé de matériel électronique dernier cri appartenant à la société SAMFA Ltd: le responsable du service Afrique de la Sûreté, Charles Tellier [surnommé "Monsieur Charles"], qui a eu l'occasion de fouiller le bateau pourra en témoigner... Ajoutons encore que ce Yacht Club à l'époque avait comme voisin la base nautique de réserve de l'armée belge où végétaient nos dragueurs de mine, cela en fait un peu beaucoup en matière de curieuses coïncidences... et que le Yachting Club de l'armée se trouvait aussi à Nieuwpoort.
Il faut dire enfin que ce que détestaient le plus "les Morpions" [c'est le nom donné par le Service de documentation, de renseignements et d'action de l'armée, le SDRA, aux hommes de la Sûreté], c'est d'être filochés par un autre service. Ainsi quand "les vieilles bottines" [le SDRA] les tenaient à l'œil, ils devenaient dingues. Un petit jeu auquel s'adonnaient avec un plaisir non contenu les agents du SDRA était de dire à un contrôleur de train qu'il y avait un drôle de type sans ses papiers dans un compartiment voisin. Le type en question n'était autre qu'Albert Raes, qui tout penaud, devait décliner son identité, furibard de ne pas avoir été reconnu. Imaginez un seul instant qu'une telle scène se passe avec le chef de la CIA...
Bron: Père Ubu | Crevette UBU | 2 juli 2009
Bende van Nijvel → Posts by HERVE
Powered by PunBB, supported by Informer Technologies, Inc.