781

(839 replies, posted in 1985)

Weerzinwekkende moordlust – Acht onschuldigen afgemaakt zonder motief – Parket: waarschijnlijk zelfde bende op twee plaatsen – Procureur: geen gangsters uit het milieu – Is de ‘bende van Nijvel’ terug?

Acht onschuldige doden. Onder hen een jongen van amper 14. Woorden schieten tekort om de gruwel te beschrijven die een bende meedogenloze moordenaars vrijdagavond heeft veroorzaakt in en om de warenhuizen Delhaize te Overijse en Eigenbrakel. De slachtoffers werden zonder motief afgemaakt. Ze waren klanten, toevallige voorbijkomers.

Van een echt spoor van de daders was zondagavond nog geen sprake. Het gerecht staat immers voor een bijzonder moeilijke opdracht, want dit type koudbloedige killers neemt zelfs de ‘gebruikelijke regels’ niet in acht die het misdadigersmilieu anders kent. Het gaat nu om een vorm van terreur die steunt op een weerzinwekkende moordlust.

Aan de hand van getuigenissen groeide in de loop van het weekeinde stilaan de overtuiging dat de daders van Overijse en Eigenbrakel dezelfde zijn. De twee overvallen vertonen immers te veel overeenkomsten: één opvallend grote overvaller, gebruik gijzelaars, in het wilde rondschieten om de klanten en het personeel angst in te boezemen, niet terugdeinzen om meermaals te doden om de vlucht veilig te stellen.

Bron: Het Laatste Nieuws | 30 september 1985

782

(45 replies, posted in Foto's)

De vader van Stefaan Noté na de moord op zijn zoon op de parking van de Delhaize van Overijse:

http://nsm09.casimages.com/img/2018/02/26//18022612143814738715580864.jpg

Het lichaam van de 14-jarige Stefaan Noté:

http://nsm09.casimages.com/img/2018/02/26//18022612143814738715580863.jpg

783

(32 replies, posted in Onderzoeksdaden)

http://nsm08.casimages.com/img/2015/08/18//15081804094914738713517496.jpg
Bron: Bron: Het Nieuwsblad | 11 oktober 1983

10 miljoen fr. voor inlichtingen

De directie van Delhaize heeft meegedeeld dat de premie van 10 miljoen fr., die destijds werd uitgeloofd door de grote Belgische warenhuisketens, aan iedereen die informatie kon bezorgen die zou leiden tot de aanhouding van de moordenaars van de zaakvoerder van de Delhaize-vestiging te Beersel, Freddy Vermaele, in oktober 1983 "nog altijd geldig is". Dit bedrag zal ook worden uitgeloofd voor elke informatie die kan leiden tot de aanhouding van de daders van de bloedige overvallen van vrijdagavond (*).

De directie van Delhaize voegt er wel aan toe dat de betrokken inlichtingen moeten overgemaakt worden aan de diensten die met het onderzoek zijn belast en niet aan Delhaize.

Bron: Het Laatste Nieuws | 30 september 1985

(*) De overvallen op de Delhaize in Eigenbrakel en Overijse.

Premie van 250.000 euro van Delhaize nog altijd beschikbaar voor tip over Bende Van Nijvel

De beloning van 250.000 euro voor informatie die leidt tot de aanhouding van de daders in de zaak van de Bende van Nijvel, is nog altijd beschikbaar. Dat zegt woordvoerder Roel Dekelver van Delhaize. “Het is het gerecht dat moet bepalen of er een gouden tip of een doorbraak is in dit dossier.”

Meer » Nieuws

Het is één van de grootste criminele raadsels van België: wie is de Bende van Nijvel en wat is nou het echte motief voor die buitensporig gewelddadige overvallen? Een overzicht van wat we wel weten.

Wanneer slaat de Bende van Nijvel voor het eerst toe?

De Belgen Jacques Fourez (49) en Elise Dewit (49) maken met hun Mercedes een stop bij de benzinepomp van de Colruyt-supermarkt in het Belgische stadje Nijvel. Het is iets na één uur ’s nachts, 17 september 1983. Tijd om te tanken krijgt het koppel niet, want verschillende gemaskerde mannen richten een pistool op hun hoofd en halen de trekker over.

Enkele minuten later openen de daders met een snijbrander de metalen deur van het magazijn van de Colruyt-supermarkt.

Door de inbraak gaat het alarm af bij de politie van Nijvel waarop twee rijkswachters naar het benzinestation toesnellen. Daar belanden ze in een vuurgevecht waarbij rijkswachter Marcel Morue (31) ernstig gewond raakt.

Marcel overlijdt pas als een van de gemaskerde mannen van dichtbij drie kogels recht in zijn gezicht schiet. Zijn collega Jean-Marie Lacroix (30) is ook geraakt, maar doet alsof hij dood is.

De daders vluchten in hun eigen Saab en de Mercedes van het vermoorde koppel. De buit: oliebidons, bonbons en koffie ter waarde van zo’n 500 euro.

Het is een bende

De politie ontdekt na het geweld in Nijvel dat er een verband bestaat tussen deze inbraak en een reeks eerdere autodiefstallen en gewapende overvallen in België. Dit alles moet het werk zijn van een bende. De media lanceert daarom de naam ‘Bende van Nijvel’.

Welke criminele daad precies de eerste is van de Bende van Nijvel valt niet met zekerheid te zeggen, omdat het onderzoek nog steeds loopt en er nog nooit een dader is gepakt.

Maar de eerste misdaad die de Belgische politie in verband kan brengen met de Bende van Nijvel vindt plaats op 13 maart 1982, in een wapenhandel. De geweren die op die dag worden gestolen komen overeen met de wapens die de bende gebruikt tijdens latere overvallen.

De levensgevaarlijke supermarkt

Na een lange reeks overvallen en moorden in een tijdsbestek van nog geen twee jaar blijft het vanaf 1984 plotseling stil in België. De gewelddadige roof van juwelen op 1 december 1983 lijkt de laatste daad van de Bende van Nijvel.

Maar 22 maanden na de laatste overval - vrijwel exact twee jaar na het buitensporige geweld in Nijvel - slaat de bende opnieuw op volle kracht toe. Dit keer bij een supermarkt van Delhaize in Eigenbrakel.

Wat gebeurt er bij de Delhaize in Eigenbrakel?

Even voor acht uur ’s avonds stappen drie mannen met maskers en geweren uit een zwarte Volkswagen op de parkeerplaats van de Delhaize. Ze gijzelen een kind van twaalf en schieten een andere klant die de supermarkt verlaat zonder aarzeling dood.

De mannen houden het kind onder schot en lopen vervolgens de supermarkt binnen. Het is duidelijk dat dit een actie is van de Bende van Nijvel, want deze gijzeltactiek past de bende twee jaar eerder ook al toe wanneer ze de Delhaize in Beersel overvallen.

In de supermarkt schiet de bende nog een onschuldige klant dood, terwijl ze alle kassa’s leeghalen. Eenmaal weer buiten vuren de mannen op een bestelwagen die op de parkeerplaats staat. De chauffeur raakt dodelijk gewond. Zijn zoon, die naast hem zit, overleeft de wilde schietpartij ternauwernood met ernstige verwondingen.

Wat overkomt de mensen in de Delhaize van Overijse?

Ongeveer twintig minuten na de overval in Eigenbrakel slaat de bende opnieuw toe. Ze zijn waarschijnlijk meteen doorgereden naar de Delhaize in Overijse, zo’n twintig kilometer verderop. Dit keer gijzelen de mannen niemand, maar schieten ze wild om zich heen op de parkeerplaats.

De 14-jarige Stéphanie Notte fietst toevallig voorbij en is het eerste dodelijke slachtoffer. In de winkel schieten de bendeleden nog twee klanten en twee medewerkers dood.

“Toen ze wegvluchtten, viel er een akelige stilte,” vertelt Erna Van Den Steen aan Het Laatste Nieuws. Ze is in 1985 caissière bij Delhaize en opent meerdere kassa’s voor de bendeleden.

“We hebben nog met enkele collega’s Rosa [een collega red.] proberen te helpen, maar ze was al dood. Overal lagen lijken en liepen mensen door en over elkaar. De paniek was enorm. Ik geraakte in een trance van panische angst en heb letterlijk van de schrik in mijn broek geplast.”

Erna’s collega Lea Bogaerts vertelt: “Het was allemaal zo irreëel, net een nachtmerrie dat nooit eindigde. Ik weet niet goed meer hoe ik thuis ben geraakt, maar volgens mijn man ben ik aan tafel gaan zitten en ben ik hysterisch beginnen gillen.”

De nachtmerrie van Aalst

Nog geen twee maanden na deze dubbele aanval pleegt de Bende van Nijvel hun meest bloedige overval ooit. Op 9 november 1985, rond half acht ’s avonds, openen ze het vuur op de parkeerplaats van de Delhaize in het Vlaamse Aalst.

Boodschappen doen bij de Delhaize gaat niet meer zonder zorgen, maar de locatie komt onverwachts. Tot dan toe vinden alle overvallen op supermarkten plaats in Wallonië. “Ergens denk je: dat gebeurt niet bij ons. Ik denk dat je dat zo denkt, omdat je niet wilt dat het bij je gebeurt. Je hoort dat, maar je laat het niet binnenkomen,” vertelt Ingrid Mulder uit Aalst.

Net als in Overijse schieten de bendeleden meteen lukraak om zich heen. De 9-jarige David van de Steen loopt op dat moment net met zijn ouders en zus de supermarkt uit. Ze kunnen geen kant op. “Op dat moment schiet die ene man op mijn zus en op dat moment roept mijn zus: ‘Niet schieten dat is mijn papa,’” vertelt David in Andere Tijden.

“Het eerste schot is bij mijn zus in haar keel naar binnengegaan en mijn vader stond achter haar. En datzelfde schot heeft hen alle twee geraakt en ze zijn samen op de grond neergevallen.”

David raakt zwaargewond, maar is de enige van het gezin die de overval van de Bende van Nijvel overleeft. “Wij waren als familie getroffen in het diepste vezeltje van uw lichaam. Hoe overwin je dit? Hoe moet je dan verder gaan?”

Waarom het onderzoek aan alle kanten faalt

De Bende van Nijvel houdt België jarenlang in een wurggreep en iedereen, de politie, overheid en Belgen, lijkt de daders zo snel mogelijk te willen grijpen. Maar het onderzoek naar de Bende van Nijvel is een opeenstapeling van oneindige dossiers, bewijsstukken, talloze getuigenverklaringen, uiteenlopende theorieën, vergissingen en blunders.

Een gespleten onderzoek

Meteen bij de start van het onderzoek naar de bende blunderen de rijkswachters, rechercheurs en rechters aan alle kanten. Het begint al bij de taakverdeling. Net als België zelf is het onderzoek opgesplitst in een Franstalig en een Nederlands deel. De Bende van Nijvel slaat voornamelijk toe in Wallonië, maar ook in Vlaanderen vallen slachtoffers. De Walen en de Vlamingen starten ieder hun eigen onderzoek.

Het parket van Dendermonde voert het onderzoek uit naar de bende op Vlaams grondgebied. De overvallen op Franstalig grondgebied vallen onder het parket van Nijvel. De twee teams werken onafhankelijk van elkaar: ze hebben hun eigen dossiers en personeel. Informatie delen ze bovendien te laat of zelfs helemaal niet met elkaar.

De kern van het probleem is een groot wantrouwen. Politiekorpsen, onderzoeksteams en zelfs de rechters verdenken elkaar van betrokkenheid bij de bende.

Te dicht bij de waarheid

In 1987 blijkt dat het parket van Nijvel pijnlijke fouten heeft gemaakt tijdens het onderzoek waardoor resultaten uitblijven. Het Franstalige dossier over de Bende van Nijvel verhuist daarom van Nijvel naar de Waalse stad Charleroi.

Pas in 1990 verplaatst ook het Vlaamse dossier van Dendermonde naar Charleroi. Het onderzoek wordt eindelijk gecentraliseerd en er worden twee nieuwe onderzoekscommissies opgestart. De resultaten die zij halverwege de jaren negentig presenteren, zijn ontgoochelend: nog steeds is het compleet onduidelijk wie de Bende van Nijvel is.

Opmerkelijk aan de verhuizing naar Charleroi in 1990 is dat de Vlaamse onderzoeksrechter Freddy Troch en zijn team ontslagen worden. Zij zijn de enigen die ooit hard bewijs hebben gevonden: wapens in het kanaal Brussel-Charleroi. “Het waren onderzoekers die heel dicht bij een waarheid aan het komen waren, die heel degelijk onderzoekswerk aan het doen waren,” stelt Christoph D’Haese, de huidige burgemeester van Aalst, in Andere Tijden.

Wie zijn de daders?

Wat het onderzoek in de jaren tachtig ook nog een stuk ingewikkelder maakt, is dat DNA-onderzoek in de kinderschoenen staat. Dat bemoeilijkt het opsporen van de daders in extreme mate.

Het is ook nog steeds compleet onduidelijk uit hoeveel mensen de Bende van Nijvel heeft bestaan. Enkele maanden na de laatste overval in 1985 telt de lijst met verdachten meer dan vierduizend namen. Op basis van getuigenverklaringen lijkt een vaste kern van drie personen achter alle misdaden te zitten: de Reus, de Killer en de Ouwe. De rest van de bende zou bestaan uit een wisselende groep criminelen.

Drie mannen hebben inmiddels openlijk toegegeven dat ze lid zijn geweest van de bende, maar twee daarvan hebben deze bekentenis weer ingetrokken. De derde persoon is een voormalig rijkswachter die in 2015 op zijn sterfbed opbiecht dat hij de Reus is.

In 2017 komt de bekentenis bij de Belgische politie en in de media terecht. De bekentenis betekent waarschijnlijk een doorbraak voor het onderzoek. De overleden rijkswachter heeft namelijk iedere keer verlof opgenomen tijdens de bloedige aanvallen op de Delhaize-supermarkten in 1985.

Kan dit nieuwe spoor ook andere daders ontmaskeren? Daar hoopt het Belgische onderzoeksteam nu op. Maar het feit blijft dat het onderzoek naar de bende zo’n dertig jaar na dato nog steeds niets concreets heeft opgeleverd. De Vlaamse onderzoeksjournaliste Hilde Geens schrijft in 2013 een boek over de zaak en komt tot de conclusie: “Niemand kan het Bende-dossier nog vatten. In 2012 had ik zeker acht jaar nodig om alles een keer in te kijken.”

Bestaat de Bende van Nijvel uit terroristen?

Terrorisme zoals we dat nu kennen, vaak gemotiveerd vanuit een religie, komt in de jaren tachtig nog nauwelijks voor. Wel vallen in heel Europa veel slachtoffers door politiek terrorisme: in 1980 komen ruim vierhonderd mensen om het leven door aanslagen. De onafhankelijkheidsbewegingen IRA en ETA hebben een groot aantal van deze doden op hun geweten.

In België zijn in de jaren tachtig ook zulke politiek gemotiveerde terroristen actief: de extreemlinkse Cellules Communistes Combattantes (CCC). Zij plegen meer dan dertig gewelddadige aanslagen.

Extreemrechtse slachtoffers

Zonder daders is het motief van de Bende van Nijvel giswerk. Maar dat de bende niet uit is geweest op een grote buit is duidelijk, anders hadden ze wel andere doelwitten gekozen. De opbrengst van zo’n 150.000 euro in totaal is bizar laag in vergelijking met het risico dat de daders hebben gelopen.

Zijn het dan meedogenloze terroristen die België hebben willen ontwrichten? Veel Belgen vermoeden dat de Bende van Nijvel, in tegenstelling tot haar tijdgenoot de CCC, extreemrechtse motieven heeft gehad. Het staat vast dat dit extreemrechtse spoor onvoldoende is onderzocht en op dit moment niet te bewijzen is.

Het blijft ook de vraag of alle slachtoffers willekeurig zijn vermoord. Zo hadden Elise Dewit en Jacques Fourez, het koppel bij het tankstation, zeer goede contacten met invloedrijke politici. Wisten ze te veel?

De loden jaren

De loden jaren tachtig in België zijn voorbij. Ze hebben het leven van zeker 28 mensen abrupt afgebroken, maar aan het mysterie rondom de Bende van Nijvel komt waarschijnlijk nooit een einde. Nog steeds is geen enkele dader gepakt. “Het is een blunderboek geworden van de Belgische justitie,” vindt de burgemeester van Aalst, waar het verdriet en de angst nog steeds voelbaar is.

“Wat moet er gebeuren voordat men eigenlijk beseft dat men echt aan het werk moet en dat men aan die zaak prioriteit moet geven?” vraagt Nathalie Palsterman uit Aalst zich af.

David van de Steen denkt dat het allang opgelost is onder de rijkswachters: “Intern is alles opgelost, maar men durft het niet naar de buitenwereld te brengen. Als men nog lang wacht, zijn ze allemaal dood.”

In het kort

- Aan de Bende van Nijvel worden veel verschillende diefstallen, overvallen en moorden toegeschreven tussen 1982 en 1986: de loden jaren van België.

- Bij de overvallen van de Bende van Nijvel komen zeker 28 mensen om het leven.

- De Bende van Nijvel pleegt meerdere overvallen op supermarkten, voornamelijk van Delhaize. De meest bloedige overval vindt plaats in Aalst.

- Voor het falende onderzoek naar de bende zijn veel oorzaken aan te wijzen, maar de kern van het probleem is een groot wantrouwen onder politiekorpsen, onderzoeksteams en zelfs rechters.

- Meer dan dertig jaar later is er nog geen enkele dader opgepakt. In 2017 maakt de Belgische politie bekend dat een oud-rijkswachter op zijn sterfbed opgebiecht heeft dat hij ‘de Reus’ is.

- De Bende van Nijvel bestond waarschijnlijk niet uit ‘gewone’ criminelen, omdat de opbrengst van de overvallen erg laag is. Een terroristisch motief is waarschijnlijker.

Bron: npofocus.nl

Op deze site staan heel wat audio- en filmfragmenten.

In de jaren tachtig zaait de Bende van Nijvel dood en verderf in België. In een periode van drie jaar vielen bij zeventien overvallen 28 doden en tientallen gewonden. De laatste en meest gewelddadige overval vindt plaats op 9 november 1985. Bij een overval op een supermarkt van Delhaize in Aalst worden acht mensen in koelen bloede doodgeschoten.

David van de Steen ziet als negenjarige jongen voor zijn ogen zijn vader, moeder en zus vermoord worden op de parkeerplaats van de Delhaize. "Niet schieten, dat is mijn papa!" Dat zijn de laatste woorden van zijn veertienjarige zus. In Andere Tijden spreken overlevenden en nabestaanden over de overval, de gevolgen ervan op hun leven, het moeizame verloop van het onderzoek en de nazorg die de slachtoffers hebben gekregen.

Uitzending: zaterdag 24 februari 2018 om 21.20 uur op NPO 2.

Meer » www.anderetijden.nl

786

(22 replies, posted in Andere Personen)

Michel Anthemus in december 1979:

http://nsm09.casimages.com/img/2018/02/21//18022105192814738715572068.jpg

787

(138 replies, posted in Onderzoeksdaden)

De Franse journalist van Paris-Match, Frédéric Loore, die steeds de stelling en het rapport van Danièlle Zucker heeft verdedigd, komt vandaag nogmaals terug op het dossier van de Bende van Nijvel en het feit dat dit dossier niets te maken heeft met extreem-rechts, Rijkswacht, destabilisering van de staat of andere doeleinden waar wel met simpele criminelen.

Hij laat de Canadees Jacques Landry, gepensioneerd politieman, aan het woord die een tiental jaar geleden op vraag van de toenmalige onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix het bendedossier onderzocht heeft. Wanneer je alle feiten objectief bekijkt, de getuigenissen doorneemt, de buit bekijkt, rekening houdt met de gebruikte wapens en voertuigen, is er volgens Jacques Landry slechts één conclusie mogelijk: dat de feiten gepleegd werden door ultra gewelddadige en antisociale criminelen die uit waren op de buit en onmiddellijk profijt.

"Les tueries du Brabant sont une affaire criminelle, les autres théories sont farfelues"

Le Québécois Jacques Landry dont les méthodes d’interrogatoire ont permis de résoudre l’affaire Alexia Daval en France a étudié le dossier des tueries du Brabant. Pour lui, "c’est une affaire criminelle et rien d’autre".

"L’extrême droite, la gendarmerie, la déstabilisation de l’État et toutes ces pistes sont complètement farfelues. Les tueries du Brabant sont une affaire criminelle et rien d’autre". C’est Jacques Landry qui s’exprime de la sorte. Cet ex-policier retraité de la Sûreté du Québec a beaucoup fait parler de lui dans les médias hexagonaux ces derniers temps, en raison de sa contribution indirecte à la résolution de l’affaire du meurtre d’Alexia Daval, le fait divers qui a tenu la France en haleine. C’est en s’inspirant de sa méthode d’interrogatoire que les gendarmes de la section de recherche de Besançon sont parvenus à faire craquer le mari de la victime, Jonathann Daval, qui a fini par avouer être l’auteur du crime.

Cette méthode, baptisée "Progreai" (pour Processus général de recueil des entretiens, auditions et interrogatoires), se fonde sur une approche très différente de celle de l’audition classique, au cours de laquelle les enquêteurs confrontent le plus souvent le suspect aux indices matériels, aux éléments de police scientifique et aux éventuels témoignages, dans l’espoir qu’il passe aux aveux. Le crime et ses preuves éventuelles sont au centre de l’interrogatoire. A l’inverse, l’ex-policier de la "Belle Province" s’intéresse prioritairement au suspect et à ses motivations. L’objectif étant de cerner sa personnalité, son parcours de vie, sa situation sociale, familiale et économique, de manière à comprendre ce qui a provoqué le passage à l’acte, qu’il s’agisse d’un crime ou d’un délit. Cette approche repose sur une écoute attentive de l’individu avec lequel on crée du lien, en dehors de toute logique de confrontation et en dépit de la gravité du geste commis. Petit à petit, les mécanismes de défense cèdent et l’auteur finit par se livrer. Aux dires de son créateur, la méthode "Progreai" atteint un taux de réussite de 80 %.

Actuellement, Jacques Landry dirige la société "Polygraphie Jacques Landry Inc." qui propose à sa clientèle une gamme variée de services et de formations dans le domaine de l’enquête. Formé à la polygraphie dans les meilleures écoles d’Amérique du Nord, il s’est spécialisé dans l’interrogatoire de suspects de crimes majeurs. Au cours des vingt dernières années, il a créé une série de programmes de formation en techniques d’audition, en analyse de déclarations de suspects et en identification de profils criminels. Formateur jusqu’en 2010 à l’Institut de police du Québec, il est actuellement chargé de cours en criminologie à l’Université de Montréal.

"Des criminels ultra violents et antisociaux"

Il y a une dizaine d’années, Jacques Landry et ses collègues de la Sûreté du Québec se sont longuement penchés sur le dossier qui hante la Belgique depuis trente ans: les tueries du Brabant. Comme l’avait confirmé à l’époque à Paris Match l’ancien magistrat instructeur carolo Jean-Claude Lacroix, le rapport d’analyse des Québecois s’était révélé assez sentencieux. Ils pointaient une série de carences dans l’enquête, notamment au niveau des auditions de témoins, jugées trop peu professionnelles et de nature à vicier les investigations.

Pour remédier à cela, des recommandations avaient été faites, mais le juge Lacroix nous confiait en 2007 qu’il serait impossible de les appliquer: "Pour des raisons matérielles évidentes – les faits remontent à vingt ans –", disait-il, "mais aussi parce que les policiers québécois ont recours à des techniques d’audition dont s’inspire par exemple l’école de gendarmerie de Fontainebleau, mais qui sont encore largement inconnues en Belgique". C’est en partie pour pallier ce déficit de compétences que la profileuse belge Danièle Zucker, formée aux techniques nord-américaines, avait été engagée par la suite à la cellule d’enquête, où elle a consacré deux ans à l’étude de la première vague des tueries.

Ces initiatives avaient cependant rencontré de fortes réticences. Notamment de la part de certains responsables de la cellule d’analyse comportementale de la police fédérale, lesquels ont adopté une attitude ayant eu pour conséquence d’entraver la collaboration avec les spécialistes de la Sûreté du Québec. A telle enseigne que Jean-Claude Lacroix avait dû mener une mission de bons offices auprès de ces derniers pour rétablir le dialogue. Du reste, on connaît les réserves exprimées publiquement par le procureur Général de Liège, Christian De Valkeneer (qui vient de céder la tutelle de l’enquête à la procureure fédérale Marianne Capelle), à l’égard du travail de profiling réalisé par Danièle Zucker, le magistrat l’ayant qualifié en 2012 d’ "escroquerie intellectuelle".

Or, pour Jacques Landry qui a rencontré Danièle Zucker à deux reprises et pris connaissance de son travail, celui-ci lui est apparu "sérieux, rigoureux et parfaitement objectif". Et il ajoute: "Fort de mes quarante-deux années d’expérience, je peux vous assurer que n’importe quel analyste criminel qui connaît son métier en viendrait aux mêmes conclusions qu’elle. Du reste, je connais bien les profileurs américains avec lesquels elle a travaillé sur cette affaire, notamment Roy Hazelwood, c’est une référence dans sa discipline".

Les conclusions de Danièle Zucker, lesquelles privilégiaient la piste criminelle et non celle impliquant dans les tueries l’extrême droite, d’anciens gendarmes ou encore des agents d’une puissance étrangère, Jacques Landry les fait siennes également: "Si l’on s’en tient, comme nous l’avions fait dans notre analyse, aux seuls faits, en prenant en compte le mode opératoire des tueurs, les circonstances de lieux et de temps, le récit des témoins, les profils des victimes, les véhicules et les armes utilisés, les butins dérobés, etc., je ne vois pas comment on peut creuser autre chose que la piste criminelle". Et le Québécois d’esquisser le profil des tueurs de la manière suivante: "Des criminels ultra violents, antisociaux, motivés par l’adrénaline et le profit immédiat. Ca ressort clairement du dossier si on veut bien ne pas le voir au travers du prisme des hypothèses et des préjugés".

A la question de savoir si, plus de trente ans après les faits, il lui paraît encore possible de démasquer leurs auteurs ou, si au contraire, nous sommes là face à un "cold case" insoluble, Jacques Landry répond: "Pourquoi pas? Ici, au Québec, nous avons une brigade spécialement chargée des "cold case" et elle obtient de bons résultats. Je crois qu’une équipe d’enquêteurs déterminés peut encore aboutir. A condition de repartir des fondamentaux sans se perdre en conjectures sinon ils n’iront nulle part. Ils doivent en revenir aux questions basiques: de quelle façon les crimes ont-ils été commis? A quels endroits? A quels moments? Avec quelles voitures, quelles armes? Pour quelle raison de la nourriture a-t-elle été simplement dérobée à certains moments? Tout ça, ça parle".

Bron: Paris Match (Frédéric Loore) | 21 februari 2018

Het volledige interview met Jacques Landry verschijnt morgen, 22 februari 2018, in de papieren versie van de Paris-Match.

788

(13 replies, posted in Speurders)

L'audition du commissaire Georges Marnette a aussi ramené la commission sur la piste de l'extrême droite. Il enquêtait sur les activités du Westland New Post, sur la mort de son chef, Paul Latinus. Pas suicidé mais assassiné, pense encore Marnette, qui fait état de pressions diverses exercées sur lui pour lui faire abandonner la piste menant au commissaire Smets, de la Sûreté.

- Le procureur du roi Poelman, décédé, m'a même demandé un jour, alors qu'il téléphonait à Albert Raes (patron de la Sûreté), de déchirer certains procès verbaux au sujet de ces infiltrations. Ce que j'ai refusé, ajoute Georges Marnette.

Il explique aussi qu'il a dû lui-même organiser en 1983 une fuite pour que l'enquête sur le WNP devienne "inarrêtable", tant les pressions exercées étaient importantes. C'était à l'automne 1983, alors que Le Soir révélait l'existence du WNP, les vols de telex Otan à l'Etat-Major, les dissensions entre le canard, le chien et le lapin dans la basse-cour de la Sûreté, au grand dam du ministre de la Justice de l'époque, Jean Gol.

Quant au WNP de Latinus, Marnette le voit toujours comme une bande de demi-cerveaux manipulables et capables de faire n'importe quoi, mais appartenant à une nébuleuse plus importante et plus dangereuse, du style du groupe G (de Gendarmerie), ou d'un Gladio.

Bron: Le Soir (René Haquin) | 5 maart 1997

789

(100 replies, posted in Roze Balletten)

Merovinger wrote:

"Bewijsstukken verdwenen uit dossiers Roze Balletten"

"Agenda's, telefoonlistings en andere documenten over de diverse Roze Balletten-dossiers zijn spoorloos verdwenen uit het Brusselse Justitiepaleis". Dat stelde de Brusselse onderzoeksrechter Bruno Bulthé gisteren voor de Bende-commissie [Tweede Bendecommissie]. In februari 1990 startte Bulthé een onderzoek naar het onderzoek in alle toen gekende seksdossiers met minderjarigen.

Bulthé ontdekte toen de verdwijning van overtuigingsstukken uit verscheidene dossiers. "Ik veronderstel dat het interessante documenten waren en niet het telefoonnummer van de loodgieter of de tandarts. Waar deze documenten naartoe zij, weet ik niet. Als ik dat wel wist, zou ik de schuldigen vervolgd hebben. De daders moeten het Justitiepaleis goed gekend hebben. De Brusselse griffie is immers een echt hol van Ali Baba met drugs, documenten en wellicht het grootste wapenarsenaal van de hoofdstad".

Bron: Het Laatste Nieuws | 5 maart 1997

Tueries: des dossiers roses, puis deux 'noms'

Après avoir exploré les pistes menant à l'extrême droite, négligées par Nivelles, la commission parlementaire bis sur les tueries du Brabant a plongé le nez hier dans ce qu'il est convenu d'appeler les pistes roses: les dossiers Montaricourt (la Madame Claude des années 70), Fortunato Israël (une des "filles" de Madame Claude dont s'éprit Roger Boas), Eurosystem hospitalier (le consortium pour lequel Fortunato recrutait des péripatéticiennes pour des princes arabes), le dossier Pinon, plein de rumeurs sur des ballets roses et des morts de mineurs d'âge jamais identifiés, ainsi que d'autres dossiers évoqués aussi à la commission Dutroux.

Quels liens avec les tueries du Brabant? Une hypothèse toujours résurgente mais jamais vérifiée: les tueries auraient visé à éliminer des gens qui savaient.

En février 1990, surprise par Maud Sarr, une prostituée qui aligna une liste de noms de politiques, de magistrats, de policiers et gendarmes qu'elle disait avoir eus pour clients, la première commission "tueries" voulut en avoir le coeur net.

Le substitut bruxellois Edwig Steppé relança la piste, ouvrit une enquête sur les enquêtes menées depuis 15 ans et en chargea le juge Bruno Bulthé. Deux mois plus tard, il reçut l'ordre formel de l'actuel procureur du Roi Benoît Dejemeppe de ne plus s'en mêler. En balisant les vieux dossiers, Bulthé constata dès janvier 1991 que des pièces à conviction avaient disparu: un petit agenda noir, des listes d'adresses, de numéros de téléphone et même les fiches de référence au greffe. Plus de trace et pas de copie.

Quant au dossier Montaricourt - Israël, la partie Montaricourt est arrivée jusqu'au tribunal (avec des condamnations), la partie Israël a été classée sans suite.
- Ce n'est pas normal, remarque le président Van Parijs.
- J'ai la même lecture que vous, opine Bruno Bulthé.
L'instruction du juge Bulthé aboutit en 1993 à un non-lieu.

Après ces deux magistrats, la commission a entendu le commissaire de la P.J. de Bruxelles Georges Marnette, un superflic, l'un des plus décriés aussi: certains disent aujourd'hui qu'il a "monté" le dossier Di Rupo, protégé Nihoul et même partouzé en présence de mineurs.
Dans les années 1983-85, Marnette fut l'homme du dossier WNP, la milice néo-nazie de Paul Latinus, "suicidé" en avril 1984, et dont l'amie disait après sa mort qu'elle ne retrouvait plus le "dossier Pinon".

A la fin des années 80, c'est aussi Marnette qui reçut - et enferma aussitôt dans son armoire blindée - les "trois cassettes" audio (des conversations relatives aux ballets roses, entre Pinon, des avocats et le procureur Poelman) remises par le Dr André Pinon à la P.J.

Le président Van Parijs: Nous avons un papier de la mère de Latinus qui écrit: Georges recherche le dossier Pinon pour le détruire. Il a reçu des ordres.

Marnette: Pas au courant. Pour moi, c'est neuf et c'est faux. J'ai même essayé de retrouver ce dossier. En vain.

Van Parijs: Mais vous avez été confronté à ce sujet.

Marnette ne s'en souvient pas.

Quant aux trois cassettes "Pinon", où sont-elles?
- Il n'y avait rien sur les tueries du Brabant. Plusieurs personnes les ont auditionnées. Je les ai enfermées pour éviter toute publicité autour de cette affaire. Pour moi, elles sont au greffe. Remises au parquet général par mon ancien chef Reyniers.

Quant aux partouzes...
- Ma spécialité à la P.J. n'était pas les moeurs mais le grand banditisme. Mais, quand j'étais inspecteur, de 1973 à 1981, j'ai infiltré quasi tous les bars, clubs, boîtes à partouzes (dont les Atrébates) du "milieu". C'était une pratique habituelle. Bien sûr, on n'y était pas en jeans, mais dans la tenue des partouzes. Une serviette autour des reins ou un peignoir. Evidemment si j'avais vu des mineurs, j'aurais aussitôt ôté mon peignoir et repassé mes holster et brassard.

Y a-t-il vu de hauts personnages? Qu'on pouvait faire chanter? Oui! Qui? J'ai deux noms en tête. A huis clos. Y a-t-il eu rétention d'informations moeurs à la P.J.? Non, dit Marnette: les infos circulaient bien entre moeurs et banditisme.

Bron: Le Soir (René Haquin) | 5 maart 1997

Outre les dossiers roses, la commission revient sur Mendez, Boas, Zwarts, WNP, tueries des pistes dans les dossiers interdits.

(…) Le juge Bulthé avait aussi demandé au procureur l'accès au dossier à charge du marchand d'armes Roger Boas, convaincu qu'on avait fait chanter certaines personnes citées. Il a essuyé un refus. C'est dans ce dossier qu'on retrouvait le réseau de call-girls parmi lesquelles Israël, l'amie de Boas.

- Ces noms de personnalités, je n'ai pas pu les faire coller en raison de la disparition de pièces au greffe, a expliqué Bulthé.

Et bien d’autres blocages

Quant au dossier Pinon, c'est le Loch Ness. Tout le monde parlait. Personne n'avait rien vu. Ou c'était un dossier mal foutu, ou il manque des pièces.

Quant aux cassettes Pinon enfermées dans l'armoire du commissaire Marnette, la première commission "tueries" voulut les entendre: elles étaient devenues inaudibles. Elles contenaient notamment des entretiens avec les avocats Guy Yernaux et Jean-Paul Dumont. Le juge Bulthé ne peut expliquer pourquoi il a entendu Yernaux et pas Dumont, ni Marnette.

Hier en fin de soirée, le commissaire Glen Audenaerde a expliqué comment les documents et les cassettes Pinon lui furent arrachées manu militari par Marnette, sur ordre de l'ancien chef de la PJ Frans Reyniers, pense Audenaerde. L'incident est révélateur de la guerre qui déchirait la PJ de Bruxelles il y a six ans. Après son audition par la première commission "tueries", Audenaerde avait d'ailleurs été viré aux "vols à l'étalage".

Bref, sur ce chapitre moeurs, les questions des chantages exercés sur des personnalités et des protections qui en découlent sont loin d'être vidées!

Bron: Le Soir (René Haquin) | 5 maart 1997

790

(839 replies, posted in 1985)

Gol en Nothomb akkoord met centralisatie – Ook dossier Overijse naar parket Nijvel

De ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, Gol en Nothomb, hebben vrijdagmiddag [4 oktober 1985] volgende mededeling gedaan in verband met de misdaden gepleegd te Eigenbrakel en Overijse. Op de vraag van de minister van Justitie heeft de procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Brussel laten weten dat hij de nodige maatregelen genomen heeft opdat het onderzoek in deze aangelegenheid van nu af aan zou worden gecentraliseerd en toevertrouwd aan de procureur des Konings en de onderzoeksrechter te Nijvel. De raadkamer te Brussel heeft heden een beschikking in die zin verleend.

Bron: Het Laatste Nieuws | 5 oktober 1985