Claude Dery was ook in het onderzoek naar de dubbele moord in de Herderliedstraat de wapendeskundige:
Volgens de ingeschakelde wapendeskundige Claude Dery was hij dat soort munitie maar twee keer in een dodelijke afrekening tegengekomen. De expert wilde voor het assisenhof niet zeggen in welke. Die zaken waren niet afgehandeld en vielen onder het geheim van het onderzoek.
Een paar jaar na het proces maakte ik [Hilde Geens] een afspraak met Dery in de grote leger kelder van een huis in Schaarbeek. De deskundige was al in 1986 op zijn eenenvijftigste op pensioen gegaan na 1400 gerechtelijke expertises. In het midden van de ruimte chez Kafka, stonden de stoel waar hij op zat, de andere waar ik op plaatsnam, en tussen ons in een kleine onstabiele tafel. Het tafelzeil was een rorschachtest, het zat van onder tot boven vol met vlekken.
Dery was internationaal pistoolschutter en voorzitter van de Schuttersvereniging van de Luchtmacht en de deskundige in Brussel: hij werd ingehuurd in haast alle geruchtmakende onderzoeken van de jaren '80, van de WNP tot de Bende van Nijvel. Hij werd meer en meer omstreden wegens foute expertises. Het wantrouwen nam toe omdat hij werkte bij de inlichtingendienst van het leger, de Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid van de Krijgsmacht, de ADIV, afdeling Midden-Oosten, en daar vanaf het begin ingeschakeld was bij het beruchte Public Information Office, het PIO.
(...) Toen ik Dery sprak, keerde hij onmiddellijk de rollen om en probeerde hij mij te verhoren. Hij drong aan op absolute anonimiteit, "want er stonden contracten op zijn hoofd", liet merken dat hij mijn adres had nagetrokken en zijn atelier bleef dicht. Als iets geïllustreerd moest worden, verdween hij voor onbepaalde tijd naar achter en keerde dan met één voorwerp terug.
Preciseren in welke andere dossiers hij de zeldzame kogels van de dubbele moord in de Herderliedstraat was tegengekomen, wilde hij niet: die zaken waren niet afgerond. Het wapen kon hij niet bepalen, want er was geen enkele streep intact gebleven op de kogels die hij onderzocht had, en zelfs het kaliber was onzeker. Hij ging op geen enkele vraag in.
Bron: Beetgenomen | Hilde Geens
Uit de archieven van Walter De Bock:
18.2.82: Dubbele moord in de rue de la Pastorale:
Donderdag avond wordt de dubbele moord gepleegd in de rue Pastorale in Anderlecht door Barbier. De kogels waarmee de moorden werden gepleegd zijn van artisanale makelij en dus vervaardigd door iemand die erg vertrouwd is met munitie. Ze zijn van lood, een grote zeldzaamheid. Loden kogels vervormen bij het afvuren zodat het niet meer mogelijk is om nog het wapen te identificeren. Het gaat dus om een vernunftige killertechniek waarbij alle sporen werden geëlimineerd die normaal een wapenexpert steeds toelaten om het onderzoek in een mee precieze richting te sturen. Er werden bovendien geen koghelhulzen aangetroffen. Vermits die bij een pistool steeds vrijkomen bij het vuren en alleen bij een revolver in het wapen blijven zitten, werd de valse indruk gewekt dat een revolver werd gebruikt. Later bleek nl. dat er toch een pistool werd gebruikt waarrond een nylonkous zat die de wegvliegende hulzen opving. Het gerecht werd dus via de ballistiek bovendien op een dwaalspoor gezet.
Expert Cdt. Claude Dery zal op 7.5.87 voor het assisenhof van Brabant verklaren dat hij tussen '82 en '87 nog tweemaal zulke zeldzame (artisanale loden) kogels sporen van dezelfde gietvorm heeft aangetroffen in een moordzaak maar voordien nooit. Hij maakt op dat moment een rapport over het mogelijk verband tussen de drie dossiers via een gietvorm aangetroffen in een ander dossier. Op dat moment kwam advokaat-generaal Jaspar tussenbeide om te beletten dat getuige Dery ook zou vertellen om welk dossier het hier gaat. In de wandelgangen verwees men na de zitting naar de dossiers 'Bende van Nijvel' en de moord op Mendez.