Oud-minister Lardinois was lid van ultrageheime verzetsorganistatie tegen eventuele Sovjet-invasie
Oud-minister van Landbouw en voormalig Eurocommissaris Pierre Lardinois (CDA) was in de jaren zestig lid van de ultrageheime Stay Behind-organisatie. Het gaat om een Nederlands gezelschap dat, in het geval van een inval door de Sovjet-Unie, het gewapend verzet moest gaan vormen.
Dat blijkt uit aantekeningen die Lardinois maakte in zijn tijd als Landbouwattaché op de ambassade in Londen. Deze zijn gevonden door biograaf Peter Bootsma, die ze heeft verwerkt in het boek Pierre Lardinois – een leven voor de landbouw dat deze week verscheen.
Lardinois was een invloedrijk politicus in de naoorlogse periode. Hij kwam uit Brabant, werd lid van de KVP en was achtereenvolgens landbouwattaché in Londen, Kamerlid, minister van Landbouw en eurocommissaris voor landbouw vanaf 1973. Zijn periode in Londen viel samen met het hoogtepunt van de Koude Oorlog – begin jaren zestig tijdens de zogeheten Cubacrisis (1962).
Hoe en waarom Lardinois werd gerekruteerd voor de ultrageheime verzetsorganisatie is niet bekend. Leden mochten er, uit angst voor het uitlekken van het bestaan van het genootschap, niet over praten of iets op schrift zetten. Toch maakte Lardinois enkele aantekeningen waaruit zijn lidmaatschap blijkt. ‘Bij elke stay behind moet je mensen hebben die niet automatisch worden gearresteerd door de Russen’, schreef hij bijvoorbeeld.
No method te kinderachtig
Engeland was een belangrijke plek voor de organisatie. Op de militaire basis Fort Monckton aan de zuidkust werden trainingen gegeven aan leden van Stay Behind, door de Amerikaanse geheime dienst CIA en de Britse evenknie MI6. Ook Lardinois kreeg daar waarschijnlijk een training.
Uit zijn Nederlands-Engelse aantekeningen komt een beeld naar voren van iemand die zich bezighoudt met beïnvloeding. ‘[Psychological Warfare]-officer – moet niet bewezen worden dat hij liegt!’ en ‘in een kleine gemeenschap zijn altijd bepaalde figuren met meer invloed > het is beter deze te beïnvloeden.’ Ook leerde hij over intimidatie en zelfs liquidaties. ‘No method is te kinderachtig als de target er gevoelig voor is. Denk er tevens [aan] dat de target veelal is getrouwd. Een pakje met een dode rat kan voor haar nog effectiever zijn.’ Maar ook: ‘Het kan weleens nodig zijn iemand te liquideren.’
Over de Stay Behind-organisatie en wie erbij zaten, is niet zoveel bekend. Alleen de minister van Defensie en Algemene Zaken en de hoofden van de Nederlandse geheime diensten wisten ervan en wie erbij betrokken waren.
Brandbommen en bazooka’s
Drie jaar geleden onthulde de Volkskrant de namen van verschillende personen die bij Stay Behind zaten. Een van hen was Gerard Pelt die van 1953 tot 1983 hoofd sabotage was. Hij schreef een handleiding sabotage dat als opleidingsmateriaal diende.
Ook kende hij veertig ondergrondse opslagplaatsen in Nederland waar wapens lagen. ‘150 centimeter onder het maaiveld. 525 pistolen, 9 mm. 175 stenguns en munitie. Daarnaast 700 handgranaten. Kneedbare springstof C4 met chemische tijdontstekers. Brandbommen met tijdpotloden, vuurkoord en snelvuurkoord. Acht bazooka’s met telkens drie rockets, 16 karabijnen, 16 pistolen met silencer, slee-guns als zijnde een typisch moordenaarswapen.’ Ook Lardinois bezat een pistool; hij bewaarde dat in een afsluitbare ruimte op een kinderkamer.
De kinderen van Pelt deden drie jaar geleden samen met nazaten van twee andere Stay Behind-leden een oproep om meer duidelijkheid te geven over het verleden van hun vaders. De geheimzinnigheid en de geheime activiteiten, plus het gebrek aan erkenning later, hebben bij hen het nodige leed veroorzaakt.
Na het artikel in de Volkskrant meldden zich verschillende personen die dezelfde ervaring hadden. Defensie, Algemene Zaken en de inlichtingendiensten willen geen antwoorden geven op vragen over Stay Behind. Een deel van het archief is vernietigd en de rest is tot staatsgeheim verklaard. Naar aanleiding van de oproep van de kinderen van inmiddels acht Stay Behind-leden heeft de Tweede Kamercommissie Defensie minister Ank Bijleveld om een reactie gevraagd. Zij zal in december in gesprek gaan met een afvaardiging van de groep.
Bron: Huib Modderkolk | 20 november 2020
Dit brengt ons ook bij de vraag of er kontakten bestaan hebben tussen Nederlandse en Belgische Stay Behind groepen? Met Temse in gedachten zou dit wel eens belangrijk kunnen zijn.