Insider, kan je je eigen komentaar geven aan de volgende:
Volgens GPP’er Doraene maakten de ex-rijkswachters Bouhouche, Beijer en Amory in de jaren ‘80 deel uit van een criminele organisatie. Hij verwees hierbij naar de typische kenmerken van een criminele organisatie:
- permanentie van activiteiten. De garageboxen voor de wapendepots werden gedurende minstens zes jaren ononderbroken en gelijktijdig vanaf dezelfde aanvangsfase gehuurd. Dit kostte hen ongeveer één miljoen frank. Hier lagen de aangebrande gestolen wapens van de Dyaneoverval en de inbraak bij Mendez. Doraene sloot niet uit dat wapens hiervan door de Bende van Nijvel gebruikt werden.
Daarnaast hadden Bouhouche en CO zich gespecialiseerd in het dupliceren van nummerplaten en paspoorten, echt vakwerk, je kon de valse van de echte niet onderscheiden. Bij de moord op Mendez en de Benderaids werden deze duplicatietechnieken - een totaal nieuw procédé in vergelijking met de gewone vervalsingen - ook gebruikt. Voor een eventuele ontsnapping van Bouhouche was er reeds in 1981... speciaal een echte identiteitskaart gestolen in het gemeentehuis van Chaumont-Gistoux. Pas in 1988 zullen de speurders dit ontdekken. Bij Amory werd zelfs een gedupliceerd document ‘ordre de mission’ van de Staatsveiligheid teruggevonden.
- een hiërarchisch uitgebouwde structuur. Volgens Beijer bezette Bouhouche een belangrijke functie binnen de organisatie. Maar volgens Amory waren er drie niveaus: de opdrachtgevers, de intermediaire tussenschakel en de uitvoerders. Bouhouche zelf hield zich volgens Amory op het niveau van intermediaire tussenschakel vooral bezig met de logistieke ondersteuning. Bouhouche verklaarde dat dit niet echt een belangrijke functie was. Hij rekruteerde de leden en verzamelde inlichtingen.
In één van de rapporten beweerde Bouhouche verantwoordelijk te zijn voor de rekrutering van Mendez. ‘Later zou hij zelfs Mendez aanwijzen als de huurder van een opslagplaats in de Buanderiestraat voor een afpersingsproject van GB-Inno-BM. Amory had verklaringen afgelegd over plannen om de GB-Inno-BM keten af te persen. Maar uiteindelijk werd dit naar zijn zeggen terzijde geschoven.
- voldoende financiële middelen. Ze konden reeds 93 miljoen frank putten uit hun vorige delicten, waarvan er 35 miljoen frank beschikbaar waren voor Bouhouche-Beijer. De affaire Zwarts, de bewakingsagent die met te bewaken geld verdween en waarschijnlijk werd vermoord, leverde minstens 30 miljoen maar vermoedelijk 90 miljoen frank op. De wapencollectie van Mendez was op haar beurt 2,3 miljoen frank waard. Daarnaast had Bouhouche de griffie van de Brusselse correctionele rechtbank voor 3 miljoen frank opgelicht. Bouhouche had zich in uniform, hij was nog steeds BOB’er bij de rijkswacht , met een vals kantschrift (opdracht) van onderzoeksrechter Lambeau aangeboden bij de griffie en had gemeld dat hij 3 miljoen frank, die in een drugszaak aangeslagen was, moest komen halen.
Bron: De Namen Uit De Doofpot, Stef Janssens 1998