751

(511 replies, posted in Onderzoeksdaden)

De parlementaire vraag van Anja Vanrobaeys, (Vooruit) en het antwoord van de Minister van Justitie:

Vraag

Op 9 november 2023 vond in Aalst een nieuwe herdenking plaats van de slachtoffers van de aanslagen van de bende van Nijvel. Voor de eerste keer gebeurde dat aan het nieuw herdenkingsmonument aan de Delhaize van Aalst waar de bende van Nijvel het laatst toesloeg. Maar 38 jaar na die laatste en bloedigste aanslag, is er nog steeds geen doorbraak in het onderzoek. In de zomer van 2022 verschenen er in de media berichten dat het onderzoek zou worden stopgezet indien er geen doorbraak zou zijn, omdat de termijnen te kort zijn om nog tot een proces te komen aangezien het dossier verjaart in 2025.

Daarop heeft de vorige minister van Justitie een wetsontwerp ingediend dat de verjaringstermijn zou opschorten van zodra de zaak zou aanhangig gemaakt worden voor de bodemrechter. Hij verzekerde ook dat het onderzoek wordt verdergezet en dat 21 speurders nog verschillende pistes nagaan.

  1. Wordt het onderzoek nog steeds verder gezet? Hoeveel speurders en magistraten werken momenteel mee aan het onderzoek? Komt het monitoringcomité, dat is samengesteld uit de onderzoeksrechter, het federaal parket en de leiding van de federale gerechtelijk politie, nog steeds om de twee maanden samen om na te gaan of de gevraagde onderzoeken werden uitgevoerd en/of moeten worden bijgestuurd?

  2. Het wetsontwerp dat de verjaringstermijn kan schorsen ligt momenteel ter bespreking voor in de commissie Justitie. Denkt u dat alles tijdig rond zal zijn zodat de verjaringstermijn kan opgeschort worden wanneer de zaak aanhangig wordt gemaakt bij de bodemrechter?

  3. Volgens sommige mogen ernstige misdrijven zoals dood en moordslag nooit verjaren. Wat is uw standpunt?

Antwoord

  1. Het dossier bevindt zich nog steeds bij de onderzoeksrechter. U zal begrijpen dat ik geen details kan geven. Het aantal speurders is afgebouwd, gezien de onderzoekshandelingen die nog in het verschiet liggen zijn verminderd. Momenteel nemen zes speurders en twee magistraten deel aan het onderzoek. De samenkomst van het monitoringcomité is verdaagd, gezien hun toezicht op dit ogenblik niet meer noodzakelijk is, gelet op weinige onderzoekshandelingen die nog kunnen worden uitgevoerd.

  2. 2 en 3. Het Bende dossier verjaart op 8 november 2025, 40 jaar na de laatste feiten te Aalst op 9 november 1985. De verjaring treedt dus in de huidige stand van wetgeving in als er geen veroordeling tussenkomt voor november 2025. Het wetsontwerp strafprocesrecht I (DOC 3514) bevat twee mogelijke oplossingen: - Een volledig nieuw systeem van verjaring met een nieuwe onverjaarbaarheidsclausule voor (roof)moord gepleegd in een specifieke context dat ook van toepassing zou kunnen zijn in het dossier van de Bende Van Nijvel: "die door hun aard of context een land of een internationale organisatie ernstig kunnen schaden, of van aard zijn de bevolking ernstige vrees aan te jagen of om de overheid of een internationale organisatie op onrechtmatige wijze te dwingen tot het verrichten of het zich onthouden van een handeling, of om de politieke, de constitutionele, economische of sociale basisstructuren van een land of een internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen" De kwalificatie van de betreffende misdrijven als moord of roofmoord is objectief. Zij moet daarna effectief worden gevolgd door een rechterlijke beoordeling van de maatschappelijke impact. De toepasselijkheid van de ontworpen regeling lijkt voor weinig betwisting vatbaar. Door de werking van de verjaringsregels vindt de beoordeling van de maatschappelijke impact lange tijd plaats nadat de feiten zijn gepleegd en zijn er dan ook voldoende objectieve elementen om die maatschappelijke impact te beoordelen. - Een tweede oplossing (dus naast de onverjaarbaarheidsclausule) is zoals u zelf aanhaalt, de nieuwigheid dat de verjaringstermijn wordt geschorst vanaf het ogenblik dat de zaak aanhangig is gemaakt bij de bodemrechter. Het Federaal parket zou het proces ten gronde dan voor de eerder aangehaalde deadline moeten aanvangen. We hebben reeds een wetsontwerp ingediend in de commissie Justitie op 20 juli 2023 dat werd gepubliceerd op 10 augustus 2023. De inleidende zitting vond plaats op 26 september 2023. De hoorzittingen waren in oktober. We hopen dan ook dat de commissie Justitie de artikelsgewijze bespreking voor dit belangrijk wetsontwerp spoedig aanvangt.

Bron » www.dekamer.be

Honderdtwintig ontsnappingen uit Belgische gevangenissen

Tussen 1 januari en 15 november zijn 120 personen uit onze gevangenissen ontsnapt. 85 voortvluchtigen konden opnieuw worden gevat.

Dit deelde de minister van Justitie mee aan senator Bob Maes, die daarover een parlementaire vraag had gesteld. In zijn antwoord onderstreept de minister dat dit het hoogste cijfer is voor de jongste zes jaren, vermits men 55 ontsnappingen telde in 19754, 76 in 1975, 72 in 1976, 74 in 1977, en 90 in 1978.

De meeste in 1979 opgetekende ontsnappingen gebeurden in gesloten inrichtingen (54), op de voet gevolgd evenwel door de half-open inrichtingen (48). Daarentegen waren er slechts 2 ontsnappingen uit open instellingen genoteerd en 2 uit die welke onder het ministerie van de Franse gemeenschap (instelling voor sociaal verweer dat voorheen afhing van Volksgezondheid) ressorteren.

Vermeldenswaard is dat het grootste gedeelte van de ontsnapten thuishoorden in de categorie van de betichten en gelijkgestemden (26), van nabij gevolgd door de gevangenen die een correctionele straf hadden opgelopen van 6 maanden tot 1 jaar (25 gevallen) en door personen met een correctionele straf van 3 tot 6 maanden (17). Het aantal ontvluchtingen voor personen met een correctionele straf van meer dan 5 jaar ligt eveneens aan de hoge kant (12).

Er is maar een tot levenslang veroordeelde die ontsnapte maar hij kon terug gegrepen worden. Het betrof René Maillard die door het Brabante assisenhof wegens moord was veroordeeld, op 8 oktober uit de gevangenis van Namen vluchtte maar twee dagen later alweer achter slot en grendel zat.

Minister Van Elslande besluit: “De cijfers voor 1979 zijn ongetwijfeld beïnvloed geworden door de langdurige staking van het bewaarderspersoneel in de loop van de maanden juni en juli. Het is daarenboven evident dat het aantal gevaarlijke opgeslotenen van jaar tot jaar toeneemt, alsmede het aantal vreemdelingen, twee categorieën die gans in het bijzonder voor ontvluchting in aanmerking komen.”

“Het probleem van de veiligheid der strafinrichtingen is niet nieuw. In de loop van de laatste jaren werden op dat stuk allerlei maatregelen genomen: verhoging van de muren, versterking van de vensters, uitbreiding van het bewaardereffectief, opleiding van het personeel, spreiding van de gevaarlijke en tuchteloze opgeslotenen. Twee gevangenissen werden van een speciaal veiligheidsdiapositief voorzien, voor vijf andere zijn de plannen in uitvoering”, aldus Van Elslande.

Bron: Gazet van Antwerpen | 27 December 1979

753

(26 replies, posted in 1980-1989)

Ben wrote:

Er is voor de overval en moord nooit iemand veroordeeld. Tijdens het proces-Haemers was Patrick Haemers de enige die beschuldigd werd voor deze bloedige overval. Vermits Haemers aan het begin van het proces zelfmoord heeft gepleegd, werd deze misdaad uit de akte van beschuldiging gehaald.

Hieronder de beschrijving van de feiten en het onderzoek, zoals het in de akte van beschuldigingen stond. De tekst is oorspronkelijk in het Frans en is door mij vertaald met Deepl. De namen van de getuigen en de personen die Haemers een alibi hebben gegeven, heb ik afgekort.

Op 17 juli 1986, rond 23u35, is een bestelwagen van de firma Group 4 Securitas gestopt voor het kantoor van het Gemeentekrediet in Gooik, Ninoofsesteenweg 149a. (*)

Aan boord bevonden zich twee agenten van de firma: Georges Vindevogel en Alphonse Brousmiche. Ze doen de ronde langs zevenenveertig bankfilialen gelegen ten zuid-oosten van Brussel, om het geld op te nemen dat 's nachts is gedeponeerd in de nachtkluizen en het geld te plaatsen voor de operaties van de volgende dag.

Brousmiche en Vindevogel stappen uit het busje, gaan het filiaal binnen in de nachtkluis. Toen ze weggingen, werden ze aangevallen door twee mannen wier gezichten waren gemaskeerd door bivakmutsen en die vuurwapens tonen. Deze mannen lagen waarschijnlijk op de loer in de steeg die het filiaal scheidt van het naburige gebouw.

Een van de criminelen duwt Brousmiche op de grond, ontwapent hem en dwingt hem vervolgens de deur van het busje te openen. Tegelijkertijd schiet de andere Vindevogel met een kogel door het hoofd.

Nadat ze van Brousmiche tien enveloppen met waardevolle spullen hadden gekregen, vluchtten de twee daders in een auto die midden op de weg stond te wachten. Ze namen ook de wapens van de Securitas-agenten mee en de koffer die Brousmiche bij zich had toen hij het filiaal verliet. De koffer bevatte 4.400.000 BFR in contanten, reischeques met een totale waarde van 2.000.000 lire, spaarbrieven met een waarde van 1.010.000 en een niet nader gespecificeerd bedrag in vreemde valuta.

Gealarmeerd door een buur via de 900 dienst, kwam de rijkswacht ter plaatse om 23u44. Het levenloze lichaam van Vindevogel lag op de linker voorvleugel van de bestelwagen.

De autopsie op het slachtoffer door Drs. Tahon en Dr. Bonbled en de ballistische expertise van de heer Pletinckx, heeft vastgesteld dat Vindevogel was neergeschoten vanop een afstand van ongeveer 4 tot 6 meter.

De kogel kwam links van de neus uit het achterhoofd en doorboorde de schedelbasis, de basis van de kleine hersenen en de hersenstam. De dood kwam zeer snel. Hoewel de kogel die Vindevogel doodde niet werd gevonden, werd een huls ontdekt op de plaats delict. Het was een 9 mm Para FN Lot 77 patroon (waarschijnlijk uitgeworpen toen de moordenaar zijn pistool weer laadde, hoewel deze eerste patroon al in de kamer zat). Een patroonhouder van hetzelfde kaliber en merk werd vlakbij gevonden.

Er kon geen ballistisch verband worden vastgesteld met andere gebeurtenissen van dezelfde aard.

Naast Brousmiche identificeerden en ondervroegen de onderzoekers vier ooggetuigen van de gebeurtenissen, namelijk twee automobilisten die langs de Ninoofsesteenweg (Albert C. en Marthe H.) reden en de bewoners van het CERA-filiaal naast het filiaal van Gemeentekrediet (Herman D. en Gina D.). De verklaringen van de verschillende personen hierboven, heeft het mogelijk gemaakt om de feiten te reconstrueren op de manier zoals hierboven aangegeven.

Op 18 juli 1986 werd een blauwe Peugeot 505 teruggevonden op een parking in Meerbeek (Ninove). Op een parking in Meerbeek (Ninove) werd een Peugeot 505 teruggevonden die in de nacht van 16 op 17 juli gestolen was uit een garage in Braine-I'Alleud. Volgens een getuige (Luc D.) was de auto achtergelaten op de parking in de nacht van 17 op 18 juli, rond 0u30.

Op de achterbank van de Peugeot lag een zwarte koffer met daarin documenten van het Gemeentekrediet in Leerbeek, evenals de service formulieren met betrekking tot de ronde die werd uitgevoerd door Vindevogel en Brousmiche. Bovendien werden de vingerafdrukken van wijlen Vindevogel geïdentificeerd op een van de documenten.

Deze koffer werd formeel door Brousmiche herkend als de koffer die hij in zijn hand had toen hij werd aangevallen toen hij het agentschap verliet. De gevonden documenten maakten deel uit van de inhoud van de koffer op het moment van de aanval.

Op 24 juli 1986 ontving wachtmeester Marc Rokegem, van de BOB van Halle, verklaringen van drie personen die de wens uitten anoniem te blijven.

Zij verklaarden dat op 17 juli 1986 omstreeks 20.00 - 20.30 uur in Leerbeek een donkerblauwe Peugeot 505 geparkeerd stond op een landweggetje dat de Bosstraat met de Ninoofsesteenweg verbond. Een man zat gehurkt naast het voertuig, vlakbij het openstaande bestuurdersportier. Omdat de auto de doorgang belemmerde van een landbouwtractor en een kudde vee die in tegengestelde richting kwam, stapte de man achter het stuur, manoeuvreerde de auto een veld in en bracht de auto vervolgens terug naar zijn oorspronkelijke positie.

Een uur later werd de Peugeot 505 weer in dezelfde positie gezien. De bestuurder zat nog steeds in dezelfde gehurkte houding. Getuigen identificeerden de in Braine-l'Alleud gestolen en in Meerbeek teruggevonden Peugeot als de Peugeot die ze hadden gezien. Twee van hen zeiden ook dat de auto een tas bevatte die deed denken aan een gitaarkoffer en die zich uitstrekte van de bestuurdersstoel tot het midden van de achterruit.

Een controle uitgevoerd door de onderzoekers toonde aan dat vanaf de locatie waar de getuigen de Peugeot plaatsten, het mogelijk was om duidelijk de radioverbindingen op te vangen tussen het Securitas-controlecentrum en een voertuig in de buurt van het Gemeentekrediet in Leerbeek.

Getuigen gaven de volgende beschrijving van de bestuurder van de Peugeot:

  • Man

  • 20-25 jaar

  • 1m75-1m80

  • Slank

  • Mager, scherp gezicht, bleke huidskleur

  • Geen baard, snor of bril

  • Lichtbruin of blond haar, kort, plat

  • Kleur ogen waarschijnlijk donker

  • Rechte neus

  • Normale mond;

  • Min of meer smalle kin

  • Kleine oren

Op basis hiervan is een robotfoto opgesteld.

Op 13 oktober 1986 werd Patrick Haemers voorgeleid aan anonieme getuigen in de lokalen van de Brusselse gemeentepolitie. Een politieagent met gelijkaardige fysieke verschijning had naast hem plaatsgenomen. De drie getuigen herkenden Haemers als de inzittende van de Peugeot, met een waarschijnlijkheid waarschijnlijkheid van respectievelijk 70%, 90% en 80%.

Op 20 november 1986 werd een nieuwe presentatie gedaan bij de gerechtelijke politie
politie in Brussel. Patrick Haemers (met nummer 4) en Philippe Lacroix werden bij drie politieagenten geplaatst.

Twee van de drie anonieme getuigen verschenen. Zij noemden formeel 4 (d.w.z. Haemers) als de man die zij op 17 juli 1986 bij de Peugeot hadden gezien.

De twee getuigen die de aanwezigheid van een soort gitaarkoffer achterin de Peugeot hadden gemeld, kregen ook twee geweerkoffers te zien die respectievelijk bij Haemers en Lacroix waren ontdekt. De getuigen identificeerden deze zaken, naast elkaar geplaatst, met het object dat ze hadden beschreven.

De landbouwer die de tractor bestuurde en aan wie de bestuurder van de Peugeot voorrang moest verlenen werd geïdentificeerd en ondervraagd door de BOB van Halle. Deze getuige, Jean-Pierre O., herkende Patrick Haemers, van een foto, als de bestuurder in kwestie. Op 20 oktober 1986 identificeerde O. formeel Haemers, op vertoon, eraan toevoegend dat de man die hij had gezien op de dag van de feiten, net als de verdachte een klein oorbel aan zijn linkeroor droeg.

Brousmiche zei dat hij de persoon die hem had aangevallen niet kon herkennen omdat hij een bivakmuts droeg. Hij merkte echter op dat de man een zwarte jas droeg met een leerachtige textuur. De beschrijving die hij gaf kwam overeen met het kledingstuk, bekend als "Lafont", dat gebruikt wordt door werknemers die elektriciteitsmasten beklimmen.

Een jasje van dit type werd gevonden tijdens de huiszoeking bij Patrick Haemers thuis op 13 oktober 1986. Het werd getoond aan Brousmiche, die verklaarde dat het "goed leek op het jasje gedragen door de daders”.

De robotfoto, gebaseerd op de beschrijving door de anonieme getuigen, is getoond aan Marce! C., een agent van Securitas die aanwezig was bij de overval gepleegd op 17 september 1986 in
Wezembeek-Oppem.

C. identificeerde formeel de fysionomie op het portret met dat van een van de daders van de overval in Wezembeek-Oppem en herkende ook de persoon op de foto als Patrick Haemers.

Op 24 augustus 1986 diende Denise Tyack een klacht in bij de politie in Sint-Genesius-Rode, in verband met een diefstal die volgens haar zojuist in haar auto was gepleegd. De politieagenten stelden vast dat de deflector van het rechter voorportier van het voertuig.kapot was.

Tyack meldde dat haar handtas, met daarin verschillende documenten waaronder haar identiteitskaart en cheques, verdwenen was.

Sommige van de betrokken documenten werden op 3 december 1986 teruggevonden in de berm van de autosnelweg Brussel-Parijs, ter hoogte van Beersel. Daaronder bevond zich een reproductie van een kenteken EBG-048, toegeschreven aan een zekere Victor B., gedomicilieerd te Gooik, Bosstraat, (…), d.w.z. vlakbij de plaats waar de Peugeot 505 werd gezien door O. en de drie anonieme getuigen.

Het bleek dat B. nooit het slachtoffer was geweest van diefstal of het verlies van een reproductie van zijn kentekenplaat. Er is dus alle reden om aan te nemen dat het een nummer was dat bij de diefstal werd genomen en gereproduceerd voor de overval. Deze techniek maakt het mogelijk om een eventuele computercontrole te verijdelen, in het geval dat het nummer is genoteerd door een getuige.

Patrick Haemers, die op 14 oktober 1986 werd gearresteerd in verband met het onderzoek naar de overval in Leerbeek, ontkende bij de gebeurtenissen betrokken te zijn geweest. Hij ontkende ook in de buurt te zijn geweest van de plaats van de feiten, op de plaats en in de omstandigheden waar getuigen hem beweren te hebben gezien.

Sindsdien heeft hij zijn ontkenningen gehandhaafd, onder andere in verklaringen afgelegd in Brazilië na zijn arrestatie in dat land.

Denise Tyack verwees naar getuigen die volgens hem de aanwezigheid van Haemers op een verjaardagsfeestje op de avond van 17 juli 1986 kunnen bevestigen.

De eerste persoon die getuigde, Pascal D., meldde dat Patrick Haemers inderdaad aanwezig was geweest op het verjaardagsfeestje van zijn vriend op 16 juli 1986.

De persoon genaamd Philippe M. verklaarde allereerst dat hij geen herinneringen heeft aan het genoemde feest. Tijdens een latere hoorzitting verklaarde hij echter dat hij, "zich mede baserend op de mening van anderen", zich herinnerde op de avond van 17 juli 1986 in het café "Mailcoach" iets te hebben gedronken met Haemers.

M. beweerde dat Bruno M. en Eric T. die avond ook aanwezig waren. Dit wordt echter niet bevestigd door M. of door T.

Op 26 november 1986 richt Michel Vander Elst, destijds advocaat van Haemers, zich schriftelijk tot de onderzoeksrechter met het verzoek Alain T. te horen. T. die, volgens Tyack, kon bevestigen dat hij de avond van 17 juli 1986 had doorgebracht met Patrick Haemers.

T., die op 30 december 1986 werd ondervraagd, verklaarde dat hij in de nacht van 17 op 18 juli met Haemers in verschillende etablissementen was uitgegaan en dat ze pas op de 18e om 6 uur 's ochtends uit elkaar gingen. Er moet echter worden opgemerkt dat T. destijds goed was bevriend met Haemers.

Hij voegde zich om onduidelijke redenen bij Haemers in Benidorm, waar hij van 19 tot 27 juli 1986 verbleef; bij zijn terugkeer werd T. bovendien aangehouden aan de grens, in gezelschap van Haemers, in diens auto;

Het was onder dekking van T.’ valse paspoort dat Haemers naar Zuid-Amerika vloog na zijn ontsnapping.

(*) De locatie » Google Maps

754

(37 replies, posted in Bewijsstukken)

Het wapen komt natuurlijk ook aan bod tijdens het proces:

(...) Tijdens het Mendez-gedeelte van de akte van beschuldiging gisteren maakte de jury voor het eerst kennis met de welles-nietes verslagen van de deskundigen. Het eindbesluit van openbare aanklager Pierre Morlet was echter duidelijk: het pistool dat na de moord op Juan Mendez in beslag genomen werd bij Madani Bouhouche is volgens het Franse laboratorium CARME (Centre d'Application et de Recherches en Microscopie Electronique) het pistool waarmee Mendez werd vermoord.

En: de moordenaar schoot Mendez eerst twee kogels in de borst vanop ongeveer zeventig centimeter afstand. Daarna schoot de dader nog vier kogels in het hoofd van zijn slachtoffer met de loop van het wapen tegen de slaap en achter het oor gedrukt.

Bron: Het Belang van Limburg | 7 September 1994

755

(30 replies, posted in Politiek & Business)

Paleis der Natie | De zaak-baron de B.

De Staatsveiligheid voedde journalisten met een rapport over baron Benoît de Bonvoisin als de spin in een extreemrechts web. Hij werd zelfs gelinkt aan de Bende van Nijvel. Na ruim veertig jaar zet het Luikse hof van beroep een punt achter die tragische farce. (...)

Lees hier het hele artikel » Nieuws

756

(2 replies, posted in Wapenhandel)

"Alain C." in dit artikel is Alain Coesens. Hij is nooit voor de rechtbank verschenen, hij is niet ontslagen bij FN en FN heeft nooit "een woordje uitleg" moeten geven. De connecties van de familie Coesens waren te sterk.

Moord FN-directeur leidt tot ontdekking van illegale wapenhandel

Het onderzoek naar de moord op Juan Mendez, commercieel directeur bij de FN-wapenfabriek van Herstal, heeft geleid tot het blootleggen van een illegale wapenhandel. De ontdekking werd gedaan in het appartement van Alain C. in Etterbeek, (*) die volgens gerechtelijke kringen verregaande relaties heeft met FN. Politiemannen zegden dat hij personeelslid is van de wapenfabriek, maar officieel werd dat (nog) niet bevestigd.

Aan de hand van de lijst van relaties en de agenda van de vermoorde FN-directeur werden een zeer groot aantal huiszoekingen verricht. Zo kwamen de BOB’ers donderdagavond bij Alain C. terecht.

In zijn woning vond men wapens en documenten die volgens het gerecht onomstotelijk bewijzen dat de man betrokken was in een wapentrafiek. Er werd door de BOB beslag gelegd op de gevonden voorwerpen en Alain C. werd opgepakt.

“Heel toevallig vonden we iets heel anders dan wat we zochten”, aldus gerechtelijke kringen, “maar dit wordt waarschijnlijk een zeer ernstig dossier en er zal door FN een aardig woordje uitleg moeten worden verschaft over wat we vonden. De wijze waarop de Belgische wapenhandel georganiseerd is, laat verregaande misbruiken toe en deze zaak is een unieke kans om daar ernstig op in te gaan. België bevoorraadt in heel de wereld via een illegaal circuit allerhande terroristische en guerrilla-organisaties. Misschien hebben we nu een spoor te pakken naar een dergelijke trafiek.”

Bron: De Standaard | 11 Januari 1986

(*) Het appartement lag aan de Franklin Rooseveltlaan.

757

(1,170 replies, posted in 1983)

P-51 wrote:

Al hou je jezelf voor dood, de moordenaar van Morue zou ongetwijfeld niet één maar meerdere schoten afgevuurd hebben om zeker te zijn.

Dat weten wij niet. Ze waren gehaast, er lagen namelijk - volgens hen - al vier doden op de parking van het Colruyt-warenhuis en ze moesten er op dat moment van uit gaan dat er versterkingen onderweg waren. Dit kan de reden zijn waarom het schot mislukt is.

Ik volg die redenering dus niet. Als Lacroix het moest overleven, dan hadden ze niet op hem geschoten.

758

(1,170 replies, posted in 1983)

P-51 wrote:

Als je weet hoe Morue afgemaakt werd en Lacroix gespaard gebleven is ... Ik stel me daar wel vragen bij, ja.

Welke vragen? Was Lacroix een medeplichtige? Waarom zou een medeplichtige dan het vuurgevecht aangaan? Waarom wordt hij onmiddellijk beschoten door de daders? Lees het verloop van de feiten en zeg me wat er verdacht aan is:

Concernant le gendarme-chauffeur (Lacroix):

A peine sorti du véhicule, une volée de ballettes (cal 12) atteint la partie supérieure gauche de la porte-conducteur; le tireur est situé face à la camionette et dans le prolongement du flanc gauche du véhicule.

Le gendarme se met à couvert contre le flanc gauche de la camionette. Il dégaine et tire au moins deux fois vers son agresseur (deux douilles dans la camionnette). Il longe le véhicule, arrive à l’arrière et s’y abrite. Il tire une nouvelle fois (pièce à conviction n° 24). Se présentant sur le flanc de droit, il voit sons collègue debout à hauteur de la portière. Celui-ci demande d’appeler du renfort: aussi tôt après, le gendarme Morue tombe sur le dos. Vu la situation, le gendarme Lacroix décide de faire le mort; le tronc sur le plancher avant droit du véhicule, les jambes pendantes à l’extérieur.

Bron: Nota onderzoeksrechter Guy Wezel | Februari 1984

759

(1,170 replies, posted in 1983)

Het verschil is dat Morue vermoord werd tijdens het vuurgevecht. Lacroix hield zich voor dood en er werd achteraf nog één schot op hem gevuurd, om hem af te maken. Dat mislukte echter.

760

(77 replies, posted in Bewijsstukken)

Hieronder een post van C.P. die oorspronkelijk in het Frans op het tueries-forum geplaatst werd. De oorspronkelijke post kan je hier lezen » tueriesdubrabant.1fr1.net

Alle Ingram MAC 10's zijn oorspronkelijk ontworpen om te worden uitgerust met een geluiddemper en hebben een loop met schroefdraad waarin de specifieke geluiddemper van de fabrikant past.

De MAC-10 was aanvankelijk gekalibreerd in .45 ACP, wat het mogelijk maakte om de M3 “Grease Gun” magazijnen te hergebruiken die in zeer grote hoeveelheden werden geproduceerd voor de Tweede Wereldoorlog en daarna voor de Koreaanse Oorlog.

De fabrikant produceerde ook versies in .380 (9 mm kort) en 9x19 (9 mm Parabellum). In het laatste geval konden Sten Gun-magazijnen worden gebruikt met dit model.

De bij Dekaise gestolen wapens zijn:

  • 1 Ingram .380 N° AL734. Van dit wapen werden sommige onderdelen teruggevonden in de zakken die werden opgevist in Ronquières in november 1986.

  • 1 Ingram 9x19 Nr. 2529

We kunnen er niet zeker van zijn dat deze wapens voorzien waren van hun respectievelijke magazijnen! De moordenaars hebben daarentegen 2 magazijnen van het kaliber .45 van Ingram meegenomen!

Samenvatting per feit:

27/09/1985 - Braine-l’Alleud

Het wapen werd door het BKA geïdentificeerd als een Ingram MAC-10 en vuurde minstens 5 keer, mogelijk 6 keer, omdat het erop lijkt dat een 9 mm patroonhuls verkeerd was geplaatst.

Details van de ter plaatse gevonden munitie:

  • 2 kogels: 1 SFM 1978 en 1 SFM Gevelot-kogel

  • 1 huls SFM Gevelot

  • 1 kogel SFM Gevelot en 1 kogel FN 78

  • 1 huls SFM Gevelot

  • 2 hulzen FN 54 en 1 huls FN 78

De gewapende dader van Ingram was degene die het kantoor binnen ging en het geld eiste. Daarna loste hij een schot in de telefoon. We hebben niet genoeg informatie om precies te weten wie de slachtoffers van dit wapen waren. Het lijkt echter 4 keer te hebben geschoten in de richting van het busje van Bozidar Djuroski. De inzittenden kunnen geraakt zijn door deze schoten.

27/09/1985 - Overijse

Hetzelfde wapen als in Braine-l’Alleud, geïdentificeerd door het BKA als een Ingram MAC-10 met uitsluiting van alle andere! Het vuurde minstens 5 keer.

Details van de ter plaatse gevonden munitie:

  • 5 FN hulzen

  • 2 kogels

Robotfoto van de Ingram-moordenaar in Overijse

Nr. 19, de beroemde "Reus met hoed en bril". Beschrijving van de drager van de Ingram:

  • Lang (+ of - 1.90 M.) (*), mager.

  • 30/35 jaar oud.

Bekijk hier de robotfoto » Forum

(*) De man was groter dan 1m90. Hij was zeker 1m95, waarschijnlijk zelfs groter.

9/11/1985 - Aalst

Ter info: In Braine-le-Comte werd de ochtend voor de gebeurtenissen in Aalst een huls FN 78 ontdekt. De huls werd toegeschreven aan verschillende wapens die werden gebruikt in zaken die samenvielen met de Bende van Nijvel.

Het BKA-laboratorium onderzocht alle projectielen opnieuw en concludeerde dat deze huls was afgevuurd door hetzelfde wapen als de twee hulzen die werden gevonden in de Santana die werd gebruikt bij de gewapende overval op Dekaise in Waver op 30 september 1982.

Details van ter plaatse gevonden munitie:

  • 2 kogels

  • 2 patronen SFM 78

  • 1 SFM huls

  • 1 WINCHESTER huls

De enige slachtoffers van dit wapen lijken het echtpaar Van den Steen-Vanden Abiel te zijn geweest, die werden "afgemaakt" met een kogel in de borst, hoewel ze al met een 12-gauge waren beschoten.

Varia

  • De 9 x 19 SFM/Gevelot lot 78 patronen waren zeer zeldzaam in België maar veel voorkomend in Frankrijk. Volgens informatie van Franse specialisten waren deze patronen krachtiger dan normaal omdat ze bedoeld waren om afgevuurd te worden door de standaard PM MAT 49 van het Franse leger, die meer kracht nodig had om optimaal te functioneren. Verzamelaars met kennis van zaken raden aan de kruitlading van deze munitie te verminderen om schade aan verzamelwapens zoals de Lüger P08, de Walter P38, enz. te voorkomen.

  • Het bovenstaande kan bevestigen dat munitie van het merk SFM soms opnieuw wordt geladen.

  • Onder de voorwerpen die in november 1986 in Ronquières werden teruggevonden, bevonden zich stukken Ingram MAC-11 kaliber 9mm kort en PM Beretta 9 para. Identieke wapens werden gestolen bij Dekaise.